RoSa vzw licht elke twee weken een specifiek gendergerelateerd thema uit of bespreekt de genderdimensie van een actueel thema. Naar aanleiding van de internationale strijddag tegen vrouwelijke genitale verminking (VGV) op 6 februari stellen we ons vernieuwde kennisdossier over VGV voor. Daarnaast belichten we de geschiedenis van de jaarlijkse strijddag en het thema van dit jaar. Tot slot gaan we dieper in op enkele inzichten die we oppikten tijdens het sensibiliseringscolloquium van G.A.M.S., een toonaangevende organisatie die strijdt tegen VGV in België en elders ter wereld, dat afgelopen maandag plaatsvond in de Belgische Senaat.
Gepubliceerd op 09/02/2023
Volgens de definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) omvat vrouwelijke genitale verminking (VGV) - vaak ook FGM genoemd naar de afkorting van de Engelse term female genital mutilation - alle ingrepen waarbij de uitwendige vrouwelijke geslachtsdelen gedeeltelijk of volledig worden verwijderd, evenals alle andere verwondingen aan de vrouwelijke geslachtsdelen om niet-medische redenen. De WHO benadrukt dat er geen gezondheidsvoordelen verbonden zijn aan deze ingrepen. Integendeel, VGV veroorzaakt zowel complicaties op de korte termijn zoals hevige pijnklachten, ernstige bloedingen, ontstekingen, cysten, zware menstruele pijnen en problemen met urineren, evenals negatieve effecten op de lange termijn op de seksuele, reproductieve en mentale gezondheid van verminkte meisjes en vrouwen. Zo zijn er aanzienlijk meer complicaties bij bevallingen van verminkte vrouwen en is er ook een verhoogd risico op sterfgevallen bij pasgeborenen.
Er bestaan verschillende vormen van VGV: van het gedeeltelijk weghalen van de clitoris tot het verwijderen en dichtnaaien van de kleine en/of grote schaamlippen, met of zonder de verwijdering van de clitoris. De ingreep wordt voornamelijk verricht bij meisjes voordat ze volgroeid zijn. De leeftijd van de slachtoffers varieert over het algemeen tussen de kleuterleeftijd en vijftien jaar.
De praktijk wordt internationaal erkend als een schending van de mensenrechten van meisjes en vrouwen. De Wereldgezondheidsorganisatie laat optekenen dat VGV de diepgewortelde ongelijkheid tussen de seksen weerspiegelt, en een extreme vorm van discriminatie van meisjes en vrouwen inhoudt.
Wereldwijd zouden meer dan 200 miljoen meisjes besneden zijn en dit in zo’n dertig landen, voornamelijk in Afrika, Zuidoost-Azië en de zogenaamde MENA-regio. De prevalentie kan binnen landen sterk verschillen naargelang regio en bevolkingsgroep. In de meeste landen waar de praktijk voorkomt is deze de laatste 25 jaar aanzienlijk afgenomen, namelijk met een derde. Maar door de grote bevolkingsgroei in deze landen neemt het eigenlijke aantal meisjes dat genitaal verminkt wordt toe. Bovendien waarschuwen tal van onderzoeken dat COVID-19, de vele humanitaire en klimaatcrises, oorlogen en gewapende conflicten een negatieve invloed hebben (gehad) op de vooruitgang die geboekt werd in de strijd tegen VGV en over het algemeen een backlash betekenden inzake mondiale gendergelijkheid.
Meer weten over deze praktijk? Lees meer in ons vernieuwde kennisdossier over VGV.
In 2012 roept de Algemene Vergadering van de VN 6 februari uit tot de jaarlijkse International Day of Zero Tolerance for Female Genital Mutilation, die in België gekend zal staan als de internationale strijddag tegen VGV. Met deze dag wil de VN aandacht vestigen op deze specifieke vorm van geweld tegen vrouwen en de inspanningen die wereldwijd worden geleverd om deze praktijk tegen te gaan stroomlijnen en versterken.
Dit jaar lanceert het gezamenlijke programma inzake de uitbanning van VGV van het Bevolkingsfonds van de VN (UNFPA) en UNICEF het thema van 2023: "partnerschap met mannen en jongens om sociale en gendernormen te transformeren om VGV de wereld uit te helpen". Met deze specifieke invalshoek willen ze mannen en jongens betrekken bij de strijd tegen VGV, hen aanmoedigen zich te engageren om de praktijk een halt toe te roepen in hun eigen gemeenschappen en om de stemmen van vrouwen en meisjes die zich uitspreken tegen VGV te versterken. Verschillende initiatieven wereldwijd kaderen binnen deze oproep. Het resultaat van de daaraan gekoppelde online campagne vind je hier.
Dit jaar organiseerde de Belgische organisatie G.A.M.S. (kort voor Groupe pour l’Abolition des Mutilations Sexuelles) ter gelegenheid van deze jaarlijkse strijddag een sensibiliseringscolloquium, in samenwerking met het adviescomité voor Gelijke Kansen voor vrouwen en mannen van de Belgische Senaat. Het event “Voorkomen en beschermen” draagt de visie en missie van G.A.M.S. uit. Na een inleiding door de voorzitter van de Senaat, Stephanie D’Hose (Open VLD), lichtte de directeur van G.A.M.S., Fabienne Richard, de stand van zaken en enkele statistieken toe met betrekking tot de strijd tegen VGV in België. Sinds 2010 werden in België vier prevalentiestudies over VGV uitgevoerd in opdracht van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM) en de FOD Volksgezondheid. Deze studies hebben als doel een schatting te maken hoe vaak VGV voorkomt in België, hoeveel meisjes en vrouwen hier het risico lopen verminkt te worden of verminkt zijn. De laatste studie dateert van 2022 en is gebaseerd op gegevens tot 31 december 2020.
Doorheen de jaren werd ook duidelijk dat VGV vaker voorkomt in Vlaanderen dan in Brussel of Wallonië: meer dan 16.500 meisjes die verminkt zijn of het risico lopen verminkt te worden, wonen in Vlaanderen. Dat is een stijging van 45% ten opzichte van de voorgaande prevalentiestudie uit 2018. Op basis van de nieuwe cijfers en de stijgende lijn die G.A.M.S. al enkele jaren observeert, roepen zij beleidsmakers dan ook op om meer middelen vrij te maken in overeenstemming tot de regionale prevalentie van VGV, om maximaal te kunnen inzetten op preventie en bescherming van eventuele slachtoffers in België.
Na de feiten en de cijfers was er ruimte voor een panelgesprek met vertegenwoordigers uit het maatschappelijke middenveld en de politiek.
Marie Doutrepont van Progress Lawyers Network (PLN) en Julie Lejeune, directeur van Nansen, een organisatie die voorziet in rechtsbijstand en ondersteuning voor vluchtelingen, vertegenwoordigden het perspectief van het middenveld en spraken ieder vanuit hun eigen expertise en organisatie. Marie Doutrepont is ook oprichter van het Fem & Law netwerk. Zij sprak over hiaten in de wetgeving en het gebrek aan een genderbewuste lezing van de bestaande wetgeving, die maken dat (mogelijke) slachtoffers van VGV en hun moeders in de kou blijven staan. Specifiek nam Doutrepont de bekende Conventie van Genève op de korrel, die voorziet in de bescherming van politieke vluchtelingen. Doutrepont licht toe dat personen die politiek vervolgd worden omwille van hun ras, godsdienst, nationaliteit, lidmaatschap van een bepaalde sociale groep of politieke overtuiging een vluchtelingenstatuut en asiel kunnen aanvragen via de Conventie van Genève (art. 1, A2). In de praktijk merkt zij op dat rechters deze Conventie onvoldoende ruim en genderbewust interpreteren, en vrouwen die asiel aanvragen omwille van de dreiging verminkt te worden of omdat ze vrezen dat hun dochter verminkt zal worden, vaak worden afgewezen. Zo vermeldt het verdrag gender niet als criterium en worden vrouwen niet als een specifieke sociale groep beschouwd. Doutrepont verwijst naar voorbeelden uit de rechtspraak en benadrukt dat het ook anders kan: zeker in landen waar VGV een veelvoorkomend fenomeen is, is zich verzetten tegen deze praktijk een opstandige politieke houding die kan leiden tot vervolging, repressie en geweld.
Opkomen voor het zelfbeschikkingsrecht en het mensenrecht op lichamelijke integriteit van vrouwen kadert Doutrepont als een feministische, en dus politieke, overtuiging, die in de context van hoge prevalentiegraden van VGV kan leiden tot politieke vervolging. Dit zou dus moeten gelden als een rechtsgeldige motivatie om asiel aan te vragen op basis van de Conventie van Genève, beredeneert Doutrepont.
Bovendien werden er stappen achteruit gezet inzake de strijd tegen VGV in België, zo meent Doutrepont. In april 2019 werd een wijziging doorgevoerd in het beleid, die zowel Doutrepont als Fabienne Richard expliciet benoemen als een impactvolle backlash. Door de betreffende wijziging kunnen vrouwen die vrezen dat hun dochter verminkt zal worden niet langer asiel aanvragen omdat zijzelf onvoldoende elementen zouden aandragen om aanspraak te maken op het vluchtelingenstatuut volgens de Conventie van Genève. En vermits ouders in de meeste omstandigheden niet hun kind ten laste zijn maar omgekeerd, kunnen moeders zich ook niet beroepen op het recht op gezinshereniging. Deze groep vrouwen zien zichzelf dan ook genoodzaakt om ofwel in het land van herkomst te blijven, waar hun dochter het risico loopt verminkt te worden; ofwel hun dochter alleen asiel te laten aanvragen (waarbij de kans op politieke vervolging van de moeder die in het land van herkomst blijft, aanzienlijk stijgt); ofwel om samen naar het buitenland te trekken, waar de moeder geen asiel kan aanvragen en dus geen andere optie heeft dan een persoon zonder verblijfsdocument te worden, hopend op regularisatie. De regularisatieprocedure is echter niet alleen kostelijk, maar ook nog eens langdurig: tot wel twee jaar. In de tussentijd verblijven deze vrouwen zonder papieren en dus illegaal, wat hen kwetsbaar maakt voor uitbuiting en armoede, want geen papieren betekent geen (bescherming van) rechten en vrijheden.
Kortom, geen van deze opties volstaat om deze vrouwen een waardig leven te verzekeren. Doutrepont merkt op dat PLN tal van acties organiseerde aan de kabinetten van bevoegd minister voor Gelijke Kansen Sarah Schlitz (Ecolo) en minister van Asiel en Immigratie Sammy Mahdi (CD&V), en zijn latere collega Nicole De Moor (CD&V). Destijds werd beloofd dat er een specifiek statuut uitgewerkt zou worden, maar dit is inmiddels vier jaar geleden dus de hoop dat deze belofte zou worden nakomen is intussen gaan liggen bij PLN. Haar betoog besluiten doet Doutrepont met een krachtige oproep aan haar collega’s:
“Regularisatie is een gunst, vluchtelingenstatus is een recht! We moeten teruggaan naar de strijd die we voerden vóór de backlash van 2019.” Marie Doutrepont, advocaat bij Progress Lawyers Network en oprichter van Fem Network
Senator Ayse Yigit (PVDA) vulde aan met een bespreking van de beleidsmatige acties. Yigit reflecteerde ook op de voorstellen van Doutrepont en Lejeune, en voegde hieraan toe dat vrouwen die geen asiel krijgen omdat ze al verminkt zijn - en dus niet meer ‘gered’ kunnen worden - hiermee ook de kans op reconstructieve chirurgie mislopen. Ze benadrukt dat opleidingen rond VGV essentieel zijn voor ambtenaren en hulpverleners die werken met asielaanvragers. Ook moet er proactief gevraagd worden naar VGV tijdens de asielprocedure, meent Yigit, en moet er worden nagedacht over hoe de drempels om dit gevoelige onderwerp bespreekbaar te maken verlaagd kunnen worden. Een sociale tolk van dezelfde culturele achtergrond kan bijvoorbeeld fungeren als vertrouwenspersoon en kan helpen om meisjes en vrouwen die vrezen verminkt te worden of verminkt zijn voldoende op hun gemak te stellen om dit aan te geven tijdens de asielprocedure. Tot slot onderstreept Yigit de rol van mannen in de strijd tegen VGV, herinnerend aan het thema van deze editie van de jaarlijkse strijddag.