hier komen promoties & acties

Oi 0691

Baas in eigen buik-strijd gaat door

Nog maar in april 2020 vierden feministen het dertigjarige bestaan van de Belgische abortuswetgeving. Sindsdien is er weinig vooruitgang geboekt in de strijd van vrouwen om baas te zijn in eigen buik. De overwinning van 2018, waarbij abortus na al die jaren (grotendeels) uit het strafrecht werd gehaald en zo een verworven recht werd in plaats van een gedoogd misdrijf, was eerder van symbolisch belang. Inhoudelijk veranderde er weinig. Tijdens de formatiegesprekken van juli 2020 kwam de inhoud van de abortuswet weer op tafel te liggen, met hoogoplopende emoties in het hele politieke spectrum tot gevolg. RoSa zet een stap terug en stelt de geschiedenis, de inhoud en de betekenis van de Belgische abortuswetgeving en haar actuele, voorgestelde versoepeling op scherp.

Oi 0691

Geschiedenis

Abortus is van alle tijden, wettelijk of onwettelijk. Tweede golffeministen klagen de taboesfeer aan die rust op zwangerschapsonderbreking en het gezondheidsgevaar dat ermee gepaard gaat. Ze weten het thema te politiseren volgens het toen opkomend motto “het persoonlijke is politiek”: abortus uit het strafrecht halen wordt een belangrijk strijdpunt van de tweede feministische golf. Feministische organisaties zoals Dolle mina, het Vrouwen Overleg Komitee (vandaag Furia vzw) en het Gentse Kollektief Anticonceptie benadrukken het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw. Tijdens talloze protesten die een massa op de been brengen, wordt de slagzin “Baas in eigen buik” gescandeerd. In het hele land schieten clandestiene abortuscentra uit de grond om vrouwen in noodsituaties hulp te bieden. Met de jaren professionaliseert deze hulpverlening. 

Affiche van 1984 uit RoSa's archief

In 1973 bereikt de abortusstrijd een hoogtepunt door de arrestatie van dr. Willy Peers die ervan beschuldigd wordt bij driehonderd vrouwen abortus te hebben uitgevoerd, hoewel dit verboden is bij wet. De zaak dwingt voor- en tegenstanders om hun standpunten te verscherpen. De abortuskwestie vormt een ethisch vraagstuk dat niet alleen de vrouwenbeweging verdeelt, maar gaat met de jaren ook de publieke ruimte en het parlementaire halfrond beheersen en polariseren.

In de jaren tachtig volgen tal van grote, sterk gemediatiseerde abortusprocessen tegen gynaecologen, huisartsen, verplegend personeel en patiënten. Sleutelfiguren zoals de feministische activist Lucie Van Crombrugge van het Kollektief Anticonceptie maar ook de liberale senator Lucienne Herman-Michielsen pleiten voor de volwaardige legalisering van abortus en bekritiseren het moraliserend effect van het strafwetboek. Verschillende wetsvoorstellen worden van tafel geveegd vooraleer de wet Lallemand-Herman-Michielsen van 1990 wordt goedgekeurd door een wisselmeerderheid van 126 tegen 69 stemmen, en 12 onthoudingen. Koning Boudewijn weigert de wet te ondertekenen vanwege gewetensbezwaren en verklaart zich gedurende drie dagen niet in staat te regeren. Zo is het uiteindelijk de Ministerraad, en niet de koning, die de controversiële abortuswetgeving publiceert in het Belgisch Staatsblad.

Sinds 1990 is abortus uitvoeren of ondergaan toegestaan tot de twaalfde week na de bevruchting.

Het is echter wachten tot oktober 2018 vooraleer de Kamer abortus grotendeels uit de strafwet haalt. Sindsdien is abortus een verworven recht, in plaats van gedoogd misdrijf. Deze vernieuwing is vooral van symbolisch belang, aangezien dezelfde voorwaarden en de strafsancties bij overtreding veelal behouden blijven. Enkel de verplichte wachttermijn van zes dagen wordt voortaan gerelativeerd bij dringende medische redenen: wanneer de zes dagen bedenktijd het cruciale verschil maken binnen de toegestane termijn, wordt de aanvraag toegestaan. Ook hebben artsen voortaan een doorverwijsplicht.

Belgische abortuscentra zijn echter van mening dat de abortuswet ook inhoudelijk aan vernieuwing toe is. Een herziening en versoepeling van de abortuswetgeving zit dan ook al een tijdje in de pijplijn, en is vandaag brandend actueel. Het vraagstuk of de wettelijke termijn van twaalf weken moet worden uitgebreid vormt de kern van het debat.

Tot hoeveel weken zwangerschap een abortus is toegestaan, verschilt sterk van land tot land. Zo is abortus in het Verenigd Koninkrijk wettelijk toegestaan tot 24 weken, in Frankrijk tot 14 weken, en Duitsland – net zoals in België – tot 12 weken. In Nederland is abortus al sinds 1984 toegestaan tot het moment dat de vrucht buiten het lichaam zou kunnen overleven. In het strafrecht is die grens bepaald op 24 weken, hoewel artsen zich in de praktijk houden aan 22 weken omdat een zwangerschap niet tot op twee weken nauwkeurig te bepalen is.

Een overzicht van abortuswetgeving in Europa vindt je hier en wereldwijd hier.

Huidige wetgeving in België

In België is abortus toegestaan tot 12 weken na de bevruchting. De beslissing ligt volledig bij de vrouw, ook als het gaat om een minderjarig meisje. Elke geraadpleegde arts heeft het recht zich moreel te onthouden, maar is wel verplicht de vrouw door te verwijzen naar een arts die haar verder kan helpen. Na een eerste raadpleging is er sprake van een zogenaamde bedenktijd van zes dagen, opdat de vrouw geen overhaaste beslissing zou nemen. Deze periode wordt in het geval van dringende medische redenen echter gerelativeerd: wanneer de verplichte bedenktijd van zes dagen maakt dat de aanvrager net de toegestane termijn van 12 weken overschrijdt, wordt abortus in de dertiende week na de bevruchting alsnog toegestaan. Tot slot verplicht de huidige abortuswetgeving een arts een aanvrager te informeren over adoptie, wat als culpabiliserend wordt ervaren.

Voorgestelde versoepeling vanuit internationaal perspectief

De voorgestelde versoepeling zou de wettelijk toegestane termijn van 12 weken uitbreiden naar 18 weken. Abortus tussen 12 en 18 weken kan momenteel niet in België, maar wel in buurlanden Nederland en het Verenigd Koninkrijk, waar het termijn zelfs strekt tot 22 à 24 weken. Het zijn dan ook die landen waar elk jaar een vijfhonderdtal Belgische vrouwen naartoe trekken als noodoplossing. Het gaat dan over personen die twijfelen omdat de zwangerschap niet gepland was of personen die eenvoudigweg niet op tijd wisten dat ze zwanger waren, bijvoorbeeld vanwege onregelmatige menstruatiecycli of het uitblijven van zwangerschapssymptomen.

Volgens Belgisch-Nederlands arts Erik Boss worden de meeste abortussen uitgevoerd tussen de vierde en negende week, en de meeste late abortussen tussen veertien en zestien weken, lang voor een foetus levensvatbaar is dus. Hij wijst erop dat de langere toegestane termijn niet leidt tot meer abortussen maar dat de hulpverlening op die manier wel breder toegankelijk is. Momenteel hebben enkel vrouwen met voldoende budget de mogelijkheid om na 12 weken naar het buitenland te trekken. Een beperkte abortuswetgeving resulteert zo indirect in sociale uitsluiting, zo stellen voorstanders van de versoepeling.

Ook een onderzoek van prof. dr. Sarah Van de Velde en haar collega’s stelt dat de versoepeling van de abortuswetgeving om meerdere redenen een goede zaak zou zijn voor de volksgezondheid en benadrukt dat de vrees voor een toename in abortusaanvragen ongegrond is. Gemiddeld overschrijden slechts 200 van de 7000 jaarlijkse abortusaanvragen de wettelijke limiet. In landen waar de toegestane termijn langer is dan in België, zag men na de versoepeling geen toename. Enkel op papier zullen de cijfers mogelijk toenemen, omdat het te verwachten is dat personen uit buurlanden met een beperktere termijn (zoals Frankrijk) in België hulp komen zoeken – net zoals nu Belgische vrouwen naar Nederland trekken. De Europese Unie bewaakt dan ook het recht op vrij verkeer van patiënten.

De vrees dat een versoepeling van de wetgeving tot meer abortusaanvragen zou leiden vertrekt vanuit de aanname dat vrouwen lichtzinnig omspringen met het recht op abortus. Diezelfde redenering onderbouwt ook de huidige wachtperiode van zes dagen, die door empirische wetenschap sterk wordt bekritiseerd. Hieruit blijkt immers dat een derde van de vrouwen in Vlaanderen de wettelijke termijn net mist door de verplichte wachtperiode van zes dagen. De voorgestelde versoepeling wil daarom de wachtperiode terugbrengen tot 48 uur. Onderzoek heeft aangetoond dat de bedenktijd van zes dagen als moraliserend en paternalistisch wordt ervaren. Ook de Wereldgezondheidsorganisatie stelt dat de verplichte wachttermijn een onnodige drempel tot veilige abortus vormt en daarmee de rechten van de patiënt schendt. Daarnaast heft de voorgestelde versoepeling de culpabiliserend verplichting van een arts op om een aanvrager van abortus in te lichten over adoptiemogelijkheden.

“Het voorstel werd gebaseerd op de getuigenissen van vele vrouwen en hulpverleners die op basis van hun praktijkervaringen en gesteund door wetenschappelijk onderzoek deze aanpassingen hebben voorgesteld. Het voorstel werd besproken en geamendeerd in commissie en nu al voor de derde maal afgetoetst bij de Raad van State en goed bevonden.” Communiqué van de Vrouwenraad en de Conseil des femmes francophones de Belgique (CFFB)

Een andere toevoeging van het nieuwe wetsvoorstel is dat, wie een persoon verhindert een abortuscentrum te betreden of foutieve informatie verspreidt, een gevangenisstraf van maximum één jaar riskeert.

Ten slotte wil het omstreden wetsvoorstel de gedateerde strafsancties van 1990 herzien en daarmee abortus volledig uit het strafrecht halen. In 2018 werden al grote stappen in de richting van decriminalisering gezet, maar strafrechtelijke vervolging van uitvoerende artsen en patiënten die zich buiten de wettelijk toegestane termijn begeven bleef opgenomen in het strafwetboek. De versoepeling wil van abortus een uitsluitend medische behandeling maken en daarmee het culpabiliserend effect van de laatste sporen van de abortuswetgeving in het strafwetboek opheffen. Let wel, artsen die zich niet houden aan de wettelijke voorwaarden zijn nog steeds onderworpen aan het gemeen recht en kunnen dus nog steeds gestraft worden. De versoepeling is gericht op de medicalisering van de ingreep.

 

In de pers:

Meer lezen?

Aanraders uit de RoSa-bibliotheek:

#Abortus #BaasOverEigenBuik #RoSaschrijft