Mona Chollet
Heksen: eerherstel voor de vrouwelijke rebel
Amsterdam: De Geus, 2019. 252 p.
feminisme / heksen / kinderkeuze / misogynie / seksisme / stereotypering / veroudering / vrouwbeelden
RoSa-ex.nr.: FII a/1259
Heksen: eerherstel voor de vrouwelijke rebel is de vertaling van de Franse bestseller Sorcières. La puissance invaincue des femmes (2018) van de hand van de Zwitserse journalist en essayist voor Le Monde Diplomatique, Mona Chollet. Het boek is opgedeeld in een inleidend hoofdstuk en vier thematische hoofdstukken. In de inleiding De erfgenamen besteedt de auteur aandacht aan de eerste vermeldingen van ‘heksen’, het ontstaan van hun demonisering en de klopjacht die op hen werd gemaakt. De meest doorslaggevende factoren die daar een rol bij spelen worden kort toegelicht. Sommige factoren liggen voor de hand of zijn over het algemeen gekend. Andere zijn minder eenduidig. Zo maakte de uitvinding van de boekdrukkunst (halverwege de vijftiende eeuw) het mogelijk dat ideeën en theorieën zich op een dan ongekend tempo gingen verspreiden, wat zorgde voor ware campagnes tegen onder meer van hekserij beschuldigden. Chollet focust in Heksen voornamelijk op vrouwenhaat als rode draad binnen de heksenvervolgingen, ondanks het feit dat ook mannen als heksen zijn verbrand
De manier waarop evenementen uit de geschiedenis ons in het heden bereiken gebeurt voornamelijk via geschiedschrijving. De manier waarop naar slachtoffers van de heksenvervolgingen wordt gekeken door historici die deze verhalen neerschreven, dient door ieder met een interesse in het thema ook nauwgezet onder de loep genomen te worden, en dat beseft Chollet.
Het gebeurt niet zelden dat net door deze (vaak mannelijke) historici erg neerbuigend wordt gedaan over de vrouwen die op de brandstapel eindigden of levend werden verdronken. Vrouwen worden meermaals verantwoordelijk gesteld voor het geweld dat hen wordt aangedaan. Uitspraken die in dit boek aan bod komen die getuigen van victim blaming: "vrouwen leken tot een intense misogynie aan te zetten" of "deze groep liet zich tot zondebok maken" (p.21). Dergelijke denkoefeningen ten aanzien van vrouwen zijn helaas ook anno 2019 geen zeldzaamheid: denk aan het maatschappelijke debat over #MeToo.
Voor zij die overtuigd zijn van de horror van de heksenjacht, het blijft vaak een abstract ver-van-ons-bed historisch gegeven waarvan we de concrete menselijke gevolgen niet altijd evengoed kunnen omvatten.
Het is dan ook belangrijk om stil te staan bij hoe we naar geschiedenis kijken. Welke geschiedschrijving bereikt ons? Welke narratieven slaan we er op na? Beschouwen we enkel de algemene verhaallijnen over grootschalige massamoorden, uitzettingen, processen van kolonisatie en racisme of kijken we verder dan vage cijfers en veralgemeningen en beschouwen we ook de persoonlijke verhalen achter deze mensenrechtenschendingen?
Rhiannon Giddens, een Amerikaanse muzikant van onder meer americana, country- en bluesmuziek verdiept zich voor haar muziek meermaals in haar eigen geschiedenis en die van haar land. Als zwarte zanger van een multi-etnische achtergrond kunnen verhalen over de slavernij dan ook niet ontbreken. In plaats van haar nummers op te dragen aan een abstract gegeven als de slavernij, baseert ze haar nummers op verhalen van individuen die deze donkere periode uit de geschiedenis hebben meegemaakt. Door dit te doen wordt volgende denkoefening veel concreter: "het had mij kunnen overkomen".
Zo is Giddens’ nummer At the purchaser’s option gebaseerd op een advertentie waarbij een jonge vrouw (‘a negro wench’) te koop wordt aangeboden alsof het om een tweedehands auto zou gaan. De advertentie wordt afgesloten met de zin: “She has a child of about nine months, which will be at the purchasers option”. Helaas is de vrouw in kwestie niet de enige jonge, zwarte vrouw die een dergelijk lot kende, maar dergelijke persoonlijke verhalen maken verschrikkingen vaak veel vatbaarder dan “er is een massamoord aan de gang” of “miljoenen werden als slaven verkocht”.
In Heksen zoekt de auteur een evenwicht tussen persoonlijke verhalen die de lezer raken en betrokken(er) maken, en de gewichtige cijfers achter de heksenvervolging. Chollet combineert beiden. Een voorbeeld hiervan vinden we op p. 16 waar de auteur het verhaal brengt van twee dorpen waarvan alle vrouwen behalve één op de brandstapel eindigden (in totaal 368). Duiding brengt ze hierbij aan de hand van het verhaal van één individu en haar familie.
Chollet omschrijft bovenstaande absurditeit en het complete gebrek aan logica op een erg toegankelijk en herkenbare manier, wat de lezer vaker dan eens een ‘inderdaad!’-moment kan opleveren.
Als men het heeft over de slachtoffers van de heksenvervolging gaat het vaak over de moeilijkheid om een exact cijfer te plaatsen omdat vaak enkel de geëxecuteerde slachtoffers worden meegerekend. Er wordt geen melding gemaakt van zij die gelyncht werden, in de gevangenis overleden, zelfmoord pleegden, et cetera. Chollet maakt daar graag nog een aanvulling bij: niet enkel de vrouwen die vervolgd, verbannen en vermoord werden gelden als slachtoffers.
Wat de auteur vervolgens door middel van haar boek wenst bloot te leggen, is de mate waarin ook het nageslacht van deze vrouwen en families noties over vrouwen en vrouwelijkheid die het leven beheerste ten tijde van de heksenjachten hebben meegenomen en nog steeds met zich meedragen. Hoe kijken we naar vrouwen en vrouwelijkheid? En, in welke mate zijn negatieve attituden en vooroordelen terug te brengen naar de tijden van de heksenvervolgingen? Het boek legt paralellen tussen hedendaagse vormen van misogynie en de vrouwenhaat die de verschillende heksenvervolgingen typeerde.
Chollet wenst bovenstaande denkoefening echter niet alleen in negatief opzicht te doen. Ze gaat ook na in welke mate de her- of opwaardering van het woord ‘heks’ of wat het betekent om heks te zijn een positieve invulling heeft gekregen, onder meer door feministen in verschillende perioden in de geschiedenis.
Chollet heeft toelichting bij de inspiratie die feministen in de twintigste eeuw bij de (zogenaamde) heksen haalden en hoe de manier waarop zij tegen heksen aankijken door de jaren heen is gewijzigd. Vooral de laatste decennia is er sprake van een hype met betrekking tot interesse in (een positieve invulling van) hekserij. Populaire cultuur wordt als een onderliggende reden aangegeven, denk aan positieve voorstellingen van ‘machtige heksen’ in onder meer Harry Potter, Charmed en Buffy the Vampire Slayer. En zo maakt de auteur mooi de cirkel rond van het ontstaan van ‘de heks’ tot wat het anno eenentwintigste eeuw betekent om ‘heks’ te zijn.
Hekserij, en de aantrekking die het vooral lijkt te hebben op feministen, LHBTQ+ of gendernonconformerende individuen, biedt volgens de auteur een mooie weergave van de link tussen het persoonlijke en het politieke:
Wat Chollet vooral intrigeert, is wat de heksenvervolgingen hebben betekend voor het hedendaagse denken door en over vrouwen. In haar boek focust ze op vier grote lijnen uit de geschiedenis:
Een voorbeeld van de mate waarin vrouwelijke onafhankelijkheid een doorslaggevende rol speelde in de heksenvervolgingen is de oververtegenwoordiging van alleenstaande vrouwen en weduwen bij zij die beschuldigd werden. Ook vandaag nog roept de onafhankelijkheid van vrouwen scepsis op, te vaak nog wordt hun band naar man en kind gelegd, ook in afwezigheid van beiden.
Aspecten die leidden tot een opvallend hoge vervolging van oudere vrouwen binnen de heksenjacht waren bijvoorbeeld de samenkomst van enerzijds het feit dat vrouwen langer leefden en anderzijds de beperkingen die vrouwen hadden om toe te treden tot het betaald werk. Smijt daar de menopauze bij en oudere alleenstaande vrouwen of weduwes werden vervolgens eerder als last dan lust beschouwd. Door ze als lelijke kwaadaardige heksen te bestempelen konden ze op een goedkope manier worden verwijderd: “Ouderdom bij vrouwen blijft op de een of andere manier lelijk, beschamend, bedreigend, duivels.” (p.35). Opnieuw is de link naar 2019 niet ver te zoeken.
Doorheen de vier thematische hoofdstukken laat Chollet experts aan het woord die ze zelf omschrijft als ‘moderne heksen’, auteurs die verboden die vrouwen door de eeuwen heen zijn opgelegd doorbreken, aankaarten, in vraag stellen of simpelweg negeren.
Het meest prangende besef is het volgende: er is een opvallende parallel te trekken tussen de vraag ‘hoe kijken we naar heksen?’ en ‘hoe kijken we naar vrouwen?’. Omdat vrouwbeelden en vrouwenhaat zo inherent zijn aan de heksenjacht en de beeldvorming errond doorheen de geschiedenis, maar ook in veel media (denk aan Disneyfilms), dat we die manier van kijken inherent en onbewust en onbedoeld meenemen in hoe we naar krachtige vrouwen kijken. Zien we haar als sterk en onafhankelijk of koel en kil?