hier komen promoties & acties

Antoinette Spaak

Eerste vrouwelijke partijvoorzitter en later ook minister van Staat, en boegbeeld van het Franstalige liberalisme en feminisme in België

Antoinette Spaak (1928-2020) is een liberale politica, gelijkheidsfeminist en fervent verdediger van de Franse taal. Na twintig jaar lang voor haar gezin te zorgen, treedt ze in de voetsporen van haar vader en gaat ze op 44-jarige leeftijd alsnog in de politiek. Haar politieke carrière wijdt ze aan Brussel, de rechten van Franstalige Vlamingen, de Franse taal en het Europa-project. Van 1979 tot 1984 en van 1994 tot 1999 is ze Europarlementariër. Ook over ethische thema's laat Spaak van zich horen. Zo probeert ze koning Boudewijn te overtuigen van haar liberale visie op abortus temidden van het verhitte, maatschappelijke debat hierover tegen het einde van de jaren tachtig. In 1977 wordt Antoinette Spaak de eerste vrouwelijke leider van een politieke partij in België. Van 1977 tot 1982 staat Spaak aan het hoofd van de Fédéralistes Démocrates Francophones (FDF) (vandaag gekend als DéFI). Vervolgens, in 1983 wordt ze minister van Staat. Als pionier in de historisch door mannen gedomineerde politieke wereld wordt Spaak door velen herinnerd als een feministisch voorbeeld, die het pad vereffende voor de volgende generaties vrouwen met politieke ambities.

Levensloop

Antoinette Spaak wordt geboren op 27 juni 1928 in Etterbeek, in een Franstalige, welgestelde familie die politiek erg actief is. Haar overgrootvader, Paul Janson, wordt gezien als de grondlegger van het Belgische sociaal liberalisme: hij ijverde voor algemeen stemrecht en gratis plichtsonderwijs. Marie Janson, diens dochter, was de eerste Belgische vrouwelijke senator. Vader Paul-Henri Spaak is een grote naam in de socialistische beweging, voormalig Belgische premier en secretaris-generaal van de NAVO. Paul-Emile Janson, de oom van Antoinette Spaak, was voorzitter van de liberale partij en minister met verschillende bevoegdheden.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog, wanneer haar vader met de regering in ballingschap in Londen is,  wordt de familie Spaak door rexisten geviseerd. Spaak wordt samen met haar zus en moeder opgepakt door de Gestapo, maar dankzij de connecties van de familie opnieuw vrijgelaten. Toch moeten ze een tijdje ondergedoken leven, een periode waarvan Spaak gebruik maakt om Engels te leren.

Spaak beseft al op jonge leeftijd dat zij zich, als lid van deze in de politiek ingebedde, bourgeois familie, in een bevoorrechte positie bevindt. Politiek interesseert haar en ze droomt van een politieke carrière. Toch zal Spaak haar studie filosofie en letteren aan de ULB afbreken voor een carrière als huisvrouw. Na de dood van haar vader, die zich in zijn laatste levensjaren aansluit bij het Front Démocratique des Francophones (FDF) en met wie Antoinette Spaak een ontzettend hechte band heeft, zet ze alsnog de stap naar de politiek. Ze kiest voor dezelfde partij als haar vader, het FDF, vandaag gekend als DéFI, en blijft deze trouw tot aan haar dood.

Politieke carrière

Spaak heeft een uiteenlopende politieke carrière. Van 1974 tot in 1994 zetelt ze in de Kamer voor het arrondissement Brussel. Via die weg komt ze in de Franse Cultuurraad (later de Raad van de Franse Gemeenschap) terecht, waarvan ze voorzitter is tussen 1989 tot 1991. In 1977, na amper drie jaar, wordt ze voorzitter van haar partij en daarmee de eerste vrouwelijke partijvoorzitter in de Belgische geschiedenis. In die hoedanigheid speelt Spaak een belangrijke rol in het beruchte Egmont-pact en de onderhandelingen over de federalisering van België.

Spaak zal lang parlementariër zijn. Tweemaal zetelt ze in het Europees Parlement, in het begin van de jaren tachtig en opnieuw in het begin van jaren negentig. In de tussentijd is ze actief in het Brusselse parlement.

In 1983 wordt ze door koning Boudewijn tot minister van Staat benoemd, alweer als eerste vrouw in België.

Ook zetelt ze bijna twintig jaar lang in de gemeenteraad van Elsene. Op 81-jarige leeftijd, in 2009, treedt ze  opnieuw in het Brussels parlement en laat zich opmerken doordat ze weigert de eed in het Nederlands af te leggen.

Rabiaat Franstalig

“Madame Spaak” is dan ook rabiaat Franstalig. Ze is lid van de Hoge Raad voor de Franse Taal van de Franse Gemeenschap en van de Hoge Raad voor de Francofonie. In 2000 wordt ze voor vijf jaar voorzitter van het Maison de la Francité, de Franstalige variant van het Huis van het Nederlands in Brussel. In het Europees parlement ijvert ze ervoor om het Frans als taal van het Europees recht vast te leggen, wat haar echter niet lukt. In 2007 roept ze de Franstaligen op tot eenheid en om niet te buigen voor de Vlaamse communautaire eisen. Toch zal Spaak steeds goede banden onderhouden met tal van Vlaamse politici.

Vrouw in de politiek

't Pallieterke, een satirisch weekblad van Vlaamsgezinde en rechts-conservatieve stempel, schrijft in 1979: “achter de natuurlijke charme van Antoinette Spaak steekt een mannelijke wilskracht”, iets waar men dus blijkbaar beducht voor zou moeten zijn. Spaak is zich erg bewust van haar positie als vrouw in het overwegend mannelijke politieke veld.

Bij een bezoek aan het paleis spreekt ze koning Boudewijn aan over de abortuskwestie, waarover deze laatste zich afzijdig wenste te houden. “Ik vond dat het standpunt van Boudewijn getuigde van weinig mededogen met de vrouwen. Bij ons afscheid zei hij dat hij veronderstelde dat hij mij niet kon overtuigen. Ik antwoordde dat ik veronderstelde dat ik hém niet kon overtuigen. Ik ben nooit meer ontvangen geweest op het paleis”, zo vertelt ze in 2017 in een interview.

Andere ethische kwesties waarover zij zich buigt, naast de depenalisering van abortus, zijn de legalisering van het homohuwelijk en het recht op euthanasie.

Tijdens een diner van de Nationale Bank is het koning Leopold III himself die haar een politieke carrière afraadt, maar geluisterd heeft Spaak niet: “Zo kan het niet verder; bridge spelen, taartjes eten voor de rest van je leven.” Velen zien in Spaak iemand die het pad effende voor de intrede van vrouwen in de Belgische politiek. Ze maakt er een punt van de vrouwen die na haar komen te steunen. Zo verwelkomt ze een jonge politica met de woorden: “Besef goed dat dit een hondenjob is, maar wel de mooiste hondenjob ter wereld.”

Op 28 augustus 2020 overlijdt deze grande dame van het Belgisch liberalisme op 92-jarige leeftijd.

 

In de pers:

Meer lezen?

Aanraders uit de RoSa-bibliotheek: