hier komen promoties & acties

11.06 | Straatintimidatie

RoSa vzw scant dagelijks het Belgische en internationale nieuws op relevante berichtgeving rond gender en feminisme. In onze nieuwsbrief gaan we dieper in op een actueel en/of relevant thema dat een genderperspectief verdient. Deze week: een blik op het fenomeen straatintimidatie, naar aanleiding van een aantal getuigenissen in de media over straatintimidatie in tijden van COVID-19.

Gepubliceerd op 11/06/2020

De nieuwsberichten in de voorbije weken lieten er geen twijfel over bestaan: ook in tijden van COVID-19 lijken vrouwen niet gespaard te blijven van straatintimidatie. In Bruzz en HLN verschenen artikels naar aanleiding van verschillende getuigenissen op sociale media die het probleem van straatintimidatie aankaartten. Waar de initiële posts op sociale media eerder voorzichtig de vraag stelden of anderen ook het gevoel hadden dat het fenomeen toenam tijdens de zogenaamde ‘zachte’ lockdown, werd deze voorzichtigheid snel ingehaald door een stroom aan gelijkaardige ervaringen.

Een opmerkelijke getuigenis en aanklacht tegen intimidatie verscheen op Facebook en Instagram, en werd opgepikt door Bruzz en Konbini News. De jonge vrouw in kwestie klaagt in de video niet enkel het ongepast gedrag van haar buurman aan, maar ook de reacties van haar omgeving. Ze stelt het bredere maatschappelijke kader in vraag, waarbij we vaak focussen op het beschermen van potentiële slachtoffers, maar niet op potentiële daders.

Ook in andere landen duiken getuigenissen op van (verhoogde) straatintimidatie gedurende de COVID-19 pandemie. De Telegraph en Independent publiceerden getuigenissen uit het Verenigd Koninkrijk, en een blogpost bespreekt gelijkaardige tendensen in Latijns-Amerika.  Een onderzoek van Plan Internationaal omtrent straatintimidatie in het Verenigd Koninkrijk gedurende de lockdown geeft aan dat bijna 20% van de meisjes tussen 14 en 21 straatintimidatie ervaarde. Er heerst een groter gevoel van onveiligheid gezien er minder sociale controle is op straat. Ook de UN Women rapporteert over de invloed van COVID-19 op vrouwen, en meer specifiek op straatintimidatie. In het artikel van Bruzz roept de politie tenslotte op om ervaringen niet enkel via sociale media te delen, maar ook online aangifte te doen bij de politie zodat men zicht krijgt op de omvang van het probleem.

Wat is straatintimidatie?

Straatintimidatie is onderdeel van een breder maatschappelijk probleem, namelijk seksueel geweld. Seksueel geweld omvat elke seksuele daad die tegen iemand zijn wil wordt uitgevoerd. Seksueel geweld kan verschillende gradaties aannemen, en kan in verschillende omgevingen plaatsvinden. De veiligheids- en preventiedienst van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken maakt een onderscheid tussen verkrachting, aanranding van de eerbaarheid en overige vormen van seksueel geweld. De gevolgen van seksueel geweld kunnen zeer verregaand zijn, afhankelijk van de ernst van het seksueel geweld.

De website seksueelgeweld.be - een initiatief van het federaal gelijkekansenbeleid, de politie en het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IVGM) - sensibiliseert en informeert over seksueel geweld in het algemeen, en seksuele straatintimidatie in het bijzonder. De website geeft aan dat seksuele intimidatie in bepaalde gevallen strafbaar is indien het “ongewenst, storend, intimiderend of choquerend gedrag dat seksueel getint of geladen is en waarbij het slachtoffer zich in zijn rust gestoord voelt”. Dit valt onder de seksismewet, oftewel de wet ter bestrijding van seksisme in de openbare ruimte, ingevoerd in 2014.

Men spreekt van strafbaar seksisme als het voldoet aan vijf cumulatieve voorwaarden: (1) een gebaar of handeling; (2) in het openbaar; (3) bedoeld om minachting uit te drukken tegenover een persoon of deze als minderwaardig te beschouwen of te reduceren tot diens geslachtelijke dimensie; (4) gericht tegen één of meerdere personen; (5) met als gevolg een ernstige aantasting van de waardigheid van deze persoon. De wetgeving biedt zowel een wettelijk kader voor seksuele straatintimidatie als seksuele intimidatie in andere contexten, zoals bijvoorbeeld op het werk. De wetgeving kwam echter niet zonder slag of stoot: er werden heel wat kritieken geuit en de komst van de wet werd aangeklaagd bij het Grondwettelijk Hof als strijdig met de vrijheid van meningsuiting. Deze klacht werd vervolgens echter verworpen door dat Grondwettelijk Hof.

Na het invoeren van de wet, bleek het in praktijk zetten van deze wetgeving niet vanzelfsprekend. Zo geeft een artikel van Bruzz aan dat er in 2015 slechts drie klachten werden neergelegd op basis van de seksismewet, die vervolgens alledrie werden geseponeerd. In hetzelfde artikel geeft men aan dat meer dan 200 andere aangiften - voornamelijk omtrent straatintimidatie - werden behandeld onder een andere wetgeving, met name de strafwetgeving rond beledigingen en bedreigingen. In deze laatstgenoemde wetgeving staat seksisme echter niet centraal, terwijl het vaak de belangrijkste basis vormt voor seksuele straatintimidatie.

De beslissing onder welke wetgeving een klacht valt, gebeurt op basis van een persoonlijke inschatting van de politieagent die het proces-verbaal opmaakt, niet door de persoon die de aangifte doet. Zowel de onvertrouwdheid van politieagenten met de seksismewetgeving, als de (h)erkenning van seksisme vormt hierbij een probleem. Een doctoraatsproefschrift van Yaiza Janssens geeft aan dat de wetgeving weinig gekend is bij de respondenten in haar onderzoek. De eerste veroordeling op basis van de seksismewet liet tot 2018 op zich wachten, en betreft - misschien niet toevallig?- seksisme jegens een politieagent.

Naast de stroeve toepassing van de wetgeving, werden ook een aantal specifieke tekortkomingen van de wetgeving opgetekend. Zo geeft Janssens aan dat de seksismewet soms een kloof vertoont met de beleving in de praktijk, en formuleert ze adviezen om deze meer te stroomlijnen met elkaar. Overigens geeft Jubel - een website gespecialiseerd in juridisch nieuws - aan dat seksisme ten aanzien van groepen op dit moment nog niet is meegenomen, waardoor bijvoorbeeld het aankaarten van de uitspraken van Jeff Hoeybrechts in 2019 niet onder deze seksismewetgeving konden behandeld worden.

“Hoewel men kan verwachten dat de strafbaarstelling van seksisme in de seksismewet zal vervat zitten, blijkt zulks in het geval van dr. Hoeyberghs niet het geval te zijn: hij discrimineert namelijk groepen van personen en niet individuele, specifieke personen. Aangezien de wetgever het discrimineren van groepen van personen op basis van geslacht in een andere wet heeft strafbaar gesteld, is het huidig kader wat verwarrend, aangezien men dit misdrijf moet gaan zoeken in een wet die, wanneer men louter afgaat op het toepassingsgebied van de Genderwet, prima facie niet van toepassing is. Ons inziens zou het beter zijn dat het discrimineren van groepen van personen ook in de seksismewet wordt opgenomen.” Gauthier Pyls en Xavier Van Belleghem, 2020

Cijfermateriaal

Studies tonen aan dat we weinig praten over ervaringen van seksuele intimidatie, en slechts een kleine minderheid van mensen die seksuele intimidatie ervaren, dient klacht in bij de politie of andere officiële autoriteiten (4-6%). Ondanks deze lage aangiftecijfers, spreken onderzoekscijfers boekdelen. Een internationaal onderzoek van de European Union Agency for Fundamental Rights geeft aan dat seksuele intimidatie een ingrijpende en vaak voorkomende gebeurtenis is: maar liefst 47 - 60% van de vrouwen in België geeft aan seksuele intimidatie te hebben ervaren, vaak meermaals, vanaf de leeftijd van 15 jaar. Het betreft ongewenst of aanstootgevend gedrag in fysieke vorm zoals ongewenst aanraken, verbale vormen zoals suggestieve commentaren, non-verbale vormen zoals intimiderend aanstaren, en internetintimidatie zoals ongewenst seksueel expliciet fotomateriaal en tekstberichten ontvangen. De daders kunnen zowel bekenden als onbekenden zijn, en het fenomeen is iets van alle klassen en lagen van de bevolking.

Het probleem van seksuele intimidatie is niet beperkt tot straatintimidatie: ook in verschillende andere contexten, zoals de werkcontext, krijgen vrouwen te maken met seksuele intimidatie. Het onderzoek van Plan International België bij jongeren tussen 15-24 jaar spreekt zelfs over cijfers tot 91% van de meisjes en 28% jongens. Uit deze bevraging bleek dat jongeren overigens vaak niet weten waar ze met hun verhaal terecht te kunnen. Janssens geeft aan dat men het vaak te ‘triviaal’ vindt om te melden, omdat seksuele intimidatie ervaren wordt als alledaags. Ook ziet men op tegen officiële procedures of het delen van de ervaring met een mannelijke agent, met de kans extra gekwetst te worden wanneer ervaringen geminimaliseerd, geseponeerd of niet erkend worden.

De strijd tegen seksuele intimidatie

Ondanks wettelijke initiatieven (België, 2014, Nederland 2018), is seksuele (straat)intimitatie een aanhoudend probleem, met verregaande gevolgen zoals angst, gevoelens van onveiligheid, woede en schaamteJanssens geeft aan dat seksuele intimidatie minder om seksualiteit an sich gaat, maar eerder een vorm van onderdrukking is, als uiting van mannelijke macht en dominantie.

Onderzoeker Sarah Bracke geeft aan dat seksuele intimidatie voortkomt uit bewijsgedrag van mannelijkheid en een zekere vorm van machtsvertoon, waarbij mannen aangeven dat ze recht hebben op seks, ook wel ‘male entitlement’ genoemd. In hetzelfde artikel geeft Eve Aronson aan dat dit soort gedrag genormaliseerd is. We zien het anderen doen, en het wordt vaak geaccepteerd: niemand wijst daders op het ongepaste gedrag. In een artikel van Charlie Magazine geeft Eline Waerp aan dat ook in de 21ste eeuw steden nog te vaak afgestemd zijn op mannen, en het beeld dat vrouwen zich niet op bepaalde uren en plaatsen horen te bevinden blijft bestaan. Vrouwen percipiëren bepaalde (publieke) ruimten dan ook als minder veilig of vrouwonvriendelijk.

In de sociale media post die hierboven besproken wordt, klaagde Victoria Jadot al het maatschappelijke kader aan. In beleidsinitiatieven ligt de focus voornamelijk op het informeren en ondersteunen van slachtoffers. Zo zijn er de voorbije jaren heel wat degelijke en lovenswaardige tools ontwikkeld. Denk maar aan de brochure ‘Seksueel geweld. Wat nu?’, de website seksueelgeweld.be, en de sensibilisering en informering omtrent grensoverschrijdend gedrag en ongewenste intimiteiten van Sensoa. De brochure uit 2014 Seksisme tegengaan geeft uitleg over de wetgeving rond seksisme in de openbare ruimte.

In recente initiatieven zien we ook aandacht voor het sensibiliseren van getuigen. Voorbeelden hiervan zijn onder andere het 4 A's model van Sensoa, ook gebruikt door Plan International België, en de ‘ik grijp in tegen straatintimidatie’-actie van de federale overheid. Deze sensibilisering en informering van slachtoffers en getuigen blijkt absoluut belangrijk:

Er is echter weinig aandacht voor het voorkomen van slachtofferschap, en vooral: het voorkomen van daderschap. Het maatschappelijk kader waarbinnen gegenderde machtsverhoudingen geaccepteerd en seksisme genormaliseerd worden, blijkt nochtans de basis voor de problematiek van seksuele intimidatie. Het is dan ook belangrijk om ook dit te bespreken. Belangrijke initiatieven hierbij worden genomen door vzw ZijnSensoa en Plan International België, die onder andere inzetten op het op een jonge leeftijd bespreekbaar maken van gegenderde machtsrelaties en seksueel geweld. Deze initiatieven focussen zich echter vooral op jongeren. Er is minder oog voor sensibilisering van andere leeftijdsgroepen. Dat is nochtans noodzakelijk, met het oog op de denormalisering van seksueel geweld bij alle leeftijden.


In de pers:

Meer weten?

Bron hoofdafbeelding: Awatef Dourheri via Femmes d'Aujour'hui
Bron banner: Stéfanie Dobbelaere

Op de hoogte blijven van RoSa thema's en actua?

Ontvang onze tweewekelijkse Pers:pectief waarin we een actueel of onderbelicht thema bespreken vanuit een genderperspectief, of kies voor onze driemaandelijkse Uitgelezen met tal van boekrecensies, interviews, de nieuwste aanwinsten in onze almaar groeiende collectie en nog veel meer, telkens rond één specifiek thema.

Schrijf je in