Historisch
Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwamen honderden Belgische vrouwen in aanvaring met de Duitse overheersers wegens verzetsactiviteiten. Er werden bijna veertig spionagenetwerken opgericht, waarvan ruim 30% van de leden een vrouw was. Dat percentage lag in de realiteit nog een stuk hoger omdat onofficiële leden niet werden opgenomen in de tellingen.
Tijdens de Commune van Parijs waren vrouwen overduidelijk actief, zowel politiek als militair. Achteraf wordt hun deelname veroordeeld als buitengewoon onvrouwelijk. De geschiedschrijving rond de Commune illustreert hoe vrouwen uit het beeld verdwijnen: eenvoudigweg verzwegen, enkel in relatie tot mannen beschreven, of tot karikatuur gedegradeerd.
Dertien Vlaamse begijnhoven werden op 2 december 1998 opgenomen in de lijst van het cultureel en natuurlijk werelderfgoed van de UNESCO1. De huisjes krijgen tegenwoordig, bij gebrek aan echte begijnen, een nieuwe bestemming als ontmoetingsplaatsen, musea of woonhuizen. Eeuwenlang boden ze echter onderdak aan vrouwelijke religieuzen die, los van de bestaande kloosterorden, een geheel eigen organisatie en levenswijze ontwikkelden. Wat is hun verhaal, het verhaal van de mensen achter de materiële getuigen?