Voor deze Uitgelezen duiken we de wereld in van de mystiek, het hartstochtelijk streven naar een persoonlijke vereniging van de ziel met God. Onze blik op geschiedenis is eeuwenlang door mannen bepaald, waardoor heel veel bijzondere vrouwen aan het oog onttrokken zijn. Binnen de geloofsgeschiedenis en bij uitstek in de mystiek, hebben echter heel wat intellectuele vrouwen gefloreerd en hun stempel gedrukt.
Bron foto: still uit Black Narcissus (Michael Powell, Emeric Pressburger, 1947)
Mystici proberen één te worden met het Absolute of het goddelijke, en inzicht te verwerven in de verborgen waarheden van het leven. Mystiek verwijst ook naar extase, of een veranderde staat van bewustzijn waaraan een religieuze of spirituele betekenis wordt gegeven. Dit gegeven vinden we in alle religies terug, van inheemse - en volksreligies zoals het sjamanisme, over georganiseerde religies zoals de Abrahamitische godsdiensten en Indiaanse religies, tot moderne spiritualiteit zoals New Age.
In het westen is er lange tijd vooral oog geweest voor christelijk geïnspireerde mystiek. In het Europa van de late middeleeuwen krijgen vrouwen een steeds prominentere rol in theologische geschriften, hetzij als auteur, hetzij als onderwerp. De aandacht voor en de participatie aan de eucharistische devotie was overwegend vrouwelijk, vooral in de Lage Landen. Dit is deels aan de populariteit van het toen heersende armoede-ideaal te wijten, maar ook aan andere sociale, maatschappelijke en sekse-gerelateerde oorzaken die de status van de vrouw bepalen. Het aantal vrouwenkloosters neemt toe, er ontstaat in de steden een geletterde burgerij en de fameuze begijnhoven ontwikkelen zich. In die begijnhoven leiden onafhankelijke vrouwen een religieus leven, maar tegelijkertijd zijn ze ze zelf-georganiseerd, geëngageerd en staan ze midden in de samenleving. Ze verzetten zich tegen de heersende normen door niet te trouwen en zich te organiseren buiten de kerkelijke structuren.
Vrouwen kunnen geen religieus functionaris worden en hebben weinig toegang tot theologie: het verwoorden van religieuze ervaringen was voornamelijk een mannenzaak en gebeurde in het Latijn - een taal die vrouwen doorgaans niet aangeleerd kregen. Maar vrouwen van gegoede komaf genieten wel basisonderwijs en kunnen in de volkstaal schrijven, denk maar aan Hadewych of Margareta Porete. Door die volkstaal is hun werk bovendien toegankelijk voor een breder publiek en krijgen ze voor leken en gewone gelovigen een belangrijke status. Toch stellen ze zich dikwijls nederig op om hun mannelijke tijdgenoten niet voor het hoofd te stoten. Zo schreef de laatmiddeleeuwse Engelse Juliana van Norwich "ik ben ongeletterd", waarmee ze bedoelde: "ik kan geen Latijn". Zij is ook degene die het moederlijke Godsbeeld het meest uitwerkt. Dit is een idee waar feministische theologen (zie ook ons portret van Mary Daly) tot op vandaag mee bezig zijn. Juliana van Norwich, waarvan men vermoedt dat ze zelf ook moeder was, omschrijft de persoonlijke relatie met God in termen van zwangerschap, bevalling, spenen en opvoeding.
Vrouwelijke middeleeuwse christelijke mystici die het aan zogezegde "wetenschappelijkheid" ontbraken, zetten hun filosofie vaker om in beeldspraak die ze uit het dagelijks leven plukken. Eén van de meest terugkerende motieven in hun werk is de liefde, of "de minne", een troop gebaseerd op de toenmalige populaire hoofse liefdesverhalen. Van de liefde tussen twee mensen maakt men de sprong naar de band tussen de heilige Drie-Eenheid, en uiteindelijk naar die tussen de gelovige zelf en God. Het is ook een belofte en afspraak tot verbinding, vaak één die men aan den lijve wil ervaren. Heel wat van dit soort minneliteratuur is bijna sensueel van aard.
Tot heel recent loeren genderstereotypen om de hoek in de studie van deze vrouwelijke mystieke teksten. De vrouwelijke religieuze geschriften worden bijvoorbeeld dikwijls in de categorie 'literatuur' bestudeerd, in plaats van onder 'theologie', 'filosofie' of 'wetenschap", alsof hun intellectuele capaciteiten minder van tel zijn. Een andere associatie die lang dominant was, is dat vrouwelijke spiritualiteit gezien wordt als iets lichamelijks, affectiefs en emotioneels. Tot in de negentiende en twintigste eeuw bestond een paradoxaal ideaalbeeld waarbij de vrouw als het zwakke, maar tegelijk vrome geslacht werd gezien. (Lees zeker het interview met Tine Van Osselaer als je hierover meer wil weten)
De nalatenschap van religieuze vrouwen uit het verleden is gekleurd door hagiografen, het verglijden van de tijd (en verdwijnen van bronnen) en last but not least, door onze eigentijdse bril. We noemen vrouwen zoals Hildegard van Bingen feminist, omdat ze taken op zich nam die in haar tijdperk als "mannelijk" werden beschouwd, en ze aarzelde niet om wereldleiders op hun plaats te zetten. Ook dwong ze de bouw van haar eigen onafhankelijk klooster af. Volgens haar zijn zowel mannen als vrouwen naar het beeld van God geschapen en zijn de seksen complementair. Maar zou van Bingen zichzelf een feminist noemen, een woord dat toen niet eens bestond?
Nog significanter is wellicht dat er een canon is ontstaan van Westerse middeleeuwse mystici (zie ook: Teresa van Ávila, Catharina Van Siena, of Machteld van Maagdeburg) terwijl onder meer boeken als Women of Sufism aantonen dat er een rijke traditie is van vrouwelijke geleerden en poëten in andere godsdiensten en streken, die bij ons minder gekend zijn of in de vergetelheid zijn geraakt. Eén van de bekendste islamitische mystica's is bijvoorbeeld Rabi‘a al-‘Adawiyya. Ook zij wordt door de eeuwen heen op verschillende wijzen geconstrueerd en geïnterpreteerd, van ascetische mystica, naar iemand met miraculeuze krachten en bijtende humor.
© Bron afbeelding: Wikimedia Commons
In de islamitische religie heeft God geslacht noch gender en in de Qur'an begint elk hoofdstuk met dezelfde zin, waarvan de woorden afgeleid zijn van het woord baarmoeder ("rahm"), wat het goddelijke aan het vrouwelijke linkt. Of in het evangelie van Thomas, hoofdstuk 22, dat de Bijbel niet heeft gehaald staat een fragment dat de gelijkwaardigheid van man en vrouw beschrijft:
In het Christendom bestond in de middeleeuwen al een breed scala aan godsbeelden, met mannelijke en vrouwelijke gedaanten. Middeleeuwse theologen - waaronder Hildegard van Bingen - menen dat God niet in één beeld of gender past. Maar met de achteruitgang van de positie van de vrouw vanaf de twaalfde eeuw, wordt ook het godsbeeld steeds mannelijker voorgesteld. Na de Verlichting gaan we vervolgens alles wat subjectief, lijfelijk of wat uit eigen ervaring vloeit - heel veel kennis die toendertijd bij vrouwen zat - uit de wetenschap weren. Het geestelijke, rationele (het geschreven woord) en de voornamelijk mannelijke visies en beelden op religie blijven bovendrijven.
Het gevaar van een seminarie, een boek of een nieuwsbrief als deze, met als thema "vrouwelijke mystici", is dat we een heleboel heel verscheiden personen onder één noemer gaan plaatsen. Zij vormen absoluut geen homogene groep, zelfs niet als we ons louter tot de middeleeuwen zouden beperken. Verschillende wetenschappers hebben heel verschillende theorieën over de levensloop, filosofieën en geschriften van vrouwelijke mystici. In deze brief proberen we dan ook een overzicht te bieden met voldoende oog voor de diversiteit in de geschiedenis van de mystiek.
Professor Tine Van Osselaer en haar team doen onderzoek aan het Antwerpse Ruusbroecgenootschap, een onderzoekscentrum voor de wetenschappelijke studie van de geschiedenis van de spiritualiteit in de Nederlanden. Ze bestuderen onder andere Mariaverschijningen en gestigmatiseerden uit de negentiende en twintigste eeuw. Wij konden Van Osselaer strikken voor een interview.
In elke religie zijn mystieke vrouwen actief. Het boek Women of Sufism: A Hidden Treasure bespreekt de spirituele levens van een verscheiden aantal moslimvrouwen. Het boek bevat biografieën, verhalen en poëzie en behandelt soefivrouwen van het Indiase subcontinent tot de westerse wereld, waarvan de bekendste waarschijnlijk de vroegmiddeleeuwse islamitische mystica en heilige Rabi'a al-'Adawiyya is.
Wij vroegen aan performance-kunstenaar Bryana Fritz of zij iets wou zeggen over haar fascinatie met vrouwelijke heiligen. Bryana was zo genereus om een fragment uit haar voorstelling Submission Submission met ons te delen.
Op 8 september gaat in België Benedetta, de nieuwste film van Paul Verhoeven in première. Daarin wordt het levensverhaal verteld van Benedetta Carlini, een Italiaanse non die wonderen meemaakt en een lesbische verhouding heeft in het door de pest geteisterde Italië van de zeventiende eeuw. Wij gingen al kijken!
Voor elke Uitgelezen vragen wij aan een van onze bezoekers waarom ze een bezoekje brengen aan onze bibliotheek.
Wim Vleeshouwers werkt voor de overheid, als adviseur voor de ouderenzorgsector, en is op wandel na een vergadering in Brussel. Uit nieuwsgierigheid stapt hij onze bibliotheek binnen. Hij kent RoSa als organisatie, al is het verwarrend dat er nog een andere vrouwenorganisatie met ongeveer dezelfde naam bestaat. We leggen uit waarvan onze naam en specifieke spelling komt (van "Rol en Samenleving").
Wim is geïnteresseerd in onze geschiedenis, ons aankoopbeleid en onze werking. Hij vertelt ons een anekdote: vrouwen hebben 30% meer kans op dementie dan mannen. Hij is erg geïnteresseerd in wetenschappelijk onderzoek naar de oorzaken hiervan: is dit biologisch of sociaal bepaald? Wij spreken over gender bias in onderzoek en raden hem het boek Onzichtbare vrouwen : waarom we leven in een wereld voor en door mannen van Caroline Criado Perez aan.
Op de vraag of hij feministische rolmodellen kent, antwoordt hij prompt: mijn dochter. Hij mijmert over vrouwen in het verleden, want hij denkt dat het vandaag makkelijker - of alleszins meer aanvaard - is om feminist te zijn. Hij noemt Marie Curie, die ondanks de gedeelde Nobelprijs met haar man Pierre, in haar tijd schandelijk over het hoofd werd gezien, en zelfs geboycot. Twee andere eigentijdse vrouwen die hij bewondert zijn zangeres Tina Turner en de huidige CEO van Solvay, Ilham Kadri.
Voor de gelegenheid voegen we twee gloednieuwe portretten toe aan onze collectie: Juliana van Norwich en Madame Guyon (zie ook de RetroRoSa). Herlees ook gerust die van Hildegard van Bingen en Hadewych.
Elke editie van Uitgelezen focust op boeken omtrent een bepaald thema. Hieronder vind je een aantal korte besprekingen van boeken die aansluiten bij het thema mystiek.
Andrea Janelle Dickens
The female mystic : great women thinkers of the Middle Ages
London : Tauris, 2009, 248 p.
RoSa-ex.nr.: T/1118
Dickens waarschuwt in haar inleiding voor canonisering, ook al groepeert ze zelf ook twaalf vrouwelijke mystici in één boek. Ze geeft echter mee dat ze die zorgvuldig selecteerde, om net aan te tonen dat er een grote verscheidenheid bestond aan middeleeuwse vrouwelijke mystici en dat deze opereerden in heel verschillende sociale, politieke, religieuze en literaire tradities. Een gedegen inleiding op Hildegard van Bingen, Christina Mirabilis, Hadewych, Mechtild van Magdeburg, Mechtilde van Hackeborn, Angela van Foligno, Margareta Porete, Juliana van Norwich, Catharina van Siena, Margery Kempe en Teresa van Ávila.
Amy Hollywood
Sensible ecstasy: mysticism, sexual difference, and the demands of history
Chicago, Ill. : University of Chicago Press, 371 p.
RoSa-ex.nr.: FII h/277
Amy Hollywood's Sensible Ecstasy is een uitdagend en soms frustrerend boek dat de complexe relatie bespreekt tussen mystiek en seksueel verschil ("sexual difference") in het werk van een reeks belangrijke moderne en postmoderne Franse denkers, zoals Georges Bataille, Julia Kristeva en Simone de Beauvoir. Die denkers waren - als ongelovigen of zelfs anti-religieuzen - buitengewoon geïntrigeerd door vrouwelijke middeleeuwse mystici, mystici zoals Hadewych en Teresa van Ávila, wiens schrijven of denken opduiken in verschillende feministische, existentialistische en psychoanalytisch discoursen.
Wiethaus Ulrike
Maps of Flesh and Light: The Religious Experience of Medieval Women Mystics
New York/Syracuse University Press, 1993. 206 p.
RoSa-ex.nr.: FIm/182
De vrouwelijke mystici in de middeleeuwen zochten en vonden hun stem in een patriarchale maatschappij. Uit de verschillende essays komt het beeld naar voren van vrouwen die elk op hun wijze hun religieuze en spirituele gevoelens uiten. Veel religieuze vrouwen vonden elkaar in gemeenschappen, zoals de begijnen in de lage landen. De vrouwen waren geenszins passieve wezens in een door mannen gedomineerde wereld, maar konden zich nooit helemaal konden onttrekken aan de mannelijke supervisie op religieus en wereldlijk vlak.
Apolline Vranken
Des béguinages à l'architecture féministe : comment interroger et subvertir les rapports de genre matérialisés dans l'habitat ?
Bruxelles : Université des Femmes, 2018. 279 p.
RoSa-ex.nr.: FII m/802
Apolline Vranken is ook de oprichter van L’architecture qui dégenre, die ook de Matrimony Days (Matrimonium: materiële of immateriële goed van artistiek of historisch belang die geërfd zijn van vrouwen) organiseert. In dit boek wordt de rol van huisvesting - op materieel, symbolisch en economisch vlak - geanalyseerd, met aandacht voor gender en de (de)structurering van machtsrelaties. Het boek stelt concrete oplossingen voor om een werkelijk gelijkwaardige architectuur tot stand te brengen, door te kijken naar een woonvorm die genderverhoudingen bevraagt en ondermijnt en tegelijkertijd vrouwen in staat stelt zich te emanciperen: de begijnhoven van gisteren en vandaag.
Sara S. Poor
Mechtild of Magdeburg and Her Book: Gender and the Making of Textual AuthorityPhiladelphia: University of Pennsylvania Press, 2004. 333 p.
RoSa-ex.nr.: FIIm/668
Mechtild van Maagdenburg is de auteur van het boek Das fliessende Licht der Gottheit, geschreven in de dertiende eeuw. De verschillende debatten over Mechtilds auteurschap en de betekenis van haar tekst doorheen de eeuwen heen zijn het onderwerp van dit boek. Opmerkelijk is dat het in de volkstaal geschreven is, en niet in het Latijn; voor velen al meteen een teken van verzet tegen de mannelijke dominantie. Sara S. Poor vergelijkt oudere religieuze literatuur en hedendaags wetenschappelijk werk om de connectie tussen de literaire representatie van Mechtild als auteur en de 'echte' historische Mechtild te onderzoeken.
Thérèse De Hemptinne & Maria Eugenia Congora
The Voice of Silence: Women's Literacy in a Men's Church
Turnhout: Brepols, 2004. 224 p.
RoSa-ex.nr.: FIIm/587
In dit boek worden de resultaten voorgesteld van het interdisciplinair onderzoek naar 'Geletterde vrouwen en vrouwelijke auteurs in West-Europa tijdens de late middeleeuwen (11e tot 15e eeuw) vanuit een genderperspectief'. In de loop van de 12e en 13e eeuw kregen vrouwelijke auteurs, waaronder heel wat religieuzen en mystici, weerklank in de literaire wereld, die nog vooral beheerst werd door mannelijke geestelijken.Twee van deze stemmen, Hildegard van Bingen en Hadewijch, komen aan bod in het onderzoek. Verder wordt ook de leescultuur van zowel religieuze als niet-religieuze vrouwen onderzocht. Een kentering komt er vanaf de dertiende eeuw, wanneer mannen terug greep proberen te krijgen op het leesgedrag en schrijven van vrouwen.
Mirabai Starr
Ongetemde wijsheid. Levenslessen van krachtige en wijze vrouwen, godinnen en mystici
Boulder, Colorado: Sounds True, 2019. 264 p.
RoSa-ex.nr.: FI h/115
Dit overzicht, doorspekt met Starrs eigen reflecties en persoonlijke ervaringen, wordt in de markt gezet als “een ode aan vrouwelijke wijsheid en spiritualiteit" en een ode is het zeker. Vanuit een duidelijk cultureel feministische visie op vrouwelijkheid bezingt Starr in lyrische taal tal van vrouwelijke mystici, religieuze heiligen, spirituele poëten en archetypische godinnen. Uit hun “levenschenkende wijsheid” put ze nieuwe perspectieven om mondiale uitdagingen aan te gaan. Elk hoofdstuk opent met een gedicht, focust op één levensles en eindigt met een verdiepingsopdracht voor de lezer. Voor sommigen ongetwijfeld te zweverig en ietwat essentialistisch, maar inspireren doet het wel!
Koen De Meester
Marthe Robin: Mystica of Hysterica?
Gent: Carmelitana, 2020. 158 p.
RoSa-ex.nr.: T/1362
Dit kleine boekje is de vlot leesbare, Nederlandse samenvatting van de lijvige, Franstalige studie die karmeliet en doctor in de theologie Koen De Meester schreef over Marthe Robin (1902-1981). Zij is een Franse rooms-katholieke mystica, bezieler van de katholieke lekenbeweging Foyers de Charité en wordt door velen herinnerd als een van de belangrijkste spirituele figuren van de twintigste eeuw. De Meester is dan weer internationaal gekend via zijn canoniek onderzoek naar de geschriften van Elisabeth van de Drie-eenheid en Thérèse van Lisieux, en in dezen dus niet aan zijn proefstuk toe. Zijn conclusies over het mystieke leven van Marthe Robin sloegen vooral in als een bom in Frankrijk, vanwaar ze afkomstig is. Spoiler alert: haar extasen en spirituele adviezen zijn grotendeels geplagieerd, haar blindheid en verlamming gespeeld. De publicatie deed dan ook veel stof opwaaien in de katholieke gemeenschap die Robin in 2014 nog "eerbiedwaardig" verklaarde: de eerste stap in een zaligverklaringsproces.
Jeroen Deploige
In nomine femineo indocta: Kennisprofiel en ideologie van Hildegard van Bingen (1098-1179)
Hilversum: Uitgeverij Verloren, 1998. 224 p.
RoSa-ex.nr.: FII h/191
Deze studie naar de culturele bagage van Hildegard van Bingen, vooral gereconstrueerd aan de hand van haar eerste visioenenbundel Scivias (1141-1151), kadert in een breder onderzoek naar kennisoverdracht en ideeëngeschiedenis bij middeleeuwse christelijke auteurs. Dit boek, dat bestaat uit drie grote delen, plaatst de unieke sporen van vrouwelijke spiritualiteit die Hildegard van Bingen heeft nagelaten in een breder perspectief: de sociale en intellectuele context waarin haar persoonlijkheid tot ontplooiing kon komen. In welke mate was een twaalfde-eeuwse vrouw, die geen theologische opleiding had genoten en die zich profileerde als “ongeleerd in vrouwensnaam”, vrij om religieuze thema’s aan te raken en morele standpunten in te nemen?
Juliette Dor, Lesley Johnson and Jocelyn Wogan-Browne (Eds.)
New Trends in Feminine Spirituality: The Holy Women of Liège and Their Impact
Turnhout: Brepols, 1999. 350 p.
RoSa-ex.nr.: FII m/588
Aan het woord zijn zeventien onderzoekers van over heel de wereld die het religieuze leven belichten van begijnen in de zuidelijke Lage Landen, die in de dertiende eeuw nog tot het Heilige Roomse Rijk behoorden. In dit tweede volume van een academische reeks over middeleeuwse vrouwen ligt de focus op het bisdom Luik, waar vrouwen een centrale rol speelden in de op het kluizenaarsleven geïnspireerde hervormingsbewegingen van de twaalfde en dertiende eeuw. Hun actieve deelname in die bewegingen en nieuw verworven machtsposities nopen de onderzoekers ertoe om de vraag op te werpen of er sprake is van een ware vrouwenbeweging gedurende de dertiende eeuw. De verschillende bijdragen gaan kritisch in op deze vraag en analyseren de impact van deze beweging op de positie van vrouwen destijds in Zweden, Frankrijk en Engeland, net alsen op de heropleving van vrouwelijke spiritualiteit in het middeleeuwse Westen en het hedendaagse Noord-Afrika.
Mirjam de Baar
“Ik moet spreken”: het spiritueel leiderschap van Antoinette Bourignon (1616-1680)
Zutphen: Walburg Pers, 2004. 832 p.
RoSa-ex.nr.: T/802
In deze lijvige biografie van Antoinette Bourignon besteedt universitair docent Mirjam de Baar aandacht aan zowel het verreikende, spirituele gezag van Bourignon, als aan de kritiek die de zeventiende-eeuwse, Vlaamse mystica destijds oogstte. Hoewel Bourignon ongetwijfeld een begaafd religieus leiderschapsfiguur was, die als geen ander een indrukwekkende achterban wist te vergaren - zelfs in die mate dat historici soms spreken van een sekte - is ze zowel door (voornamelijk mannelijke) toenmalige concurrerende religieuze leiders als door historici vandaag fel bekritiseerd. De Baar, gespecialiseerd in de geschiedenis van het christendom, zet met deze grondige studie gebaseerd op vijftien jaar onderzoek, deze onvolledige en bevooroordeelde weergaves van Bourignon weer recht en herstelt haar spirituele nalatenschap in ere.
Layli Maparyan
The Womanist Idea
New York: Routledge, 2012. 388 p.
RoSa-ex.nr.: FII p/608
In The Womanist Idea destilleert Layli Maparyan de kernideeën van womanism uit het werk van Alice Walker, Chikwenye Okonjo Ogunyemi en Clenora Hudson-Weems, en baseert hierop een uitgebreide en systemische analyse van womanism. In dit womanistische perspectief waar kosmologie, ontologie, epistemologie, logica, axiologie en methodologie samenkomen, gaan sociale en ecologische veranderingen altijd gepaard met spiritualiteit. Mayaparyan demonstreert dit aan de hand van verschillende praktijkvoorbeelden en toont de implicaties ervan op metafysisch geïnformeerd activisme.
Rkia Elaroui Cornell
Rabi’a from narrative to myth: the many faces of Islam’s most famous woman saint, Rabi’a al-‘Adawiyya
Londen: Oneworld publications, 2019. 402 p.
RoSa-ex.nr.: FI m/307
Dit werk belicht Rabi’a al-‘Adawiyya, die wereldwijd omarmd wordt zowel door religieuzen die haar als soefi heilige vieren, als door seculieren voor wie ze een mythisch symbool is. Rkia Elaroui Cornell bestudeert de ontwikkelingen rond, en schetst de historische en culturele context van de verschillende legendes, verhalen en gedichten rond Rabi’a al-‘Adawiyya. De auteur baseert zich hiervoor op een diepgaande analyse van verschillende oude en nieuwe bronnen, en bekijkt deze vanuit een gender- en mystieke invalshoek.
Laetitia Aarnink
Door de geest bewogen: profetische vrouwen
Nijmegen: Valkhof persKampen, 2003. 47 p.
RoSa-ex.nr.: T/533
Op vraag van de Unie Nederlandse Katholieke Vrouwenbeweging (Unie NKV) bespreekt Laetitia Aarnink zeven profetische vrouwen in Nederlandse contreien uit verschillende tijdperken: Hildegard von Bingen, Teresa van Avila, Theresia van Lisieux, Edith Stein, Simone Weil, Etty Hillesum en Dorothee Sölle. Als resultaat biedt dit dunne boekje een korte bezinning op het leven en werk van verschillende mystici die spreken en schrijven over hoe ze geraakt zijn door God. Aarnink gaat in op hun betekenis voor kerk en samenleving.
Clovis Maillet
Les genres fluides: de Jeanne d’Arc aux saintes trans
Paris: Arkhê, 2020. – 174 p.
RoSa-ex.nr.: FI/ m 293
In dit boek toont Clovis Maillet aan dat queer en trans identiteiten geen producten zijn van de moderniteit. Aan de hand van verschillende historische en spirituele figuren zoals Jeanne D’Arc, Eugène-Eugénie, Joseph-Hildegonde, en Matrona-Babylas biedt dit boek een reflectie op gender, net zoals waardevolle inzichten in de queer en trans geschiedenis.
Gill Farrer-Halls
Het vrouwelijk gezicht van het Boeddhisme
Den Haag: Uitgeverij BZZTÔH, 2003.128 p.
RoSa-ex.nr.: FI h/55
Dit boek is een lofzang op de bijdragen van vrouwen aan het boeddhisme. Volgens auteur Gill Farrer-Halls, een westerse boeddhiste, erkende Boeddha dat vrouwen net als mannen verlichting kunnen bereiken. In de hiërarchie van boeddhistische monniken en leraren hebben vrouwen weliswaar niet altijd kunnen doorgroeien, maar dat betekent niet dat hun invloed niet groot is geweest. In zes hoofdstukken gaat de auteur dieper in op zowel historische als hedendaagse figuren, en zelfs vrouwelijke godheden. Dit boek belicht de vrouwelijke visies en ervaringen in het boeddhisme, die te lang in de schaduw hebben gestaan van een mannelijke oriëntatie. De auteur overstijgt hiermee ook de dualiteit van het vrouwelijke en het mannelijke, zoals de leer van Boeddha zelf voorschrijft.
Liz Herbert McAvoy
A Companion to Julian of Norwich
Cambridge: D.S. Brewer, 2008. 249 p.
RoSa-ex.nr.: FI m/210
De mystica en kluizenaar Juliana van Norwich (1342-c.1416) is één van de bekendste figuren uit de Middeleeuwen. Haar Revelations of Divine Love is het eerste gekende Engelstalige werk geschreven door een vrouw, waardoor ze zowel binnen de theologie als de literatuurwetenschappen uitgebreid bestudeerd wordt. Vele aspecten uit haar leven en denken bleven echter in het duister en daar brengt deze collectie van essays verandering in aan de hand van recente studies. Dit werk biedt een exhaustief overzicht van de belangrijkste punten van discussie over haar leven en werk. Het boek is opgedeeld in twee grote delen: het historisch, literair, maatschappelijk en religieus contextualiseren van Juliana, en nieuwe inzichten op het vlak van manuscripttradities en (manieren van interpreteren van) haar teksten.
Carlos Noyen
Teresa Van Ávila: Levend water
Gent: Carmelitana, 2020. 87 p.
RoSa-ex.nr.: FI h/120
Een mystieke ervaring wordt vaak vereenzelvigd met een extase of een visioen, zeker als we het hebben over mystica Teres(i)a van Ávila (1515-1582), die meestal afgebeeld wordt in een toestand van zielsverrukking. Toch schrijft precies zij een analyse van haar eerste mystieke ervaring waaruit blijkt dat die zeker niet zo overweldigend groots was, eerder eenvoudig en onopvallend. In dit boekje wordt dan ook betoogd dat zo’n eerste mystieke ervaring in feite voor iedereen weggelegd kan zijn. Auteur Carlos Noyen is erg vertrouwd met de geschriften van Teresa en weet haar visie eenvoudig en helder te verwoorden. Hij is ervan overtuigd dat haar getuigenis tot op vandaag uitdagend en actueel blijft.
Al meer dan veertig jaar wordt er gebouwd aan de RoSa-collectie. In deze rubriek tonen we je een bijzondere parel uit onze archieven. In het licht van deze Uitgelezen werpen wij een blik op Madame Guyon: une aventurière mystique (1941).
Het lijkt erop dat dit boek een schenking is, want we zien een stempel van de bibliotheek van de Priesters van het Heilig Hart, de kerk naast de Vrije Universiteit Brussel (VUB) in Elsene. Auteur Emmanuel Aegerter schreef voordien al een een boek over Dagan, een vruchtbaarheidsgod in de Mesopotamische mythologie, over ketterij in de middeleeuwen, over Guillaume Apollinaire en dus ook over mystiek en Madame Guyon.
Jeanne-Marie Bouvier de la Motte Guyon werd geboren in 1648 en is een van de bekendste aanhangers van het quiëtisme. Quiëtisme is een levensopvatting waarbij men zich afwendt van de wereld, zich zo passief mogelijk en zonder verlangen opstelt tegenover de realiteit, om dichter in contact te komen met het goddelijke.
Bouvier groeit op in een rijke familie, worstelt met een broze gezondheid en wordt tijdens haar opvoeding ietwat verwaarloosd. Op haar zestiende trouwt ze (ongelukkig) en twaalf jaar later zal ze al weduwe zijn. Op haar achttiende zoekt ze spirituele begeleiding en 'via via' verzeilt ze in mystieke kringen. Ze doet veel aan zelfstudie en ontdekt zo het quiëtisme, waarmee Guyon denkt zonder gebed of sacramenten, door absolute passiviteit, een absolute gemeenschap met God te kunnen bereiken.
Nadat ze weduwe is geworden, stelt ze zichzelf en haar geld in dienst van de Kerk en gaat ze reizen. Ze begint ook te schrijven, zoals bijvoorbeeld Torrents (over stilzwijgende gebeden die van hart tot hart worden overgedragen), Moyen court et très facile pour l’oraison en Explications de la Bible. Uiteindelijk groeit ze uit tot een influencer avant la lettre, met onder haar volgelingen aartsbisschoppen en hertoginnen. Daardoor wordt ze een doorn in het oog van het gezag in Versailles. Guyon wordt aangeklaagd - ze heeft zich ondertussen teruggetrokken in eenzaamheid - en gearresteerd in 1695. Er wordt haar ten laste gelegd van slechte zeden en een non-conformist te zijn. Na achtendertig ondervragingen bekent ze nog steeds geen schuld. Wanneer ze vrij komt in 1703, zijn haar zonden vergeven maar is ze wel ouder en ziek. de laatste jaren van haar leven spendeert ze in Blois, waar ze lesgeeft en haar leerlingen begeleidt op het pad van het innerlijke geestelijke leven.
De aanwinstenlijst is een up-to-date overzicht van nieuwe literatuur (boeken en digitale documenten) in de RoSa-bibliotheek. Je bent meer dan welkom om deze aanwinsten in onze bibliotheek te raadplegen en uit te lenen. Digitale documenten kunnen naargelang de auteursrechten online en/of ter plaatse in de bibliotheek geconsulteerd worden.
Samenstelling: Anne April