hier komen promoties & acties

Alfonsina Strada

Pionier van het vrouwenwielrennen

Alfonsina Eline

Alfonsina Strada (1891–1957), ‘de duivel in een rok’, is een ware pionier van het vrouwenwielrennen. In het kerkje Madonna del Ghisallo staat haar fiets tussen die van illustere wielerhelden Gino Bartali en Francesco Moser. Maar wie kent Alfonsina Strada nog?

bron beeld: Pencils of Eline

Enige vrouw die de Ronde van Italië reed

In een tijd waarin vrouwen niet koersen en de Italiaanse fascisten de vrouw aan de haard prediken, rijdt Alfonsina Strada als enige vrouw tussen de mannen in de Ronde van Italië van 1924. Als Strada ergens ongeschikt voor is, dan is het wel de haard. De fiets daarentegen, die lijkt haar aan het lijf gegroeid.

Fietsen als 'vrijheid'

Alfonsina Strada krijgt het leven als Alfonsina Morini aan het eind van de negentiende eeuw en groeit op in een straatarm gezin met acht kinderen in het Noord-Italiaanse Castelfranco Emilia. Op een dag komt haar vader thuis met een fiets. De tienjarige Alfonsina is meteen verkocht en verknocht. De fantastische machine geeft haar wat ze als meisje moet ontberen: vrijheid. Maar meisjes en fietsen zijn geen aanvaardbaar huwelijk in het Italië van die tijd. De Almanak voor de Italiaanse vrouw omschrijft fietsen voor vrouwen als volgt:

“Fietsen voor vrouwen is uitsluitend aanvaardbaar bij wijze van toerisme, en zelfs dan mag het alleen binnen zeer beperkte grenzen en dient men zich vooral niet over te geven aan langdurige beoefening.”

Natuurlijk zijn blote benen een schande, al helemaal op de fiets, waar iedereen ze kan zien. Bovendien zijn vrouwen, volgens kerk en paus, voorbestemd voor het huishouden “dat de deugdzaamheid van het zwakke geslacht uitstekend beschermt”.

Strada negeert echter alle verboden en bezwaren en neemt stiekem, achter de rug van haar ouders, deel aan wielerwedstrijden. Wanneer ze op haar dertiende thuiskomt met een hoofdprijs, een levend varken, zijn haar ouders niet trots of blij met de rijkdom van zoveel gratis voedsel, maar razend omdat hun dochter koersen rijdt in plaats van op zondag naar de mis te gaan. Alle reprimandes en straffen ten spijt blijft Strada koersen. Haar koppigheid levert haar de spottende bijnaam “Il diavolo in gonnello” (duivel in een rok) op.

Koersen en blijven koersen

Gelukkig vindt ze de liefde in Luigi Strada, zelf een wielrenner. Hij geeft zijn vrouw de vrijheid die ze nodig heeft en steunt haar in haar koersdrang. Ze zal zijn naam blijven dragen tot aan haar dood.

In 1911 levert al dat onvermoeibare fietsen Alfonsina Strada een nieuw werelduurrecord op (37,192 kilometer), een record dat 26 jaar overeind zal blijven en de deur opent naar de rest van Europa. Alfonsina Strada maakt daarop furore op de Franse wielerbanen. In 1917 en 1918 rijdt ze mee in de Ronde van Lombardije, die ze telkens helemaal uitrijdt.

36 mannenwedstrijden heeft Strada achter haar naam staan wanneer ze verneemt dat ze per uitzondering kan meedoen aan de Giro d’Italia. Een aantal grote wielerploegen boycotten de Giro na een conflict met de organisatie. Om zich toch te verzekeren van voldoende aandacht en publiciteit besluit de koersdirectie vrouwen toe te laten. Strada is de enige die zich geroepen voelt. Ze prijkt op de deelnemerslijst achter het nummer 72 als Alfonsin Strada. Er is een a weggevallen. Groot is dan ook de verbazing wanneer er een vrouw aan de start verschijnt.

De ronde van Alfonsina Strada wordt een loodzware beproeving. Door ijzige kou en stormweer rijdt ze verder, uitgejouwd en beschimpt door het publiek. Maar terwijl meer en meer mannen de strijd staken en opgeven bijt Strada door en wint ze dag na dag aan bewondering en respect. Tijdens de achtste etappe breekt haar stuur en wordt ze gered door een boerin die een bezemsteel in twee breekt om haar stuur te spalken. De oplossing werkt, maar ze verliest te veel tijd en komt te laat over de finish. Wie te laat binnenkomt wordt in de regel gediskwalificeerd. Maar de organisatoren denken er niet aan haar uit de koers te zetten, nu ze zoveel aandacht trekt. Alfonsina mag dan ook buiten competitie verder rijden. En dat doet ze, tot aan de meet. En dat in een ronde van 12 etappes van gemiddeld 300 kilometer lang. Van de 90 renners die startten haalt maar één derde de eindmeet. Alfonsina eindigt als allerlaatste, op 28 uur van winnaar Giuseppe Enrici.

Strada's leven na de Ronde van Italië

Na haar legendarische Giro-deelname blijft Alfonsina Strada koersen, maar toegang tot de grote rondes krijgt ze nooit meer. Er zit vervolgens weinig anders op dan haar onmiskenbare wielertalent in te zetten als variété-act in Parijs, waar ze naam maakt als "kangoeroevrouw". Ze rijdt er met haar fiets langs een steile wand, gaat over kop als in een achtbaan, en maakt een reuzensprong van vijftien meter door de lucht. Strada blijft koersen tot ze bijna 60 is en haar lichaam dienst weigert.

Na de dood van haar man Luigi in 1946 hertrouwt Alfonsina Strada met Carlo Messori, een wielermasseur op rust met wie ze samen een fietsenwinkel uitbaat in Milaan. Carlo begon ooit met de biografie van zijn vrouw te schrijven, maar overlijdt in 1957, nog voor hij het boek kan afmaken. Alfonsina Strada sluit daarop de fietsenwinkel en schaft zich een Guzzi motor aan. Die motor zal haar fataal worden. Wanneer ze thuis komt van een motorwedstrijd valt de loodzware motor omver, op Alfonsina. Van de schok krijgt ze een hartaanval. Ze overlijdt nog voor ze het in het ziekenhuis aankomt.

Nagedachtenis

In 2014 kreeg San Salvatore Monferrato een Piazza Alfonsina Strada. De rockgroep Têtes de Bois schreef een nummer over haar ('Alfonsina e la Bici'). De Nederlandse fotografe Ilona Kamps wijdde een boek aan Alfonsina. De onvermoeibare Alfonsina Strada zelf rust voor altijd op het onooglijke kerkhof van Cusano Milanino.

"Het levensverhaal van Alfonsina Morini Strada raakte een snaar bij me en liet niet meer los. Haar historie is meer dan wielrennen alleen. Het gaat over verlangen, talent, vrijheid en een drang naar avontuur. Alfonsina laat in alle echtheid zien dat je verlangen omzetten in werkelijkheid een kwestie is van geloven en dóen. Het is een ode aan mensen die hun hart volgen en volharden. En tegelijk een inspirerende aanmoediging voor wie zijn droom nog achterna wil gaan." (Ilona Kamps in Etappe #04 p. 65)

Aanraders uit de RoSa-bibliotheek