Akwugo Emejulu & Francesca Sobande (Eds.)
To Exist is to Resist: Black Feminism in Europe
London: Pluto Press, 2019. 320 p.
zwart feminisme / dekolonisatie / racisme
RoSa-ex.nr.: FII a/1284
In To Exist is to Resist: Black Feminism in Europe onderzoeken verschillende stemmen – van activisten, over kunstenaars tot academici – hoe zwart feminisme en afrofeminisme vandaag in Europa (kunnen) functioneren. Het boek behelst een collectieve inspanning om het Europees zwart feminisme te begrijpen, te documenteren én toe te passen. Het is deels ontsproten uit een frustratie over hoe menig Europees feminist, socioloog of activist wel solidariteit preekt, maar desondanks de specifieke belangen van zwarte vrouwen in Europa negeert.
In de inleiding zetten auteurs Akwugo Emejulu en Francesca Sobande meteen de puntjes op de i. Het opzet is om de Europese denkwijzen over gender, klasse, ras, anti-zwartheid en legaliteit te corrigeren. De auteurs doen dit door de verhalen van zwarte vrouwen te her-vertellen: ze willen aan counter-storytelling doen. De aanloop naar het boek bestaat uit een aantal conferenties getiteld Black Feminism, Womanism and Politics of Women of Colour in Europe in Edinburgh (2016), Amsterdam (2017) en in Berlijn (2018). Honderden Europese wetenschappers en activisten leggen daar samen een basis voor een internationale leergemeenschap van zwarte feministische solidariteit en activisme. Met deze bundeling van teksten documenteren en delen ze dit boeiend momentum.
Emejulu en Sobande definiëren zwart feminisme als een praktijk waarbij zwarte vrouwen als ervaringsdeskundigen en actoren voor sociale verandering centraal staan. Het is een feminisme van bevestiging en bevrijding. Bevestiging via het benoemen en naar waarde schatten van de kennis en ervaringen van zwarte vrouwen op vlak van seksualiteit, gender, klasse en legale status. Bevrijding via daadwerkelijke, politieke actie en via creatieve en dynamische manieren van denken.
Zwarte feministen hebben zich altijd moeten handhaven ten opzichte van witte vrouwen: veel essays uit het boek behandelen die (on)mogelijkheden van solidariteit over verschillen heen. Maar, benadrukken Emejulu en Sobande, het is een grote misvatting te denken dat zwart feminisme een reactie zou zijn op de witte feministische beweging. Zwart feminisme en afrofeminisme zijn in de geschiedenis - vooral in de Europese - maar al te vaak uitgewist of miskend, hoewel zwart feminisme zo oud is als het kolonialisme en de slavernij. Zo klaagt de Amerikaanse abolitionist en fervent vrouwenrechtenactivist Sojourner Truth, met de speech die nu bekend staat als Ain't I a woman, in 1851 al de dubbele discriminatie van zwarte vrouwen aan.
Al in de introductie van het boek worden de verschillen tussen zwart feminisme (Black feminism) en afrofeminisme (wat niet hetzelfde is als Afrikaans feminisme) blootgelegd. Zwart feminisme of Black feminism kent haar oorsprong in de Verenigde Staten. De Amerikaanse cultuur is erg dominant en aanwezig. Emejulu en Sobande gaan er maar kort op in, maar het is erg interessant om te zien dat veel van die Amerikaanse cultuur die tot bij ons komt, in feite gepopulariseerde zwarte Amerikaanse cultuur is. Denk maar aan hiphop, modetrends, memes, jongerentaal enzovoort: de oorsprong ervan ligt vaak bij zwarte Amerikanen, waarna de rest van de Verenigde Staten en later de wereld ermee aan de haal gaan. Emejulu en Sobande schrijven: "Black American culture is a key way the United States exercises its soft power" (p.4). Niet moeilijk dat ook het zwart feminisme in België enorm beïnvloed is door dat uit de Verenigde Staten. Die dominantie wordt nog versterkt door de hegemonie van de Engelse taal. De samenstellers van het boek willen dan ook een antwoord bieden op het Noord-Amerikaanse en bij uitbreiding Engelse discours en dus ook op het zwart Amerikaans feminisme, waarvan de grote namen ons bekend zijn. Denk maar aan Audre Lorde, Angela Davis, bell hooks (wij bespraken eerder haar Ain't I a Woman? Black Women and Feminism), Alice Walker, of in de academische wereld Patricia Hill Collins, Barbara Smith, Kimberlé Crenshaw… En wie kent Beyoncé niet?
De auteurs stipuleren echter dat het Amerikaanse zwart feminisme niet zomaar op de Europese context toegepast kan worden. Door Amerikaanse rassenpolitiek te importeren geef je de indruk dat ras en racialisatie vreemd zijn aan de Europese ervaring en het ontneemt de Europese zwarte feministen de kans om hun eigen onderdrukking te benoemen, te analyseren en te bestrijden. Dit legt hun specifieke geleefde ervaringen het zwijgen op. Er is wel degelijk een geschiedenis van anti-imperialistische strijd door zwarte feministen over verschillende Europese imperia heen. Bovendien overstemt de Engelse taal de perspectieven en ervaring van zwarte vrouwen op het Europese vasteland. Toch is het boek in het Engels geschreven, om zoveel mogelijk mensen te bereiken en de politiek van dit Europese afrofeminisme breed te verspreiden.
Parallel aan Black feminism is afrofeminisme - vooral in Franstalig Europa - de ruimte waar Europese zwarte vrouwen elkaar vinden om collectief te leren, organiseren en mobiliseren. Er zijn veel gelijkenissen, het afrofeminisme is echter diep geworteld in de geschiedenis van de Afro-Europese diaspora, een gevolg van het kolonialisme, rassenvorming en de genderhiërarchie van de Europese natiestaten waarin deze zwarte vrouwen leven. Het gaat dus ook om counter-storytelling dat weerwerk wil bieden – zonder afbreuk te doen aan de grote verdienste van het Noord-Amerikaans Black feminism – aan de Amerikaanse overheersing in het debat.
Tot zover deel één, of de introductie van het boek, dat uit vijf delen is opgebouwd. Wij gaan dieper in op twee papers, één in deel twee en één in deel drie, omdat het gaat om Belgische bijdragen. Deel twee biedt inkijk in hoe vrouwen van kleur in vijf verschillende landen met hun zwart- of afrofeminisme sociale verandering teweeg te brengen. Hoofdstuk vijf van dit deel is getiteld Afro Women's Activism in Belgium: Questioning Diversity and Solidarity, geschreven door Nicole Grégoire en Modi Ntambwe, twee Belgische vrouwen met Congolese roots. Grégoire doet onderzoek aan de ULB in Brussel naar de Afrikaanse diaspora, sociale bewegingen en zwarte solidariteit in Europa en de Verenigde Staten. Ntambwe is expert in gender en mensenrechten, en coördineert onder andere het platform People of African Descent Belgium en heeft een lange activistische carrière in Congolese, Pan-Afrikaanse en vrouwenorganisaties.
Ze openen met een een fragment uit een speech van Lisette Lombé, Belgisch-Congolees schrijver, dichter, kunstenaar en feminist. Het is een poëtisch manifest, een vurige aansporing aan "Afro sisters". (Met een voetnoot maken de auteurs duidelijk dat in de verdere tekst de "Afro" prefix verwijst naar alle mogelijke Afro labels waarmee iemand zichzelf kan definiëren: Afrikaans, Afro-Europeaans, Afropeaans, Afrodescendant, Afro-Belgisch, etc.). De tekst vat aan met het statement: "The herstory of Afro women's activism in Belgium still has to be written" (p. 65). Ze onderzoeken de strategieën van de jongere garde afrofeministen en hoe zij afwijken van het naar integratie gerichte pad dat de generatie feministen uit de Afrikaanse diaspora voor hen bewandelden. We vatten hieronder hun boeiende artikel kort samen.
De meeste Afrobelgen hebben banden met de migranten en hun nakomelingen die vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw van sub-Sahara Afrika naar onze regio verhuizen. Eerst waren dat vooral mannelijke studenten uit de Belgische kolonie Congo (nu Democratische Republiek Congo) en Ruanda-Urundi, een deel van een Duitse kolonie die door België bestuurd werd (nu Rwanda en Burundi). Later volgen nog studenten uit onder andere Kameroen, Senegal en Nigeria. Vrouwen komen vooralsnog mee als "echtgenotes van" en oefenen vaak onderbetaalde jobs uit, tot ze later zelf kunnen studeren. Andere vrouwen arriveren hier als echtgenote van terugkerende witte, Belgische mannen die ooit naar sub-Saharische landen gemigreerd waren. In de jaren 1980 en 1990 wordt de status van veel migranten precair, enerzijds doordat ze hun studentenvisa niet in een permanente visa kunnen omzetten en anderzijds door de groeiende politieke onrust in de sub-Saharalanden. Een "brain waste" vindt plaats, wat betekent dat in de jaren negentig de hoogopgeleiden uit de Afrikaanse diaspora onderbetaald zijn en/of moeilijk werk vinden. Vooral vrouwen zijn hier de dupe van. Ondertussen organiseren vrouwen van verschillende achtergronden zich in solidariteitsgroepen zoals bijvoorbeeld tontines (groepen waarbij vrouwen van dezelfde etnische groep of regio geld in een gezamenlijke kas inzamelen voor het goede doel). Zoals in de rest van Europa zijn het vooral hoger opgeleide vrouwen die zich verenigen, afrofeminisme zichtbaar maken en zorgen voor een bloei van Pan-Afrikaanse organisaties.
Tegelijk zetten de mainstream vrouwenorganisaties in België in de jaren negentig hun deuren steeds vaker open voor vrouwen met een migratieafkomst. Dankzij de connecties met de goed vernetwerkte vrouwenbewegingen kunnen veel migrantenvrouwen met een precaire status geholpen worden. De focus van de toenmalige “Afrikaanse” organisaties ligt voornamelijk op de verblijfsstatus en het recht op werk en onderwijs. De politieke agenda van de verschillende vrouwengroeperingen loopt dan nog gelijk, een goed voorbeeld is de gezamenlijke strijd tegen vrouwelijke genitale verminking. Maar de visie van de witte feministen is er ook één van paternalisme en het denigrerende idee dat vrouwen in de "Derde Wereld" gered moeten worden van zogezegd barbaarse lokale gebruiken.
Vanaf de jaren 2010 komt er een jongere generatie op die het accent op solidariteit binnen België en Europa legt in plaats van op het "thuisland". De meesten onder hen zijn immers in Europa geboren. De beweging is volgens de auteurs voornamelijk Franstalig en sterk gelinkt aan buurland Frankrijk. De documentaire van Amandine Gay, Ouvrir La Voix (2017), waarin 24 Franstalige afrofeministen uit België en Frankrijk hun ervaringen delen is daarvan het culminatiepunt. Er is tegenwoordig in de brede socio-culturele sector en in de solidariteitsbeweging een verhoogde interesse voor afrofeminisme. Hot en happening sinds enkele jaren, volgens een enkele cynicus zelfs een hype of trend. Maar dat neemt niet weg dat de legitimiteit en relevantie van het afrofeminisme nog altijd wordt gecontesteerd. Grégoire en Ntambwe benadrukken drie valkuilen:
De andere Belgische bijdrage, een Vlaamse dit keer, vinden we in deel III of Emotions, affect en intimate relations, dat de intieme, private sfeer behandelt. Lubumbe Van de Velde onderzoekt met haar paper hoe zwarte moeders in Nederland en België het dilemma van Zwarte Piet kunnen omzeilen. Ze schetst kort het debat met voor- en tegenstanders in beide landen en vraagt zich af hoe zwarte moeders zich kunnen verzetten tegen de racistische traditie, zonder hun kinderen plezier te ontzeggen en vooral, zonder van hen opnieuw een "Ander" te maken en hen buiten de groep te plaatsen.
Nog andere bijdragen exploreren queer en afrofeministische netwerken in Spanje, schetsen de geschiedenis van het Franse afrofeministisch activisme sinds het begin van de twintigste eeuw, onderzoeken de verschillende betekenissen van het (t)huis voor zwarte Britse vrouwen uit de Caribische diaspora, bespreken de zwart-feministische blogosfeer of platformen voor afrolit-liefhebbers, hebben het over de beladenheid van afrohaar in Duitsland, belichten de positie van vrouwen van kleur in de academische wereld, schrijven over de sterke vriendschapsbanden tussen zwarte vrouwen of documenteren de manier waarop zwarte vrouwen hun verzet filmen en de controle over de lens opeisen. Kortom, deze bundel geeft een mooie dwarsdoorsnede van Black feminist politics in Europa. De auteurs vormen een erg diverse, creatieve groep mensen en dat is een weerspiegeling van de boodschap dat informatie op verschillende plaatsen - ook buiten de academische wereld - te rapen en te delen valt. Ook het huis, de cinema, de straat, het lichaam en vriendschap zijn plaatsen van ervaring. Er wordt gehamerd op praxis: een hoofddoel van het boek is om de miskende zwarte vrouwelijke ervaring opnieuw onder de aandacht te brengen en om vanzelfsprekend beschouwde opvattingen over Europa en Europeaan-zijn onderuit te halen. Als lezer krijg je zo een inkijk in de lange geschiedenis van zwart feministisch verzet in Europa en zijn kolonies en tegelijk de tools om samen een ander soort toekomst in te beelden en op te bouwen. To Exist Is To Resist is niet alleen stof tot nadenken maar ook een oproep tot actie.