Van 27 april tot 1 mei 1915 wordt in het Nederlandse Den Haag een grote internationale vrouwenvredescongres gehouden.
Als er één thema is dat feministen wereldwijd met elkaar verbindt in het begin van de 20ste eeuw, dan is het wel de strijd voor het vrouwenkiesrecht. In 1904 wordt in Berlijn de Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht opgericht. Sinds haar oprichting houdt deze Wereldbond tweejaarlijks een congres. In 1915 had Berlijn normaliter de plaats van afspraak moeten zijn. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, in augustus 1914, gooide echter roet in die plannen. De Duitse vrouwen trekken immers hun uitnodiging in. Later zal het gerucht de ronde doen dat het geld dat reeds in Berlijn was aangekomen om het congres te organiseren al was gebruikt voor Duitse soldatenuitrustingen. De Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht vindt het in de oorlogssituatie dan ook niet opportuun om nog een groots internationaal congres te organiseren.
Sommige leden zijn het daar niet mee eens. Vooral de bekende Nederlandse feministe Aletta Jacobs trekt hard aan de kar om toch een congres te organiseren, niet in Duitsland maar in het neutrale Nederland. Jacobs stelt voor om het congres te combineren met een vredesconferentie. De Wereldbond staat echter huiverachtig tegenover dat idee en wil de verantwoordelijkheid voor zo’n congres niet op zich nemen. Daarop besluit Aletta Jacobs op eigen initiatief het congres te organiseren, aangemoedigd door de vele individuele steunbetuigingen en met hulp van andere feministen zoals de Duitse Anita Augspurg en Lida Gustava Heymann. Aangezien het congres buiten de Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht om wordt georganiseerd, kan het volledig in het teken staan van oorlog en vrede.
Omdat het congres voor alle vrouwen wereldwijd openstaat, wordt afgesproken om niet te spreken over wie schuld heeft aan de oorlog noch over de wijze van oorlogsvoering. De zoektocht naar een antwoord op die vragen had al veel andere overlegmomenten doen mislukken. Liever werd de aandacht besteed aan het vinden van een antwoord op hoe deze oorlog te eindigen; en hoe volgende oorlogen te voorkomen.
Aletta Jacobs slaagt erin Jane Addams te strikken om het congres voor te zitten en het zo de nodige internationale uitstraling te geven. Jane Addams is op dat moment een vooraanstaande Amerikaanse feministe én voorzitter van de pas opgerichte Women’s Peace Party. Later zal zij ook de Nobelprijs voor de Vrede krijgen.
bron: Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis (Collectie IAV) © onbekend
Uiteindelijk zakken 1136 vrouwen uit 12 landen (waaronder 5 Belgische) af naar de dierentuin van Den Haag om tussen 27 april en 1 mei 1915 het congres bij te wonen. Het hadden er veel meer kunnen zijn ware het niet dat de meeste Britse vrouwen geen reispapieren kregen van de overheid, dat de scheepvaartverbindingen op de Noordzee werden geblokkeerd waardoor de Amerikaanse delegatie net op tijd in Den Haag geraakte én de Duitse regering de meeste geïnteresseerde vrouwen tegenhield. Opvallende afwezigen zijnFranse vrouwen. Hun regering weigert hen te laten deelnemen aan het congres. Ook vrouwen uit Rusland, Servië en Japan zijn niet vertegenwoordigd. Toch is het congres uniek. De deelnemers komen uit zowel neutrale als strijdende landen. Terwijl zij vergaderen over hoe de oorlog vreedzaam te eindigen, staan veel van hun mannen en zonen tegenover elkaar op het slagveld.
“De vrouwen, hier bijeengekomen uit neutrale en oorlogvoerende landen, geven zonder enig voorbehoud te kennen dat zij zich één voelen in haar liefde voor beschaving en zedelijkheid. Zij voelen zich gedrongen deze gemeenschappelijke overtuiging kenbaar te maken en voor de verzoening der volkeren te arbeiden.”
(Uit de openingsverklaring van het congres)
Door de buitenwereld wordt het congres niet positief benaderd. De congresgangers worden als onpatriottisch, zelfs verraders beschouwd. Spreken over vrede zou volgens de mainstream pers de positie van het leger ondermijnen. Een meerderheid van de bevolking, ook van de vrouwen, steunt op dat moment het eigen leger nog.
Op het congres worden twintig resoluties aangenomen. Eén van de deelneemsters, de Hongaarse Rosika Schwimmer, slaagt er in om de rest van het congres te overtuigen dat hun congresbesluiten niet meer indruk bij de diverse regeringen zullen maken dan andere soortgelijke geschriften. Op de slotdag dringt ze erop aan om een bijkomende resolutie aan te nemen waarin vermeld wordt dat delegaties van deelneemsters de regeringen van zowel neutrale als oorlogvoerende landen zullen bezoeken. “Als onze zonen bij miljoenen worden gedood, laten wij dan tenminste proberen om het goede te doen door naar koningen en keizers te gaan, zonder enig ander gevaar dan een weigering.” Hoewel Jane Addams het voorstel niet ten volle ondersteunt, wordt de resolutie toch aangenomen. Meer zelfs, het plan wordt effectief uitgevoerd. Nog voor 1 juni 1915 worden 14 regeringen bezocht. Buiten van de Franse regering, krijgen de delegaties allen hetzelfde antwoord. De oorlogvoerende landen zijn bereid de oorlog stop te zetten als ze een eervolle wijze om de vrede te verkrijgen, kunnen vinden.
Tot slot wordt in Den Haag ook besloten om het werk van het congres in de toekomst verder te zetten in het op het congres opgerichte Internationaal Comité van Vrouwen voor Duurzame Vrede met Jane Addams als voorzitter. Na de wapenstilstand wordt dit comité omgedoopt tot de internationale vrouwenvredesbeweging Women's International League for Peace and Freedom. Deze organisatie bestaat vandaag nog altijd.
De officiële website: wilpf.org.