Surinaams-Nederlandse academica met een focus op het kruispunt van gender, seksualiteit, Afro-Caribische diaspora en postkolonialisme
Gloria Wekker is Nederlandse emeritus hoogleraar sociale en culturele antropologie. Haar onderzoek spitst zich voornamelijk toe op het kruispunt van gender, seksualiteit, Afro-Caribische diaspora en postkolonialisme. In 2016 verschijnt haar boek Witte onschuld: paradoxen van kolonialisme en ras, waarin ze het alledaags racisme en de "kleurenblindheid" van de gemiddelde (witte) Nederlander problematiseert, evenals de blijvende invloed van het nationale en koloniale verleden op het collectieve geheugen van haar land. Naast haar academische werk is ze ook een fervente anti-racisme-activist en mede-oprichter van Sister Outsider, een lees- en actiegroep voor zwarte vrouwen die van zwarte vrouwen houden. Sinds 2017 is Wekker ook actief bij BIJ1, een linkse Nederlandse politieke partij waar ook Sylvana Simons en Anja Meulenbelt lid van zijn.
Gloria Daisy Wekker is Surinaams-Nederlands. Ze wordt geboren in Paramaribo, Suriname in 1950 en verhuist al op éénjarige leeftijd met haar familie naar Nederland.
Op haar dertigste behaalt ze haar master in de culturele antropologie met specialisaties in het Caribisch gebied, vrouwenstudies en klinische psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. Nadien werkt ze in verschillende overheidsinstellingen en start ze haar doctoraat in 1987 aan de Universiteit van Californië in Los Angeles.
In 1992 promoveert ze met een proefschrift dat in 1994 wordt vertaald naar het Nederlands en uitgegeven onder de titel Ik ben een gouden munt, ik ga door vele handen, maar verlies mijn waarde niet: subjectiviteit en seksualiteit van Creoolse volksklasse vrouwen in Paramaribo. De transcontinentale vervolgstudie verschijnt in 2006 bij Columbia University Press onder de titel The Politics of Passion: Women's sexual Culture in the Afro-Surinamese Diaspora. Een jaar later ontvangt Wekker hiervoor de Ruth Benedict Prize van de American Anthropological Association.
In 2001 wordt ze de eerste Surinaams-Nederlandse, vrouwelijke hoogleraar van kleur aan de Universiteit Utrecht. Sinds datzelfde jaar bezet zij daar bovendien de Aletta (IIAV)-leerstoel Gender en Ethniciteit aan de faculteit Geesteswetenschappen. Verder is Wekker er coördinator van de eenjarige master in Comparative Women's Studies in Culture and Politics.
Bron foto: De Balie, CC BY 3.0, via WikiCommons
Wekker is een prominent wetenschapper in Nederland en een vooraanstaand intersectioneel denker. In 2002 begint ze als hoogleraar gender en etniciteit aan het Internationaal Informatiecentrum en Archief voor de Vrouwenbeweging (IIAV, later Atria), met een lezing getiteld Nesten bouwen op een winderige plek, een citaat van Audre Lorde. De geschreven oratie heeft het motto: "I think, therefore I am (Descartes). I am, therefore she is (Rosi Braidotti). I am, therefore, I resist (Chandra Talpade Mohanty). I am, because we are and because we are, I am (John Mbiti)". Aan de universiteit van Utrecht wordt ze directeur van het expertisecentrum Gender, Etniciteit en Multiculturaliteit (GEM) dat onderzoek doet naar, en tools ontwikkelt voor het genderbewust en intercultureel maken van het hoger onderwijs.
In haar academisch werk bestudeert Wekker onder meer kolonialisme, racisme, wit privilege, het patriarchaat, lesbische seksualiteit, zwart (Nederlands) feminisme en de kruispunten tussen deze gebieden.
Ze gebruikt hierbij het concept intersectionaliteit als kader, en is samen met Helma Lutz de eerste om deze term in het Nederlands te vertalen naar "kruispuntdenken".
Wekker is sinds 2012 emeritus hoogleraar, maar blijft actief. Zo schrijft ze in 2016 White Innocence: Paradoxes of Colonialism and Race, dat wordt uitgegeven bij Duke University Press. Het werk verschijnt aanvankelijk in het Engels om de dominante maar alledaagse mechanismen in de Nederlandse cultuur te ontsluiten naar het buitenland toe maar via deze strategie wil ze ook het lot van Philomena Essed ontlopen. Deze Surinaams-Nederlandse socioloog werd dertig jaar eerder met de grond gelijk gemaakt toen ze schreef over alledaags racisme in Nederland. Daarover lees je meer in de RoSa leest: Alledaags racisme - Philomena Essed.
In haar boek White Innocence (2016) onderzoekt Wekker de blijvende invloed van de Nederlandse koloniale geschiedenis op de huidige maatschappij. Wekker kaart de dubbele houding aan waarbij witte Nederlanders zichzelf zien als "onschuldig" en "kleurenblind", wat haaks staat op een gedegen anti-racistische houding. Die spanning manifesteert zich bijvoorbeeld duidelijk in het verhitte debat rond Zwarte Piet. In de Nederlandse uitgave van Witte Onschuld van 2018 wijdt Wekker een extra hoofdstuk aan deze thematiek. Ook blikt ze terug op het onthaal van de oorspronkelijke Engelstalige versie in Nederlandse media.
Wekker wijst erop dat Nederland, en andere landen met een koloniaal verleden, de erfenis van het kolonialisme en racisme niet onder ogen zien.
Een van de centrale stellingen in het boek is dat het koloniale verleden niet alleen consequenties heeft voor afstammelingen van gekoloniseerden en migranten, maar voor alle Nederlanders, ook witte Nederlands. Wekker beargumenteert nauwgezet dat racisme niet zozeer over een individuele houding gaat, maar een structureel en cultureel probleem is dat onder meer tot uiting komt in het collectieve erfgoed van bepaalde soorten kennis, structuren van attituden en referentie. Vierhonderd jaar imperiale geschiedenis kan niet anders dan een (dusver blijvend) effect hebben op het Nederlandse cultureel archief, zo stelt Wekker.
Gloria Wekker is actief sinds de tweede feministische golf en haar werk kan grotendeels geplaatst worden binnen de stroming van het postkoloniaal feminisme.
In de jaren 1980 richt ze - samen met Tania Léon, Tineke Sumter en Joice Spies - de lees- en actiegroep genaamd Sister Outsider op, een verwijzing naar het gelijknamige boek van het feministisch icoon Audre Lorde. De groep vormt een alternatief voor de dominant witte lesbische beweging: Sister Outsider richt zich op zwarte vrouwen, en in het bijzonder op zwarte vrouwen die van vrouwen houden. Daarmee doelen ze zowel op vrouwen die zich identificeren als lesbisch als op vrouwen die intieme en seksuele relaties hebben met vrouwen maar zich niet als lesbienne identificeren. Zo heeft Wekker onderzoek verricht naar de mati, in de creools-Surinaamse cultuur een vrouw die seksuele relaties onderhoudt met één of meerdere vriendinnen. Zij zien zichzelf echter niet als lesbiennes en ze hebben dikwijls ook relaties met mannen.
Gloria Wekker neemt een uitgesproken rol op in de publieke debatten over postkoloniale tradities, en meer specifiek de hierboven reeds vermelde, racistische aard van Zwarte Piet.
Wekker stelt zich voorts politiek kandidaat op de lijst van de politieke partij Artikel 1 (verwijzend naar artikel 1 van de mensenrechten: "Alle mensen worden vrij geboren en moeten op dezelfde manier behandeld worden"). Intussen staat de partij bekend onder de naam BIJ1. Deze partij zet in op radicale gelijkwaardigheid en economische rechtvaardigheid, met als motto "gelijke rechten en gelijke kansen voor iedereen". In het partijprogramma staan antiracisme, dekolonisatie en economische bestaanszekerheid centraal. Ook heel wat feministische actiepunten komen aan bod. Denk maar aan het recht op zelfbeschikking (zoals het recht op en (gratis) toegang tot anticonceptie en abortus) en veiligheid (zoals de aanpak van gendergerelateerd geweld en strijd tegen seksisme).
Doorheen haar carrière mag Wekker meerdere prijzen in ontvangst nemen voor haar baanbrekende werk. In 2007 ontvangt ze de Ruth Benedict Prijs van de American Anthropological Association voor haar onderzoek naar mati’s in Suriname. In 2017 ontvangt ze de Joke Smit-prijs voor haar inzet voor de verbetering van de positie van zwarte vrouwen in Nederland. In hetzelfde jaar krijgt ze ook de Black Achievement Award toegekend, een prijs voor zwarte rolmodellen in Nederland - in de categorie wetenschappen, samen met professor Philomena Essed en doctor Leo Balaia.