Postfeminisme in het bijzonder is een stroming die moeilijk te omschrijven valt. Er is behoorlijk wat verwarring over wat de term precies beslaat, niet in het minste omdat het alludeert op het einde van (de nood aan) feminisme. Het feminisme dat als postfeministisch wordt beschouwd erkent de historische noodzaak van feminisme maar stelt dat dit de dag van vandaag niet meer relevant is, althans niet in Westerse landen. Postfeministen leveren dus kritiek op het zogenaamde slachtofferfeminisme dat volgens hen te weinig oog heeft voor de individuele verantwoordelijkheid, autonomie en agency van vrouwen, en dit vooral op vlak van seksualiteitsbeleving. Dit vertaalt zich in een individualistische en libertaire benadering van thema’s zoals prostitutie, pornografie en abortus. Over het algemeen staan postfeministen sceptisch ten opzichte van restrictieve wetgeving rond deze thema’s alsook ten opzichte van de vrouwenbeweging die ze als puriteins en self-victimising ervaren. Postfeministen definiëren zichzelf veelal als sex-positive en beschouwen vrouwen als actieve, seksuele wezens in plaats van passieve, onderdanige slachtoffers zoals het monolithische feminisme dat volgens hen wel doet.
Postfeminisme ontstaat in de jaren ‘80 als reactionaire feministische stroming en problematiseert – of wijst zelfs af – dat absolute gendergelijkheid noodzakelijk, gewenst of realistisch gezien haalbaar is. Doorgaans onderscheiden postfeministen zich door seksueel verschil te onderschrijven en te omarmen. Daarnaast staan postfeministen vaak positief ten opzichte van materialistische popcultuur die vrouwelijkheid construeert op basis van agency en eigen keuze.
Doorheen de jaren lagen postfeministen regelmatig onder het vuur vanwege hun controversiële stellingname in verband met gevoelige thema’s zoals verkrachting en pedofilie. Vanwege hun nadruk op individuele autonomie en vrouwelijke lust verwijten critici postfeministen de schuld van misbruik bij het slachtoffer te leggen. Dit noemt men victimblaming. Waar postfeministen de nadruk leggen op individualisme en ze de argwaan ten opzichte van de staat delen met anarchistische en liberale feministen, stellen onder meer radicale en socialistische feministen dat postfeministen geen rekening houden met structurele ongelijkheden en hierdoor volhardende genderongelijkheid negeren. Ook stellen critici dat de postfeministische visie op vrouwelijkheid gestoeld is op neoliberale vercommercialisering in naam van vrije keuze. Tot slot luidt een veelvoorkomende kritiek dat postfeminisme andere en sterk uiteenlopende feministische stromingen over één kam scheert en afschrijft als één monolithische orthodoxie: het “slachtofferfeminisme”.
Belangrijke namen postfeminisme: Camilla Paglia ∙ Katie Roiphe ∙ Rene Denfield ∙ Christina Hoff Sommers ∙ Wendy McElroy ∙ Cathy Young ∙ Janet Radcliffe Richards