bell hooks
Ain't I a Woman? Black Women and Feminism
Boston: South End Press, 1981. 205 p.
zwarte vrouwen / seksisme / racisme / feminisme / zwart feminisme / Verenigde Staten
RoSa-ex.nr.: FII p/0268
Auteur bell hooks is geboren als Gloria Jean Watkins op 25 september 1952 in Kentucky in de Verenigde Staten. De Amerikaanse feminist en maatschappijcritica kiest als pseudoniem de naam van haar geadoreerde overgrootmoeder, Bell Blair Hooks, een naam die de auteur zelf zonder hoofdletters spelt, want het is de inhoud van haar werk die telt en niet de persoon van de schrijver. bell hooks is een meester in het kernachtig formuleren van haar ideeën. Haar werk staat vol met sterke citaten.
In haar meest bekende boeken focust bell hooks op de interactie tussen ras, sociale klasse en gender, en op de stelselmatige onderdrukking en dominantie die die categorieën kunnen meebrengen en bestendigen. Tot nu toe publiceerde bell hooks bijna veertig non-fictieboeken, talloze wetenschappelijke en andere artikels, opiniestukken en discussieteksten. Ze is te zien in documentaires en openbare debatten, ze houdt voordrachten en causerieën. Daarbij neemt ze geen blad voor de mond. Haar interesse is breed: ze richt haar aandacht op politiek, onderwijs, kunst, geschiedenis, seksualiteit, massamedia en feminisme, altijd vanuit het perspectief van ras, sociale klasse en gender.
De feministische klassieker Ain't I A woman: Black Women and Feminism, dat verschijnt in 1981, is een superieur basiswerk over feministische geschiedenis en feministische theorie. De titel alludeert op de historische toespraak die de burgerrechtenactivist Sojourner Truth gaf op 21 mei 1851. Daarin herhaalt Truth die fameuze zin keer op keer om aan te tonen dat zwarte vrouwen anders gediscrimineerd worden dan zwarte mannen én anders worden gediscrimineerd dan witte vrouwen. Haar historische toespraak is daarmee een uiting van intersectioneel denken avant la lettre.
In dit boek onderzoekt bell hooks het effect van racisme en seksisme op zwarte vrouwen tijdens de slavernij in de VS, de degradatie van de zwarte vrouw, het paternalistische seksisme van zwarte burgerrechtenbewegingen en het racisme van de witte feministische beweging van de strijd voor stemrecht tot de tweede feministische golf. Ze gaat ook dieper in op de notie black feminism, het specifieke feministische engagement van zwarte vrouwen.
bell hooks stelt dat de accumulatie van racisme en seksisme maakt dat zwarte vrouwen tijdens de slavernij in de VS op de laagste trap van de sociale ladder belanden en dat zij ook het hardst te lijden hebben onder de slavernij.
Zwarte vrouwen worden misbruikt als seksslavinnen van patriarchale witte slaveneigenaars en al even patriarchale zwarte voormannen. Het oriëntalistische stereotype van de zwarte vrouw als promiscue en immorele mannenverleidster is volgens bell hooks in die tijd ontstaan, een beeld dat tot op de dag van vandaag nog doorwerkt. Witte vrouwen gaan destijds maar al te vaak mee in die seksistische mythologisering. Zo meten ze zich de bijna goddelijke status van zuivere maagd aan en blijven ze zelf buiten schot, aldus hooks. Het cliché van de zwarte vrouw als seksueel roofdier leverde een maatschappelijk excuus om het schuldgevoel van witte vrouwen te sussen en het zwarte vrouw-zijn te degraderen.
bell hooks schrijft onomwonden over de systematische ontmenselijking van de zwarte vrouw in slavernij door doelbewuste kweekprogramma’s: vrouwelijke slaven moest kinderen baren voor economisch gewin van de slavenhouders.
De brute mishandelingen en het zware werk waaronder zwarte vrouwen gebukt gaan brengt menig witte medemens tot de ontmenselijkende conclusie dat zwarte vrouwen zowaar halve mannen waren. Echte vrouwen waren volgens de stereotiepe sekserollen niet bestand tegen dit leven. Vandaar was het maar een kleine stap naar de beschuldiging dat zwarte vrouwen de mannelijkheid onderuit haalden en de man ‘ontmannelijkten’. Zwarte vrouwen waren in die context een gemakkelijk doelwit. Ze hadden de publieke opinie tegen, en er bestond geen enkele wettelijke bescherming.
Diepe angst en wantrouwen tegenover de zwarte vrouw hebben een intense en specifieke vorm van misogynie tot gevolg. Dat verklaart volgens bell hooks de mate van seksueel geweld op zwarte vrouwen en de straffeloosheid van dat soort misdaden, waarbij ze moet vaststellen dat dit nog altijd niet veranderd is. Om te ontsnappen aan de systematische degradatie van hun vrouw-zijn door oriëntalistische denkbeelden en racistische stereotypering, pogen veel zwarte vrouwen de aandacht af te leiden van hun seksualiteit door de nadruk te leggen op hun rol als moeder.
bell hooks verwondert zich erover dat zwarte vrouwen tijdens en na de slavernij niet pleiten voor sociale gelijkheid tussen vrouwen en mannen. Zij vinden het zelfs onprettig dat ze niet als vrouwelijk werden beschouwd volgens de normen van de dominante cultuur, waarin nederigheid, preutsheid, onschuld en onderdanigheid geassocieerd werden met het vrouw-zijn en vrouwelijkheid. Dat was ook voor hen het na te streven vrouwelijkheidsideaal.
Het argument dat zwarte mannen ontmannelijkt worden omdat zij de patriarchale rol van kostwinner niet konden opnemen houdt geen steek, aldus bell hooks. In veel gezinnen zijn mannen die werken niet happig om hun zuurverdiende loon af te staan aan vrouw en kinderen. Een onderbetaalde baan als arbeider ervaren ze vaak meer als een aanval op hun mannelijke trots dan helemaal geen job. Het verlangen om kostwinner te zijn is geen aangeboren mannelijk instinct, stelt bell hooks vast.
Trouwens, zo voegt ze eraan toe, vrouwen hebben veel meer geleden onder de ontmenselijking en de vernedering door het dagelijkse contact met racistische witte slaveneigenaars die hen mishandelen en seksueel misbruiken. Zwarte vrouwen die huishoudwerk doen, worden verplicht zich te onderwerpen. Van hen wordt zonder meer verwacht dat hun persoonlijke waardigheid opofferen om te overleven.
Ain’t I a Woman? Black women and feminism gaat vooral over de vele vormen van onderdrukking en discriminatie van zwarte vrouwen, door het racistische witte patriarchaat, door de seksistische zwarte burgerrechtenbeweging, door het individualisme van de witte feministische beweging. bell hooks steekt haar teleurstelling hierover tijdens haar eigen feministische zoektocht niet onder stoelen of banken. Maar finaal komt ze tot een definitie van het feminisme die voor iedereen aanvaardbaar is, los van geslacht, ras of sociale afkomst. Haar formulering brengt een sprankel hoop voor de Amerikaanse samenleving in de toekomst.