Het radicaal feminisme bindt de strijd aan met de culturele wortels van de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Het idee is dat de ondergeschikte positie van de vrouw in stand gehouden wordt door mannelijke dominantie en controle over het vrouwelijke lichaam en de vrouwelijke seksualiteit. Volgens radicale feministen uit dit zich enerzijds in normatieve, cultureel bepaalde genderrollen, anderzijds in de constante dreiging en alomtegenwoordigheid van geweld op vrouwen. Hierbij hebben ze specifieke aandacht voor verkrachting, huishoudelijk geweld en seksuele intimidatie. Radicale feministen hebben dan ook een voortrekkersrol gespeeld in de strijd tegen seksueel misbruik. Volgens radicale feministen gaat de onderdrukking van de vrouw historisch gezien vooraf aan eender welke vorm van repressie. Tal van radicale feministen beogen bijgevolg een feministische revolutie die de samenleving radicaal herstructureert en mannelijke dominantie op elk vlak elimineert.
Deze stroming kreeg vorm in de tumultueuze jaren ’60. Vanwege haar oorsprong in de tweede golf, staan radicale feministen vaak kritisch ten opzichte van religie. Omdat institutionele religies de vrouw historisch gezien vaak ondergeschikt beschouwden aan de man en haar in de traditionele genderrol van huisvrouw en moeder duwden, was een belangrijk strijdpunt van de (radicale) tweede golf de ontkerkelijking van de samenleving. Radicaal feminisme heeft een lange traditie van het in vraag stellen van sociale normen en traditionele instituties die bepalend zijn voor het conventionele vrouwelijkheidsideaal. Verschillende radicale feministen richten hun kritiek bijgevolg op de mode- en schoonheidsindustrie die vandaag de sturende macht blijkt in het construeren van een normatief vrouwelijkheidsideaal dat niet alleen vaak onnatuurlijk en ongezond is, maar bovendien onhaalbaar voor bepaalde groepen, zoals vrouwen met een beperking, vrouwen uit een lagere sociale klasse of, in sommige gevallen, vrouwen van kleur.
Nochtans komt de meest pertinente kritiek op het radicaal feminisme vaak uit de hoek van zwarte en socialistische feministen die betogen dat radicale feministen met hun dominante focus op seksueel geweld onvoldoende aandacht hebben voor de verschillende ervaringen die voortvloeien uit intersecties tussen gender en andere identiteitsbepalende factoren, zoals dis/ability, klasse, en etniciteit.
Belangrijke namen: Shulamith Firestone ∙ Robin Morgan ∙ Mary Daly ∙ Kate Millett ∙ Valerie Solanas ∙ bell hooks ∙ Audre Lorde ∙ Gail Dines ∙ Catherine MacKinnon ∙ Susan Brownmiller ∙ Andrea Dworkin ∙ Sheila Jeffreys ∙ Christine Delphy ∙ Anne Koedt