hier komen promoties & acties

Discriminatie

Discriminatie is bij wet verboden en dus strafbaar. Wat houdt discriminatie precies en wat is het verband met gender? Welke vormen van discriminatie onderscheiden we? Wat leren statistieken en cijfers ons over discriminatie in België? Hoe zit de antidiscriminatiewetgeving in elkaar en wat kan je ondernemen als je slachtoffer wordt van discriminatie? Op deze pagina kom je het te weten.

Wat is discriminatie?

Discriminatie is het ongelijk behandelen en benadelen van een andere persoon of een groep personen op basis van specifieke identiteitskenmerken. Volgens de wet zijn discriminatie, pesterijen, haatboodschappen en haatmisdrijven tegenover een persoon of een groep omwille van deze identiteitskenmerken op Belgisch grondgebied strafbaar. Deze specifieke kenmerken worden ook wel ‘beschermde (discriminatie)criteria’ genoemd.

Beschermde criteria

In België verbiedt de wet discriminatie op grond van negentien identiteitskenmerken:

  1. Vijf raciale criteria: iemands zogenaamd ras, huidskleur, nationaliteit, afkomst (Joodse oorsprong) en nationale of etnische afkomst
  2. Geslacht (of gender)
  3. Handicap
  4. Geloof of levensbeschouwing
  5. Seksuele oriëntatie
  6. Leeftijd
  7. Vermogen (of financiële middelen)
  8. Burgerlijke staat
  9. Politieke overtuiging
  10. Syndicale overtuiging
  11. Gezondheidstoestand
  12. Fysieke of genetische eigenschap
  13. Geboorte
  14. Sociale afkomst
  15. Samenstelling van het gezin

Gender, als geheel van maatschappelijke normen, ideeën en verwachtingen rond mannelijkheid en vrouwelijkheid, wordt samen met biologisch geslacht geteld als beschermd criteria op basis waarvan niet mag worden gediscrimineerd. Ook iemands genderidentiteit wordt hiermee beschermd. Het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM) is de onafhankelijke federale overheidsinstelling die bevoegd is voor discriminatie op grond van geslacht (of gender). Daaronder valt ook de discriminatie van trans personen. Het IGVM staat in voor het waarborgen en bevorderen van de gelijkheid van vrouwen en mannen, en de bestrijding van elke vorm van discriminatie en ongelijkheid op basis van gender of geslacht. Daarvoor zet het Instituut in op het ontwikkelen en in praktijk brengen van een aangepast wettelijk kader en geschikte structuren, strategieën, instrumenten en acties. Ook behandelt de juridische cel van het Instituut infovragen en klachten van slachtoffers van geslachtsdiscriminatie.

Directe of indirecte discriminatie

In de antidiscriminatiewetgeving wordt een onderscheid gemaakt tussen directe of indirecte discriminatie. Directe discriminatie betekent dat een persoon of groep ongelijk en ongunstig wordt behandeld omwille van een beschermd criterium. Een persoon of een groep met een specifiek identiteitskenmerk wordt dus benadeeld ten opzichte van personen die niet datzelfde identiteitskenmerk hebben, bijvoorbeeld wanneer een persoon niet wordt aangeworven omwille van haar huidskleur of wanneer een groep mensen de toegang tot een dancing worden ontzegd omwille van hun seksuele oriëntatie. Indirecte discriminatie betekent dat een schijnbaar neutrale maatregel of handeling resulteert in de ongelijke en ongunstige behandeling van personen gekenmerkt door een beschermd criterium. Hoewel een maatregel of handeling voor iedereen geldt, benadeelt (en viseert) die dus enkel personen met een specifiek identiteitskenmerk. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer een vrouw met een hoofddoek de toegang tot een school wordt ontzegd omdat hoofddeksels niet toegelaten zijn, of wanneer een slechtziende persoon met een assistentiehond de toegang tot een restaurant wordt ontzegd omdat dieren niet toegelaten zijn.

Indirecte discriminatie is niet te vergissen met 'discriminatie door associatie'. Dat gaat namelijk over de discriminatie van een persoon of groep omwille van een beschermd criterium van iemand waar deze eerste persoon of groep nauwe banden met heeft. Een voorbeeld: een ouder van een kind met een handicap wordt ontslagen na geboorte, omdat de werkgever ervan uitgaat dat de ouder onvoldoende flexibel zal zijn op het werk. In 2022 gaf de Commissie voor de Evaluatie van de Federale Antidiscriminatiewetgeving het advies om discriminatie door associatie op te nemen in de Belgische antidiscriminatiewetgeving. Dankzij het voorbereidende werk van toenmalige Staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke kansen en Diversiteit Sarah Schlitz (Ecolo) wordt dit advies ook effectief aangenomen op 22 juni 2023. 

Meervoudige discriminatie

Men spreekt van meervoudige discriminatie wanneer meer dan één beschermd criterium of identiteitskenmerk een rol speelt in het discriminatoire voorval. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer een gekwalificeerde, oudere vrouw niet geselecteerd wordt voor een job in IT omwille van stereotypen over de competentie van oudere vrouwen in IT. Zowel haar leeftijd als haar genderidentiteit spelen dan een rol in de discriminatie die zij ondervindt op de arbeidsmarkt. Wanneer een zwarte vrouw de toegang wordt geweigerd tot een bar, mag het voor haar wel duidelijk zijn dat ze gediscrimineerd wordt, het is haar misschien niet duidelijk op welke basis ze gediscrimineerd wordt: weert de buitenwipper mensen van kleur of weert hij vrouwen? Of, en dat is meervoudige discriminatie: weert hij vrouwen van kleur? Het is niet altijd mogelijk om (meervoudige) discriminatie aan te tonen op basis van welbepaalde identiteitskenmerken, ook als het discriminatoire karakter van een situatie an sich duidelijk is.

Meervoudige discriminatie wordt in kaart gebracht in intersectionele analyse.

Intersectionaliteit werpt licht op de unieke vormen van meervoudige discriminatie die een persoon kan ervaren op grond van verschillende identiteitskenmerken. De Amerikaanse jurist en academica Kimberlé Crenshaw muntte dit concept naar aanleiding van een rechtszaak waarin zwarte vrouwen in het licht van de toenmalige antidiscriminatiewetgeving onvoldoende konden bewijzen dat ze gediscrimineerd werden: de rechter oordeelde dat er geen sprake was van seksisme aangezien er wel witte vrouwen werkten in het bedrijf, en dat er evenmin sprake was van racisme omdat er ook zwarte mannen werkzaam waren. Kortom, de specifieke discriminatie van zwarte vrouwen op basis van hun huidskleur én hun genderidentiteit of biologisch geslacht kon niet worden aangeklaagd omdat de antidiscriminatiewetgeving destijds telkens maar één beschermd criterium in overweging nam.

In een recent rapport over de Belgische antidiscriminatiewetgeving (2022) beveelt de evaluatiecommissie de wetgever aan om niet alleen meervoudige discriminatie expliciet op te nemen in de wetgeving, maar ook discriminatie op grond van een vermeend criterium en discriminatie door associatie. Het wetsvoorstel dat toenmalige Staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke kansen en Diversiteit Sarah Schlitz (Ecolo) hiervoor uitwerkte wordt op 22 juni 2023 aangenomen. Bovendien wordt er een onderscheid gemaakt tussen soorten van meervoudige discriminatie: 

  • Cumulatieve discriminatie: wanneer een persoon of groep, in dezelfde context en door toedoen van dezelfde dader, het slachtoffer is van verschillende vormen van discriminatie die elk verband houden met een beschermd criterium. Voorbeeld: een slechthorende vrouw wordt afgewezen door een werkgever omwille van haar handicap e het feit dat ze zwanger is, niet kan worden aangenomen in zijn bedrijf. Het gaat dus over een opstappeling van discriminatievormen.
  • Intersectionele discriminatie: wanneer een persoon of groep gediscrimineerd wordt op basis van verschillende gecombineerde criteria, waarbij de discriminatie hen enkel treft omdat ze deze kenmerken tegelijkertijd hebben. Voorbeeld: een hotel weigert specifiek Aziatische vrouwelijke gasten, terwijl Aziatische mannen en een niet-Aziatische vrouwen wel toegelaten worden.

België is een van de eerste Europese landen die dit erkent, naast bijvoorbeeld Noorwegen en Portugal.

Onderzoek naar discriminatie in België

Wie meer inzicht wil krijgen in de attitudes over, en de ervaringen met discriminatie in België, kan de Equality Data Hub raadplegen. In deze databank kan je gericht zoeken naar alle bestaande data in België over verschillende vormen van discriminatie. De databank is het resultaat van het Improving Equality Data Collection in Belgium (IEDCB) project, deels gefinancierd door het Rights, Equality and Citizenship programma van de Europese Commissie en uitgevoerd door Unia in partnerschap met de Cel Gelijke Kansen (FOD Justitie). Unia geeft aan dat Equality data belangrijk zijn omdat ze een preciezer beeld van de werkelijkheid geven en daarom essentieel zijn in de strijd tegen discriminatie en sociale ongelijkheid. Het Instituut voor Gelijkheid van Mannen en Vrouwen (IGVM) is specifiek bevoegd voor discriminatie op basis van geslacht of gender, en brengt deze in kaart aan de hand van onderzoek. Een aantal cijfers uit hun laatste rapport (2022) op een rij:

  • In 2021 noteerde het IGVM 337 juridische informatievragen (33%), 420 klachten over discriminatie (41%) waarbij tussenkomst gewenst of vereist was, en 263 mededelingen (26%) over inbreuken op de antidiscriminatiewetgeving waarvan het voornaamste doel is om het Instituut in te lichten en er geen verdere actie wordt vereist of verwacht. Het aantal meldingen (1020) steeg ten opzichte van 2020 (882 meldingen), 2018 (818 meldingen) en 2017 (736 meldingen). Het hogere cijfer van 2019 (2349 meldingen) is te verklaren door de zaak-Hoeyberghs, waarover het Instituut 1489 mededelingen ontving.
  • Net als de voorgaande jaren kwamen de meeste meldingen in 2021 van vrouwen: 44% van de melders is vrouw, 28% is man, 10% betreft rechtspersonen en van een overige 21% is de genderidentiteit non-binair of onbekend (anonieme meldingen zijn mogelijk).
  • 54% van de meldingen in 2021 betrof (mogelijke) inbreuken op de Genderwet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen. Bij 12% ging het om meldingen van seksisme of haatspraak. 4% van had te maken met de Arbeidswet van 16 maart 1971 en 6% met de Welzijnswet. 14% van de meldingen gingen over inbreuken op seksueel strafrecht. 3% had te maken met strafbare feiten met verzwarende omstandigheden.
  • In 2019 kwamen er 426 meldingen binnen van directe discriminatie, 49 van indirecte discriminatie, 37 van meervoudige discriminatie, 67 van intimidatie, 48 van seksuele intimidatie, 33 van aanzetten tot discriminatie en 6 van opdrachtgeving tot discriminatie. 

Beleid en strafrecht

Al wie zich op Belgische grondgebied bevindt, is tegen discriminatie beschermd op niveau van de gewesten en gemeenschappen, op federaal, Europees en internationaal niveau. In België vormen drie aparte wetten samen de antidiscriminatiewetgeving: de Genderwet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen (gewijzigd op 22 mei 2014), de Antiracismewet tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden (gewijzigd op 10 mei 2007)  en de Antidiscriminatiewet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. Samen onderscheiden ze verschillende beschermde discriminatiecriteria. Discriminatie op grond van elk van deze criteria of persoonlijke kenmerken is verboden en strafbaar.

Dit zijn de verschillende discriminatiecriteria, opgedeeld per wet:

  • Genderwet: geslacht, gender, genderidentiteit, genderexpressie, zogenaamde ‘geslachtsverandering’, seksekenmerken, zwangerschap, bevalling, het geven van borstvoeding, moederschap, vaderschap, meemoederschap, adoptie, medisch begeleide voortplanting
  • Antiracismewet: nationaliteit, nationale of etnische afstamming, zogenaamd ras, huidskleur en afkomst (Joodse oorsprong)
  • Antidiscriminatiewet: handicap, geloof of levensbeschouwing, seksuele oriëntatie, leeftijd, vermogen, burgerlijke staat, politieke overtuiging, syndicale overtuiging, gezondheidstoestand, fysieke of genetische eigenschap, geboorte, sociale afkomst en taal. 

Unia is als onafhankelijke en publieke instelling bevoegd voor alle discriminatiecriteria, behalve geslacht en taal. Voor het criterium geslacht werd namelijk een apart instituut opgericht: het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM). Voor het criterium taal is er in België aan geen enkel overheidsorgaan een specifieke bevoegdheid toegewezen.

Uitbreiding van Belgische antidiscriminatiewetgeving (juni 2023)

Donderdag 22 juni heeft het federale parlement een wetsvoorstel tot wijziging van de antidiscriminatiewetgeving van Staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit Marie-Colline Leroy goedgekeurd. Dit is in te danken aan het voorbereidende werk van voormalig Staatssecretaris Sarah Schlitz (Ecolo). De wetswijzigingen hebben als doel het huidige wetgevende kader voor het terugdringen van discriminatie effectiever te maken door de bedragen van de schadevergoeding te verdrievoudigen, meervoudige discriminatie te erkennen, de terminologie te moderniseren en belangengroepen beter in staat te stellen juridische actie te ondernemen. Zo wordt 'seksuele geaardheid' vervangen door 'seksuele oriëntatie', en 'geslachtsverandering' door 'medische of sociale transitie'. Belangengroepen die ook voorheen gerechtelijke stappen konden ondernemen mits toestemming van het slachtoffer, kunnen dat voortaan ook als het slachtoffer niet in staat is toestemming tegen: bijvoorbeeld wanneer het slachtoffer overleden, in een kritieke of kwetsbare toestand is. Dat kon voorheen enkel indien de wettelijke vertegenwoordiger hier toestemming voor gaf. Omdat de wettelijke vertegenwoordiger soms de oorzaak van de situatie van het slachtoffer is, is deze toestemming voortaan niet meer nodig. Vanaf 22 juni 2023 kunnen belangengroepen in dergelijke specifieke situaties gerechtelijke stappen ondernemen zonder toestemming, terwijl het vermoeden van onschuld van de beklaagden wordt gerespecteerd.

De Belgische antidiscriminatiewetgeving verbiedt directe discriminatie, indirecte discriminatie, aanzetten tot discriminatie, weigering van redelijke aanpassingen, pesterijen, haatspraak en haatmisdrijven, discriminatie door associatie, discriminatie op basis van een overondersteld criterium, meervoudige discriminatie (cummulatieve discriminatie en intersectionele discriminatie).

Bovendien werden de schadevergoedingen voor discriminatie in juni 2022 verdrievoudigd. Het gaat specifiek over de forfaitaire schadevergoedingen voor discriminatie, ook wel smartengeld genoemd, met uitzondering van discriminatie op de werkvloer, waarvoor een eigen kader geldt. Voor het eerste in zestien jaar worden de bedragen verhoogd: van €650 euro tot €1.300 euro naar €1.950 euro tot €3.900 euro. Bovendien zullen deze bedragen voortaan jaarlijkse geïndexeerd worden. Tot slot is een laatste nieuwigheid dat de recht bij het publiceren van het vonnis nu ook positieve maatregelen kunnen opleggen, zoals het uitvoeren van een interne audit of het aannemen van een diversiteitsbeleid. Kortom, de wetswijziging van juni 2023 versterkt en verstevigt de Belgische antidiscriminatie en maakt het bijzonder uitgebreid en alomvattend in vergelijking met andere landen.

"Vandaag is een mijlpaal in de strijd tegen discriminatie in ons land. België schaart zich bij de toplanden wat betreft juridische actie tegen alle vormen van discriminatie. Door de definities te verruimen en te verduidelijken, maar ook door de daders strenger te straffen, zorgen we voor meer gelijke kansen voor alle burgers." Staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit Marie-Colline Leroy in een persbericht over de wetswijziging van 22 juni 2023

Hulpverlening

Wie slachtoffer of getuige is van discriminatie op basis van gender(identiteit) of biologisch geslacht, kan klacht neerleggen bij het Instituut voor Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM). Het Instituut verleent gratis en vertrouwelijk advies, onder andere om te bekijken of een slachtoffer zich burgerlijke partij kan stellen en een schadevergoeding kan vragen door een advocaat in te schakelen. In bepaalde gevallen kan het IGVM zelf slachtoffers bijstaan tijdens een rechtszaak. Dat deed het IGVM bijvoorbeeld in de zaak-Hoeyberghs rond seksistische en haatdragende uitspraken tijdens een lezing van de Gentse studentenclub KVHV, de zaak-De Pauw rond stalking en seksuele intimidatie, en in de zaak-Eveline rond wraakporno oftewel het verspreiden van naaktbeelden zonder toestemming.


Meer weten?

Aanraders uit de RoSa-bibliotheek: