Katharine Bausch
He Thinks He’s Down: White Appropriations of Black Masculinities in the Civil Rights Era
Vancouver, B.C.: University of British Columbia, 2020. 229 p.
gender / identiteit / mannelijkheid / racisme / populaire cultuur / films / stereotypen
RoSa-ex.nr.: FII m/848
He Thinks He’s Down van de feministische geschiedkundige Katharine Bausch biedt een diepgaande en boeiende analyse van witte Amerikaanse mannen die zich mannelijkheidsnormen toe-eigenen, die traditioneel aan zwarte mannen worden toegeschreven. Vanuit een intersectioneel perspectief onderzoekt Bausch dit fenomeen binnen het Amerikaanse historische kader, met bijzondere aandacht voor racisme, discriminatie en segregatie.
In He Thinks He’s Down richt Katharine Bausch zich in eerste instantie op geracialiseerde gendernormen - voornamelijk op mannelijkheidsnormen die specifiek voor zwarte mannen gelden - en onderzoekt hoe deze zich hebben ontwikkeld in verschillende periodes van de Amerikaanse geschiedenis. Concreet neemt ze de periode van 1945 tot 1980 onder de loep en centraal in de analyse staat het idee van ‘culturele toe-eigening’, meer specifiek witte mannen die zich zwarte mannelijkheidsnormen toe-eigenen. Bausch zoomt niet alleen in op de motieven van en de manieren waarop witte mannen zich zogenaamde ‘betekenisgevers’ van zwarte mannelijkheid aanmeten in hun zoektocht naar wat het betekent om man te zijn, maar onderzoekt daarnaast welke invloed deze culturele toe-eigening heeft gehad op de dominante opvattingen over ras/etniciteit, gender, sekse en seksualiteit binnen een specifiek tijdskader. Doorheen het boek wordt duidelijk dat deze praktijken een grote impact hebben gehad op de reproductieve van raciale stereotypen en racistische vooroordelen rond deze betekenisgevers en identiteitskenmerken. Bausch licht toe hoe de witte mannen in kwestie zich vaak van geen kwaad bewust waren, maar hoe culturele toe-eigening een rol blijft spelen in de instandhouding van racisme en witte suprematie.
“He Thinks He’s Down examines negotiations of white manhood and masculinity in the civil rights era through the lens of appropriation. It seeks to understand how and why some white artists and activists, feeling alienated from the ideals of middle class white manhood, were attracted to black masculinities.” Katharine Bausch in de inleiding van He Thinks He's Down (2020, p. 7)
Met het boek tracht de auteur geen allesomvattende uiteenzetting te geven over de waaier aan mogelijkheden waarop witte Amerikaanse mannen doorheen de geschiedenis gebruikgemaakt hebben van normen die in hun tijdperk eerder voor zwarte mannen golden of uitingen van mannelijkheid die bij die laatste groep eerder gebruikelijk was. Wie op zoek is naar een exhaustief werk hierover, is niet aan het juiste adres. Nee, vanuit haar historische kennis en expertise inzake mannelijkheid en anti-zwart racisme binnen Amerikaanse populaire cultuur, analyseert Bausch drie specifieke casussen die zich allen afspelen binnen de Amerikaanse burgerrechtenperiode. In het kader van dit boek beschouwt de auteur die periode in z’n ruime vorm: ruimer dan de effectieve hoogdagen van formele politieke besluiten en politieke protesten. Ook de aanloop naar en nasleep van deze periode van politieke hervorming (1950-1970) neemt de auteur mee in haar denkoefening. Grosso modo wordt er dus aandacht besteed aan de periode 1945-1980.
Toe-eigening (ook wel ‘culturele toe-eigening’ genoemd) wordt in onderzoek meestal gedefinieerd als “het lenen of overnemen van iets (een eigenschap of visueel kenmerk bijvoorbeeld) uit een cultuur die niet de jouwe is en het opnemen in je eigen leven of werk”. Daarnaast kent toe-eigening verschillende motieven en consequenties: voel je je geïnspireerd door wat je anderen hebt zien doen en wil je daar net waardering voor tonen? Voel je mee met de strijd tegen onderdrukking van een groep met andere identiteitskenmerken dan de jouwe? Of, doe je het toe-eigenen net uit een blijvend geloof in (en dus herbevestiging van) stereotiepe en stigmatiserende indeling van groepen mensen? Bijgevolg kunnen ook de repercussies van dergelijke toe-eigening drastisch van elkaar verschillen. Een meerwaarde van He Thinks He’s Down is dat de auteur voldoende ruimte laat voor, en stilstaat bij die diversiteit, terwijl ze nuanceert en duidt waar nodig. Niks is zo zwart-wit, pun intended.
Naast toe-eigening nemen mannelijkheid en mannelijkheidsnormen een centrale plek op in het boek.Bausch hanteert verschillende termen inzake mannelijkheid. Ze gebruikt zowel het enkelvoud als meervoud (‘masculinity’ en ‘masculinities’) om te verwijzen naar de meervoudige invulling van de notie ‘mannelijkheid’. Ook plaatst ze verscheidene bijvoeglijke naamwoorden voor de term. ‘Dominante mannelijkheid’, bijvoorbeeld, is een term die in de analyse voorkomt. Daarmee doelt Bausch veeleer op ‘veelvoorkomend’ dan ‘dominant’ in de zin van ‘overheersend’.
Belangrijk om te onthouden als lezer is dat de auteur, ondanks het gebruik van die bijvoeglijke naamwoorden, deze vormen van mannelijkheid waarnaar ze verwijst niet als vaststaande (biologische) gegevens ziet.
Als Bausch spreekt over ‘witte mannelijkheid’ of ‘zwarte mannelijkheid’, ‘dominante mannelijkheid’ of ‘onderdanige mannelijkheid’, zijn dat slechts taalkundige handvatten om te duiden welke geracialiseerde genderstereotypen en -normen er golden (en als dominant/veelvoorkomend konden worden beschouwd) in een bepaalde setting. In de publicatie doet de auteur tot slot ook suggesties om op andere taalkundige manieren over het thema te spreken. Zo heeft ze het veelvuldig over 'betekenisgevers van’ (signifiers of) zwarte mannelijkheid. Rode draad in het boek is de nadruk op de ruimtelijke, tijdsgebonden en contextuele veranderlijkheid van deze normen (en hun taalkundige verduidelijkingen).
“He Thinks He’s Down does not mean to argue that racial realities … can be divided into a simple binary of white and black. Instead … consider the ways in which white manhood has been defined historically against [other] masculinities as well as against various femininities.” Katharine Bausch in de inleiding van He Thinks He's Down (2020, p. 21)
Met He Thinks He’s Down wil de auteur in eerste instantie bijdragen aan de historische kennis over de veranderlijkheid van en evolutie inzake mannelijkheidsnormen. Daarnaast vormt de publicatie een unieke bijdrage aan de specifieke geschiedschrijving over geracialiseerde gendernormen. Ondanks de opkomst van het intersectioneel denkkader, wordt er nog te weinig door die bril naar historische fenomenen gekeken waardoor, volgens de auteur, stereotypen en vooroordelen in stand worden gehouden. Daardoor is er te weinig aandacht voor de manieren waarop dergelijke normen op de as etniciteit/ras, gender, sekse en seksualiteit mee gevoed en bevestigd worden door praktijken zoals toe-eigening.
De specifieke aanleiding voor het boek is dat toe-eigening van geracialiseerde gendernormen sinds het begin van de jaren 2000 steeds vaker als een nieuw fenomeen lijkt te worden beschouwd. Die visie wil de geschiedkundige dus rechtzetten. Daarnaast merkt Bausch op dat raciale stereotypen en racistische vooroordelen in actuele debatten over toe-eigening in de media eerder worden bevestigd dan dat ze in vraag worden gesteld, of beter nog, worden doorbroken. Voor Bausch is het tijd voor nuancering, historische duiding én het aanbieden van handvatten voor wie gefundeerd over het thema in gesprek wil gaan.
“Many people believe that this phenomenon is a relatively recent one, but it is not new, despite the emergence of new terms to describe white men who appropriate signifiers of black masculinity. Since the Harlem Renaissance of the 1920s and 1930s, various white men have been engaging in what is sometimes referred to as “racial tourism” or racial “slumming”.” Katharine Bausch in de inleiding van He Thinks He's Down (2020, p. 5)
Het boek is voorzien van een uitgebreide introductie. De 22 pagina’s lijken in het geval van He Thinks He’s Down geen overbodig hulpmiddel. Wanneer een publicatie aan de hand van drie specifieke casussen een fenomeen in detail wil uitdiepen, kan de contextualisering en doorverwijzing zeker geen kwaad. Zelfs voor zij die niet specifiek geïnteresseerd zijn in de uitingen van toe-eigening in de VS tijdens de burgerrechtenperiode levert het boek ongetwijfeld nieuwe inzichten inzake mannelijkheid, racisme en geracialiseerde gendernormen. Het boek kan dienst doen als eyeopener wat betreft de valkuilen voor witte mensen die culturele toe-eigening misschien wel zien als een manier van steun betuigen aan de antiracistische strijd van zwarte mensen.
De toe-eigening van zogenaamde betekenisgevers van zwarte mannelijkheid blijft te weinig onderzocht. De vlotte pen van Bausch in combinatie met haar overduidelijke expertise in het thema maken van He Thinks He’s Down interessante, historisch onderbouwde lectuur over een onderbelicht topic dat anno 2024 actueel blijft.
“Although less often studied by historians, white men’s appropriation of black masculine signifiers accelerated dramatically after the Second World War. One of the important contexts for this was what various scholars have described as the crisis of white masculinity, which was fuelled by various economic, political, social, and cultural changes in the mid-twentieth century.” Katharine Bausch in de inleiding van He Thinks He's Down (2020, p. 5)
Het beperkte onderzoek naar culturele toe-eigening in de Verenigde Staten dat er wel is, gaat bovendien voornamelijk over economische, maatschappelijke en sociale motivering, terwijl Bausch in de drie cases van het boek net inzoomt op persoonlijke motieven. De auteur verdiept zich met haar cases op de rol die populaire cultuur in dit relaas heeft gespeeld, waarbij ze het noodzakelijk acht om in haar lezing van ‘populaire cultuur’ ruimte te bieden aan politiek activisme en ideologie. Zonder ruimte voor beide aspecten, kan populaire cultuur binnen een specifiek tijdperk, aldus Bausch, niet ten volle geanalyseerd en dus begrepen worden. In haar analyse van culturele toe-eigening in populaire cultuur gaat de auteur ook in op ‘imaginary black masculinities’, ingebeelde of verbeelde ‘zwarte mannelijkheid(snormen)’, wat een extra dimensie geeft aan de analyse.
Belangrijk is dat Bausch in deze publicatie zowel aandacht heeft voor bewuste als onbewuste toe-eigening van heersende mannelijkheidsnormen voor zwarte mannen. Zo wordt in de analyse bijvoorbeeld al snel duidelijk gemaakt dat vooral door de maatschappij gemarginaliseerde witte mannen gebruikmaken van culturele toe-eigening in hun eigen zoektocht naar een nieuwe invulling van hun mannelijkheid of het herdefiniëren van hun man-zijn. Ze hopen zo dominante mannelijkheidsnormen van en voor witte mannen te doorbeken alsook normen die witte mannen privilegieren. Helaas blijken die goede bedoelingen niet altijd ook het eindresultaat te hebben die ze voor ogen hadden, integendeel:
“In doing so, these men did not destroy hegemonic white masculinities or relinquish the privilege associated with them. This book demonstrates, in fact, that marginalized white men who appropriated symbols of black masculinities in their work and lives, even when they believed themselves to be challenging racism and other forms of injustice and oppression, reinforced the power of white manhood.” Katharine Bausch in de inleiding van He Thinks He's Down (2020, p. 8)
De argumentatie van waaruit bepaalde geracialiseerde gendernormen vorm kregen, werd door zij die deze normen overnemen amper tot niet in vraag gesteld. Die historische fundering van die raciale opdeling van gendernormen was vaker wel dan niet racistisch van aard en zeer (doelbewust) stigmatiserend. Geracialiseerde (gender)normen hielpen racistische systemen zoals de slavernij en rassensegregatie te rechtvaardigen, zo licht Bausch toe. Tot slot hebben zelfs die witte mannen die zich wel bewust waren van deze racistische voorgeschiedenis vaak niet door dat ze, door deze normen over te nemen, racistische noties en schadelijke stereotypen op vlak van ras/etniciteit en gender, sekse en seksualiteit mee in stand hielden.
Intersectionaliteit, en dan voornamelijk de intersecties tussen ras, etniciteit, gender, sekse en seksualiteit nemen een centrale plek op in de denkpistes van de auteur. Bausch tracht doorheen het boek waar nodig te duiden, te nuanceren of ander onderzoek en onderzoekers te vermelden. Deze publicatie vormt in haar ogen een deel van een veel grotere puzzel en bouwt verder op onderzoek dat reeds geleverd is. Niet op alle raakvlakken gaat ze dieper in, maar het is een meerwaarde dat Bausch die omkadering biedt. Zo benadrukt ze dat witte mannen niet stil stonden bij de sociale en maatschappelijke impact die hun keuzes hadden op zwarte mannen, maar evenmin de impact die hun praktijken hadden op zwarte vrouwen:
“...the white men who adopted black masculine signifiers rarely considered black women … These white men tended to erase and eliminate black women from the narrative of black culture and black life, thereby contributing to the long-standing problem … of privileging black male voices over black female voices.” Katharine Bausch in de inleiding van He Thinks He's Down (2020, p. 9)
Daarnaast stonden witte mannen, volgens de auteur, te weinig stil bij hun eigen geprivilegieerde positie en toegang tot macht bij het spelen met dergelijke verschillende stereotypen en normen. Je kan namelijk pas afstand doen van die geprivilegieerde positie als je er überhaupt toegang toe hebt (gehad) of spelen met die normen als je toegang hebt tot de verschillende ‘opties’. Toe-eigening van bepaalde sociale normen gebeurt dan ook zeer contextafhankelijk. In de ene setting gingen de witte mannen in kwestie zich op de ene manier positioneren, in de andere setting dan weer op een andere manier, een keuze die zwarte mannen vaak niet hadden.
“... they never really considered their structurally based ability, which was denied to black men, to either accept or reject hegemonic masculinity. White men’s power to either accept or relinquish the demands or their racialized gender was key to their privilege.” Katharine Bausch in de inleiding van He Thinks He's Down (2020, p. 9)
De drie cases die Bausch tot in detail analyseert, situeren zich alledrie tussen 1945 en 1980 omdat de praktijken van de witte mannen die ze analyseert in die periode binnen het volgende kader kunnen worden geschetst: “their relationship to black masculinity was heightened at this time due to various factors, including their age and generation, the mid-century crisis of white masculinity, and the social movements of that period” (introductie, p. 21).
In hoofdstuk 1 staat de literatuur centraal van de witte joodse Amerikaanse roman- en toneelschrijver, journalist en filmmaker Norman Mailer en de witte Frans-Amerikaanse romanschrijver en poëet Jack Kerouac. Hun literatuur wordt verkend vanuit de context van de burgerrechtenbeweging en literaire weergaven van (zwarte) mannelijkheid. Vanuit hun respectievelijke joodse en Frans-Amerikaanse achtergrond ervaarden beide auteurs een gecompliceerde relatie met heersende mannelijkheidsnormen voor witte mannen.
“... Mailer and Kerouac appropriated African American masculinities in their literary reconstructions of US manhood. For both these men, African American men offered promising possibilities for reconstructing American manhood.” Katharine Bausch in de inleiding van He Thinks He's Down (2020, p. 27)
Hoofdstuk 2 biedt een analyse van Playboy en de rol die het magazine gespeeld heeft in de manier waarop er naar geracialiseerde gendernormen werd gekeken en hoe er mee werd omgegaan in de populaire cultuur van de jaren 1970. Door middel van hun toepassingen van toe-eigening in het tijdschrift werd de strijd van zwarte Amerikaanse mannen getrivialiseerd en uitgebuit, zo besluit Bausch.
“Playboy …promoted the rebellion among white men. And, as was the case with various earlier rebellions by white men, Playboy relied on racialized representations of masculinities. In order to allow its readers to reject the trappings of the suburban, corporate, and white middle-class family man, even if just in their imaginations, Playboy adopted and adapted the style of the imaginary hero of urban sexuality and cultural resistance: the African American soul man.” Katharine Bausch in de inleiding van He Thinks He's Down (2020, p. 27)
In hoofdstuk 3 ligt de focus op de zogenaamde ‘black urban hustler’ in filmproducties. De auteur gaat dieper in op gelijkenissen en verschillen tussen Blaxploitation-films (een filmgenre dat floreerde in de jaren 1970) van de hand van witte filmregisseurs en hun zwarte collega’s. De term ‘blaxploitation’ is een portmanteau van ‘black’ en ‘exploitation’ en verwijst naar een filmgenre waarin zwarte mensen zeer bewust niet (enkel) de sidekick of slechterik, maar de protagonist of held zijn. Het is een kritiek op de racistische culturele beeldvorming die Hollywood, toen maar vandaag nog steeds, uitdraagt. Ondanks deze terechte kritiek en de positieve beeldvorming die Blaxploitation-films brengen, blijven bepaalde stereotypen en vooroordelen ook in deze films standhouden. Ook binnen deze narratieven heeft Bausch oog voor de impact op zwarte vrouwen:
“The white-directed Blaxploitation films also continued to depict black women as sexual objects, obstacles, or servants for black men. This reduced the role of women in Black Power culture and politics in ways that were increasingly exasperating for black women. … [they] silenced the role of black women in politics and punished them for attempting to find a space in the complicated urban world of the 1970s.” Katharine Bausch in de inleiding van He Thinks He's Down (2020, p. 157)
Dr. Katherine Bausch is lesgever en adviseur voor bachelorstudenten aan het Feminist Institute of Social Transformation aan Carleton University in Ottawa, Canada. Ze beschrijft zichzelf als een ‘feministisch geschiedkundige’. Haar onderzoekswerk focust op thema’s zoals mannelijkheid, witheid en anti-zwart racisme in de Verenigde Staten en Amerikaanse populaire cultuur. Momenteel doet Bausch onderzoek naar hoe patriarchale, koloniale en witte suprematische ideeën, normen en structuren aangeleerd worden - en dus ook afgeleerd kunnen worden. Hiermee wil ze een educatieve tool ontwikkelen voor het hoger onderwijs. Hou haar werk dus zeker in de gaten.