hier komen promoties & acties

06.02 | Internationale Dag tegen Vrouwelijke Genitale Verminking

RoSa vzw scant dagelijks het Belgische en internationale nieuws op relevante berichtgeving rond gender en feminisme. In deze wekelijkse nieuwsbrief gaan we dieper in op één veelbesproken thema uit de actualiteit. Deze week plaatsen we Gender in de Pers in het teken van de Internationale Dag Tegen Vrouwelijke Genitale Verminking en specifiek de aanpak ervan in België.

Gepubliceerd op 06/02/2019

Minstens 200 miljoen vrouwen wereldwijd zijn genitaal verminkt. Op 6 februari vragen de Verenigde Naties daarom jaarlijks om een nultolerantie voor vrouwelijke genitale verminking wereldwijd.

Naar aanleiding van deze dag organiseerde het Europese Parlement gisteren een hoorzitting met de Franse chirurg-uroloog Pierre Foldès. Hij kwam er de reconstructieve operatie uitleggen, die hij ontwikkelde om de clitoris te herstellen bij vrouwen die genitaal verminkt zijn. Sinds 2014 biedt hij samen met Frédérique Martz medische zorg en juridische, psychologische en sociale bijstand aan vrouwen die het slachtoffer zijn geweest van geweld. Foldès en Martz vinden dat Europa meer moet sensibiliseren rond vrouwelijke genitale verminking: 

Vrouwelijke genitale verminking

Vrouwelijke genitale verminking (VGV), of in het Engels FGM (female genital mutilation), omvat volgens de definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie alle ingrepen die leiden tot een gedeeltelijke of volledige verwijdering van de externe geslachtsdelen van de vrouw en/of andere verwondingen van de vrouwelijke geslachtsdelen om niet-medische redenen. De WHO benadrukt dat er geen gezondheidsvoordelen verbonden zijn aan deze ingrepen. Integendeel, VGV leidt vaak tot medische problemen zoals ontstekingen, cystes, bloedingen, problemen bij geboorte, zware menstruele pijnen enzovoort. Er bestaan verschillende vormen van vrouwenbesnijdenis, van het gedeeltelijk weghalen van de clitoris tot het verwijderen en dichtnaaien van de kleine en/of grote schaamlippen, met of zonder de verwijdering van de clitoris. De ingreep wordt voornamelijk verricht bij meisje voordat ze volgroeid zijn.

Wereldwijd zouden meer dan 200 miljoen meisjes besneden zijn en dit in zo’n dertig landen, hoofdzakelijk in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. De prevalentie kan binnen landen sterk verschillen naargelang regio en bevolkingsgroep. Volgens het Bevolkingsfonds van de Verenigde Naties UNFPA worden naar schatting elk jaar 3 miljoen meisjes eraan onderworpen. De leeftijd van de slachtoffers valt tussen de kleuterleeftijd en vijftien jaar. Aan dit tempo  zullen er tegen 2030 nog eens 15 miljoen slachtoffers bijkomen. Hoewel vrouwelijke genitale verminking sinds meer dan duizend jaar toegepast wordt, is aangetoond dat het verminken gestopt kan worden in de loop van één generatie. Daarom leiden UNFPA en UNICEF het grootste wereldwijde actieprogramma opgestart om de praktijk versneld af te schaffen. We zijn op de goede weg. Een recente analyse in het vaktijdschrift BMJ Global Health toont aan de cijfers van vrouwelijke genitale verminking van meisjes onder de 14 jaar in Afrika zijn gedaald in 20 jaar. In Oost-Afrika van 71,4% in 1995 naar 8% in 2016, in Noord-Afrika van 57,7% naar 14,1% en in West-Afrika van 73,6% naar 25,4%. Maar sensibilisering en samenwerking met religieuze en gemeenschapsleiders, jongerenwerkers en gezondheidsspecialisten blijft nodig om vrouwelijke genitale verminking te bannen. 

Redenen voor VGV

De redenen voor het uitvoeren van vrouwelijke genitale verminking zijn divers. De Wereldgezondheidsorganisatie vermeldt er een aantal: VGV wordt vaak beschouwd als een ‘nodige stap’ om een volwassen vrouw te worden en is volgens de gemeenschappen waar het toegepast wordt een rituele voorbereiding op het huwelijk. Soms wordt VGV uitgevoerd om de seksualiteit van meisjes te onderdrukken. De achterliggende gedachte is dat buitenechtelijke relaties zo voorkomen zouden worden en het libido van de vrouw verlaagd wordt. De vrouwelijke genitaliën worden soms ook verwijderd omdat ze als onrein beschouwd worden. Vrouwelijke genitale verminking is wereldwijd in heel wat gemeenschappen een sociale norm. De druk om te conformeren is daardoor groot. Het feit dat men dit als culturele traditie ervaart, leidt ertoe dat het moeilijk is om het gebruik in vraag te stellen.

In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, passen zowel christelijke, joodse als islamitische gemeenschappen vrouwelijke genitale verminking toe om religieuze redenen. Nochtans vermeldt geen enkele religieuze tekst dit als zodanig. Ook bepaalde etnische minderheden, bijvoorbeeld in Colombia, passen de praktijk toe. Uit een onderzoek van de organisatie Promundo bleek dat de praktijk ook in Georgië voorkomt. In ‘het Westen’ denkt men in de eerste plaats nochtans aan Afrika en het Midden-Oosten wanneer het over VGV gaat. Met het wereldwijd toenemen van de kennis over VGV is er stilaan gelukkig meer aandacht voor regio’s buiten Afrika en het Midden-Oosten, zoals Azië en Latijns-Amerika.

Vrouwelijke genitale verminking in België

Uit een onderzoek uitgevoerd door het EIGE in 2017 en 2018, blijkt dat van de 22 544 meisjes in België tussen 0 en 18 jaar die roots hebben in landen waar VGV voorkomt, 16% tot 27% onder hen een risico loopt besneden te worden. De groep die het grootste risico loopt besneden te worden, is sinds 2011 lichtjes gedaald van 28 naar 27%. Indien we echter kijken naar elk meisje dat enigszins een risico loopt om besneden te worden, dan gaat het over een toename van 2000 meisjes in de periode 2011-2016. Volgens EIGE heeft deze toename te maken met het stijgend aantal tweede generatie migranten uit landen waar VGV vaak voorkomt. Bereken hoeveel meisjes een risico lopen deed het EIGE door te kijken naar de prevalentie van VGV in de landen en regio’s van oorsprong, naar de gemiddelde leeftijd waarop VGV uitgevoerd werd in die landen van oorsprong en of het om eerste- of tweedegeneratie migranten ging. Vaak zijn zo’n gegevens echter niet voorhanden dus gaat het hier steeds over ruwe schattingen. Door middel van kwalitatief onderzoek bestaande uit gesprekken met focusgroepen werd dan berekend wat de impact van migratie is op de houding tegenover VGV en hoe groot het risico op VGV nog steeds was.

In België wonen er meer dan 17 000 meisjes en vrouwen die al besneden  geweest zijn, vaak in hun land van oorsprong, zo blijkt uit een studie van het Instituut voor de Gelijkheid van vrouwen en mannen. Dat is zo’n drie keer meer dan tien jaar geleden. Migratie en geboortes in België uit landen waar VGV vaak voorkomt, zouden de voornaamste oorzaak zijn. De meerderheid daarvan komt uit de landen Guinee, Somalië, Ethiopië, Ivoorkust en Egypte. Ook het feit dat meisjes met Indonesische roots voor het eerst zijn meegerekend in de telling en de betere rapportering over het algemeen, draagt bij aan de waargenomen stijging. 

Aanpak

Sinds november 2000 heeft België een wet die VGV veroordeelt. Daarin staat dat iedereen die een VGV  uitvoert of faciliteert met of zonder toestemming strafbaar is. Ook pogingen tot VGV zijn sindsdien strafbaar. In 2004 werd daarnaast ook het promoten van VGV strafbaar gemaakt. Tot veroordelingen is het echter nog niet gekomen. “Gaat zo’n meisje een klacht indienen tegen haar eigen ouders?”, vraag juriste Charlotte Campo zich retorisch af in De Standaard. Campo werkt voor de vzw Intact die juridische steun verleent aan slachtoffers van VGV. Het is heel moeilijk VGV juridisch te vervolgen. Vaak gebeurt zo’n besnijdenis clandestien. Daarnaast lopen de meisjes risico wanneer ze mee op reis gaan naar hun land van herkomst of dat van hun ouders.

Eerder dit jaar moedige Brussels staatssecretaris voor Gelijke Kansen Bianca Debaets meisjes die genitale verminking tijdens hun reis vrezen aan om een lepel of metalen voorwerp in hun slip te steken. Zo raken ze niet door de metaaldetector van de luchthaven en kunnen ze om hulp vragen bij douaniers. De methode wordt ook in Zweden en Engeland toegepast. Niet iedereen reageerde even  enthousiast op dit voorstel. In Knack schreven GAMS en Plan International gezamenlijk een open brief waarin ze het nut van de oproep van Debaets betwisten.

Sensibilisering en preventie

Organisaties zoals GAMS (een Belgische organisatie die strijdt tegen genitale verminking in België en elders in de wereld) en Plan International vinden bovendien dat de verantwoordelijkheid over wel of niet besneden worden door de oproep van Debaets te veel bij het potentiële slachtoffer terecht komt. Daarnaast weten de slachtoffers vaak niet wat hen te wachten staat. Organisaties als GAMS en Plan International stellen daarnaast vast dat de verminking bij steeds jongere kinderen gebeurt, soms zelfs bij baby’s. In het hogergenoemde opiniestuk in Knack roepen ze bijgevolg op om veel meer in te zetten op sensibilisering en een preventieve aanpak via lokale initiatieven. Op dat vlak loopt België, en vooral Vlaanderen, sterk achter. In Franstalig België werkt GAMS al enige tijd structureel samen met ONE, de tegenhanger van Kind en Gezin. Hoewel er in Vlaanderen interesse is in zo’n samenwerking en er nood is aan informatie bij hulpverleners, blijft een dergelijke strucurele samenwerking op een aantal lokale initiatieven na voorlopig uit. Dit is vooral schrijnend als je weet dat er in Vlaanderen volgens GAMS een stuk meer meisjes zijn die het risico lopen besneden te worden of al besneden zijn. Ook de Kinderrechtencoalitie die toeziet op de rechten van kinderen merkt dit op:

“We wezen het Kinderrechtencomité in Genève (VN) al op het gebrek aan nationale coördinatie en het ontbreken van Vlaamse financiering om genitale verminking preventief te bestrijden. Organisaties zoals GAMS en Intact vzw leveren in Brussel en Wallonië sterk werk met hun cultuursensitieve en gezinsintegrale aanpak. Maar in Vlaanderen hebben ze nog geen structurele werkingsmiddelen om een gelijkaardige werking uit te bouwen. Gezien de snelle toename van het aantal slachtoffers moet ook Vlaanderen dringend meer inzetten op preventie.” Caroline Patyn van de Kinderrechtencoalitie in MO* (05/07/2018)

In december 2018 beloofde de Vlaamse regering nog om meer budget vrij te maken voor organisaties die gezinnen preventief bijstaan voor het terugdringen van genitale verminking en gedwongen huwelijk . Volgens GAMS zal het extra budget van 41.000 euro  niet voldoende impact hebben. De vzw vraagt om meer structurele financiering omdat België steeds vaker te maken krijgt met genitale verminking (cfr. supra cijfers Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen). Naast meer middelen voor preventie ijvert GAMS voor een algemeen meldpunt voor kindhuwelijken omdat genitale verminking niet altijd maar wel vaak gepaard gaat met een gedwongen huwelijk, waarbij de meisjes vaak minderjarig zijn.

Men Speak Out

VGV wordt vaak beschouwd als een ‘vrouwenzaak’: het zijn vrouwen die de praktijk ondergaan en vaak lijkt het er ook op dat het vrouwen zijn die besluiten of een meisje besneden moet worden of niet. In veel gemeenschappen wordt de praktijk bovendien traditioneel uitgevoerd door vrouwelijke besnijdsters. Ontradingscampagnes tegen VGV zijn bijgevolg vaak alleen op vrouwen gericht. Het lijkt een probleem dat door vrouwen opgelost moeten worden. Sinds een aantal jaren proberen onder meer GAMS en het Tropisch Instituut in Antwerpen echter om meer mannen te sensibiliseren tegen VGV onder de noemer ‘Men Speak Out’. VGV is een praktijk die in een hele gemeenschap verankerd zit en die gaat over het controleren van het vrouwelijke lichaam en seksualiteit. Mannen hebben in de gemeenschappen in kwestie vaak een bevoorrechte positie en zouden dus vanuit die positie heel wat invloed kunnen uitoefenen op het wel of niet aanvaarden van VGV.

VGV in de ‘moderne’ samenleving

Het is gemakkelijk om VGV als een culturele traditie voor te stellen die clasht met ‘onze’ moderne, seculiere samenleving en de normen en waarden die daarmee geassocieerd zouden zijn. Veel strategieën om VGV bij migrantenvrouwen tegen te gaan, zijn er dan ook vooral op gericht om de zogezegd ‘traditionele’ praktijk uit te roeien. Dit door ze enerzijds juridisch te vervolgen en anderzijds te sensibiliseren over de negatieve gevolgen van VGV, of over het feit dat dit geen religieuze voorwaarde zou zijn. Antropologen wijzen er nochtans op dat al deze maatregelen maar een beperkt effect zullen hebben zolang er niets gedaan wordt aan de wijdere structurele genderongelijkheid die ten gronde ligt aan dergelijke praktijken. Ook de genderongelijkheid in Westerse samenlevingen draagt bij aan het voortbestaan van zo’n gendergerelateerde praktijken als VGV bij bepaalde migrantenvrouwen. In ‘Women, Violence and Tradition: taking FGM and other practices to a secular state’ (ed. Tamsin Bradley) wijzen de verschillende auteurs erop dat het moeilijk is voor migrantenvrouwen die het risico lopen besneden te worden om er tegen in te gaan. Dat komt onder meer doordat ze snel geïsoleerd raken van de rest van de samenleving na hun migratie. Ook het verkiezen van mannen als officieuze vertegenwoordigers van minderheidsgroepen in Westerse samenlevingen, zoals bijvoorbeeld religieuze leiders, helpt daar niet bij. Het wordt zo heel moeilijk voor deze vrouwen om zich openlijk uit te spreken over hun situatie.

In de pers:

Meer weten?

Bron hoofdafbeelding en banner: The Pencils of Eline

Op de hoogte blijven van RoSa thema's en actua?

Ontvang onze tweewekelijkse Pers:pectief waarin we een actueel of onderbelicht thema bespreken vanuit een genderperspectief, of kies voor onze driemaandelijkse Uitgelezen met tal van boekrecensies, interviews, de nieuwste aanwinsten in onze almaar groeiende collectie en nog veel meer, telkens rond één specifiek thema.

Schrijf je in