hier komen promoties & acties

Eat Sweat Play

Eat Sweat Play: How Sport Can Change Our Lives - Anna Kessel

Anna Kessel

Eat Sweat Play: How Sport Can Change Our Lives
London: MacMillan, 2016. p. 264

sport / sportberoepen / vrouwenlichaam / vrouwbeelden / attituden / menstruatie / zwangerschappen / moederschap

RoSa-ex.nr.: DIII5 a/45

Meer meisjes aan het sporten krijgen

Een manifest voor participatie en gelijkheid

In haar onderzoek naar de grote taboes rond vrouwelijke sportdeelname botste sportjournalist Anna Kessel op diverse redenen waarom sport en beweging een integrale rol in elke vrouwenleven zouden moeten spelen. In Eat Sweat Play bundelt ze deze argumenten, alsook structurele aspecten en taboes die vrouwen net vaak weerhouden aan sport te doen. Kessel benadrukt in haar betoog voor een grotere vrouwelijke sportparticipatie ook het belang om als individu sport – en bij uitbreiding je lichaam – voor jezelf terug op te eisen. De verschillende ervaringen van (bekende tot doorsnee) sportieve vrouwen in deze publicatie bieden ook tips over hoe de lezers dat ‘heropeisen’ daadwerkelijk kunnen doen en hierbij zowel individuele als structurele drempels kunnen overwinnen.

Eat Sweat Play is daarnaast ook een manifest voor sportieve gelijkheid. In het boek wordt niet alleen duiding gegeven over waarom vrouwen sport nodig hebben, maar ook over waarom vrouwen goed zijn voor de sportwereld. Kessels oproep tot het vergroten van de sportparticipatie van vrouwen en meisjes strekt zich dan ook uit tot elk aspect van het domein: van topatleten tot hobbyisten, over fans tot coaches, sportcommentatoren en bestuurlijke functionarissen. In haar boek gaat Kessel hierbij dieper in op onder meer volgende vragen: waarom wordt sport steeds opnieuw geherdefinieerd als ‘mannenterrein’? Waarom blijven er zo weinig meisjes zichtbaar in de tribunes als fans? Welke rol spelen aspecten als ongelijke beloning, biologie, de media en zelfbeeld in het debat? In de woorden van Kessel:

Het boek vertrekt uit Kessels persoonlijke ervaringen met stereotypen, taboes en vooroordelen ten aanzien van vrouwen en sport(deelname). Deze persoonlijke ervaringen worden aangevuld met de ervaringen van anderen. Kessel laat hierbij ook vrouwen aan het woord die in haar jeugdjaren stereotypen over ‘sportieve en sterke vrouwen’ wisten te doorbreken. Zo gaat de auteur in gesprek met onder meer jaren 1980 tennisfenomeen Martina Navrátilová en jaren 1990 popidool ‘Sporty Spice,’ Melanie C. Ook de ervaringen van hedendaagse toppers zoals tennisser Serena Williams en zevenkamp wereldtopper Jessica Ennis-Hill worden uitvoerig besproken.

Waarom sporten vrouwen niet?

Wat houdt meisjes tegen om bepaalde sporten te kiezen? Waarom sporten zoveel vrouwen amper of helemaal niet? Zijn er biologische verklaringen of is er eerder sprake van sociale hindernissen op basis van genderstereotypen? Overheersen er eerder individuele drempels of toch structurele mechanismen? En, wat kunnen we doen om deze hindernissen te overstijgen?

In haar zoektocht naar antwoorden schrijft Kessel toegankelijk, neemt ze geen blad voor de mond, maar beweert ook niet de alleswetende sportgoeroe te zijn (zelf was ze namelijk nooit echt een sporter). Ze vertelt wat ze ziet, hoort, kent, ervaart. Aan de hand van een reeks essay-achtige hoofdstukken zet Kessel een aantal cruciale (f)actoren op een rij die vrouwen aanhalen als redenen van terughoudendheid tot deelname aan sportactiviteiten:

Onverenigbaar

Al in de introductie van het boek raakt de auteur een zure waarheid aan wat betreft vrouwen en sportinteresse: het is nooit goed genoeg en criticasters hebben altijd een uitleg. Van vrouwen die zichzelf géén sportfan noemen, maar wel alle wedstrijden van Wimbledon volgen, tot meisjes die fanatiek zoveel mogelijk sportevenementen bijwonen als ze kunnen, maar dan door anderen als te ‘mannelijke’ worden omschreven. Van ‘meisjes kunnen niet sporten’ over ‘vrouwen kennen niets van sport’ tot 'ze zijn jongensachtig' als ze er wel verstand van of talent voor hebben, of ‘de uitzondering op de regel’, of nog erger ‘luid, vreemd en irritant’. Er is altijd wel iets. In de woorden van Kessel:

Ook vrouwelijke topsporters, zoals Serena Williams, lijken op dat vlak non-stop tegen de bierkaai te vechten.

Fit vs. sportief

Nog een opvallende waarheid waar het boek stil bij staat: sporten en staying fit worden bij mannen over één kam geschoren. Bij vrouwen is dat niet het geval. Terwijl fitnessen en je lichaam in goede conditie houden in de eenentwintigste eeuw bij vrouwen aanvaard lijkt en zelf gestimuleerd wordt via diverse apps, hashtags en het delen van foto’s op sociale media, blijft het effectief beoefenen van sporten (bijvoorbeeld in team of op topniveau) een heel ander verhaal. Een strak lichaam: sexy. Bezweet uit een scrummage bij een wedstrijd rugby komen: not so much. Hoe wilder, ruiger en vuiler de sport, hoe meer deze stelling van toepassing (b)lijkt.

Vrouwenlichaam onder de loep

Een vitaal onderdeel in de discussie over vrouwen en sport is en blijft ‘het vrouwenlichaam’. Hoe beoordelen we als meisjes en vrouwen onze eigen lichamen? Maar ook, hoe beoordelen anderen het en hoe belangrijk vinden we hun beoordeling als vrouwen? Welke impact hebben beoordeling (en veroordeling) op de sportdeelname van vrouwen en meisjes?

En, wat met biologie? Wat weten vrouwen en meisjes over hun eigen lichaam, over menstrueren en de impact ervan op sportbeoefening of omgekeerd? Wat weten ze over de positieve invloed van sport op bijvoorbeeld vruchtbaarheid of op het beperken van PMS en de gevolgen van endometriose?

Ook voor de combinatie (top)sport en moederschap is aandacht in het boek.

Schaamte, angst en taboe

Schaamte is een vaak terugkerend thema in het boek. Lessen lichamelijke opvoeding skippen omdat je aan het menstrueren bent, bang zijn om onhandig te lijken in de sportschool of als dik beoordeeld te worden, niet durven sporten tijdens een zwangerschap, …

Net als veel meisjes in haar klas en op school zag Kessel tijdens haar schoolervaring voornamelijk haar mannelijke leeftijdsgenoten voetballen. Ze nam dan ook aan dat 'schoppen tegen een bal' iets was dat jongens – als jongens zijnde - instinctief konden. Ontmoedigd door leraren die de meisjes daarnaast niet echt stimuleerden tot deelname, maakte ze zich al snel het idee eigen dat het beoefenen van sporten als voetbal gewoon niets voor haar was. Vanuit deze eigen ervaringen en de herkenning die ze zag en hoorde bij veel andere vrouwen, ook van bekende topatletes, wil Kessel met haar boek Eat Sweat Play een pleidooi houden voor het terug claimen van de diverse sportterreinen door vrouwen en meisjes, om “ervoor te zorgen dat de volgende generatie meisjes opgroeit met het waarderen - en genieten - van alles waar hun lichaam toe in staat is, zonder schaamte, angst of taboe”.

En verder…

Diverse elementen die de deelname van meisjes en vrouwen aan sport negatief kunnen beïnvloeden komen aan bod: van taboes rond zweten en menstruatie tot de combinatie van sporten en zwanger zijn over commentaar (of de vrees er voor) op onze lichamen en onze prestaties tot structurele mechanismen en beperkte financiële middelen die de deelname van vrouwen tegenwerken.

Eén hoofdstuk wijt Kessel ook specifiek aan het seksisme dat topsportvrouwen ervaren. Ze laat hierbij zien hoe sociale en culturele verwachtingen ten aanzien van meisjes worden weerspiegeld op elk niveau van sportdeelname. Topsport lijkt in de ogen van velen namelijk niet verenigbaar met vrouwelijkheid en vrouw-zijn.

Waarom dit boek?

Kessel schrijft in een heel persoonlijke stijl en daar houd je nu eenmaal van of niet. Haar relaas is ook niet wetenschappelijk opgebouwd, in die zin dat er per hoofdstuk telkens één exclusieve focus is die dan van wetenschappelijke funderingen wordt voorzien. Niet dat die argumenten ontbreken. Ze worden gewoon omringd door zoveel meer, waardoor er op de wetenschappelijk onderbouw nooit diep wordt ingegaan. Kessel springt in haar relaas vlot van een ervaring van een topsporter over een gebeurtenis uit de geschiedenis of een persoonlijke bedenking, naar een interview en weer terug. Onderzoeksresultaten worden telkens naast individuele ervaringen (van haar of anderen) geplaatst. Het oogt op die manier misschien allemaal een beetje rommelig maar de algemene boodschap komt echter wel steeds over. Het is een empowerende boodschap om meisjes en vrouwen meer aan het sporten te krijgen, hen de voordelen van sportdeelname mee te geven en vooral de schaamte en het taboe rond sporten te doorbreken.

Laat de boodschap duidelijk zijn: sporten is goed voor vrouwen en meisjes, en in veel meer opzichten dan enkel het fysieke. Daarnaast hoeft dat “fysieke aspect” niet eng of een taboe te zijn.

Positieve beeldvorming, reacties en feedback zijn volgens de auteur van groot belang om meisjes in gelijke mate als jongens te stimuleren aan sport te doen en hierbij oog te hebben voor de diversiteit in het aanbod. Aan die beeldvorming schort er nu nog wel wat.

Terwijl jongens worden uitgedaagd om dingen uit te proberen, initiatief te nemen, risico’s aan te gaan, zich vuil te maken, … krijgen meisjes vanuit alle hoeken de boodschap om voorzichtig te zijn, op te passen, rustig te spelen. Welke boodschap geeft dat mee? En, wat leren kinderen hieruit met het oog op hun latere leven?

Herkenbaar, handig en nog steeds nodig

Hoewel het boek uitvoerig stilstaat bij wat tegenwoordig nog steeds fout gaat of welke hindernissen meisjes en jonge vrouwen nog steeds weerhouden van gelijke deelname aan sportactiviteiten, overweegt een positieve toon: goede voorbeelden komen aan bod, vrouwelijke atleten spreken zich uit en tips worden aangeboden om taboes en schaamte te doorbreken.

Eat Sweat Play vertrekt uit de vaak zeer Britse ervaringen van de auteur. Toch zorgt Kessels zorgeloze manier van vertellen er voor dat er voor elke lezer wel iets herkenbaars in zit. Sla er de op p. 29 in een stappenplan beschreven gênante, maar oh zo herkenbare “we moeten ons omkleden in de kleedkamer maar niemand mag iets te zien krijgen”-manier van omkleden maar eens op na. We geven je graag stap twee mee als scoop: “Under cover of said T-shirt, drag bra around to the front of your body and hoist over boobs with minimum jiggling” (p. 29).

Het boek doet verder wat het belooft. De boodschap reikt verder dan wat sport fysiek voor vrouwen en meisjes kan betekenen. Sport biedt vertrouwen, strijdvaardigheid, durf en samenwerking, leert individuen en groepen omgaan met falen, maar biedt vooral en bovenal ook een kans op plezier.

Boeiende invalshoek ook in hoofdstuk drie: hoe sport je kan helpen slagen in andere aspecten van het leven. Uit een onderzoek in 2013 bleek dat vrouwen die een sportachtergrond hadden vaker ook de top van de carrièreladder in andere sectoren bereikten. Voorbeelden zijn legio: Hillary Clinton, Christine Lagarde, Indra Nooyi, Dilma Roussef, …

Eat Sweat Play is noch onderzoeksrapport, noch egodocument. Het zweeft er ergens tussenin en is eigenlijk geen van beiden. De auteur deelt eigen ervaringen en die van anderen en wisselt deze af met historische feiten, journalistieke gegevens en wetenschappelijk onderbouwde argumentatie. Het is dan ook geen boek dat in één duidelijk afgelijnde categorie thuis te brengen is. Het is een boek waarvan je best zelf uitmaakt of het iets voor je is of niet. Maar op één of andere manier weet Kessel in het boek raakvlakken te creëren waardoor elke lezer wel een herkenningsmoment of ‘aha’-beleving zal ervaren. Verder leest het boek erg vlot. Voor zowel sportliefhebbers als ouders van sportfans of toekomstige sportfanaten het lezen waard.

 

Nog niet helemaal overtuigd dat sport en beweging meerdere positieve effecten biedt aan meisjes en vrouwen? Laat Michelle Obama je dan overtuigen met haar dunk in het Witte Huis. Op te zoeken op youtube: ‘Michelle Obama Lebron James’. Voor een meer onderbouwde casus verwijzen we je graag door naar de TED-talk van brandweervrouw, paraglide-instructeur en auteur Caroline Paul (2016): “To raise brave girls, encourage adventure”.


Meer weten?

Aanraders uit de RoSa-bibliotheek: