Na een perslek in Het Nieuwsblad besluiten de negen vrouwen die zich burgerlijke partij hebben gesteld in het proces tegen televisiemaker Bart De Pauw over grensoverschrijdend gedrag (digitale overlast en stalking om precies te zijn) een week vroeger dan gepland uit de anonimiteit te treden. Vandaag gaat het proces officieel van start en zouden de namen hoe dan ook bekend raken. Wanneer de vrouwen met naam en gezicht bekend raken in de media, volgen er heel wat bedenkelijke opmerkingen in de commentaarsecties van diverse media en op sociale media over wie het eigenlijke slachtoffer is in de zaak-De Pauw. Het gaat immers “enkel” over sms’en, zo werpen sommigen op, waaronder De Pauw zelf, die zich vanaf het begin heeft verweerd. Het gaat in geen geval over seksueel misbruik zoals in de zaak-Harvey Weinstein die enkele maanden eerder in 2017 aan het licht kwam. Toch heeft Bart De Pauws reputatie en carrière ongetwijfeld schade geleden. “Is dat terecht?”, klinkt het. Is hij hier niet vooral zelf slachtoffer? En is een rechtszaak niet fel overdreven?
Het is belangrijk om op te merken dat de aanklagers zelf aanvankelijk geen rechtszaak wilden, maar excuses en de erkenning van het feit dat dergelijk gedrag niet door de beugel kan, al zeker niet in een werkcontext waar sprake is van ongelijke machtsverhoudingen tussen de slachtoffers en de beschuldigde. Volgens de slachtoffers bleven die excuses en erkenning echter uit en dus komt het tot een rechtszaak. Of de feiten strafbaar zijn, is voer voor de drie rechters die zich het komende jaar zullen buigen over het dossier. Of dergelijk gedrag acceptabel is volgens de waarden en normen van de samenleving, is een andere discussie. Precies omdat de rechtszaak nog niet eens begonnen is, wijst het bij voorbaat minimaliseren van de ervaringen van de slachtoffers en het medeleven met de beschuldigde erop dat we als samenleving de maatschappelijke discussie over grensoverschrijdend gedrag in de werksfeer nog ten gronde moeten voeren.
Bron foto: Mihai Surdu via Unsplash
Drie jaar geleden – niet lang nadat de zaak-Harvey Weinstein internationaal de #MeToo-beweging op gang trekt – kondigt televisiemaker en Vlaamse publiekslieveling Bart De Pauw in een videoboodschap aan dat de VRT de samenwerking heeft stopgezet vanwege meldingen van grensoverschrijdend gedrag aan zijn adres. In de video, waarvoor hij een communicatiebureau inschakelt, stelt hij dat het gaat om sms’en met een flirterige toon en dat er “op een bepaald moment gewag werd gemaakt van stalking”.
Verschillende vrouwen hebben melding gemaakt van zijn wangedrag bij de vertrouwenspersoon van de VRT. In de weken die volgen getuigen verschillende slachtoffers ook aan de redactie van De Standaard. Ze staan erop dat hun naam niet wordt vermeld. De Pauw zelf verdedigt zich intussen tegen de beschuldigingen en stelt dat hij oneerlijk is behandeld door de VRT. Het parket besluit op eigen initiatief een gerechtelijk onderzoek te starten en verricht huiszoekingen in de VRT-gebouwen. Ondertussen getuigen meer dan tien vrouwen bij advocaat Christine Mussche over hun ervaringen met De Pauw. De vrouwen wensen anoniem te blijven.
Na een jaar van relatieve stilte in de media wordt het onderzoek in november 2018 afgerond. De procureur van het parket buigt zich nu over de eindvordering van het onderzoek. Vervolgens zal de raadkamer moeten beslissen of de zaak voorkomt of wordt geseponeerd. Intussen stelt het Instituut voor Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM) zich burgerlijke partij en geven negen vrouwen aan bereid te zijn hun anonimiteit op te geven en zich burgerlijke partij te stellen als het tot een rechtszaak komt.
In mei 2020 maakt het Mechels parket bekend de zaak-De Pauw te willen laten voorkomen op basis van drie klachten waarover de raadkamer zich moet beraden: elektronische overlast, stalking en inbreuk op de seksismewet. De Pauw zelf reageert opgelucht op de aankondiging en geeft aan uit te kijken naar een rechtszaak om context te kunnen geven bij de - naar zijn aanvoelen overdreven - aantijgingen.
Op 8 september 2020 besluit de raadkamer dat er voldoende elementen aanwezig zijn om de zaak-De Pauw effectief te laten voorkomen voor de correctionele rechtbank op basis van aantijgingen over elektronische overlast en stalking. De seksisme-aanklacht wordt niet weerhouden.
Een dag later eisen De Pauw, zijn gezin en zijn vennootschap een schadevergoeding van twaalf miljoen euro van de VRT en de toenmalige CEO Paul Lembrechts, voor een zeer bewuste “karaktermoord” op zijn persoon en voor de schade die zowel zijn reputatie als zijn carrière geleden hebben. De VRT weigert in te gaan op de ingebrekestelling van De Pauw, wat betekent dat er vermoedelijk nog een tweede rechtszaak zal volgen, van De Pauw tegen de VRT.
Vandaag start de eerste rechtszaak, tegen De Pauw, met een inleidende zitting die het verdere verloop van het proces zal bepalen. Het is een moment waar niet zozeer de slachtoffers, maar wellicht vooral De Pauw en zijn entourage lang op hebben gewacht. Eerder weigerde hij namelijk een rechtszaak af te wenden door de slachtoffers publiekelijke excuses en een schadevergoeding te bieden.
Normaal gesproken zouden de negen slachtoffers die zich burgerlijke partij gesteld hebben pas vandaag, bij aanvang van het proces, uit de anonimiteit treden. Maar na een perslek vorige week in Het Nieuwsblad gebeurt dit al een week eerder. Hoewel in het desbetreffende nieuwsartikel uiteindelijk geen namen worden genoemd, wordt het profiel van de vier acteurs en vijf medewerkers achter de schermen wel omschreven en ontvangen de vrouwen in aanloop naar de publicatie een telefoontje met de boodschap: “We hebben de lijst met namen en vroeg of laat zullen we ze publiceren.” Daarop besluiten de vrouwen, een week voor de inleidingszitting van het proces, controle te houden over hun verhaal en alsnog uit de anonimiteit te treden. Dat doen ze via een gezamenlijke persmededeling, verstuurd door het Instituut voor Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM) dat optreedt als woordvoerder van de vrouwen en zich eveneens burgerlijke partij stelt:
Zo raken de negen – tot voor kort anonieme – aanklagers alsnog voor het hele publiek bekend. De Pauw zelf was in januari 2018 al op de hoogte over wie het ging. Op Lize Feryn na, werkten alle vrouwen ooit met De Pauw samen, voor of achter de schermen. Belangrijk is dat de meeste vrouwen in een ondergeschikte rol voor of met De Pauw samenwerkten. Alle vrouwen zijn, of waren destijds, werkzaam in de televisiewereld en wijzen erop dat jonge actrices en programmamedewerksters zich afhankelijk voelden van De Pauw op vlak van loon of carrière. Ze vinden dat De Pauw misbruik maakte van zijn positie in de televisiewereld.
Damiaan Denys, hoogleraar psychiatrie aan de Universiteit van Antwerpen, stelt dat de machtspositie die BV’s ontlenen aan hun bekendheid kan leiden tot een gevoel van onaantastbaarheid. Hij merkt daarbij op dat dat gevoel ook gevoed wordt door de samenleving. Dat heel wat mensen eerder hun medeleven betuigen aan publiekslieveling Bart De Pauw, in deze zaak tenslotte de beschuldigde, voor de schade die zijn reputatie en zijn carrière geleden hebben, dan sympathie tonen voor de slachtoffers, wiens job, loon en toekomstige carrièreperspectieven binnen de televisiewereld afhankelijk waren van De Pauw, is dan ook sprekend.
Waar de drie mannelijke BV’s die slachtoffer werden van sexting konden rekenen op een golf van compassie en medeleven, is er minder begrip en medeleven voor de vrouwelijke slachtoffers in de zaak-De Pauw. Criticasters halen bijvoorbeeld aan dat de carrière van De Pauw onherstelbaar geschonden is door de aantijgingen. Op die manier schijnen ze niet alleen oorzaak en gevolg door elkaar te halen, maar eveneens de beschuldigde te zien als slachtoffer. Ook vriend en collega-televisiemaker Jan Verheyen is van mening dat het “onverantwoord [is] dat je de carrière van iemand – en laten we wel wezen, niet zomaar iemand – kaltstellt”. Als het gaat over grensoverschrijdend gedrag van geliefde publieke figuren, worden die feiten soms nogal gemakkelijk geminimaliseerd, vergoelijkt of in twijfel getrokken. De machtspositie die Bart De Pauw kende in de werkrelatie met de vrouwelijke slachtoffers, zet zich voort in het publieke debat.
Ook in de rechtszaak zelf is er sprake van een machtsverschil. “Voor deze vrouwen was het niet zo gemakkelijk om zomaar een advocaat in de arm te nemen. Niet iedereen beschikt over het budget van Bart De Pauw,” aldus Liesbet Stevens (IGVM). Omdat het IGVM als taak heeft slachtoffers met raad en daad bij te staan, ook juridisch, neemt het IGVM dus de kosten van het proces op zich.
Adjunct-directeur Liesbet Stevens verklaart dat het Instituut zich burgerlijke partij stelt precies omdat grensoverschrijdend gedrag op het werk, waar oneven machtsverhoudingen en afhankelijkheid een rol spelen, nog steeds een ernstige problematiek is onze samenleving. Stevens benadrukt dat er in het geval van De Pauw, wel degelijk sprake was van een machtspositie ten opzichte van de vrouwen: “Hij was hun regisseur of de baas van het productiehuis waar zij bijvoorbeeld stage liepen. Wat zij nu vooral hopen is dat het heel duidelijk is dat wat hen is overkomen, dat zij daar ook de maatschappelijke erkenning krijgen dat dat niet had mogen gebeuren. Dat dat ernstige feiten zijn die niet thuishoren in een arbeidscontext.”
Ook Bieke Purnelle, co-directeur van RoSa, stelt dat schaamte- en schuldgevoelens maken dat slachtoffers van ongewenste intimiteiten en seksueel wangedrag vaak niet naar buiten treden. Dat verklaart in grote mate waarom het dark number, het aantal niet-gemelde voorvallen van grensoverschrijdend gedrag, zo onthutsend hoog is. Dat negen (waaronder enkele bekende) vrouwen bereid zijn uit de anonimiteit te treden en hun verhaal te doen, kan een belangrijk voorbeeld stellen voor andere slachtoffers om toch aangifte te doen van seksueel wangedrag. De manier waarop een samenleving daarop reageert, is dan ook cruciaal. Vorig jaar februari, toen het IGVM verklaarde zich burgerlijk partij te stellen in de zaak-De Pauw, waarschuwde Liesbet Stevens nog:
De cognitieve dissonantie die ertoe leidt dat de beschuldigde van grensoverschrijdend gedrag wordt gevictimiseerd en de slachtoffers worden geculpabiliseerd voor de schade die de beschuldigde geleden heeft, wijst erop dat de problematiek nog niet voldoende ernstig genomen wordt. De ervaringen van de slachtoffers worden gemakkelijk geminimaliseerd, zelfs nog voor het proces goed en wel van start is gegaan. Het waren “maar” enkele flirterige, hoogstens misplaatste, sms’en, zo wordt opgeworpen. Ook De Pauw zelf verdedigt: “Ik heb toch niets fysiek misdaan? Meer dan een beetje flirten was het niet.” De teneur van dat discours is dat, zolang er geen fysieke grenzen overschreden worden, er geen sprake kan zijn van grensoverschrijdend gedrag.
Daar is Liesbet Stevens (IGVM) het niet mee eens. Ze verwijst naar een onderzoek van het Europees Bureau voor de Grondrechten (FRA): “Slachtoffers van stalking kunnen een jaar na de feiten nog slaapproblemen ondervinden, zich onveilig voelen en angstgevoelens hebben. We moeten het bestrijden. Het is maatschappelijk zeer belangrijk dat dit duidelijk wordt gemaakt.”
Ook Ines Keygnaert, professor Seksuele Gezondheid aan de UGent stelt: "Intimidatie wordt heel vaak geminimaliseerd, in die zin heeft deze zaak een symboolfunctie. Ook niet-fysieke vormen van seksueel geweld kunnen heel wat impact hebben op het functioneren. Ik denk dat het belangrijk is dat we ook in België en Vlaanderen gaan beseffen dat seksueel geweld meer is dan verkrachting en aanranding van de eerbaarheid. Het debat over wat grensoverschrijdend is of niet, moet gevoerd worden.”
Verschillende stemmen werpen op dat de zaak-De Pauw een belangrijk precedent kan zijn voor toekomstige cases van grensoverschrijdend gedrag, in de werksfeer of elders, en voor het debat over stalking in het algemeen. Hoewel het proces niet gaat over seksueel misbruik, wordt de discussie over grensoverschrijdend gedrag opengetrokken en markeert de zaak daarmee een belangrijk moment in het maatschappelijk debat rond #MeToo.
Wat #MeToo duidelijk maakt, is dat het om een structureel en cultureel probleem gaat en niet om individuele gevallen van ongepast gedrag. Waar #MeToo om vraagt is dan ook niet individuele karaktermoord, maar een broodnodig maatschappelijk debat over waarden en normen, over welk gedrag we niet (langer) willen tolereren, al dan niet in een werkcontext.
Vandaag wordt in de correctionele rechtbank van Mechelen enkel de conclusiekalender van het proces bepaald en zal duidelijk worden wanneer het dossier wordt gepleit. Naast de negen vrouwen die zich vorige week bekend maakten, zullen nog vier andere vrouwen getuigen. Hoewel zij ervoor kozen zich geen burgerlijke partij te stellen (en dus anoniem kunnen blijven in het proces), vindt het Openbaar Ministerie de elementen in het strafdossier toch bezwarend genoeg om mee in overweging te nemen. Ook deze getuigenissen, van vier onbekende vrouwen die achter de schermen samenwerkten met De Pauw, zullen dus gehoord worden tijdens het proces.
De komende maanden zullen drie rechters oordelen over het dossier De Pauw. Als Bart De Pauw schuldig wordt bevonden riskeert hij een maximumstraf van twee jaar cel.
Update: 25/11/2021
Op 25 november 2021 - de Internationale Dag Voor de Uitbanning van Geweld Tegen Vrouwen oordeelt de correctionele rechtbank in Mechelen dat Bart De Pauw schuldig is aan stalking van vijf vrouwen en aan overlast met elektronische communicatiemiddelen bij één vrouw. Hij krijgt een voorwaardelijke celstraf van 6 maanden.
In een eerste reactie deelt De Pauw mee "heel teleurgesteld" te zijn. Zijn advocaat spreekt van een "bijzonder zware straf" en ook dat De Pauw "slachtoffer is van een veranderende tijdsgeest". Of De Pauw en zijn advocaten in beroep gaan, is nog niet geweten.