hier komen promoties & acties

Misogyy Online Thumbnail

Misogyny Online: A Short (And Brutish) History - Emma A. Jane

Emma A. Jane

Misogyny Online: A Short (And Brutish) History
Los Angeles, California: Sage, 2017. 142 p.

Dat vrouwen vaak af te rekenen hebben met online haat, is geen geheim. Maar waar ze vroeger vaak te horen kregen dat ze dat er maar bij moesten nemen, gaan er steeds vaker stemmen op die zeggen dat we dit niet langer mogen tolereren. De Australische onderzoeker, professor en auteur Emma A. Jane is zo iemand. Met haar boek Misogyny Online: A Short (And Brutish) History werd ze in 2018 genomineerd in de categorie ‘Beste monografie van jonge onderzoekers’. Ze duidt online misogynie niet alleen vanuit een persoonlijk perspectief, ze doet ook een appel op beleidsmakers.

In de eerste vier hoofdstukken van het boek beschrijft Emma A. Jane de ernst, de evolutie en de effecten van online misogynie. Het woord ‘brutish’ in de titel van het boek is daarbij niet gelogen: ze vertrekt vanuit haar eigen ervaringen en beschrijft ongecensureerd de haatberichten waarvan zij en andere vrouwen slachtoffer werden. Dat maakt het boek bij momenten intens en confronterend, een tactiek die Jane bewust inzet om aan te tonen welke schade online misogynie kan veroorzaken. In de laatste hoofdstukken beschrijft de auteur waarom slachtoffers van online misogynie zelf de schuld krijgen en zoomt ze in op (het gebrek aan) beleidsmatige acties. Tot slot vraagt Jane zich af welke mogelijke oplossingen er zijn en hoe goed beleid omtrent online misogynie eruit kan zien. Door de complexiteit van de mogelijke oplossingen die ze naar voor schuift, blijf je als lezer in dat laatste hoofdstuk echter een beetje op je honger zitten.

Intro tot online misogynie

Het boek opent met misogyne haatberichten en -reacties die Emma A. Jane in het verleden toegestuurd kreeg. Ze is helaas niet het enige slachtoffer: onderzoek uit 2015 toont aan dat 73% van alle meisjes en vrouwen al te maken kreeg met online misogynie, en vrouwen 27 keer meer kans hebben dan mannen om slachtoffer te worden. Hetzelfde onderzoek toont aan dat 61% van de daders mannen zijn. Deze cijfers kunnen verklaren waarom de auteur het bijna uitsluitend heeft over vrouwelijke slachtoffers en mannelijke daders, wat ze zelf aanhaalt als een beperking van het boek.

De online misogynie die de auteur eind jaren 1990 heeft ervaren, nam voornamelijk de vorm aan van kritische (en negatieve) berichten omtrent de inhoud van haar werk. Ze merkte dat die berichten doorheen de jaren steeds meer evolueerden naar seksueel agressieve bedreigingen en beledigingen. Ze introduceert daarbij de term rapeglish waarmee ze verwijst naar Engelstalige online misogynie met een seksueel gewelddadige dimensie, zoals verkrachtingsbedreigingen. Een diepgaande analyse over waar deze evolutie vandaan kwam, blijft echter uit.

De gecoördineerde aanvallen op Kathy Sierra in 2007 markeren volgens Jane een eerste kritiek moment in de verspreiding van online misogynie. De Amerikaanse Sierra, een vooraanstaand profiel binnen de technologie-industrie, schreef in 2007 in haar blog Creating passionate users dat ze snapte waarom andere vrouwen reacties op hun blog modereren wanneer ze te maken krijgen met online misogynie. De steun die ze daarvoor uitte – zonder de reacties op haar eigen blog te modereren – zorgde voor een storm van doods- en verkrachtingsbedreigingen aan haar adres die voor het eerst werden opgepikt door internationale media. Steeds meer slachtoffers spraken zich uit en werden daardoor ironisch genoeg geconfronteerd met nog meer online haat. In 2014 markeerde #Gamergate een tweede kritiek moment. Heel wat mannelijke gamers stuurden agressieve haatreacties naar vrouwelijke game-ontwerpers uit wrok tegen de ‘inval’ van vrouwen in een territorium dat gedomineerd werd door mannen. Velen geloofden in de samenzweringstheorie dat vrouwen een poging deden om videogames te censureren en te controleren. #Gamergate markeerde volgens Jane het moment dat online misogynie niet langer de uitzondering was, maar de regel werd.

De voedingsbodem van online misogynie

Op de vraag waarom online misogynie bestaat, formuleert Jane een kort antwoord.

Tegelijkertijd licht ze dit verder toe. Ten eerste schrijft Jane dat de spectaculaire stijging van het gebruik van sociale media en de relatieve anonimiteit die het internet biedt van het wereldwijde web een ideale plaats maken waar misogynie zonder al te veel consequenties kan plaatsvinden. Ten tweede merkt ze op dat een beweging die zich verzet tegen alles wat ‘politiek correct’ is – een antigenderbeweging die we ook breder zien – er mee voor zorgt dat misogynie alomtegenwoordig is op het internet. Mensen creëren namelijk online ruimtes als uitlaatklep om seksistische, homofobe, transfobe en racistische uitspraken te doen die op andere plekken niet langer getolereerd worden. Ten derde besteedt Jane aandacht aan het egalitaire idee van waaruit het internet werd ontworpen. Het internet werd namelijk ontwikkeld op basis van het idee dat alle gebruikers gelijken zijn en iemands biologisch geslacht, genderidentiteit, ras, klasse, etniciteit, handicap, enzovoort niets uitmaakt wanneer je je op het internet bevindt. Wanneer gebruikers op het internet zich ‘outen’ als vrouw, moeten ze volgens plegers van online misogynie gestraft worden voor het schaden van dat egalitaire idee. Dat straffen doen ze contradictorisch genoeg door de nadruk te leggen op de (afwezigheid van) seksuele waarde van vrouwen.

Offline consequenties van online misogynie

Wanneer Emma A. Jane boos is over de online misogynie die zij ervaart, krijgt ze – net als veel andere slachtoffers – als reactie dat ‘het enkel woorden zijn’, ‘het enkel in een virtuele ruimte gebeurt’, ‘ze het internet gewoon moet mijden’, ‘ze het niet moet uitlokken’ of ‘ze er gewoon niet op moet reageren’. Slachtoffers krijgen met andere woorden de schuld en worden verantwoordelijk gesteld om het gedrag te stoppen, ondanks de grote impact die het op individuele slachtoffers en de maatschappij heeft.

De relativering van online misogynie leidt bovendien tot een gebrek aan gepaste beleidsmatige acties: politiediensten die ongepast reageren wanneer slachtoffers aangifte doen, beleidsmakers die niet op de hoogte zijn van de grootte en de ernst van het probleem, sociale media platformen die richtlijnen opstellen die eerder slachtoffers dan daders sanctioneren, enzovoort.

Jane eindigt het boek met de boodschap dat de aanpak van online misogynie gecombineerd moet worden met de aanpak van offline genderongelijkheid aangezien de wortels van online misogynie in ongelijke machtsverhoudingen liggen. Goed beleid omtrent online misogynie kan volgens haar gespiegeld worden aan goed beleid omtrent offline gendergerelateerd geweld en moet voldoende flexibel zijn zodat regelgeving aangepast kan worden aan de snelle evoluties omtrent online misogynie. Op de vraag hoe zo’n goed beleid er concreet kan uitzien, geeft ze echter geen antwoord.

Meer weten?

Aanraders uit de RoSa bibliotheek:

#RoSaleest #Uitgelezen #Herfst2024 #Boek #Online #Misogynie #Internet #Rapeglish #Gamergate #Beleid