Vandaag, 14 februari, staat voor velen ieder jaar in het teken van de liefde. Partners zetten elkaar - vaak letterlijk - in de bloemetjes en bedanken elkaar voor de goede zorgen met rooskleurige kaarten en chocolade in de vorm van een hart. Precies die commercialisering en het feit dat één dag wordt gewijd aan cadeaus en waardering, wijst op een gemeenschappelijkheid die de laatste jaren steeds duidelijker wordt tussen Valentijn en Internationale Vrouwendag, wat een kleine maand later, op 8 maart, valt. Die commercialisering draagt niet alleen bij aan de depolitisering van feministische strijdpunten, maar ook aan de romantisering en naturalisering van voortdurende ongelijkheden op vlak van zorg. Terwijl zorg op Valentijn wordt benaderd als een vorm van liefde, kaarten marxistische en socialistische feministen van oudsher op Vrouwendag aan dat zorg arbeid is.
In 1983 munt emerita hoogleraar in de sociologie en gerenommeerd feministisch denker Arlie Hochschild, gekend van haar baanbrekende theorie over de dubbele dagtaak, de term ‘emotional labour’. In haar boek The Managed Heart (1983) theoretiseert ze dit concept in de werkcontext: ze verwijst ermee naar de verwachting dat werknemers hun gevoelens beheersen en aanpassen in functie van het welbevinden van een klant of collega. Dat blijkt vooral belangrijk in sectoren en jobs waar veel vrouwen werken. Denk daarbij aan het werk van een hostess op evenementen, een air stewardess of een gastvrouw aan de balie van een hotel.
De laatste jaren wordt de term steeds vaker gebruikt om dynamieken in de private sfeer te benoemen. Artikelen zoals Jess Zimmermans “Where’s My Cut?”: On Unpaid Emotional Labor en Gemma Hartleys Women Aren't Nags—We're Just Fed Up die al gauw viraal gaan dragen bij aan de verdere popularisering van de term. Hochschild zelf waarschuwt dat de term een nietsbetekenende catch-all dreigt te worden die de materiële dimensie van haar oorspronkelijke theorie ondermijnt. Zo wijst ze op het onderscheid tussen feitelijke arbeid, zoals het schrijven van verjaardagskaarten en organiseren van feesten, en emotional labour, zoals het vriendelijk herinneren aan je partner dat diens broer jarig is of gasten met de glimlach ontvangen op feestjes.
In het populaire discours gaat emotional labour om de emotionele dimensie van zorg en al het mentale werk dat komt kijken bij mensen gelukkig en comfortabel maken. Wanneer het merendeel van dit werk systematisch op één partner valt, is er sprake van ongelijkheid en kan dit leiden tot stress en emotionele uitputting. Net zoals fysieke zorgtaken zoals de was en de plas, en het helpen bij het huiswerk van de kinderen, tonen studies aan dat ook deze emotionele zorgtaken binnen heteroseksuele relaties vaker door de vrouw worden opgenomen. Dat heeft te maken met dezelfde genderstereotypen die zorgzaamheid en empathie als vrouwelijke eigenschappen naturaliseert. Dat meisjes van jongs af aan gesocialiseerd worden om lief en zorgzaam te zijn naar anderen toe, en jongens vaker te horen krijgen hun emoties te onderdrukken, versterkt deze stereotiepe zorgverdeling en houdt deze in stand.
Dat feministen zorg analyseren als arbeid en een domein waar genderongelijkheid zeer prominent aanwezig is, betekent niet dat ze geen oog hebben voor zorg als vorm van liefde. Zo definieert feministisch denker en poëet bell hooks liefde als een wilsdaad met intentie én actie tot zorg en respect. Liefde is voor haar niet iets transactioneels, maar wel een daad. Liefde is, aldus hooks, een werkwoord.
In haar feministische theorie benadert ze liefde als een daad van verzet en het ultieme tegengif voor intersecterende systemen van onderdrukking. Net zoals vormen van onderdrukking met elkaar verbonden zijn, kruisen ook al onze vrijheden elkaar. Kiezen voor liefde is dan een manier op vrijheid te beoefenen.
Bron foto: Ben Mater via Unsplash