hier komen promoties & acties

Vrouwelijke genitale verminking

Wat is vrouwelijke genitale verminking? Waarom en waar komt het nog altijd voor? Welke stappen moeten er ondernomen worden in de internationale strijd tegen vrouwelijke genitale verminking?

Wat is VGV?

Volgens de definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) omvat vrouwelijke genitale verminking (VGV) - vaak ook FGM genoemd naar de afkorting van de Engelse term female genital mutilation - alle ingrepen waarbij de uitwendige vrouwelijke geslachtsdelen gedeeltelijk of volledig worden verwijderd, evenals alle andere verwondingen aan de vrouwelijke geslachtsdelen om niet-medische redenen. De WHO benadrukt dat er geen gezondheidsvoordelen verbonden zijn aan deze ingrepen. Integendeel, VGV veroorzaakt zowel complicaties op de korte termijn zoals hevige pijnklachten, ernstige bloedingen, ontstekingen, cysten, zware menstruele pijnen en problemen met urineren, evenals negatieve effecten op de lange termijn op hun seksuele, reproductieve en mentale gezondheid. Zo zijn er aanzienlijk meer complicaties bij bevallingen van verminkte vrouwen en is er ook een verhoogd risico op sterfgevallen bij pasgeborenen.

De praktijk wordt internationaal erkend als een schending van de mensenrechten van meisjes en vrouwen, en een zeer specifieke en ernstige vorm van gendergerelateerd geweld.

De Wereldgezondheidsorganisatie laat optekenen dat VGV de diepgewortelde ongelijkheid tussen de seksen weerspiegelt, en een extreme vorm van discriminatie van meisjes en vrouwen inhoudt. Genitale verminking van vrouwen is een discriminerende praktijk die indruist tegen het internationaal recht. Het is een schending van het recht op leven, op gezondheid en fysieke integriteit, en het recht op vrije keuze inzake voortplanting. De praktijk overtreedt het recht om niet aan geweld, martelingen, wrede, onmenselijke of onterende behandeling te worden blootgesteld. 

Vormen

Er bestaan verschillende vormen van VGV: van het gedeeltelijk weghalen van de clitoris tot het verwijderen en dichtnaaien van de kleine en/of grote schaamlippen, met of zonder de verwijdering van de clitoris. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) onderscheidt vier types vrouwelijke genitale verminking:

  • Type 1 of clitoridectomie: de gedeeltelijke of volledige verwijdering van het uitwendige en zichtbare deel van de clitoris, wat het meest gevoelige deel van de vrouwelijke geslachtsdelen is, en/of de gedeeltelijke of volledige verwijdering van de clitorishoed (de huidplooi die de clitoris beschermt).
  • Type 2 of excisie: de gedeeltelijke of volledige verwijdering van de clitoris en de binnenste schaamlippen. Soms worden ook de buitenste schaamlippen verwijderd. Dit is de meest voorkomende vorm van VGV.
  • Type 3 of infibulatie: een vernauwing en bedekking van de opening van de vagina door te snijden in de kleine en/of grote schaamlippen, en deze vervolgens aan elkaar te hechten. Vaak wordt ook de clitoris  verwijderd. Dit is in zekere zin de ergste vorm van VGV.
  • Type 4 of alle andere vormen van verminking van de vrouwelijke geslachtsorganen voor niet-medische doeleinden, zoals een punctie, een perforatie, een incisie of verbranding van de genitale zone.

Gemedicaliseerde VGV

De afgelopen jaren merken actievoerders een verschuiving op met betrekking tot VGV, van publieke ceremonies naar vaak geheime verminkingen door gezondheidswerkers, hetzij in de achterkamers van publieke of private gezondheidsinstellingen, hetzij bij iemand thuis. Deze toenemende medicalisering van de praktijk vormt een belangrijk gevaar in de strijd voor de uitbanning van VGV: wanneer VGV wordt uitgevoerd door medische professionals in een klinische setting, wordt een schijnbare legitimiteit verleend aan de praktijk als ware het een medische ingreep zoals een andere. Het Bevolkingsfonds van de VN (UNFPA) waarschuwt dan ook voor deze tendens en benadrukt dat FGM de medische ethiek schendt, indruist tegen de mensenrechten en het internationaal recht. Wanneer gezondheidszorgers in een steriele omgeving en met toediening van anesthesie verder gaan met het verminken van meisjes en vrouwen, wordt er bovendien al te snel vanuit gegaan dat er geen gezondheidsrisico’s aan verbonden zijn, maar dat klopt niet. Hoewel bij gemedicaliseerde VGV de kans op korte termijn gevolgen zoals ontstekingen kleiner is, resulteert de praktijk nog steeds in bijzonder schadelijke gevolgen op de lange termijn voor de seksuele, relationele en mentale gezondheid van vrouwen. Gemedicaliseerde VGV mag daarom geenszins genormaliseerd worden, zo bepleit ook de internationale organisatie 28 Too Many

Hoe komt het dan dat gezondheidsprofessionals gemedicaliseerde VGV aanbieden? Schenden zij hiermee niet de eed van Hippocrates om “geen kwaad te doen”? Het belangrijkste argument dat gezondheidsprofessionals in deze discussie aanvoeren, is het vermijden dat ouders hun dochter in clandestiene milieus laten verminken, waar hygiënische standaarden en kennis van chirurgie veelal ontbreken, en gezondheidsrisico’s dus groter zijn, soms zelfs met de dood tot gevolg. Tegenstanders benadrukken dan weer dat VGV geen medische redenen of gezondheidsvoordelen inhoudt, en ook gemedicaliseerde VGV daarom niet verantwoord is. Internationale organisaties zoals UNICEF en de WHO waarschuwen bovendien dat deze trend VGV individualiseert, wat het moeilijker maakt om de prevalentie per land en wereldwijd te monitoren en tegen te gaan. Zij benadrukken dat er moet worden ingezet op cultuursensitief onderwijs en sensibilisering om de praktijk tegen te gaan in plaats van deze te normaliseren.

Slachtoffers

De ingreep wordt voornamelijk verricht bij meisjes voordat ze volgroeid zijn. De leeftijd van de slachtoffers varieert over het algemeen tussen de kleuterleeftijd en veertien jaar. Soms worden meisjes al als baby verminkt, of worden vrouwen verminkt net voor het huwelijk of na de geboorte van het eerste kind.

Prevalentie

Wereldwijd zouden meer dan 200 miljoen meisjes verminkt zijn en dit in zo’n dertig landen, voornamelijk in Afrika, Zuidoost-Azië en de zogenaamde MENA-regio. De prevalentie kan binnen landen sterk verschillen naargelang regio en bevolkingsgroep. 

Landen met een zeer hoge prevalentie zijn onder meer Somalië (waar 99,2% van de vrouwen van 15 tot 49-jarige leeftijd verminkt zijn), Guinee (94,5%), Mali (88,6%), Egypte (87,2%) en Noord Soedan (86,6%). In de meeste landen waar de praktijk voorkomt is deze de laatste 25 jaar aanzienlijk afgenomen, namelijk met een derde. Maar door de grote bevolkingsgroei in deze landen neemt het eigenlijke aantal meisjes dat genitaal verminkt wordt toe. Bovendien waarschuwen tal van onderzoeken dat COVID-19, de vele humanitaire en klimaatcrises, oorlogen en gewapende conflicten een negatieve invloed hebben (gehad) op de vooruitgang die geboekt werd in de strijd tegen VGV en, over het algemeen, een backlash betekenden inzake mondiale gendergelijkheid.

Door migratie komt VGV ook in Europa en België voor. Gezinnen afkomstig uit landen waar deze praktijk soms al duizenden jaren wordt uitgevoerd, gaan - hoewel vaak in mindere mate - soms door met VGV na migratie naar Europa. Uit de laatste prevalentieschatting (2022) blijkt dat ons land op 31 december 2020 23.395 vrouwen telt die “hoogstwaarschijnlijk besneden zijn” en 12.064 meisjes die "het risico lopen besneden te worden".

Dat maakt de totale doelpopulatie voor preventie en bescherming inzake VGV in België - deel van maatregel 23 van het nationale actieplan ter bestrijding van gendergerelateerd geweld 2021-2025 - 35 459. 12.730 hiervan zijn minderjarig.

Dit houdt een opmerkelijke stijging in, die enerzijds samenhangt met een grotere migratie vanuit landen waar VGV vaak voorkomt (30% toename uit Guinée, 27% toename uit Somalië en 14% toename uit Eritrea) en anderzijds met geboorten in de betrokken gemeenschappen (tweede generatie). Het aantal vrouwelijke verzoekers om internationale bescherming dat te maken krijgt met vrouwelijke genitale verminking is gestegen ten opzichte van 2016 (1.428 meisjes en vrouwen in 2020 tegenover 1.155 in 2016). Toch zijn er nog heel wat drempels in de asielprocedure en hiaten in de toepassing van de Conventie van Genève wat betreft de bescherming van (mogelijke) slachtoffers van VGV. Daarover lees je meer in onze Pers:pectief van 09/02/2023.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de provincies Antwerpen en Luik blijven de geografische regio’s waar de meerderheid van de doelgroep woont. Dit was eveneens het geval in de twee vorige studies. In het Vlaamse Gewest wonen meer dan 16.500 meisjes en vrouwen die verminkt werden of dreigen verminkt te worden, ten opzichte van 10.000 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en 8.800 in het Waals Gewest.

Terminologie

Vroeger werd vooral de term ‘vrouwenbesnijdenis’ gebruikt, maar sinds de jaren zeventig is de term ‘genitale verminking’ in opmars, zowel in onderzoek als in beleidsteksten. Begin jaren negentig neemt ook de VN de term ‘genitale verminking’ over. Intussen wordt deze overal gebruikt. Die evolutie is er gekomen omdat de term ‘vrouwenbesnijdenis’ doet denken aan het gelijknamige fenomeen bij jongens, terwijl de redenen en implicaties van beide praktijken niet te vergelijken zijn. Zo worden jongens besneden uit religieuze en/of hygiënische overwegingen, of omdat het medisch noodzakelijk is. Dat is in het geval van VGV niet het geval, en ook zijn de gevolgen voor de seksuele, reproductieve en mentale gezondheid voor vrouwen bijzonder schadelijk en anders dan bij mannen. Met de term ‘verminking’ wordt benadrukt dat het om een schadelijke praktijk gaat met drastische gevolgen op korte én lange termijn.

Redenen

Om de praktijk te kunnen uitroeien is het belangrijk te begrijpen waarom genitale verminking überhaupt bestaat, wat de redenen zijn die personen en gemeenschappen aanvoeren om de praktijk te blijven uitvoeren. De WHO merkt op dat de redenen variëren van regio tot regio, en van gemeenschap tot gemeenschap, en dat deze ook evolueren doorheen de tijd. Vaak is er sprake van een mix van socioculturele factoren binnen de familie en de gemeenschap

  • Sociologisch:

Volgens Unicef is VGV een diepgewortelde sociale conventie, die moeilijk te veranderen is omdat het in veel gemeenschappen niet alleen een culturele traditie is, maar nog steeds een belangrijke rol speelt in de sociale integratie en het behoud van de sociale samenhang. In veel gevallen levert VGV de getroffen slachtoffers en hun familie respect van de gemeenschap op en garandeert het hun sociale positie. Omgekeerd kan het weigeren mee te stappen in deze traditie slachtoffers en hun familie sociaal marginaliseren of in de ergste gevallen leiden tot politieke vervolging. Het belang dat wordt gehecht aan VGV gaat gepaard met heersende gendernormen en de mate waarin vrouwen worden beschouwd als doorgeefluik van tradities en gebruiken die de identiteit van een volk typeren. Die rol maakt het voor hen moeilijk die waarden in vraag te stellen.

  • Symbolisch:

In sommige gemeenschappen symboliseert VGV de initiatie van meisjes in het leven als vrouw: vrouwen die niet verminkt zijn worden niet aanvaard als volwaardige vrouw, kunnen niet deelnemen aan het maatschappelijke leven en vinden geen huwelijkspartner.

  • Psychoseksueel:

Genitale verminking wordt soms ook expliciet aangeraden om de seksualiteit van vrouwen te onderdrukken evenals om hun kuisheid en maagdelijkheid vóór het huwelijk, en hun trouw tijdens het huwelijk te garanderen. Het wordt algemeen verondersteld dat VGV de gehoorzaamheid en volgzaamheid van vrouwen zou versterken. Ook wordt soms aangevoerd dat VGV het seksuele genot van de man zou verhogen. 

  • Religieus:

Zowel moslims als christenen passen genitale verminking toe bij meisjes en vrouwen. Er is nochtans geen enkele godsdienst die de praktijk voorschrijft. Toch gebruiken veel gemeenschappen religieuze plicht als argument om de verminkingen te rechtvaardigen. Het gaat dan ook eerder om een patriarchale lezing van religieuze teksten, dan dat een bepaalde religie inherent vrouwonvriendelijk zou zijn.

  • Esthetisch en hygiënisch:

Vrouwelijke geslachtsorganen worden wereldwijd vaak als lelijk en inherent onrein beschouwd, wat ook invloed kan hebben op de motivatie om de praktijk voort te zetten.

  • Financieel:

VGV wordt voornamelijk uitgevoerd door oudere vrouwen in de gemeenschap. Zij dreigen niet alleen de maatschappelijke erkenning te verliezen die ze danken aan hun beroep en hun rol in het behoud van deze culturele traditie als de praktijk wordt uitgebannen, maar ook hun inkomen.

  • Bijgeloof en onwetendheid:

Vaak worden nog andere redenen aangedragen om VGV te blijven uitvoeren binnen de gemeenschap. Zo wordt er soms vanuit gegaan dat VGV de vruchtbaarheid zou verhogen en kindersterfte zou verminderen, hoewel wetenschappelijk bewezen is dat het omgekeerde waar is. Het gebrek aan kwalitatief en toegankelijk onderwijs voor iedereen speelt in die zin dan ook een grote rol in de overlevering van VGV wereldwijd. 

Aanbevelingen

Studies merken op dat het een complex probleem is omdat er niet alleen moet worden ingezet op de uitbanning van VGV en de preventie van slachtoffers, maar ook op bescherming en zorg (bijvoorbeeld bij gyneco-verloskundige en psychoseksuele complicaties) van vrouwen die  slachtoffer werden van VGV. 

In de recentste prevalentiestudie (2022) worden ook een aantal beleidsmatige aanbevelingen opgesomd met het oog op preventie, bescherming en verder onderzoek:

Preventie:

  • Opleiden van professionelen in de zorgsector en zij die specifiek met asielaanvragers en vluchtelingen werken. Het thema VGV zou integraal moeten worden opgenomen in het basiscurriculum van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg, de sociale en juridische sector. 
  • Sensibilisering in de betrokken gemeenschappen door steun te verlenen aan basisverenigingen met overlevenden van VGV die preventieboodschappen kunnen overbrengen en stroomlijnen met culturele codes.
  • Een VGV-traject proactief aanbieden aan gezinnen uit landen waar VGV sterk ingeburgerd is en die via gezinshereniging naar België zijn gekomen om de gezinnen van (mogelijke) slachtoffers te identificeren, bewustmaken en ondersteunen. Trajecten kunnen worden opgezet via de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) of de opvangkantoren voor nieuwkomers.
  • De screening van VGV kan worden gecombineerd met de screening op incest en seksueel misbruik van kinderen op scholen.

Bescherming:

  • Nood aan een nationale informatiecampagne om de twee geaccrediteerde centra die een totaalpakket aan terugbetaalde zorg (psychologisch, seksuologisch, chirurgisch) met betrekking tot VGV bieden beter bekend te maken: CeMAViE in het UHC Sint-Pieter in Brussel en de Vrouwenkliniek van het UZGent).

Onderzoek: 

  • Een geactualiseerde prevalentiestudie is iedere vier jaar nodig om zicht te (blijven) krijgen op de evolutie in België.
  • Opzetten van een databanksysteem bij het CGVS dat de dataverzameling in verband met VGV vergemakkelijkt.

Wetgeving

België heeft VGV in 2001 expliciet bij wet verboden (art. 409 Strafwetboek). Deze wet van 17 maart 2001 stelt “eender welke vorm van verminking van de genitaliën” strafbaar. Een preciezere omschrijving zou het toepassingsgebied beperken, wat de wetgever heeft willen vermijden. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende vormen van VGV. Het is de rechter die oordeelt over de ernst en de strafmaat. Wel zegt de wet uitdrukkelijk dat het moet gaan om “verminking van de genitaliën van een persoon van het vrouwelijk geslacht”.  Erge vormen van besnijdenis bij jongens kunnen worden bestraft op grond van opzettelijke slagen en verwondingen.

Naast het ruime toepassingsgebied voorziet de wet een ruime verjaringstermijn: het misdrijf verjaart ten vroegste tien jaar na haar meerderjarigheid.

Tot slot heeft de wet voor minderjarigen een uitzondering gemaakt op het territorialiteitsbeginsel. Volgens dat beginsel is de strafwet alleen van toepassing op misdrijven gepleegd in België, ongeacht de nationaliteit van de dader. Die uitzondering dient om de kinderen te beschermen die in België wonen maar tijdens een vakantie in het land van herkomst worden verminkt.

Hoewel VGV bestraft kan worden als "opzettelijke slagen en verwondingen" heeft de specifieke wet een symbolische functie, met als doel “dat de betrokkenen afzien van die praktijken en dus vooral dat er zich een mentaliteitswijziging voordoet bij de betrokken personen en staten”.

Sinds juni 2018 kunnen artsen hun beroepsgeheim doorbreken om VGV te melden. Ze zijn voortaan zelfs verplicht VGV te registreren. Genitaal verminkte vrouwen blijven namelijk vaak onder de radar en het probleem wordt meestal pas opgemerkt bij de dokter of bij een bevalling in het ziekenhuis.

Bovendien is VGV ook strafbaar volgens het Verdrag van Istanbul van de Raad van Europa, dat zich specifiek richt op het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen. Maar liefst 46 landen alsook de Europese Unie ondertekenden het Verdrag. België tekende het op 11 september 2012 en ratificeerde het op 14 maart 2016. Dat wil zeggen dat het Verdrag toen officieel bekrachtigd werd, waarna het op 1 juli 2016 in werking trad. 

Internationale actieplannen

Hoewel de praktijk al duizenden jaren bestaat, betoogt de VN dat vrouwelijke genitale verminking uitgeroeid kan worden in één generatie. Zij beogen VGV dan ook de wereld uit te helpen tegen 2030, als deel van hun Duurzame Ontwikkelingsdoelen. Dit voornemen kadert de strijd tegen VGV in het vijfde doel om gendergelijkheid wereldwijd te bevorderen, en meisjes en vrouwen te empoweren, en meer specifiek streefcijfer 5.3 over de uitbanning van schadelijke praktijken. Daarnaast hangt dit samen met het derde doel om de gezondheid en het welzijn van iedereen en op elke leeftijd te beschermen.

Sinds 2008 leidt het Bevolkingsfonds van de VN (UNFPA), samen met UNICEF, het grootste internationale programma om VGV uit te bannen. Dat doet het door samen te werken op alle niveaus, met regeringen, gemeenschappen, religieuze leiders en andere partners. Het programma focust momenteel op zo’n zeventien landen in Afrika en de MENA-regio, en ondersteunt daarnaast zowel lokale als mondiale initiatieven. In het jaarverslag van 2021 (gepubliceerd op 26/09/2022) wordt gesteld dat al meer dan zes miljoen meisjes en vrouwen dankzij dit programma konden rekenen op preventie, bescherming en zorg gerelateerd aan VGV. 532,158 meisjes werden gered van VGV en zo’n 45 miljoen mensen verklaarden publiekelijk actie te ondernemen om VGV tegen te gaan.

In 2012 keurt de Algemene Vergadering van de VN voor het eerst een resolutie goed die genitale verminking van vrouwen expliciet veroordeelt. Meer dan 110 landen scharen zich achter de tekst, die aan de VN-lidstaten vraagt om "strafmaatregelen aan te vullen met educatieve en informatieve activiteiten". Sindsdien staat 6 februari bekend als Zero tolerance day tegen genitale verminking (lees meer in onze Pers:pectief 06/02/2023 over VGV).

Op zoek naar hulp?

Ben je slachtoffer van VGV en heb je nood aan bijstand? Of ben je als professional op zoek naar meer informatie rond vrouwelijke genitale verminking of vraag je je af hoe je slachtoffers beter kunt begeleiden? Je kunt bij volgende instanties terecht.

G.A.M.S. (kort voor Groupe pour l’Abolition des Mutilations Sexuelles) onderzoekt, informeert een breed publiek en voorziet vormingen aan gezondheidswerkers. De organisatie staat besneden meisjes en vrouwen in België bij in hun zoektocht naar medische, juridische en psychosociale hulp. Ze pogen betrokken gemeenschappen in België ervan te overtuigen om definitief af te zien van de praktijk. Daarnaast beschermt G.A.M.S. meisjes die in België wonen en het risico lopen op verminking bij terugkeer naar hun land. De vzw werkt aan een mentaliteitsverandering door vrouwen in dergelijke gemeenschappen  te sensibiliseren over hun lichaam en over de schadelijke effecten van VGV. Hoewel de praktijk in België strafbaar is, houdt G.A.M.S. vertrouwelijke mededelingen van (mogelijke) slachtoffers geheim.

Intact vzw is een juridisch steunpunt rond VGV. De organisatie dient klacht in bij het gerecht, geeft juridische bijstand aan slachtoffers die klacht wensen neer te leggen en geeft vorming aan professionelen zoals dokters en verpleegkundigen, maatschappelijk werkers en advocaten die vragen hebben over het beroepsgeheim, over asielaanvragen, over rechtsleer, rechtspraak en wetgeving rond VGV.

Aniké (wat "dank je wel" betekent in een van de lokale dialecten van Guinee) bestrijdt VGV door sensibiliseringscampagnes op te zetten binnen lokale gemeenschappen, rekening houdend met lokale gewoontes en respect voor cultuur. De organisatie geeft ook medische voorlichting omtrent de gevolgen van VGV en biedt psychosociale ondersteuning aan slachtoffers.

CoP-MGF (Communauté de pratiques sur les mutilations génitales féminines) is een netwerk van professionelen uit Afrika en Europa die werken aan een betere preventie en begeleiding van slachtoffers van VGV. Dit initiatief kadert binnen het project "Bruggen bouwen tussen Afrika en Europa om VGV uit te bannen", dat een online kennisplatform ontwikkelt met toegankelijke, cultureel gepaste info en ondersteuning voor hulpverleners.

Meer weten?



Aanraders uit de RoSa-bibliotheek: