hier komen promoties & acties

Corey Young Lb9Dkl K0Xb0 Unsplash

Interview Nozizwe Dube, Sigrid Vertommen en Mirjam Henkens

Nozizwe Dube is afgestudeerd in de rechten aan de KU Leuven, met als specialisatie internationaal recht, recht van de Europese Unie en publiek recht. Nozizwe is ex-voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad en mede-oprichter van Karibu, een safe space waarin de diverse culturen van studenten van Afrikaanse afkomst centraal staan en worden gevierd.

Sigrid Vertommen doet postdoctoraal onderzoek naar de politieke economie van wereldwijde vruchtbaarheidsketens aan de vakgroep Conflict- en Ontwikkelingsstudies van de Universiteit Gent. Ze is actief bij UGent Vrouwenstaking, een collectief van  personeel en studenten die ijveren voor de rechten van wie zorgend werk verricht bij de universiteit, onder meer binnen de schoonmaak, het cafetaria en het kinderdagverblijf. Daarnaast is ze actief rond Palestina, bij ACOD UGent, Furia en Sophia, het Belgisch Netwerk voor Gender Studies en probeert ze een community kitchen op te zetten in Vorst samen met andere vrouwen uit de buurt.

Mirjam Henkens komt uit Borgerhout, waar ze na een aantal jaar als leerkracht nu als opbouwwerker werkt. Ze is al bijna tien jaar actief rond antiracisme en feminisme, momenteel onder meer bij de In My Name campagne, Baas Over Eigen Hoofd! (BOEH!), Kick Out Zwarte Piet en Platform 21 maart

We vroegen Nozizwe, Sigrid en Mirjam te reflecteren op hoe wit feminisme zich vandaag uit in organisaties en politiek – en hoe het anders en beter kan.

Hoe omschrijven jullie wit feminisme?

Mirjam: “Ik definieer het als een feminisme dat een heel beperkt beeld heeft van vrouw-zijn, gestoeld op koloniale, racistische ideeën. Voorbeelden daarvan zijn de doorgedreven focus op het glazen plafond doorbreken, het lean in-feminisme of het discours van de N-VA. Een ander belangrijk kenmerk is dat het de globale geschiedenis van de feministische strijd witwast. De rol die feministen van kleur speelden wordt niet meegenomen, hun specifieke struggles evenmin. Denk aan de hashtag MeToo die door een zwarte vrouw, Tarana Burke, bedacht werd, maar die pas wereldwijd aandacht kreeg toen witte vrouwen die overnamen. Het is goed dat er veel aandacht is voor seksueel grensoverschrijdend gedrag, maar daarbij zou er ook gesproken moeten worden over de specifieke stereotypen en exotisme dat vrouwen van kleur extra kwetsbaar kan maken. Het is een kwalijke misvatting om te denken dat witte vrouwen het feminisme hebben uitgevonden.”

Sigrid: “Wit feminisme is een feminisme waarbij de categorie vrouw zijn (on)bewust wordt herleid tot de ervaringen en noden van witte vrouwen. Dat is historisch zo ontstaan, doordat het feminisme binnen een wit verlichtingskader vorm kreeg. Onze koloniale geschiedenis en de rol van vrouwenbewegingen hierin erkennen, dat lukt voor vele feministische bewegingen vandaag nog niet. De eisen van de mainstream feministische beweging staan daardoor vaak ver af van dat waar de grote meerderheid van de vrouwen mee bezig is. Denk aan het glazen plafond doorbreken: 99% van de vrouwen wereldwijd is daar in het dagelijks leven niet mee bezig.

Het is overigens niet omdat je wit bent en feminist, dat je aan wit feminisme doet. Wit feminisme is een structurele manier van denken en doen, waarvan je ook afstand kan nemen. Ook binnen feministische groepen die bestaan uit vrouwen van kleur komt lean in-feminisme voor. Anderzijds kan iedereen deel uitmaken van de antiracistische feministische beweging, ongeacht huidskleur of gender, door daarnaar te handelen.”

"Het is niet omdat je wit bent en feminist, dat je aan wit feminisme doet. Wit-feminisme is een structurele manier van denken en doen, waarvan je ook afstand kan nemen." Sigrid Vertommen (UGent)

Nozizwe: “Voor mij draait wit feminisme vooral om vrouwen die proberen macht te verwerven en uitoefenen op de manier waarop mannen dat altijd hebben gedaan. In de politiek uit zich dat bijvoorbeeld in een voortzetting van beleid gestoeld op imperialisme, racisme, islamofobie, homofobie en andere vormen van onderdrukking. Toen Madeleine Albright overleed, werd ze door witte feministen geroemd omdat ze de eerste vrouwelijke Secretary of State was. Daarbij werd niet vermeld dat Albright het een “noodzakelijk kwaad” vond om 50.000 Iraakse kinderen in de oorlog in Irak te doden. Haar prijzen als feminist, toont een gebrek aan intersectioneel inzicht. Ook het eerder genoemde lean in-feminisme van Facebook-topvrouw Sheryl Sandberg en andere vormen van corporate feminisme zie ik als wit feminisme. De vrouwen die pleiten voor het doorbreken van het glazen plafond zien vaak niet in hoe het werk van andere vrouwen – meestal vrouwen van kleur – in kinderopvang en huishouden hen in staat stelt om de topposities te bereiken die eerder voor mannen voorbehouden waren.”

Waarom dringt het bewustzijn dat de koloniale geschiedenis nog altijd doorwerkt zo langzaam binnen bij feministische bewegingen?

Sigrid: “De feministische beweging is historisch gezien een progressieve, anti-systemische sociale beweging, die ingaat tegen bepaalde patriarchale structuren. Veel witte vrouwen hebben echter zichzelf geëmancipeerd ten koste van andere vrouwen, vaak vrouwen van kleur. Historisch waren dat gekoloniseerde vrouwen of tot slaaf gemaakte vrouwen, vandaag zijn dat slecht betaalde poetsvrouwen, nanny's en dogwalkers. Zowel voor individuen als voor groepen is het ongemakkelijk en pijnlijk die mechanismen te erkennen. Er is dus sprake van onwetendheid, maar ik denk dat sommigen het ook niet willen weten: deze structurele mechanismen erkennen en veranderen betekent dat je macht moet afstaan.”

Mirjam: “Pas in de Master Gender en Diversiteit leerde ik wat vrouwen echt betekend hebben in de geschiedenis. Dat is zo'n groot onrecht! Terwijl er zoveel bekend is, maar die kennis wordt onvoldoende verspreid. Ik zie daar een taak weggelegd voor de overheid. Je kan onwetendheid echter niet enkel oplossen met educatie over de geschiedenis van het feminisme. Je kan nog zoveel uitleggen en op tafel kloppen, als mensen niet van plan zijn om plaats te maken en macht af te staan, dan wordt het een bewust ontkennen.”

Nozizwe: “Ik was coördinator van UNDIVIDED voor KU Leuven, een organisatie die werkt rond dekolonisatie van de curricula en de academische instellingen in het algemeen. Het viel me op dat cursussen vertrekken vanuit een heel mannelijk en wit perspectief, ook als het over kolonialisme gaat. De manier waarop witte mensen daarnaar gekeken hebben, wordt onderwezen en voorgesteld als neutraal, objectief en universeel – wat het natuurlijk niet is. 

Een tijdje geleden werd er op de Instagram van RoSa vzw een boek uit de RoSa-bibliotheek uitgelicht over hoe Belgische katholieke vrouwen die naar Congo trokken keken naar de rol die zij speelden binnen het Belgische koloniale bedrijf, en in het bijzonder hoe zij zich verhielden tot de lokale vrouwen. Ik vond dat heel interessant, want ik heb enkel geleerd over de rol die witte mannen speelden in de kolonies. Hun aandeel was veel groter dan dat van vrouwen, maar dat neemt niet weg dat vrouwen ook betrokken waren bij het kolonialisme. Om ons binnen feministische bewegingen bewust te zijn van hoe de koloniale geschiedenis vandaag doorwerkt, moeten we ook leren en spreken over de rol die vrouwen speelden.”

Sigrid: “Organisaties als BOEH! zijn voor mij voorbeelden van hoe het wel kan. Bij BOEH! gaat het niet over identitaire categorieën als zwart, wit, hoofddoek of geen hoofddoek. BOEH! gaat verder dan het inclusieverhaal waarmee witte vrouwenbewegingen wat vrouwen van kleur betrekken bij hun organisatie om de diversiteit wat te vergroten. BOEH! verenigt feministen met verschillende achtergronden en schuift als organisatie collectieve eisen en strategieën naar voren die zijn gebaseerd op de vrouwen die dat er het meest nood aan hebben. Op grote schaal zie ik dat niet gebeuren: de feministische beweging in België blijft heel wit, dat zie ik trouwens ook soms terug in de collectieven waarin ik zelf actief ben.”

Hoe vertaalt feminisme zich in de Belgische politiek? 

Nozizwe: “Het feminisme van vrouwen in de Belgische politiek die zichzelf als feminist zien, blijft beperkt tot heel wit, lean in-achtig feminisme gefocust op thema’s zoals het glazen plafond. Er is geen aandacht voor het intersectionele. Ook wordt er te weinig de vraag gesteld hoe je jouw macht gaat gebruiken als je als vrouw de politiek in gaat. Doe je dat op een imperialistische, paternalistische manier, of ga je er iets anders mee doen, om ook mensen die anders zijn dan jouzelf te dienen?”

Mirjam: “Als ik kijk naar hoe we feminisme vertaald zien in politiek en politieke partijen, dan zie ik dat de N-VA in de communicatie veel inspeelt op feminisme, met helaas vrouwen van kleur die een heel neoliberaal wit feminisme vertolken, zoals Darya Safai, Assita Kanko en Zuhal Demir. Ze propageren één 'juiste' vorm van feminisme/emancipatie en sluiten daardoor heel wat vrouwen uit. De PVDA probeert ook op het thema in te pikken met festivals rond feminisme, maar uiteindelijk blijft de partij vooral een heel witte, mannelijke club, en is er een gebrek aan representatie, zeker in sleutelposities. PVDA neemt feminisme op als het past in de klassenstrijd, maar heeft minder aandacht voor zelfbeschikking en culturele thema’s, terwijl je van de PVDA zou verwachten dat de partij de enorme waarde erkent van de autonome strijd van onderdrukte groepen en dat ze zich verdiept in de verwevenheid van klassenonderdrukking, uitbuiting en onderdrukking op basis van seksisme en racisme. Diverse autonome strijd daarrond is onontbeerlijk voor een antikapitalistische strijd – aan politiek doen is meer dan partijpolitiek.”

Welke feministische strijdpunten moeten er de komende jaren op tafel komen?

Sigrid: “De weg vooruit brengt volgens mij drie sferen samen: antikolonialisme en antiracisme, feminisme en antikapitalisme. Dat probeer ik op kleine schaal in de praktijk te brengen in de collectieven waar ik actief ben. Bij UGent Vrouwenstaking proberen we bijvoorbeeld niet zozeer te focussen op toename van het aantal vrouwen van kleur in raden en besturen of met een professorstitel, maar op de noden van vrouwen en personen in de laagste salarisschaal. Vaak zijn dit mensen van kleur, met en voor wie we deftige lonen en arbeidsomstandigheden eisen. Dat is een enkel voorbeeld, want er zijn veel strijdpunten aan de universiteit, op het vlak van curriculum tot zorgwerk tot grensoverschrijdend gedrag."

Mirjam: ”De klimaatstrijd, strijd tegen racisme, islamofobie en hoofddoekenverboden, en strijd voor fundamentele mensenrechten ongeacht iemands legale status, moeten onderdeel uitmaken van het feminisme. Mensen zonder papieren die al jaren voor 3 euro per uur poetsen geven momenteel alles op om aan basisrechten te komen. Je bent gewoon ongeloofwaardig als feminist als je daar niet voor opkomt. Ik zie overigens hoopvolle tendensen op het vlak van de klimaatbeweging, waarbij vrouwen en non-binaire personen voorop gaan. Youth For Climate ondersteunt initiatieven als In My Name en Platform 21/03, de dag tegen discriminatie en racisme. Ook Greenpeace reikt antiracismebewegingen de hand, biedt middelen en platform aan. Ik zie daarin een andere koers, die de link legt tussen sociale en klimaatstrijd. Dat wil niet zeggen dat we er al zijn, maar je merkt wel tastbaar bondgenootschap vanuit die hoek.”

“We kunnen alleen maar vrij zijn als iedereen vrij is – samenwerking is dus noodzakelijk. In een geglobaliseerde wereld betekent dit dat we verder moeten kijken dan België of Europa, zeker als het om klimaat of migratie gaat.” Nozizwe Dube

Nozizwe: “We kunnen alleen maar vrij zijn als iedereen vrij is – samenwerking is dus noodzakelijk. In een geglobaliseerde wereld betekent dit dat we verder moeten kijken dan België of Europa, zeker als het om klimaat of migratie gaat. Wanneer er vertegenwoordigers van de klimaatbeweging in België in de media aan het woord komen, dan brengen zij echter nog steeds een erg wit verhaal naar voren, ook de jongere klimaatactivisten. Ze hebben het zelden of nooit over hoe kolonialisme bijgedragen heeft tot klimaatproblemen en dat landen die kolonies hadden een rol hebben om dat recht te trekken. Het is volgens mij een gemiste kans om dat verband niet te leggen, want de eerste slachtoffers van klimaatverandering zullen vrouwen en kinderen uit het globale zuiden zijn. Willen we alle vormen van onderdrukking erkennen en aanpakken, dan mogen we kolonialisme niet negeren. 

Een concreet voorbeeld van hoe het anders kan: met UNDIVIDED werkten we vorig jaar een manifest uit, #DekolonizeKULeuven, met tien eisen over hoe we dekolonisering binnen de universiteit willen zien. Daarin spraken we over het dekoloniseren van de curricula, hoe weinig professoren van kleur er zijn, het gebrek aan erkenning en ondersteuning voor de mentale gezondheid van studenten van kleur die te maken hebben met islamofobie en racisme, en teruggave van geplunderde kunstobjecten uit Congo tijdens het kolonialisme die binnen de universiteit aanwezig zijn. Daarnaast hebben we ook de eis opgenomen dat de KULeuven niet aan outsourcing zou moeten doen van mensen die in techniek of schoonmaak werken. Zij krijgen dan enorm veel werk voor nog steeds erg weinig geld. Ook wijzen we erop dat er een machtsverschil is tussen kennisjobs enerzijds, die vooral door witte mensen worden uitgevoerd, en die andere jobs, waar we wel diversiteit zien. Dat is een ongelijkheid op zich. Zo proberen we verbanden te leggen tussen verschillende domeinen die dekoloniaal en feministisch zijn.”

Wat voor allianties hopen jullie dat er in de toekomst zullen ontstaan?

Mirjam: “Op het hoogtepunt van Black Lives Matter wilde elke organisatie een zwart vierkantje op Instagram zetten, snel diverser worden, een diversiteitsmanager aanstellen...  Je kan echter niet snel snel iets rechtzetten. Als je je uitspreekt zonder een intern dekolonisatieproces te doen, creëer je opnieuw plekken die niet veilig zijn voor mensen van kleur. Organisaties moeten een breed gedragen beleid  ontwikkelen en zorgen voor meer erkenning en machtsoverdracht naar LHGBTQI+ mensen van kleur, omdat zij historisch het meest naar de achtergrond geduwd zijn en de meeste uitsluiting ervaren.”

Sigrid: “Allianties aangaan en elkaar ondersteunen is een eerste stap, maar het moet verder gaan dan dat. De mooiste manier van aan politiek doen is echt samen komen. Denk aan vakbonden die de vrouwenstaking niet alleen ondersteunen, maar er ook deel van uitmaken. Dat is niet altijd gemakkelijk, want iedereen wil andere klemtonen leggen. Dat betekent dat we binnen de organisaties waar we actief zijn constant moeten blijven argumenteren om actiepunten te incorporeren. We moeten blijven hameren op wat intersectionaliteit is en bij elke strategie en actiepunt de meest kwetsbare groepen centraal stellen. Je moet almaar opnieuw vragen stellen als 'Wie zit er hier niet aan tafel en waarom?' Om een voorbeeld te noemen: vrouwelijke werknemers die te maken krijgen met seksisme en seksueel grensoverschrijdend gedrag aan de universiteit stappen vandaag nog te weinig naar de vakbond, terwijl ze daar ook terecht zouden moeten kunnen. Historisch gezien zijn vakbonden nogal gecentreerd op de mannelijke arbeider en dat laat natuurlijk sporen na. Er moeten dus schotjes opgeheven worden. De vakbond moet meer een vrouwenbeweging worden en vice versa, vrouwenbewegingen moeten zich veel meer bewust worden van klassendynamieken en de omstandigheden waarin 99% van de vrouwen hun betaalde en onbetaalde arbeid uitvoeren. In de ideale wereld, kan er hierdoor een grote sociale beweging ontstaan.”

“We moeten blijven hameren op wat intersectionaliteit is en bij elke strategie en actiepunt de meest kwetsbare groepen centraal stellen. Je moet almaar opnieuw vragen stellen als 'Wie zit er hier niet aan tafel en waarom?'” Sigrid Vertommen (UGent)

Mirjam: “Wat ik tot slot belangrijk vind, is de grote verantwoordelijkheid van het middenveld om standpunt in te nemen. Vanuit BOEH! merken we dat het neutraliteitsprincipe, dat stelt dat ambtenaren elke uitspraak, elke houding, elk voorkomen moeten vermijden dat van aard zou zijn om het vertrouwen van het publiek in zijn totale neutraliteit aan te tasten, steeds vaker misbruikt wordt om het middenveld te beteugelen. Zo steunt NTGent de In My Name-campagne, een burgerwet voor de regularisatie van mensen zonder papieren. Vanuit N-VA en Vlaams Belang kwam er vervolgens kritiek: individuele artiesten mogen doen wat ze willen, maar het instituut moet neutraal blijven. Terwijl opkomen voor mensenrechten een essentiële opdracht van het middenveld is. Daar ben ik niet hoopvol over: culturele organisaties zijn bang om subsidies te verliezen en dreigen te worden afgezwakt tot een handpop van de regering.”

Nozizwe: “Als medeoprichter van Karibu binnen KU Leuven, een organisatie voor een door studenten met Afrikaanse roots, kijk ik vooral naar de universitaire context. Daar put ik hoop uit de manier waarop minderheden elkaar ondersteunen om sterker te staan, omdat we niet altijd op de universiteit kunnen rekenen. Dat zag ik bijvoorbeeld tijdens het galabal dat Karibu en de Asian Student Association van KU Leuven samen organiseerden. Ik vond het heel mooi om te zien hoe studenten met Afrikaanse en Aziatische roots samenkwamen binnen KU Leuven, wat toch een erg witte universiteit blijft. Dat gebeurde ook na de dood van Sanda Dia. Toen hebben Karibu en UNDIVIDED contact opgenomen met onder meer de Asian Student Association en de Turkse studentenvereniging, waarna we samen in een open brief aan de universiteit onze onvrede uitten over hoe het aspect van racisme niet serieus genomen werd door de universiteit en over de boodschap die de universiteit uitdroeg rond dit dossier. Opnieuw deden we dit vanuit een intersectioneel oogpunt. 

Studenten staan vaak aan de wieg van feministische bewegingen; in de studentenjaren groeit het maatschappelijk bewustzijn van jongeren. Ik denk daarom dat allianties tussen studenten met een beperking, LHBTQI+ en andere minderheden of achtergestelde groepen noodzakelijk zijn, en dat we samen moeten opstaan als een van deze groepen aangevallen wordt. Dat geeft moed aan studenten en zendt een signaal naar de maatschappij.”

 

BOEH! bestaat 15 jaar en viert dat met een festival op zaterdag 7 mei vanaf 16u in het huis van YWCA, in de Paleisstraat 39-41, in Antwerpen.

Wie de In My Name campagne wil bekijken of ondertekenen, kan dat hier.

Meer weten?

Aanraders uit de RoSa-bibliotheek:

Bron foto: Corey Young via Unsplash