Of iemand een kind wilt krijgen, is een hoogst persoonlijke beslissing. De maatschappelijke ideeën die hierover leven en de boodschappen die iemand meekrijgt van de directe omgeving spelen zeker ook mee. Nochtans wijzen mensen doorgaans vooral op een “biologische drang” om kinderen te krijgen. Hierdoor krijgen mensen die bewust geen kinderen willen af te rekenen met vreemde blikken en bemoeizuchtige vragen. Kinderen krijgen blijkt de norm.
Een van de oorzaken waarom er een stigma zou liggen op het niet zeker zijn of je wel kinderen wil, is de verwachting dat kinderen willen de norm is. De Canadese filosofe Christine Overall merkt in haar boek Why Have Children? The Ethical Debate op dat mensen blijkbaar een reden nodig hebben om geen kinderen te krijgen, maar dat er zelden wordt gepeild waarom iemand wel kinderen wilt. Wie zegt geen kinderen te willen, wordt met andere woorden geregeld ter verantwoording geroepen.
Daarnaast leven er allerlei vooronderstellingen waarom een koppel geen kinderen heeft. Er wordt al snel gedacht aan medische problemen of men gaat ervan uit dat het stel eerst carrière wil maken en financiële zekerheid wilt bereiken. Als iemand stelt simpelweg geen kinderen te willen, wordt hen soms verweten egoïstisch te zijn. Doorheen de jaren hebben verschillende onderzoeken aangetoond dat de attitudes tegenover personen zonder kinderen negatiever zijn dan tegenover wie wel kinderen heeft. Personen die geen kinderen hebben, worden door buitenstaanders zelfs als ongelukkiger bestempeld. Een onderzoek uit 2002 toont aan dat er, naast het bestaan van een negatieve perceptie over geen kinderen willen, ook sociale druk uitgeoefend wordt op individuen zonder kinderen om hen van mening te doen veranderen[1]. Een Amerikaans onderzoek uit 2016 bevestigt nogmaals[2].
Interviews met en berichtgeving over vrouwen die aan de top staan van een bedrijf, of die uitzonderlijke professionele prestaties leveren, gaan vaak over “hoe ze dat combineren met kinderen” – of “waarom ze geen kinderen hebben”, in plaats de nadruk te leggen op hun verdiensten. Het stereotiepe idee van de vrouw als moeder en de vrouw als hoeder van het gezin, leidt daarnaast tot benadeling en discriminatie van mannen en vaders. Vrouwen die door hun zwangerschap of moederschap discriminatie ondervinden op het werk kunnen hiervoor klacht indienen (Zie ook Zwangerschapsdiscriminatie). Maar vaderschap wordt niet erkend als grond van discriminatie.
[1] Inhorn, M., & Van Balen, F. (Eds.). (2002). Infertility around the Globe: New Thinking on Childlessness, Gender, and Reproductive Technologies. Berkeley; Los Angeles; London: University of California Press.
[2] Turnbull, B., Graham, M. L., & Taket, A. R. (2016). Social exclusion of Australian childless women in their reproductive years. Social inclusion, 4(1), 102-115.
Vrouwen die door hun zwangerschap of moederschap discriminatie ondervinden op het werk kunnen hiervoor klacht indienen. Maar vaderschap wordt niet erkend als grond van discriminatie.
Het hoeft in dat opzicht niet te verbazen dat er weinig literatuur te vinden valt over de kinderwens van (hetero-)mannen. Mannen blijven in onderzoek nog te vaak buiten beeld als het over ouderschap en een kinderwens gaat. Er wordt soms aangenomen dat mannen geen biologische klok ervaren en daarom langer kunnen aarzelen. Toch tonen meer en meer onderzoekers aan dat er ook voor mannen een biologische klok tikt[1]. Tijd heeft ook zijn effect op de vruchtbaarheid van mannen. Het is zelfs zo dat genetische defecten en gezondheidsproblemen bij baby’s vaker gelinkt worden aan de leeftijd van de vader dan aan de leeftijd van de moeder.
Naast de biologische aspecten, is vaderschap – of het uitblijven ervan – een blinde vlek in zowel het publieke discours als in wetenschappelijk onderzoek in verband met ouderschap. Zo is er bijvoorbeeld bitter weinig aandacht voor ongewenst kinderloze mannen. Het verdriet dat mannen hierrond kunnen ervaren wordt onderschat en doorgaans miskent.
De opvatting dat het levensdoel van vrouwen bestaat uit kinderen krijgen en dat daar een natuurlijke, biologische reden voor is, blijft bestaan. Maar fluctuaties doorheen de eeuwen alsook van land tot land in het aantal geboortes tonen aan dat dit niet zo vanzelfsprekend is. Een van de theorieën over de herkomst van dit westerse stereotiepe idee, is dat dit in de achttiende en negentiende eeuw gepropageerd werd door de overheid en de media om zo de dalende geboortecijfers op te krikken. Dit heet pro-natalisme: wanneer overheid en maatschappij benadrukken dat kinderen krijgen noodzakelijk is en iedereen dat zou moeten doen.
Recent zien we in Europa weer meer voorbeelden van doorgedreven pro-natalistisch overheidsbeleid waarbij de zogenaamde “biologische rol” van de vrouw als hoeder van het (voorondersteld heteroseksuele) gezin benadrukt wordt. Zo wil premier Orbán in Hongarije vrouwen die meer dan vier kinderen krijgen belastingvoordelen geven om zo het snel dalende geboortecijfer tegen te gaan. Ook werden genderstudies afgeschaft omdat die zogezegd “de biologische dimensie” van vrouw-zijn ontkennen. In Polen, Italië, Oostenrijk en Frankrijk verspreiden zittende partijen vergelijkbare denkbeelden.
Veel mensen gaan ervan uit dat het verlangen naar een kind een biologische aandrang is. Nochtans is dat helemaal niet zo zeker. In 2018 blijkt uit een onderzoek van de VUB bijvoorbeeld dat gemiddeld 13% van de 25- tot 35-jarigen in België geen kinderen wil. Bij mannen is dat 16% en bij vrouwen 11%. Dat cijfer is behoorlijk hoog in vergelijking met het Europese gemiddelde. Als kinderwens biologisch te verklaren was, zouden er geen culturele verschillen op te merken zijn. Een biologische drang om kinderen te krijgen is niet wetenschappelijk aangetoond, maar een drang om voor kinderen te zorgen wel.
[1] Phillips, N., Taylor, L., & Bachmann, G. (2019). Maternal, infant and childhood risks associated with advanced paternal age: the need for comprehensive counseling for men. Maturitas.
Een biologische drang om kinderen te krijgen is niet wetenschappelijk aangetoond, maar een drang om voor kinderen te zorgen wel.
De Nederlands Lisette Schuitemaker schreef een boek over kinderloosheid en deed daarvoor een niet-representatieve steekproef bij 715 mannen en vrouwen wereldwijd. Zij kwam tot de vaststelling dat er oneindig veel redenen zijn voor mensen om geen kinderen te willen. Daarnaast stelt ze vast dat de maatschappelijke opvattingen over kinderloosheid stilaan veranderen, en daarmee dus ook de opvattingen over de rol van “de vrouw” en “de man”.