Malcolm Craig
Shackles of Convention: Women Mountaineers Before 1914
Ammanford: Sigma Press, 2013. 268 p.
sportberoepen / bergsport / pioniers / historisch
RoSa-ex.nr.: FII m/765
“A celebration of the contribution made by women to the early history of mountaineering.”
Die ene zin op de achterflap van het boek geeft meteen heel concreet aan waar dit boek over gaat. De beginjaren van het bergbeklimmen worden volgens de auteur namelijk te vaak en te gemakkelijk benaderd als zijnde gedomineerd door mannen of als één van de ‘mannelijkste’ activiteiten. Vrouwelijke bergbeklimmers zijn lange tijd dan ook vrijwel genegeerd; of als ze dat niet waren, werden ze benaderd vanuit hun contributie aan het debat rond vrouwenrechten en niet (puur) om hun verdiensten als pioniers van het bergbeklimmen of het alpinisme. De verwezenlijkingen van deze vrouwelijke pioniers verdienen dan ook meer erkenning. Volgens de auteur in de eerste plaats omdat alle alpinisten en bergbeklimmers dit verschuldigd zijn aan zij die hen zijn voorafgegaan, ook vrouwen dus.
Het boek is grofweg ingedeeld in drie delen. Het eerste deel focust op belangrijke verwezenlijkingen van vrouwelijke pioniers van het bergbeklimmen uit de late achttiende eeuw tot in het midden van de negentiende eeuw. Wie was de eerste vrouw die een poging ondernam een bepaalde berg te beklimmen? Wie was de eerste vrouw op welke top en wanneer? Pas vanaf die laatste periode spreekt de auteur over ware alpinisten: vrouwen waarbij het ware doel van hun avontuur echt het beklimmen van een specifieke berg werd en het klimmen niet als een bijkomstigheid of extraatje van een reis of uitstap werd gezien. Het tweede deel van het boek heeft aandacht voor deze vrouwelijke alpinisten en meer specifiek voor zij die herhaaldelijk terugkeerden naar eenzelfde berg(keten) om de eerste (of meerdere) beklimming(en) van een bepaalde berg te kunnen verwezenlijken. Tot slot ligt in het derde deel de nadruk op onafhankelijke vrouwelijke alpinisten die heel openlijk de man-vrouwconventies die hen werden opgelegd naast zich neerlegden.
Het boek is géén definitieve opsomming van alle vroege vrouwelijke alpinisten. De vrouwen die in het boek aan bod komen, doen dat enerzijds omdat ze een niet te ontkennen bijdrage hebben geleverd aan de geschiedenis van het bergbeklimmen en alpinisme en anderzijds – heel pragmatisch - omdat er over deze vrouwen toch iets van geschreven bronnen te vinden was waarin hun verhaal kon gekaderd worden. Sommige belangrijke pioniers ontbreken zo uiteraard in dit boek. De keuze voor de afbakening van de tijdspanne bij het jaar 1914 is vrij eenduidig: de Eerste Wereldoorlog vormde een keerpunt voor de vrouwenbeweging en diverse vrouwenrechten. Deze impulsen waren voelbaar tot in het alpinisme. De beperkingen bij het klimmen lagen voor vrouwen na de Eerste Wereldoorlog opvallend lager dan ervoor.
De auteur doet daarnaast een bewuste poging de verwezenlijkingen van de vrouwen in kwestie niet te (uitgebreid te) linken aan aspecten zoals de strijd voor het vrouwenkiesrecht. De focus ligt wel degelijk op hun klim- en reiservaringen. Ondanks dat verschillende van deze klimmers actief waren in strijdvelden als bijvoorbeeld het vrouwenkiesrecht , werd er geen bewijs gevonden dat deze vrouwen er bewust voor kozen te klimmen net omdat ze dan een bijdrage konden leveren aan de strijd voor vrouwenrechten, vrouwenkiesrecht of het imperialisme. Ze klommen in de eerste plaats allen omdat ze wilden klimmen; omdat ze hielden van de bergen. Genderongelijkheden komen dan ook voornamelijk in die hoedanigheid aan bod: in relatie tot de klimwereld.
Een groot pluspunt aan het boek is dat alle vrouwen als individu worden benaderd en behandeld. De auteur tracht dan ook geen antwoorden te bieden op grote vragen als “Waarom klimmen/klommen vrouwen?”, vanuit de overtuiging dat een dergelijke vraag stellen - waarbij deze vrouwen als specifieke groep worden behandeld en niet als individu - onrespectvol en ongepast is. Er is per individu aandacht voor wat de vrouw in kwestie verwezenlijkt heeft met betrekking tot het bergbeklimmen, met als doel de vaak vergeten verhalen van deze individuen bekend(er) te maken onder het grote publiek. Er wordt hierbij wél aandacht besteed aan wat de vrouw in kwestie tot het klimmen bracht, zonder hierbij tot veralgemeningen over te gaan.
Een tweede pluspunt is dat dit boek niet vertrekt vanuit het ‘uitzonderlijke’-standpunt (waarbij de verhalen van deze vrouwen als uitzonderlijk voor hun geslacht worden beschouwd), noch uit het standpunt waarbij specifieke verwezenlijkingen van vrouwen opgehemeld worden waar ze bij mannen als ‘normaal’ zouden worden beschouwd. Nee, dit boek biedt een derde standpunt: het eert die verwezenlijkingen van vrouwelijke alpinisten in dezelfde mate als zouden ze door mannelijke alpinisten zijn gemaakt. De verhalen van hun beklimmingen worden in dit boek uiteengezet. Deze avonturen worden heel uitvoerig beschreven, dus een beetje liefde voor geschiedenis, bergen of avontuur lijkt ons wel een noodzaak bij het lezen van dit boek. Het boek is dan ook een aanrader voor iedereen met een interesse voor avontuur, reizen en geschiedenis en/of een onweerstaanbare liefde voor de bergen. Het boek leest daarnaast erg vlot en leent zich er toe om in deeltjes gelezen te worden; ideaal dus voor de pendelaars onder ons!
De titel van het boek is tot slot een verwijzing naar een quote van de hand van Elizabeth Hawkins-Whitshed (beter bekend onder haar klimmersnaam Lizzie Le Blond), een Britse pionier van het alpinisme. Een quote die we jullie niet willen onthouden: