Postkoloniale theorie hekelt de aanhoudende en structurele gevolgen van kolonialisme op vlak van politiek, economie en cultuur. Postkoloniaal feminisme focust bijgevolg op het duiden en het openbreken van het eurocentrisch historisch perspectief op feministische theorie en praktijk. Volgens postkoloniale feministen is het westen er dankzij haar machtspositie in geslaagd “feminisme” te construeren en te reduceren tot een monolithische, witte stroming. Dit noemt men het witwassen van feminisme. Postkoloniale feministen gaan hier tegenin en beogen naast historische aansprakelijkheid een nieuwe, radicaal democratische wereldorde. Daarvoor zetten ze sterk in op culturele dekolonisatie, namelijk de geestelijke bevrijding van het door kolonialisme beïnvloed collectief geheugen in westerse landen. Daarnaast is ook materiële ontvoogding van belang. Neokoloniale constructies zoals ontwikkelingshulp en noord-zuid werkingen houden namelijk vaak de afhankelijkheid en ongelijkheid van koloniale machtsverhoudingen in stand, terwijl postkoloniale feministen geen humanitaire hulp nastreven, maar globale en sociale gerechtigheid.
Postkoloniaal feminisme ontstaat in het midden van de jaren ‘70 als reactie op een dominant wit feminisme dat de ervaringen van westerse, witte en middenklasse vrouwen postuleert als universele norm. Haar oorsprong wordt daarom gesitueerd binnen de derde golf, hoewel anti-imperialistisch feminisme een veel langere geschiedenis kent die bovendien sterk verweven is met abolitionisme en nationalistische bevrijdingsbewegingen wereldwijd. De historische Ain’t I A Woman speech van anti-slavernij activist Sojourner Truth in 1851 is hier slecht één voorbeeld van. Postkoloniaal feminisme daarentegen is een specifiekere stroming ontstaan in de jaren ’70, en dus na de massale dekolonisering die na de Tweede Wereldoorlog plaatsvond. Een cruciaal manifest was het Combahee River Collective Statement in 1977 dat de feministische beweging aansprakelijk stelt voor haar imperialistisch vals universalisme. Gestoeld op de centrale stelling dat alle onderdrukkingssystemen onlosmakelijk met elkaar verweven zijn, beogen postkoloniale feministen een integrale analyse en praktijk om alle vormen van onderdrukking te bestrijden. Dat noemt men kruispuntdenken of intersectionaliteit. Dit analytisch denkkader werd ontwikkeld door Zwarte Amerikaanse feministen en revolutioneerde de hele feministische beweging.
Waar het wit feminisme verschillen tussen vrouwen veelal minimaliseert en een universele norm op basis van de eigen ervaring opdringt, verwerpen postkoloniale feministen universeel zusterschap en omarmen ze verschil. Hierdoor betogen sommige westerse, witte feministen dat postkoloniaal feminisme de vrouwenstrijd verdeelt.
Belangrijke namen postkoloniaal feminisme: Gayatri Chakravorty Spivak ∙ Sara Ahmed ∙ Angela Davis ∙ bell hooks ∙ Maya Angelou ∙ Audre Lorde ∙ Chandra Talpade Mohanty ∙ Sojourner Truth ∙ Harriet Tubman ∙ Frances E. W. Harper ∙ Ida B. Wells Barnett ∙ Mary Church Terrell ∙ Alice Walker ∙ Cherrie Moraga ∙ Gloria Anzaldua ∙ Nira Yuval-Davis ∙ Cellestine Ware ∙ Barbara Smith ∙ Patricia Hill Collins ∙ Ethel Crowley ∙ Sushmita Chatterjee ∙ Hazel V. Carby ∙ Gloria Wekker