hier komen promoties & acties

Ecofeminisme

De centrale these van het ecofeminisme is dat, in het kader van globalisering en neoliberalisering, de patriarchale onderdrukking van vrouwen en de kapitalistische exploitatie van de natuur met elkaar in verband staan. Het ecofeminisme focust zich op een brede waaier aan thema’s zoals reproductieve technologie, gelijk loon voor gelijk werk en ontwikkelingssamenwerking. Net zoals dat de natuuur baat heeft bij biodiversiteit wordt ook multiculturalisme gezien als een rijkdom voor de samenleving. Daarnaast heeft het ecofeminisme sterke linken met alternatieve geneeskunde, holistische wijsheid en shamanisme vanwege de focus op harmonie tussen geest en lichaam. Ecofeminisme verwerpt namelijk het dualisme waarop de Westerse, patriarchale ideologie gestoeld is. Geest en lichaam, man en vrouw, wit en zwart, mens en dier alsook cultuur en natuur. Ecofeministen stellen dat de geconstrueerde aard van deze opsplitsing per definitie aanleiding geeft tot ongelijke machtsverhoudingen, waarbij de laatste categorie veelal geobjectificeerd, gecontroleerd en gedevalueerd wordt. Om hier tegenin te gaan vertrekken ecofeministische theorie en activisme vanuit de experimentele kennis van deze groepen.

Ook deze stroming vindt haar oorsprong in de tweede feministische golf. Het ecofeminisme kan gezien worden als een convergentie tussen het cultureel feminisme en de antikernenergie- en milieubeweging die opgang maakten in de jaren ’60. Het traditionele ecofeminisme van die tijd focuste veelal op de verbanden tussen de uitbuiting van de vrouw en de exploitatie van het ecosysteem. Naar aanleiding van kritiek vanuit poststructuralistische hoek op deze aanpak heeft het ecofeminisme steeds meer aandacht gekregen voor queer politics. Modern ecofeminisme staat bijgevolg iets verder van essentialistische beschouwingen waarin de vrouw wordt gelijkgesteld aan de natuur.

Critici staan sceptisch tegenover het mysticisme waarmee ecofeministen politiek en spiritualiteit integreren in zowel hun theorie als praxis. Net zoals bij het cultureel feminisme is de voornaamste kritiek op het ecofeminisme dat het essentialisme bevordert, vanwege de specifieke focus op natuur. Poststructuralistische en radicale feministen in het bijzonder staan argwanend tegenover associaties tussen de vrouw en de natuur, aangezien ze dit als een fundament van patriarchale onderdrukking beschouwen. Andere, voornamelijk liberale, feministen bekritiseren dan weer de ecofeministische strategie om participatie in sociale en politieke instituties alsook in het bedrijfswezen te mijden. Waar liberale feministen beogen emancipatie te bevorderen door deze structuren van binnenuit te transformeren, schuwen ecofeministen dergelijke structuren vanwege hun inherent patriarchale hiërarchie.

 

Belangrijke namen ecofeminisme: Vandana ShivaCarol J. Adams ∙ Maria Mies ∙ Val Plumwood ∙ Mary Mellor ∙ Karen Warren ∙ Ariel Salleh ∙ Niamh Moore ∙ Josephine Donovan ∙ Carol J. Pierce Colfer ∙ Françoise d’Eaubonne ∙ Charlene Spretnak ∙ Jytte Nhanenge ∙ Floris van den Berg ∙ Greta Gaard ∙ Susan Griffin ∙ Carolyn Merchant ∙ Petra Kelly ∙ Chellis Glendinning ∙ Noel Sturgeon ∙ Charlene Spretnak


In de pers:

Aanraders uit de RoSa-bibliotheek: