Amerikaanse ecofeministische pionier, auteur en academica die in haar oeuvre en activisme steeds het verband onderzoekt tussen de onderdrukking van vrouwen en de mishandeling van dieren
Carol J. Adams is niet alleen een belangrijke feministische auteur en dierenrechtenactivist, ze legt in haar oeuvre en activisme nadrukkelijk de link tussen de twee. Volgens Adams zijn de onderdrukking van vrouwen en de mishandeling van dieren onlosmakelijk met elkaar verbonden. Kritische analyses van culturele beeldvorming onderbouwen haar maatschappijkritiek. Haar meest bekende werken zijn ongetwijfeld The Sexual Politics of Meat: A Feminist-Vegetarian Critical Theory (1990) en The Pornography of Meat (2004).
Carol J. Adams wordt geboren in 1951 in de Amerikaanse staat New York. Ze groeit echter op in Forestville, wat tot 2016 erkend wordt als een dorp, daarna als gehucht bij de stad Hanover. In haar jonge jaren kijkt Adams erg op naar haar beide ouders. Haar moeder is een uitgesproken feminist en burgerrechtenactivist, terwijl haar vader als advocaat betrokken is bij de eerste rechtszaken over de vervuiling van Lake Erie, op de grens tussen Canada en de Verenigde Staten en bijgevolg gelegen in zowel de Canadese provincie Ontario als de Amerikaanse staten Michigan, Ohio, Pennsylvania en New York. Deze ouderlijke invloed van zowel feministisch activisme als klimaatactivisme zullen Adams gedachtengoed mee vorm geven.
Wanneer ze haar middelbare schoolcarrière heeft volbracht, trekt Carol J. Adams naar de private New Yorkse University of Rochester, waar ze zich specialiseert in de academische disciplines Engels en Geschiedenis. Aan de universiteit komt Adams in contact met de Women's Liberation Movement. Ze studeert af van haar bachelor in 1972, waarna ze de overstap maakt naar de Yale Divinity School, onderdeel van de prestigieuze Yale University. Ze behaalt er haar Master of Divinity in 1976, de eerste professionele graad van het pastorale beroep in de VS. In diezelfde periode komt Carol J. Adams in contact met de Amerikaanse radicale feminist, filosoof en theoloog Mary Daly, bij wie ze in de leer gaat. Ook gaat Adams aan de slag als vrijwilliger bij het gewezen Women's Liberation Center (1972-1987) in Manhattan, New York.
Bron foto: Pax Ahimsa Gethen, CC BY-SA 4.0, via WikiCommons
Als onderzoeker is Carol J. Adams niet verbonden aan een bepaalde universiteit of wetenschappelijke instituut. Daarmee is ze een onafhankelijke wetenschapper.
Adams is een overtuigd veganist. Vegetarisme en veganisme nemen dan ook een belangrijke plaats in binnen haar werk. Ze is getrouwd met een pastoor. Ze zijn lid van de First Presbyterian Church of Dallas, in hun thuisbasis Texas, waar haar man ook beroepsmatig actief is.
The Sexual Politics of Meat: A Feminist-Vegetarian Critical Theory (1990) is de eerste publicatie van Carol J. Adams en zorgt meteen voor haar grote doorbraak. Ook vandaag - meer dan dertig jaar later - blijft het boek een ware must read met betrekking tot de thematiek. Men spreekt wel eens van “de bijbel” voor progressieve feministische dierenrechtenactivisten.
Het boek verkent de relatie tussen patriarchale waarden en het eten van vlees, en doet dat door inzichten van het feminisme, het vegetarisme, de literatuurtheorie en het dierenrechtenactivisme met elkaar de verbinden. Een belangrijke theorie die Adams in het boek naar voor schuift is de theorie van de absent referent. Iedere keer als je vlees eet, is een dier daarvoor gestorven, maar dat heb je tegenwoordig als vleeseter vaak niet gezien, niet meegemaakt. De dood is daarmee afwezig (absent) voor de vleeseter. Zo beschermen we als vleeseters ons geweten. Het vlees op ons bord wordt liefst zoveel mogelijk gescheiden van het idee dat het ooit een dier was. Een gelijkaardige denkoefening kunnen we ook maken bij de objectivering van vrouwen. De heersende patriarchale ethiek naturaliseert en normaliseert geweld op vrouwen doordat ze als “anders” en “minderwaardig” worden beschouwd, als object. Het is dan ook de dehumanisering van vrouwen die het geweten van geweldplegers sust.
Carol J. Adams ziet een gelijkenis tussen mannen die een gevoel van zeggenschap over dieren en mannen die eenzelfde zeggenschap menen te hebben over vrouwen, mannen die vrouwen mishandelen, exploiteren en degraderen, meestal tot hun lichamen, zoals bijvoorbeeld vaak gebeurd in de pornografie.
In het boek Beyond Animal Rights: A Feminist Caring Ethic for the Treatment of Animals (1996) schuiven Carol J. Adams en Josephine Donovan, een professor in de Vergelijkende Literatuurwetenschappen met een focus op feministische theorie, feministische kritiek en dierenethiek, de zogenaamde feminist ethic of care theory naar voren. Het is de eerste keer dat de feministische zorgethiek zijn weg kent naar de filosofische discussies over de behandeling van dieren.
Een jaar voordien brengen Donovan en Adams al samen Animals and Women: Feminist Theoretical Explorations (1995) uit. Daarin schuiven de auteurs de notie naar voren dat de sociale context die vorm geeft aan de onderdrukking van vrouwen en seksueel geweld te linken is aan de manier waarop de mensheid andere soorten mishandelt.
Hoe wordt iemand een stuk vlees? In The Pornography of Meat (2004) tracht Carol J. Adams deze vraag te beantwoorden door impliciete betekenissen in de cultuur rondom ons te onthullen. Ze neemt zowel reclame voor vlees als reclames die vrouwenlichamen gebruiken onder de loep en toont stuitende gelijkenissen aan. Van advertenties tot T-shirts, van billboards tot menu's, van luciferdoosjes tot strips, beelden van vrouwen en dieren worden vergeleken en samengesmolten.
Het verband tussen de consumptiemaatschappij (waaronder ook de consumptie van dierlijke producten) en de objectivering van vrouwen wordt opnieuw opvallend duidelijk. De objectivering van levende organismen, de zogenaamde nood aan constante beschikbaarheid en de vooronderstelde vanzelfsprekendheid van consumptie springen in het oog.
Verder onderzoekt Carol J. Adams de vraag waarom pornografie een fascinatie koestert voor de jacht en slachthuizen, waarom vrouwelijke lichaamsdelen gebruikt worden voor reclame van borsten, benen en dijen van kippen en kalkoenen, waarom dieren gepresenteerd worden in verleidelijke poses en sexy kledij, waarom - vooral vrouwen van kleur! - in porno als onverzadigbaar en als dieren worden afgebeeld (denk aan kledij met dierenprint), hoe reclame voor vlees gebruik maakt van beelden uit de seksindustrie en waarom tenminste één prominente dierenrechtenorganisatie “het bed deelt” met pornografen.
In 2011 wordt Carol J. Adams, onder impuls van de Farm Animals Rights Movement (FARM) opgenomen in de US Animal Rights Hall of Fame. Als ecofeminist is ze een waar pionier op het vlak van dierenrechten.