hier komen promoties & acties

31.03 | Vrouwen in gevechtsposities

RoSa vzw licht elke twee weken een specifiek gendergerelateerd thema uit of bespreekt de genderdimensie van een actueel thema. Deze week zoomen we in op vrouwen als soldaat aan het front. De focus ligt op vrouwen binnen gevechtsposities doorheen de geschiedenis en de problematieken die er hierrond aanwezig zijn in de militaire context.

Gepubliceerd op 31/03/2022

Perspectief Oorlog Banner

Vrouwen en kinderen eerst

Op 11 maart duidt journalist Ann Peuteman in Knack hoe mannen en vrouwen in tijden van oorlogscrisis een compleet andere rol en rechten toebedeeld krijgen. Ook  in de berichtgeving over de oorlog zijn grote genderverschillen aanwezig. Beelden van mannen die de wapens opnemen tegen de Russische invasie gaan de wereld rond. Hier  tegenover staan de beelden van vrouwen en kinderen die het land ontvluchten. Het principe ‘vrouwen en kinderen eerst’, ook wel de Birkenhead drill genoemd, is alom gekend, onder meer door de film Titanic. Vrouwen en kinderen kregen namelijk voorrang om het zinkende schip te verlaten. De Birkenhead drill wordt vaak gezien als het toonbeeld van zelfopoffering, discipline en hoffelijkheid. Het boek Women and Children First: Feminism, Rhetoric, and Public Policy (2005) stelt daarentegen dat het idee van ‘vrouwen en kinderen eerst’ paternalistisch is. Het maakt hen onmondig en is vaak zelfs schadelijk. Ook de oorlog in Oekraïne legt deze problematiek bloot. Van vrouwen wordt verwacht dat ze, al dan niet met kinderen, vluchten terwijl de mannen achterblijven om het grondgebied te beschermen. Vrouwen en mannen worden tijdens een oorlog blootgesteld aan verschillende gevaren. Vrouwen en kinderen worden onevenredig zwaar getroffen door oorlog. De redenering dat vrouwen met de kinderen moeten vluchten, legt ook een enorme druk op hen. Vrouwen zijn hierdoor in zo’n extreme situatie alleen verantwoordelijk voor het zorgen voor voedsel, onderdak en kledij voor hun gezin. Daarnaast brengt vluchten ook gevaren met zich mee. Vrouwen worden meer blootgesteld aan het risico op verkrachting, mensenhandel, geweld en verschillende vormen van uitbuiting.

Er zijn ook vrouwen die weigeren om uit Oekraïne te vertrekken. Zo is er Kira Rudyk, Oekraïens parlementslid en voorzitter van de partij Voice. Zij besloot om in Oekraïne te blijven, zich te bewapenen en samen met anderen te trainen in een verzetsgroep. Ook Valentyna Konstantinovska koos ervoor  de wapens op te nemen en zich als vrijwilliger aan te sluiten bij het Babushka Battalion. Het Babushka Battalion is een groep van oudere vrouwen die al sinds 2014 Oekraïne verdedigen. Ze trainen samen om basisoverlevingstechnieken, medische zorg en wapengebruik te leren. Toch krijgen vrouwen slechts een bijrol in oorlogen. Dit wordt duidelijk wanneer we terug in de geschiedenis gaan.

De typische genderstereotypen die verbonden zijn met oorlog en het consequent uitwissen van de prestaties van vrouwen in oorlogstijd verklaren deels waarom er niet van vrouwen verwacht wordt dat zij de wapens opnemen. De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) is een duidelijk voorbeeld van hoe de genderverhoudingen op de proef werden gesteld. Zoals je kan lezen in onze Gender in de pers, Vrouwen en de Eerste Wereldoorlog in België, van 16/11/2018 werden de traditionele stereotypen over mannen en vrouwen toen uitvergroot en versterkt. Vrouwen werden hoofdzakelijk weergegeven als verpleegkundigen en ondersteunende echtgenotes, moeders, dochters en zussen van soldaten. Ze moesten vooral hun gezin ondersteunen. Ook in de media en propaganda tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de rol van vrouwen als moeders onderstreept. Ze werden voorgesteld als warme, patriottische moederfiguren die zorg droegen voor wie achterbleef en morele steun gaven aan wie vertrok. Hoewel de Eerste Wereldoorlog vaak gezien wordt als een ijkpunt in de emancipatie van vrouwen in Europa wordt de maatschappelijke rol van de vrouw in die periode vooral beperkt tot een zorgende rol. Toch zijn er verschillende voorbeelden doorheen de geschiedenis van vrouwen die meevochten aan het front.

Van de Ahosi naar het Battalion of Death

Vrouwen namen meer dan sporadisch deel aan de strijd. Wel waren ze vaak in de minderheid in een overwegend mannelijk leger of vochten ze vermomd als man. Heel af en toe waren er ook individuele vrouwen die openlijk als vrouw meevochten aan het front. Een bekend voorbeeld hiervan is Jeanne d’Arc. Zij overtuigde de Franse koning om haar troepen te geven en speelde een beslissende rol in de Honderdjarige Oorlog tussen Engeland en Frankrijk. Een belangrijke kanttekening bij de rol van Jeanne d’Arc die Joshua S. Goldstein in het boek War and Gender: How Gender shapes the War System and Vice Versa (2001) maakt, is dat religie een grote rol speelde in haar verhaal. Haar soldaten geloofden namelijk dat ze heilig was. Er zijn ook verschillende voorbeelden van vrouwelijke heersers die via hun politieke macht ook militair leiderschap verkregen. Vaker kwam het voor dat vrouwen vermomd als man meevochten. Tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) gebeurde het bijvoorbeeld dat vrouwen zich voordeden als mannelijke soldaten om te kunnen meevechten. En ook al betekende de Eerste Wereldoorlog de definitieve intrede van vrouwen in de oorlogsmachine, toch moesten vrouwen zoals journalist Dorothy Lawrence zich alsnog als mannelijke soldaat vermommen. Of vrouwen mochten meevechten aan het front was  afhankelijk van land tot land. In België mochten enkel mannen meevechten aan het front.

In Rusland vochten vrouwen tijdens de Eerste en vooral Tweede Wereldoorlog wel aan het front. Ze maakten actief en openlijk deel uit van het Rode Leger. Maria Bochkareva werd de eerste vrouwelijke leider van een Russische militaire eenheid. Haar eenheid, het “Battalion of Death”, bestond enkel uit vrouwen en werd gevormd na de Februarirevolutie (1917). Ze vochten mee aan het front, maar de eenheid werd voornamelijk opgericht om mannen te inspireren en te motiveren. Het Battalion of Death was voornamelijk een propagandamiddel. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden vanaf 1942 kinderloze vrouwen in de Sovjet-Unie opgenomen in het leger. Er was immers een tekort aan mannelijke soldaten. Vrouwen werden voornamelijk ingezet als verpleegkundigen, maar kregen ook een militaire opleiding aangezien het vaak om frontlinie-posities ging. Een minderheid vocht ook mee aan het front. Volgens Goldstein toont de Russische casus wel aan dat vrouwen een grote verscheidenheid aan gevechtstaken even doeltreffend uitvoeren als mannen. Een goed historisch voorbeeld hiervan zijn de Ahosi of Dahomey-Amazones tijdens de achttiende en negentiende eeuw.

Het Dahomey Koninkrijk in West-Afrika, hedendaags Benin, beschikte over een zeer sterk en uitgebreid leger. De Ahosi waren een eenheid binnen dit leger en  één van de weinig gedocumenteerde grootschalige vrouwelijke gevechtseenheden die voor een langere periode bestond.

Afbeelding van de Ahosi of Dahomey Amazones, uit Alpern, Stanly B. ‘Amazons of Black Sparta: The Women Warriors of Dahomey,’ London: C. Hurst & Co. Ltd. 2011

De Ahosi eenheid bestond op een gegeven moment uit maar liefst vijfduizend vrouwen. Ze ontstond rond 1727 uit militaire nood: de koning wou zijn leger er groter laten uitzien. Toen bleek dat de vrouwen goede krijgers waren, stelde hij ze in als paleiswacht. Ze werden ook ingezet in de oorlogen met Frankrijk. De vrouwelijke soldaten van het Dahomey leger droegen wapens, kleedden zich zoals de mannen en trainden zoals hen. Vrouwen konden vrijwillig toetreden tot het leger, maar konden ook verplicht worden. Het werd hen ook verboden om seks te hebben. In War and Gender: How Gender shapes the War System and Vice Versa (2001) beschrijft Goldstein hoe de vrouwen zichzelf als mannen zagen: “We are men, not women! … Our nature is changed.” Net zoals het voorbeeld van vrouwen in het Rode Leger toont het voorbeeld van Dahomey dat vrouwen zowel fysiek als emotioneel in staat zijn om op grote schaal en langdurig deel te nemen aan oorlog. Zowel het Rode Leger als het Dahomey leger werden sterker door de aanwezigheid van vrouwen. Toch was en is het niet vanzelfsprekend dat vrouwen gevechtsposities innemen binnen een leger. 

Vrouwen in gevechtsposities?

In vele landen was het lange tijd officieel verboden voor vrouwen om mee te vechten aan de frontlinie. Wanneer vrouwen uitzonderlijk toch mochten meevechten, was dit met een specifieke agenda. Er werden en worden nog steeds verschillende redenen aangehaald waarom vrouwen niet thuishoren in gevechtsposities. Zo zouden mannen zich pas kunnen concentreren op de strijd wanneer ze weten dat hun vrouw en kind veilig zijn: een even heteronormatieve als genderstereotiepe aanname dus. Volgens die redenering is het de taak van de vrouw om de zorg van het kind op zich te nemen. Die reflex zien we ook terug in de Oekraïne oorlog waarbij vrouwen en kinderen het land mogen ontvluchten, maar mannen moeten achterblijven om de wapens op te nemen. Ook zou het mannelijke groepsgevoel op het spel staan wanneer vrouwen meevechten aan de frontlinie. Vrouwen zouden daarnaast ook te fijngevoelig zijn om te kunnen doden en niet genoeg fysieke kracht hebben voor de infanterie. De wapens en training zouden te zwaar zijn. Alle bovenvermelde redenen kunnen weerlegd worden. Zo illustreren de Oekraïense vrouwen die hebben besloten om de wapens op te nemen dat vrouwen eerder een meerwaarde dan een last zijn aan het front. Bovendien waren en zijn vrouwen in oorlogstijd of conflict vaak actief in allerhande verzets- of guerrillabewegingen. Zo is er de volledig door Koerdische vrouwen geleide militie YPG. Deze militie werd in 2013 opgericht om het grondgebied te beschermen tegenover verschillende groepen, waaronder IS. In Colombia zijn verschillende vrouwen actief in guerillaorganisaties die vechten voor de gelijkheid van armen, inheemse volken en vrouwen.

Ondertussen zijn er meer dan zestien landen waar vrouwen ook in het leger  een gevechtsrol mogen uitoefenen. Misty Posey, luitenant-kolonel bij de Amerikaanse mariniers, stelt dat ze merkt dat veel vrouwen opgroeien met de bekende stereotypen over het "zwakke geslacht". Veel rekruten kregen aangeleerd dat ze zwak zijn en moeten dit worden afgeleerd tijdens hun trainingsperiode bij het leger.

In de Verenigde Staten maken vrouwen al sinds 1901 deel uit van het leger. Dit gaat samen met de oprichting van het Army Nurse Corps in hetzelfde jaar. Wel is het pas sinds 2015 dat vrouwen toegang hebben tot alle gevechtsposities. Daarvoor werd in de Verenigde Staten eerst de Women’s Army Corps (WAC) opgericht in 1943 als gevolg van de Tweede Wereldoorlog. Deze eenheid van vrouwelijke soldaten was volledig gescheiden van het mannelijke Amerikaanse leger. Het WAC bestond voor vijf procent uit zwarte vrouwen. Zoals Sandy Bolzenius schrijft in haar artikel Black women pushed the U.S. Army to become more inclusive and equal (20/10/2021) kregen zwarte vrouwen te maken met verschillende vormen van discriminatie. Als reactie op deze discriminatie ondernamen zwarte vrouwen verschillende acties die het leger ertoe dwongen om hen te erkennen. Door individueel verzet, collectieve actie en steun van bondgenoten van buitenaf, slaagden zwarte vrouwen erin om toegang te krijgen tot verschillende opdrachten en posten binnen het WAC. Vanaf 1950 is er geen sprake meer van segregatie binnen het WAC. 

De uiteindelijke opzegging van het WAC in 1978 en de volledige integratie van vrouwen in het Amerikaanse leger is grotendeels het gevolg van de voortdurende strijd van zwarte vrouwen tegen discriminatie. Zij maakten de weg vrij voor de volledige integratie van vrouwen in het leger.

De laatste jaren proberen verschillende landen en organisaties meer gendergelijkheid te bekomen binnen het leger. Bij de blauwhelmen van de Verenigde Naties streeft men bijvoorbeeld naar meer gendergelijke vertegenwoordiging in internationale VN-missies. Volgens António Guterres, VN-secretaris-generaal, draagt het inzetten van meer vrouwelijke vredehandhavers bij tot het handhaven van vrede. Ook in België is Defensie op zoek naar meer vrouwelijke militairen. In 2021 bedroeg het percentage vrouwelijke militairen 9,4 procent. Toch heeft maar een klein deel daarvan een gevechtspositie. Als onderdeel van de aanwervingscampagne gericht op vrouwen lanceerde Defensie in 2021 ook een preventie- en sensibiliseringscampagne rond ongewenst seksueel gedrag. De campagne moet ervoor zorgen dat militairen die te maken krijgen met ongewenst seksueel gedrag dit sneller melden. Die cijfers liggen namelijk erg hoog binnen Defensie. Naast de preventie- en sensibiliseringscampagne is er sinds 2005 ook een diversiteitsbeleid bij Defensie. Dit beleid was vooral gericht op gender- en etnisch-culturele gelijkheid, maar wordt sinds een aantal jaar aangevuld met een LHBTQIA+ luik. Een van de realisaties hiervan is het transitietraject dat militairen begeleidt gedurende hun transitie. Ook wordt er ingezet op de zichtbaarheid van de LHBTQIA+ gemeenschap binnen het leger. In de Verenigde Staten was het onder de Trump-administratie verboden voor transgender personen om in het leger te dienen. Trump gaf als reden dat transgender personen het leger niet konden dienen vanwege de enorme medische kosten en de “verstoring” die dit met zich meebrengt. Huidig president Joe Biden draaide deze beslissing ondertussen terug. Personen kunnen in het Amerikaanse leger niet langer geweigerd worden op basis van hun genderidentiteit.

“Allowing all qualified Americans to serve their country in uniform is better for the military and better for the country because an inclusive force is a more effective force.” Biden-administratie, 'Biden reverses Trump ban on Transgender people in military' in AP News (25/01/2021)

Het leger openstellen voor iedereen - ongeacht de genderidentiteit of culturele achtergrond - is volgens de Biden-administratie een grote meerwaarde. Die visie is ook terug te vinden binnen de Belgische defensie en de Verenigde Naties. De beslissing van Oekraïne om terug te vallen op de stereotype gendernormen waarin mannen aan het front vechten en vrouwen samen met de kinderen vluchten, lijkt dus redelijk achterhaald. Niet alle mannen willen de wapens opnemen en niet alle vrouwen willen hun land verlaten. Vrouwen zoals Valentyna Konstantinovska willen juist de wapens opnemen en hun land helpen verdedigen. Die motivatie zien we doorheen de hele geschiedenis van de mensheid. Vrouwen nemen overal ter wereld en in alle tijden de wapens op om verschillende redenen. Om te vechten voor meer gelijkheid, meer vrijheid, uit overtuiging of uit noodzaak. 

In de pers:

Meer weten?

Aanraders uit de RoSa-bibliotheek:

Bron hoofdafbeelding: Ivan Samkov via Pexels

#RoSaschrijft #Pers:pectief #Nieuwsbrief #Oorlog #Vrouwen #Genderrollen #Gendernormen #Geschiedenis #Front

Op de hoogte blijven van RoSa thema's en actua?

Ontvang onze tweewekelijkse Pers:pectief waarin we een actueel of onderbelicht thema bespreken vanuit een genderperspectief, of kies voor onze driemaandelijkse Uitgelezen met tal van boekrecensies, interviews, de nieuwste aanwinsten in onze almaar groeiende collectie en nog veel meer, telkens rond één specifiek thema.

Schrijf je in