hier komen promoties & acties

05.10 | Ervaringen van vrouwen in de politiek

RoSa vzw belicht elke twee weken een specifiek gendergerelateerd thema of bespreekt de genderdimensie van een actueel of onderbelicht onderwerp. Deze week zoomen we in op de ervaringen van vrouwen in politiek.

Gepubliceerd op 05/10/2023

Sigrid Kaag (Nederland), Jacinda Adern (Nieuw-Zeeland), Sylvana Simons (Nederland), Nicola Sturgeon (Schotland), Liane den Haan (Nederland), Valerie Van Peel (België), Sanna Marin (Finland), Meryame Kitir (België), Catherine Fonck (België), en Sarah Schlitz (België). Het zijn maar enkele van de vele vrouwen die in 2023 aankondigden de politiek te verlaten. In 2020 kopten de Belgische kranten nog ‘Regering-De Croo is de meest vrouwelijke ooit’, met een regering die voor het eerst maar liefst voor de helft bestaat uit vrouwen. Anno 2023 is de realiteit minder rooskleurig: in 2022 nam Meryem Almaci ontslag als voorzitter van haar politieke partij Groen, het begin van  een tijdperk zonder een vrouw als solo partijvoorzitter. In april 2023 meldden de kranten dat er al vier (van de tien) vrouwelijke regeringsleden sinds 2020 uit beeld zijn verdwenen. Niet enkel in België maar ook internationaal zien we vrouwelijke politici afhaken of aan de kant geschoven worden. Tijd om dit fenomeen onder de loep te nemen.

Vrouwen in politiek: een korte geschiedenis

Vrouwen in politieke besluitvorming zijn een relatief recent fenomeen in de geschiedenis in België. In 1921 kregen vrouwen het recht om zich politiek kandidaat te stellen. In 1974 vormden vrouwen 15% van het parlement. In 1980 kwam het tot een politiek debat over de versterking van vrouwen in de Belgische politiek. De wet Tobback-Smet legde in 1994 een quotum op van minimaal één derde kandidaten van de ondervertegenwoordige sekse op de kieslijsten, gevolgd door een grondwetswijziging in 2002 en een reeks aan quotawetten die bepalen dat het verschil tussen het aantal mannen en vrouwen op de kieslijsten niet meer dan één mag zijn (pariteit). Verder moeten de eerste twee kandidaten van elke lijst een man en een vrouw zijn (beperkt ritssysteem voor eerste twee kandidaten). Dit ritssysteem werd voor het eerst toegepast op de volledige kieslijsten bij de federale verkiezingen van 2007 en de regionale verkiezingen in 2009.

Tussen 2012-2018 leverden Wallonië en Brussel Hoofdstedelijk Gewest extra inspanningen om de politieke participatie van vrouwen in gemeente- en provincieraden te versterken door middel van een ritssysteem (met afwisselend een man en een vrouw) over de hele verkiezingslijst. Sinds 2019 moet de Waalse regering minstens één derde mannen en één derde vrouwen tellen. 

Het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM) monitort de evolutie van vrouwen in de politiek sinds 1995. Die lijkt sinds 2010 gestagneerd te zijn: op federaal niveau waren er 40% vrouwelijke verkozenen en 38,9% vrouwelijke parlementsleden in 2010. In 2019 ging het om respectievelijk 41,3% en 42,8. Op gemeentelijk en provinciaal niveau zien we een verschil in vrouwelijke raadsleden tussen Vlaanderen en Wallonië enerzijds (beide 38%) en Brussel anderzijds (47%). Vrouwelijke schepenen en burgemeesters zijn sterk in de minderheid: 5% in Brussel, 13% in Vlaanderen en 18% in Wallonië. 

Ondanks de vooruitgang wat betreft het aantal vrouwen in de politiek en het streven naar seksepariteit in de politieke besluitvorming, zijn er nog heel wat uitdagingen. Zo geeft politicoloog Karen Celis aan dat er meer diversiteit nodig is in politieke bestuursorganen. “Het volstaat niet dat je sommige vrouwen - witte elitevrouwen - betrekt in je politieke besluitvorming en andere blijft uitsluiten,” merkt Celis kritisch op. Daarnaast worden vrouwen zowel in België als wereldwijd nog maar beperkt vertegenwoordigd in de hoogste politieke besluitvorming en politieke leiderschapsposities (beperkte doorstroom) en wordt het politieke klimaat en de realiteit van een loopbaan als politica steeds vaker aangekaart als een participatiedrempel voor vrouwen.

Genderstereotypen in de politiek

Politiek: een mannenzaak?

Politiek werd lang - en door velen nog steeds - gezien als een 'mannenzaak’. Dit heeft verschillende oorzaken: de eeuwenlange uitsluiting van vrouwen uit de politieke besluitvorming  heeft lang voor mannelijke dominantie gezorgd binnen de politiek. Dit maakt dat mensen vaker aan mannen denken wanneer ze aan politiek denken. Ook genderstereotypen spelen mee: ideeën over de rollen die mannen en vrouwen zouden moeten innemen in de maatschappij en hun vermeende competenties bepalen mee hoe we denken over politieke mandaten in het algemeen en politici in het bijzonder. Zo associëren we bepaalde competenties, rollen en verantwoordelijkheden die gepaard gaan met een politiek mandaat - zoals publiek spreken, leidinggeven en lange werkdagen die moeilijk te combineren vallen met zorgtaken - vaker met mannen. Dit alles zorgt er voor dat vrouwelijke politici geacht worden zich te conformeren aan bepaalde vooringenomenheden en/of actief moeten ingaan tegen deze ideeën: het is koorddansen voor vrouwelijke politici om ernstig genomen te worden.

Daarenboven is niet iedereen even blij met de groeiende participatie van vrouwen in politiek, net omdat die tendens tegen genderstereotiepe normen ingaat. Heel wat vrouwelijke politici krijgen dan ook te maken met verschillende vormen van weerstand, zoals seksistische uitspraken, seksuele intimidatie en geweld, wat we verder in deze nieuwsbrief gedetailleerd bespreken.

Genderstereotiepe mandaten

Wie krijgt welk postje?

Genderstereotypen spelen niet enkel mee in ons beeld over de ideale politicus en hoe we naar vrouwen in de politiek kijken, maar bepalen mee welke politieke mandaten ze bekleden. Zo zien we wereldwijd dat vrouwen vaak een politiek mandaat bekleden gerelateerd aan mensenrechten, gendergelijkheid en sociale zaken, zoals afbeelding rechts toont. 

Bron grafiek: Interparlementaire Unie, 2023

Daarnaast nemen vrouwen ook vaker politieke mandaten op rond onderwijs en klimaat. Hun mannelijke collega’s daarentegen domineren politieke mandaten rond economie, defensie, justitie, energie en binnenlandse zaken. Ook in de Belgische federale regering zien we die  tendens terug: zo is staatssecretaris Marie-Colline Leroy bevoegd voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit, Nicole de Moor is staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Minister Zakia Khattabi is verantwoordelijk voor Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal, en Minister Karine Lalieux voor Pensioenen, Maatschappelijke Integratie, Personen met een handicap en Armoedebestrijding. Economie en Werk, Financiën en Justitie zijn respectievelijk de verantwoordelijkheden van Pierre-Yves Dermagne, Vincent Van Peteghem en Vincent Van Quickenborne. Voor typisch mannelijke domeinen als Defensie en Begroting zijn dan weer wel vrouwen bevoegd: respectievelijk minister Ludivine Dedonder en staatssecretaris Alexia Bertrand. 

In een analyse over vrouwen in de politiek in de krant De Morgen vragen journalisten zich af of die zogenaamd 'lichtere' bevoegdheden ook een symptoom zijn van iets anders: “Misschien maakt een lichte portefeuille het makkelijker om hen te laten vallen?”

Waar zijn de vrouwen in toonaangevende politieke posities? Het glazen plafond en de glazen afgrond

Hoewel vrouwen in de regering De Croo voor het eerst de helft van de regering vormen, blijft de regeringskern ook anno 2023 hoofdzakelijk bestaan uit mannen: op dit moment bestaat deze uit één vrouw - vice-eersteminister Petra De Sutter - en zeven mannen. Ook andere politiek toonaangevende posities zoals politiek voorzitterschap en de rol van eerste minister vallen veelal in mannenhanden. Voorlopig was de enige vrouwelijke eerste minister van België Sophie Wilmès van oktober 2019 tot oktober 2020 (onder meer ten tijde van het begin van coronacrisis in februari 2020). Er is dus nog steeds sprake van een glazen plafond in de politiek, waarbij vrouwen minder vlot doorstoten naar de hoogste politieke echelons.

Daarnaast is er sprake van een glazen afgrond, waarbij vrouwen naar voren worden geschoven tijdens een (politieke) crisis. Dat fenomeen zien we zowel bij het opstellen van kieslijsten, het kiezen van politiek voorzitterschap als het toekennen van politieke mandaten.

Politica (extra) onder de loep

Genderstereotiepe beeldvorming van vrouwelijke politici

Volgens onderzoek en verschillende politici zelf worden vrouwen anders beoordeeld in hun rol als politici: hun vrouw-zijn wordt meer benadrukt, ze worden vaker dan hun mannelijke collega’s (enkel) met hun voornaam aangesproken, horen vaker kleinerende aanspreekvormen zoals ‘meisje’ ‘meid’, ‘vrouwtje’ en krijgen te maken met genderstereotiepe beeldvorming

Wat betreft genderstereotiepe beeldvorming blijkt dat vrouwen anders bevraagd én beschreven worden: ze worden vaker op hun uiterlijk aangesproken, vaker bevraagd over de combineerbaarheid van hun job met hun gezinsleven, en het gaat vaker over hun privé rollen en minder over hun professionele standpunten of werkzaamheden. Ook internationaal zien we verschillen in de manier waarop mannen en vrouwen in de politiek worden gepresenteerd.

Professor Karen Celis (Vrije Universiteit Brussel) wijst er dan ook op dat we alert moeten blijven voor dergelijke stereotyperende benaderingen van vrouwelijke politici, omdat ze insinueren dat vrouwen niet thuishoren in het politieke landschap enerzijds en zorgen voor denigrerende en haatdragende uitspraken ten aanzien van vrouwelijke politici anderzijds.

Dubbele standaarden: met twee maten en twee gewichten

Daarnaast klagen verschillende vrouwelijke politici een dubbele standaard aan in de beoordeling van hun werk, waarbij volgens hen mannelijke politici genieten van meer bescherming en vrouwelijke politici strenger beoordeeld en afgestraft worden. Vrouwelijke collega’s zouden sneller op de vingers worden getikt of zelfs aan de deur worden gezet voor gelijkaardige of lichtere feiten. Groen politica Meryem Almaci kaartte deze dubbele standaard recent nog aan in het kader van het ontslag van voormalig Staatssecretaris voor Gelijke Kansen Sarah Schlitz aan met de hashtag #niettoevalligvrouw.

Volgens onderzoeker Robin Devroe (UGent) spelen ook hier genderstereotypen een cruciale rol, omdat ze mee bepalen hoe we kijken naar fouten.

Veranderende samenstelling, aanhoudende werkcultuur

Ondanks de recente vooruitgang inzake de deelname van vrouwen aan de partijpolitiek én de maatschappelijke ideeën over gender, is de politieke werkcultuur nauwelijks veranderd: de focus op lange en stressvolle werkdagen, een beperkte work-life balance en een ‘harde werkcultuur’ blijven stevig overeind. Hoewel heel wat politici - man én vrouw, van verschillende partijen en verschillende politieke niveaus - deze werkcultuur aankaarten lijkt er weinig te veranderen. Integendeel: de verwachtingen tegenover politici zijn hoog en de manier van politiek voeren is hard. Nieuwkomers in de politieke arena zijn extra kwetsbaar: de beperkte ervaring en omkadering zorgen voor een grotere vrijwillige én gedwongen uitstroom. Politica Gwendolyn Rutte (Open VLD) geeft in een interview met De Standaard dan ook aan dat deze werkcultuur onvoldoende aandacht heeft voor (vrouwelijke) politici die nieuwkomer zijn in de politieke arena, en ook minister Petra De Sutter (Groen) treedt dit bij in een interview met de VRT. De Sutter benadrukt tevens de nood aan een nieuwe werkcultuur.

Daarnaast gaat het er ook hard aan toe in de publieke arena: burgers zijn niet mild voor politici. Politici geven aan dat ze meer en meer te maken krijgen met publieke schadelijke reacties en online haat. Het openbaar ministerie in Nederland publiceerde in mei 2023 dat er nog nooit zo veel meldingen zijn geweest van bedreigingen aan het adres van politici. Expert Lize Mügge geeft aan dat er een sekseverschil is: mannen krijgen vaker reacties en haatberichten rondom inhoudelijke standpunten, vrouwen meer persoonlijke aanvallen en seksistische reacties.

Seksistische uitspraken, seksuele intimidatie en gendergerelateerd geweld

Seksisme is een veelbenoemd probleem door vrouwelijke politici. Ze worden vanaf hun campagnevoering geconfronteerd met seksistische uitspraken en seksuele intimidatie en ook tijdens hun mandaat krijgen ze te maken met denigrerende uitspraken, bedreigingen, dick pics. In een wereldwijde studie van de Interparlementaire Unie (IPU) uit 2016 blijkt dat seksisme, seksuele intimidatie en geweld tegen vrouwelijke politici wijd verspreid is: maar liefst 82% van de vrouwelijke parlementariërs heeft ooit psychisch geweld meegemaakt tijdens hun ambt, waarvan maar liefst 44% gerelateerd aan moord, verkrachting, fysiek geweld of ontvoering. Volgens IPU is het een grootschalig probleem dat zich kenmerkt door een specifieke focus op vrouwen omwille van hun sekse of genderidentiteit. 

Daarenboven krijgen bepaalde vrouwelijke politici ook te maken met meervoudige discriminatie, dus niet enkel omwille van hun vrouw-zijn maar ook op basis van andere identiteitskenmerken. Het IPU rapport toont aan dat vrouwen die behoren tot een minderheidsgroep of tot de oppositie en onder de 40 jaar zijn meer gendergerelateerd geweld ervaren. Die vaststelling wordt ook bevestigd door onderzoek in onder meer het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Nederland, en India en door politici in België.

Het groeiende belang en de anonimiteit van online media resulteren in meer online geweld, zowel algemeen als tegenover vrouwen in het bijzonder. Dit vertaalt zich ook naar de partijpolitiek: vrouwelijke politici blijken hier meer ervaring mee te hebben dan hun mannelijke collega’s. De Groene Amsterdammer (Nederland) kopte in 2021 dan ook ‘misogynie als politiek wapen’. De haat blijft ook niet beperkt tot online acties, maar vertaalt zich ook in handgeschreven brieven en (dreigingen tot) fysiek geweld.

Deze ervaringen vinden niet enkel (online en offline) plaats binnen het publieke debat. Het onderzoek van IPU toont dat maar liefst 65.5% van de respondenten aangaf dat sekstistische uitspraken ook regelmatig van mannelijke collega’s komen, tijdens het uitvoeren van hun politieke mandaat, zowel binnen de eigen partij als van andere partijen, en tijdens (interne) meetings. 

Ervaringen met seksistische uitspraken, seksuele intimidatie en gendergerelateerd geweld hebben grootschalige gevolgen: voor de politici in kwestie en hun omgeving zorgt het onder meer voor stress en onveiligheidsgevoelens en beïnvloedt het hun professionele carrière. Ook voor de samenleving heeft het verregaande gevolgen: het ontmoedigt vrouwen om (verder) deel te nemen aan politiek, het beperkt de instroom van vrouwen, en wordt ook regelmatig genoemd als reden om vroegtijdig uit te stromen of zich niet (meer) herverkiesbaar te stellen. Dit blijkt ook uit het rapport van de IPU en uit het onderzoek ‘Het online platfond’ van Atria in Nederland.

Zo stapte Sigrid Kaag in Nederland vervroegd uit haar mandaat omwille van haatcampagnes en dreigementen. De voorbije maanden gaven verschillende vrouwelijke politici aan dat ze zich om vergelijkbare redenen niet meer opnieuw verkiesbaar wilden stellen: bijvoorbeeld Slovaaks president Čaputová en de Nederlandse politici Sylvana Simons (BIJ1) en Liane den Haan (GOUD). Ook Jacinda Ardern - voormalig eerste minister van Nieuw-Zeeland - erkende dat, hoewel het niet de hoofdreden was van haar vertrek, intimidatie wel meespeelde in haar beslissing om haar termijn niet te verlengen. 

Op initiatief van Stem op een vrouw en Opzij loopt momenteel een petitie in Nederland “om gezamenlijk in actie te komen tegen online haat, en de veiligheid van vrouwelijke politici en alle politieke ambtsdragers te waarborgen”, die mee verspreid wordt door UNWomen NL. Daarnaast verschenen er richtlijnen om in te zetten op een veilig politiek klimaat. In België krijgen deze kwesties voorlopig nog minder onderzoeks-, media- en politieke aandacht. Dat betekent niet dat het probleem zich hier niet voordoet: in 2022 onderschreven maar liefst 120 vrouwelijke politici een open brief om dit thema onder de aandacht te brengen.

Als we willen blijven inzetten op meer diversiteit binnen de politiek zullen we (gender)stereotypen actief moeten bevragen, participatiedrempels wegnemen, de werkcultuur in vraag moeten stellen en actief seksisme, online haat en andere vormen van (gendergerelateerd) geweld die politici ervaren bestrijden.


In de pers:

Meer weten?

Aanraders uit de RoSa-bibliotheek:

Bron foto: Joakim Honkasalo via Unsplash

#RoSaschrijft #Pers:pectief #Politiek #Democratie #Seksisme #Vrouwen #Intimidatie #Misogynie #PolitiekeParticipatie

Op de hoogte blijven van RoSa thema's en actua?

Ontvang onze tweewekelijkse Pers:pectief waarin we een actueel of onderbelicht thema bespreken vanuit een genderperspectief, of kies voor onze driemaandelijkse Uitgelezen met tal van boekrecensies, interviews, de nieuwste aanwinsten in onze almaar groeiende collectie en nog veel meer, telkens rond één specifiek thema.

Schrijf je in