Anna Coote & Jane Franklin [Eds.]
Time On Our Side: Why We All Need a Shorter Working Week
London: New Economics Foundation, 2013. 226 p.
arbeid / arbeidstijdverkorting / economische theorieën / ecologie / tijdsbesteding / consumptiegedrag /
gender / gezin / vrije tijd / overheidsbeleid / zorg / internationaal
RoSa-ex.nr.: EI a/227
Deze publicatie brengt wetenschappelijk onderbouwde argumenten op een verstaanbare manier aan een breed publiek. In verschillende essays wordt aan de hand van telkens een andere insteek een punt gemaakt waarom een kortere werkweek goed voor ons is. Voor ons als individuen en als sociale wezens maar ook voor onze economie, sociale leefomgeving en vanuit ecologisch standpunt. Door de keuze voor zeer diverse aspecten, van welbevinden tot gendergelijkheid en duurzaamheid, is Time on our side een boek geworden dat elke lezer kan aanspreken.
Wat is tijd? Hoe gaan we op met tijd? Hoe wordt tijd door anderen gewaardeerd maar ook door onszelf? Hoe kunnen we door anders met tijd om te springen ons leven leefbaarder, aangenamer en duurzamer maken?
"This Book will radically alter your understanding of the nature and value of time.”
In Time On Our Side opperen de auteurs dat een kortere werkweek met meer flexibele werkuren een oplossing kan bieden voor de heel diverse en prangende socio-economische uitdagingen van de eenentwintigste eeuw. Het gaat onder meer over te veel overuren, hoge werkloosheid, laag welbevinden, diep ingebedde ongelijkheden en het te kort aan tijd om duurzaam te kunnen leven. Het boek daagt met z’n inzichten bestaande kennis en wijsheid over wat een economie ‘succesvol’ maakt uit. Door onze tijd beter in te delen en er meer waarde aan te hechten zullen we in de mogelijkheid zijn om meer tijd over te houden om duurzaam, zorgzaam en waardevol te leven, met meer tijd voor onszelf en ons eigen geluk en meer tijd voor anderen.
Het boek is eigenlijk een reactie op/verderzetting van het NEF-rapport 21 hours. In dat rapport wordt naar voren geschoven om naar een kortere werkweek te evolueren met als einddoel de 21-uren werkweek. Er wordt beargumenteerd waarom zo’n dramatische verschuiving nodig en nuttig is zowel in economisch alsook in sociaal en duurzaam opzicht. Het rapport werd zo goed onthaald dat er een conferentie en seminar op volgden waarin de eerste zaadjes voor dit opvolgboek werden geplant.
Voor Time On Our Side sloegen een waaier aan experts uit verschillende vakgebieden de handen in elkaar om elk vanuit hun eigen expertise een blik te werpen op de voordelen van een kortere werkweek. Het boek poneert niet één waarheid of een utopische toekomst, maar vormt een bron aan bewijzen, analyses, ideeën en inspiratie in de hoop dat mensen meer bewuster stil zullen staan bij de vraag: wat is tijd en hoe maak ik, maar ook hoe maakt de maatschappij waarin ik leef, er gebruik van?
Het boek is onderverdeeld in essays van experts in zeer uiteenlopende vakgebieden, die telkens thematisch wat gebundeld zijn. Juliet Schor gaat in het inleidende hoofdstuk dieper in op de waarom-vraag van de kortere werkweek: waarom hebben we die nodig? Wat hebben we er aan?
Een heel mooi actueel voorbeeld hiervan is mensen die zonder afval proberen te leven. Zero waste. Klinkt geweldig, niet? Eén van de meest frequentst terugkerende argumenten is dat je er tijd voor nodig hebt om het doen. Zelf je eigen kuisproducten maken? Materiaal hergebruiken? Kleren herstellen? Voor dat alles heb je één onontbeerlijk item nodig: tijd.
Robert Skidelsky bouwt verder op het thema. Hij schuift zeven elementen naar voren die een gezamenlijke notie van wat een ‘goed leven’ is zouden moeten onderbouwen: gezondheid, veiligheid, respect of waardigheid, persoonlijkheid, vriendschap, harmonie met de natuur en vrije tijd. Wat moet volgens hem gebeuren om dit mogelijk te maken? Drastische vermindering in werkuren en hoe werk geëvalueerd wordt, mét wettelijke kader, en steeds minder consumeren met tegelijk een stop op consumptiedrang en reclame.
Ook onderzoeker Tim Jackson pikt hier op in. Jackson gaat verder in op wat hij het productiviteitsprobleem noemt. Bij sommige beroepen zoals leerkracht of dokter is het absurd om steeds sneller en sneller te moeten werken. Hun kwaliteit van werk moet anders worden beoordeeld willen we het naar waarde kunnen schatten. Heerlijke quote is dit:
De bijdrage van Mark Davies handelt over de manier waarop nieuwe mobiele technologieën, online consumentengedrag en sociale media onze dagdagelijkse ervaringen veranderen. Ons leven wordt steeds meer gehaast. Technologische uitvinding na uitvinding maken dit ons telkens opnieuw gemakkelijker. Onze notie van tijd is er één van altijd maar sneller leven, meer doen, meer bereiken. Kan het sneller? Kan het meer? Van zodra we een moment niks aan het doen zijn, zijn ze daar, de vragen: is dit nu geen verspilde tijd? Had ik nu niet dit kunnen, moeten doen? Genieten van de rust en het moment zonder het te willen delen op sociale media, of via de telefoon of skype of het te combineren met het lezen van de krant of weer nieuwe informatie uit dat laatste onderzoek, lijken niet meer van deze tijd.
Een zeer actueel voorbeeld hiervan is het sociale besef dat we altijd bezig lijken te moeten zijn. Sociaal gezien ‘neen’ zeggen tegen een uitnodiging kan best, indien je reeds iets anders gepland hebt. Neen zeggen omdat je nu eindelijk eens een zondagnamiddag niks wil doen of tot rust wenst te komen. Wie doet dat? Wie durft dat? Hetzelfde met een telefoontje: een vriend belt ons op en vraagt ‘wat ben je aan het doen?’ Hoeveel mensen durven eerlijk antwoorden en zeggen dat ze eigenlijk niks aan het doen zijn? Tijd lijkt iets te worden dat we niet mogen verspillen, niet enkel voor onszelf, maar ook sociaal en economisch. Je kan het nu toch niet maken om niks te doen? Of wel?
Het lijkt alsof we meer controle hebben over onze tijdsindeling en meer flexibiliteit en keuze, maar dat is een illusie benadrukt Davies, die we aan een hoge prijs betalen. Onze gehaaste levens maken ons niet per se gelukkiger, eerder het omgekeerde.
Valerie Bryson argumenteert dat een kortere werkweek meer ruimte zal bieden aan het opwaarderen van onder- of onbetaalde zorgtaken die anno eenentwintigste eeuw nog steeds voor het overgrote deel door vrouwen worden uitgevoerd. De tijd die vrouwen aan huishoudelijke taken en zorgtaken besteden zorgt er onrechtstreeks ook voor dat ze vaak gedwongen zijn te opteren voor minder betaalde jobs, halftijdse banen, onzekere en laaggekwalificeerde posities, tijdelijke posten, et cetera. Een carrière uitbouwen zit er dan niet meteen in natuurlijk. Davies is overtuigd dat:
Ook voor het door Betty Friedan aangehaalde ‘probleem zonder naam’ is aandacht in deze publicatie, al gaat het in Time On Our Side meer over de druk van betaald werk en onbetaalde zorgtaken dan over de door Friedan benadrukte gedwongen jobloosheid en huishoudelijk werk. Wat vooral duidelijk wordt is dat de vragen die vrouwen aan het begin van de tweede feministische golf bezighielden ook nu nog relevant blijven en helaas niet (volledig) zijn opgelost. Er is nog steeds sprake van een gegenderde distributie van betaald en onbetaald werk. Pas als we naar een kortere werkweek evalueren zullen we hier voldoende interessante antwoorden op kunnen formuleren is de conclusie in dit boek.
Dankzij de tweede feministische golf hebben vrouwen zich een betere toegang tot de arbeidsmarkt weten te verzekeren, maar de zorgtaken zijn er niet minder op geworden of zijn vaak niet meer evenwichtig verdeeld geraakt. Een kortere werkweek voor iedereen zou hier volgens de auteurs wel soelaas kunnen bieden.
“Nowadays women are expected to go out to work and bring home a wage, but they must do so in ways that interfere as little as possible with, first, caring for the children and, later, caring for ailing parents – and often both at once.” Anna Coote & Jane Franklin (Eds.) in Time On Our Side (2013, p. xix)
Nieuwe insteek: de ecologische voordelen
Time On Our Side is één van de eerste publicaties die naast de sociale winsten (zoals een betere werk-privé balans) en de economische voordelen ook aandacht heeft voor de ecologische pluspunten van een kortere werkweek of toch op z’n minst een herziening van het bestaande time is money-schema waarop we met z’n allen lijken voort te schaatsen. Het gaat hierbij niet enkel om het verminderen van onze ecologische voetafdruk door minder te werken. Er is volgens Angela Druckman en collega's ook nood aan het herbekijken van hoe we onze vrije tijd gaan indelen en gebruiken, zeker als we er steeds meer van zouden krijgen. Hoe we deze tijd indelen heeft opnieuw ook een positieve of juist negatieve impact op onze ecologische voetafdruk. Hoe kijken we naar huishoudelijke taken als de was doen en koken? Hoe pakken we dat aan? Hoeveel tijd spenderen we aan dergelijke taken? En, wat met hobby’s? Rijden we er met de auto naar toe of gaan we sporten bij ons om de hoek? Elke dag douchen of eerder een paar keer per week een handwasje? Een kortere werkweek kan zeker ecologische voordelen hebben, maar die komen er niet zomaar, en ook daar moet volgens Druckman (e.a.) aandacht voor zijn, met het besef dat de notie ‘gender’ hierin een belangrijke rol lijkt te spelen.
Het boek (alsook het eraan voorafgaande onderzoek) bevat heel wat ‘als’-situaties, heel wat mogelijkheden, opties, kansen en waarschijnlijkheden. Er wordt in het boek geconcludeerd dat er ondanks de vele onzekerheden toch ook vier relatieve zekerheden onderscheiden kunnen worden:
De kracht van deze publicatie zit er in dat het een gevarieerd publiek kan bereiken. Ben je nieuw in het thema? Dan zet het boek je sowieso aan het denken over wat nu eigenlijk je eigen mening of standpunt is, maar ook over hoe je als lezer zelf tijd waardeert en hoe je met je tijd omspringt. Zijn dat keuzes die je zelf maakt op basis van je wensen en verlangens of zijn het keuzes die je maakt omdat de maatschappij rondom ons zo is opgesteld? Waarom werk ik voltijds? Kan ik een moment niks doen? Heb ik het gevoel dat alles steeds sneller moet of dat ik steeds meer moet doen? Hoe sta je tegenover een kortere werkweek?
Voor zij die reeds met het debat gekend zijn biedt het boek eventueel nieuwe argumenten pro of biedt het bestaande argumenten in een begrijpbare taal met alledaagse voorbeelden aan om het argument te onderbouwen. Het boek is dus enerzijds als wetenschappelijke literatuur of theoretische insteek te raadplegen en anderzijds ook als kennismaking tot het thema, om te lezen op de trein of te bespreken in je volgende boekenclubbijeenkomst misschien?
Auteur Anna Coote is Head of Social Policy bij NEF, de New Economics Foundation. Eerder was ze auteur van baanbrekend onderzoek naar gezondheid en duurzame ontwikkeling als Gezondheidscommissaris binnen de UK Sustainable Development Commission. Bij NEF neemt ze als analyst het voortouw bij het zoeken naar nieuwe sociale regelingen om diverse economische uitdagingen van de 21ste het hoofd te bieden.
Jane Franklin is historica en vooral bekend voor haar werk over de diplomatieke, economische en politieke relaties tussen Cuba en de Verenigde Staten. Tijdens haar onderzoek kreeg ze eveneens een interesse in het Cubaanse gezondheidssysteem, een manier van werken die ze later ook elders zou promoten. Het is deze insteek op gezondheid die ze meeneemt in Time On Our Side.