Eén van de eerste professionele vrouwelijke bergbeklimmers
Fanny Bullock Workman (1859-1925) is een Amerikaanse ontdekkingsreiziger, schrijver van reisverhalen en bergbeklimmer. Ze is één van 's werelds eerste professionele vrouwelijke bergbeklimmers en zet in haar carrière meerdere hoogterecords voor vrouwen neer. Er is best wel wat over het leven van Workman geweten aangezien ze haar vele avonturen ook neerschrijft. Ze publiceert in totaal acht boeken - samen met haar man - die vol staan met reisverhalen. Erin heeft ze uitdrukkelijke aandacht voor de levensomstandigheden van vrouwen.
Fanny Bullock Workman beschouwt zichzelf als een 'New Woman' en strijdt voor meer rechten voor vrouwen, waaronder ook het vrouwenkiesrecht.
Workman wordt geboren als Fanny Bullock. Ze is het derde kind in een rijke familie en krijgt haar opleiding in de beste scholen die in haar tijd toegankelijk zijn voor vrouwen. Ze reist als kind al veel met haar familie door Europa.
Ook in haar latere huwelijk (1882) met de twaalf jaar oudere William Hunter Workman zal reizen een centrale plaats innemen. William Hunter Workman is lange tijd actief als chirurg totdat hij zich terugtrekt uit de medische wereld om aan de slag te gaan als ontdekkingsreiziger en bergbeklimmer. Doordat zowel Fanny als William over genoeg financiële middelen beschikken, zijn ze in staat om door Europa, Noord-Afrika en Azië te reizen.
Samen met andere vrouwen verfijnt Fanny haar klimcapaciteiten in het noordoosten van de Verenigde Staten. In tegenstelling tot de Europese clubs eind 19de eeuw laten klimverenigingen in de Amerikaanse White Mountains vrouwelijke leden toe. Vrouwen worden er zelfs actief aangemoedigd om te klimmen. Deze verenigingen ondersteunen namelijk een nieuwe visie over de Amerikaanse vrouw als iemand die zowel huiselijk als atletisch kan zijn. Fanny Workman sluit zich vol enthousiasme bij dit beeld aan. Tegen het jaar 1886 zullen vrouwen op sommige klimexpedities in de regio zelfs in de meerderheid zijn.
Het echtpaar Workman krijgt twee kinderen, een dochter, Rachel, en een zoon, Siegfried. Fanny Bullock Workman is echter niet van plan haar dromen opzij te zetten op het moment dat ze moeder wordt. De kinderen worden toevertrouwd aan de school of aan persoonlijke verzorgers. Zoon Siegfried sterft jong, op vierjarige leeftijd, aan griep en longontsteking. Ook na de dood van haar zoon weigert Bullock Workman zich te houden aan de 19de eeuwse sociale normen van een rouwende moeder. Ze zal zelf wel bepalen hoe ze haar verlies verwerkt.
Fanny Bullock Workman leeft een krachtig en energiek bestaan, dat afwijkt van de geïdealiseerde vrouwelijkheid in de negentiende eeuw. Ze ziet zichzelf liever als een New Woman, het feministische ideaalbeeld dat zijn ontstaan kent in de late negentiende eeuw en een grote invloed zal hebben op 'het' feminisme tot ver in de 20ste eeuw. De term 'New Woman' wordt bedacht door schrijver Sarah Grand in haar artikel The New Aspect of the Woman Question, gepubliceerd in het tijdschrift North American Review in maart 1894. De term wordt verder gepopulariseerd door de Brits-Amerikaanse schrijver Henry James om de opvallende toename in Europa en de Verenigde Staten te duiden van het aantal feministische, goed opgeleide, onafhankelijke vrouwen met een carrière. De kern van het begrip is:
'vrouwen kunnen evenveel als mannen en kunnen het net zo goed.'
Bron foto: WikiCommons
Reeds in haar tienerjaren schrijft Bullock Workman verhalen, lang voor er sprake is van boeken publiceren. In één van die verhalen, A Vacation Episode, vinden we diverse aspecten terug die ook in haar latere leven een centrale plaats zullen innemen: reislust, liefde voor de bergen en een sterke inzet voor de rechten van vrouwen.
Fanny Bullock Workman is een fervent verdediger van vrouwenrechten en het vrouwenkiesrecht. Ze is daarmee een buitenbeentje in een door mannen gedomineerde klimmerswereld. Geen enkele andere bekende alpinist van haar tijd zal zo openlijk en zo gepassioneerd over vrouwenrechten spreken. Zo wordt Bullock Workman ooit gefotografeerd op het Silver Throne Plateau (een hoge bergpas in de Karakoram) met een banner met als opschrift "Votes for Women".
Bron afbeelding: Two summers in the ice-wilds of eastern Karakoram (1917) p. 128.
De eerste reizen van Fanny en William Workman zijn fietstochten door Zwitserland, Frankrijk, Italië, Spanje, Algerije, Indochina en India. Over elke reis schrijven ze na afloop samen een boek, waarbij Fanny regelmatig commentaar geeft over de levensomstandigheden van de vrouwen in de gebieden in kwestie. Door deze bijdragen zit er telkens een impliciete feministische kritiek op de ontberingen en de inferieure status van vrouwen in de verhalen. Fanny zal trouwens het grootste deel van het schrijven op zich nemen.
Op elke expeditie verkennen en fotograferen de Workmans de vaak ongedocumenteerde gebieden waar ze doorheen reizen. Ze rapporteren over hun bevindingen en tekenen kaarten op basis van hun gegevens. Het echtpaar deelt de verantwoordelijkheden van hun expedities en ze wisselen ook af: het ene jaar doet Fanny de logistiek en werkt William aan de wetenschappelijke projecten; het volgende jaar zijn de rollen omgekeerd.
Fanny wordt tijdens haar reizen door Europa één van de eerste vrouwen die de Mont Blanc (4808 m, Frankrijk) weet te beklimmen. Ze is ook één van de eerste vrouwen die de top van de Jungfrau (4158 m, Duitsland) en de Matterhorn (4478 m, grens Zwitserland-Italië) bereikt.
Aan het einde van hun fietstocht door India, Burma, Ceylon & Java (1897-1898), spendeert het echtpaar Workman de zomermaanden in het westelijke gedeelte van het Himalayagebergte en de Karakoram (een gebergte in Centraal-Azië, op het grensgebied van Pakistan, India, China, Tibet en Afghanistan). Ze worden er ingewijd in het klimmen op grote hoogte. Het duo zal in de daaropvolgende 14 jaar acht maal terugkeren naar dit toen nog onontgonnen gebied. Niettegenstaande dat ze niet over, voor die tijd, moderne klimuitrusting beschikken, verkennen de Workmans verschillende gletsjers en bereiken ook de top van diverse bergen in de regio.
In het Karakoramgebergte botsen ze in 1899 onverwachts op diverse nog onbeklommen bergtoppen. Eén ervan geven de Workmans de naam Siegfriedhorn, naar hun zoon. Ze bereiken de top op 5700 m, wat op dat moment een hoogterecord is voor vrouwen. Hier blijft het echter niet bij; nog tijdens dezelfde klim bereikt het duo een top op 5930 m die ze Mount Bullock Workman dopen. Tot slot beklimmen ze de Koser Gunge (op 6400 meter), wat Fanny haar derde opeenvolgende hoogterecord oplevert.
In 1902 keren de Workman's terug naar de Himalaya. Ze worden er de eerste westerlingen die de Chogo Lungma gletsjer verkennen. Het klimduo vertrekt hiervoor uit Arandu (Pakistan). Ze beklimmen in de regio onder meer ook een piek op 6878 m. Opnieuw een hoogterecord voor Fanny Workman.
De Workmans keren in een latere expeditie in 1906 terug naar Kashmir (het noordelijkste geografische gebied van het Indische subcontinent). Ze zijn de eerste westerlingen die het Nun Kun massief (westelijke Himalaya) verkennen. De Workmans brengen er onder meer een nacht door in een kamp hoger dan alle vorige expedities toen gedaan hadden, namelijk op 6181 m (op de top van de Z1). Ze dopen het kamp Camp America. Het hoogste punt dat Fanny en William Workman uiteindelijk op hun reizen zullen bereiken is Pinnacle Peak op 6930 m, de derde hoogste berg van het Nun Kun massief. Het bereiken van deze top betekent opnieuw een vrouwelijk hoogterecord.
Het beklimmen van Pinnacle Peak zal Bullock Workman's grootste prestatie in het bergbeklimmen worden. Dit hoogterecord voor vrouwen zou stand houden tot de Zwitserse Hetti Dhyrenfurth in 1934 de beklimming van de Sia Kangri C (Karakoramgebergte) weet te voltooien, een top op 7273 m. Tot dat moment was er slechts sprake van één 'Queen of the Himalayan Mountains': Fanny Bullock Workman.
In 1908 ondernemen de Workmans een expeditie naar de Karakoram waarbij ze diverse gletsjers verkennen, waaronder de 61 km lange Hispar gletsjer en de 60 km lange Biafo gletsjer. Hun totale verplaatsing over deze gletsjers vormt een nieuw record. Fanny Bullock Workman wordt de eerste vrouw die over een Himalaya-gletsjer van dergelijke omvang reist. De Workmans zijn ook de eersten die de vele zijgletsjers van de regio verkennen en in kaart brengen.
De verkenning van de Rose gletsjer en de 72 km lange Siachen gletsjer (de langste in het gebied) in 1911 en 1912 zal de belangrijkste verwezenlijking van de expeditiecarrière van de Workmans worden, aangezien het om de breedste en langste subpolaire gletsjers in de wereld gaat en tegelijkertijd ook de minst onderzocht en toegankelijk gletsjers.
"The object of placing my full name in connection with the [Siachen Glacier] expedition ... is not because I wish in any way to thrust myself forward, but solely that in the accomplishments of women, now and in the future, it should be known to them and stated in print that a woman was the initiator and special leader of this expedition. When, later, woman occupies her acknowledged position as an individual worker in all fields, as well as those of exploration, no such emphasis of her work will be needed; but that day has not fully arrived, and at present it behooves women, for the benefit of their sex, to put what they do, at least, on record."
Fanny Workman in haar boek Two Summers in the Ice-Wilds of Eastern Karakoram (1916)
De Workmans organiseren meerjarige expedities, maar worstelen er vaak mee om op goede voet te blijven met de lokale arbeidskrachten. De Workmans zijn beiden afkomstig uit een bevoorrechte positie vol rijkdom. Ze slagen er dan ook niet goed genoeg in om zich in de positie van de autochtone werknemers te verplaatsen en deze te begrijpen, waardoor ze moeite hebben met het vinden van betrouwbare dragers.
De reisverhalen van de Workmans kunnen als kolonialistisch omschreven worden, in de zin dat ze de mensen die ze ontmoeten beschrijven als exotisch of, in het slechtste geval, als primitief of zelfs onmenselijk. In sommige passages maken ze echter duidelijk dat de mensen die ze tegenkomen hen in een vergelijkbaar licht zien, waaruit blijkt dat ze zich (deels) bewust zijn van hun eigen vooroordelen.
In 1905 mag Bullock Workman als tweede vrouw (na Isabella Bird in 1897) de Royal Geographical Society toespreken. Ze is ook de eerste Amerikaanse vrouw die een toespraak mag voorzien aan de Sorbonne, de prestigieuze universiteit van Parijs. Door het uitbreken van WOI, blijkt de expeditie van 1908-1912 de laatste van de Workmans. Het echtpaar zal zich nadien dan ook steeds meer gaan focussen op het geven van lezingen over hun reizen.
Fanny Bullock Workman mag niet enkel gerenomeerde verenigingen toepsreken, ze mag ook toetreden tot deze 'mannenclubs'. Zo mag Bullock Workman zich één van de eerste vrouwen noemen die wordt toegelaten als lid van de Royal Geographical Society, een onderscheiding die ze krijgt voor 'haar publicaties en wetenschappelijke beschouwingen over de werking van ijs en andere natuurlijke fenomenen'. Workman wordt ook opgenomen in de American Alpine Club, Royal Asiatic Society, Club Alpino Italiano, Deutscher und Österreichischer Alpenverein en de Club alpin français. Geen simpele 'taak' voor een vrouw in die tijd.
Fanny Workman ontvangt daarnaast vele eremedailles van Europese klimverenigingen en geografische verenigingen en wordt reeds tijdens haar leven erkend als één van de belangrijkste klimmers van haar tijd (man of vrouw). Ze is een toonbeeld van het feit dat een vrouw net zo goed kan klimmen op grote hoogte als eender welke man en helpt mee de m/v-barrière in het bergbeklimmen te doorbreken.
Ook in de loop van de 20ste eeuw wordt Workman beschouwd als één van de bekendste en belangrijkste vrouwelijke klimmers ter wereld. Tot lang na WOI zijn Fanny Bullock Workman en de Amerikaanse Annie Smith Peck de enige vrouwen die toppen in de Himalaya beklommen.
Workman wordt ziek in 1917 en sterft na een slepende ziekte in 1925 in Cannes (Frankrijk). Haar as wordt overgebracht naar haar geboortedorp Worcester, Massachusetts (VS) waar ze later met haar echtgenoot een monument krijgt op het Rural Cemetery. Het opschrift luidt: "Pioneer Himalayan Explorers".
In haar testament laat Fanny Bullock Workman 125000 Amerikaanse dollar na aan vier Women's colleges (Radcliffe, Wellesley, Smith, en Bryn Mawr), haar inzet voor vrouwenrechten onderschrijvend. Als eerbetoon voor de donatie die Workman in haar testament aan Wellesley College doet, biedt het college jaarlijks een beurs ter waarde van $16000 aan vernoemd naar Fanny Bullock Workman. De beurs is gericht op masterstudenten. Bryn Mawr stelt als dank een Fanny Bullock Workman Traveling Fellowship in, die wordt toegekend aan Ph.D-kandidaten in archeologie of kunstgeschiedenis.