In deze eerste Pers:pectief van 2022 blikt RoSa vzw terug op het voorbije jaar. Wat waren de meest opvallende patronen, ingrijpende gebeurtenissen en wederkerende thema’s op vlak van gender en feminisme? RoSa werpt een blik op enkele belangrijke ontwikkelingen en tendensen.
Wanneer we zowel kijken naar de onderwerpen die we aansneden in de Pers:pectieven van 2021 als de thema’s die hoog op de agenda kwamen te staan van verschillende partnerorganisaties en de opvallendste momenten in het maatschappelijke debat rond gender en feminisme, dan kunnen we niet rond de volgende drie thema’s: policing van vrouwenlichamen, seksueel grensoverschrijdend gedrag en menstruatiearmoede.
Doorheen 2021 kregen meisjes en vrouwen regelmatig te maken met de ‘kledingpolitie’. Meron Knikman, voorzitter van de Vrouwenraad, schreef hierover een opiniestuk in De Standaard in juni 2021. Daarin geeft ze aan dat meisjes en vrouwen al heel vroeg leren dat hun lichaam niet enkel van hen is, maar van de hele samenleving. Dat was in 2021 niet anders. Zo is 2021 begonnen met de ophef rond het tuchtvonnis van de Psychologencommissie ten aanzien van Kaat Bollen. In juni 2021 nam de veertienjarige Beatrix Yavuz het dan weer op tegen seksisme door de kledingvoorschriften op school aan te klagen. Daarnaast laaide ook het hoofddoekendebat weer op. Allemaal voorbeelden van hoe de maatschappij zich nog veel te vaak bezighoudt met wat meisjes en vrouwen wel of niet zouden mogen dragen.
Op vrijdag 15 januari 2021 riepen actievoerders op sociale media op om een selfie te posten in kledij naar wens onder de hashtag #BaasOverWatIkDraag. Deze actie kwam er als gevolg van de waarschuwing die psycholoog Kaat Bollen kreeg van de Psychologencommissie. Een collega-psycholoog had een klacht ingediend over de - volgens hem - "gewaagde en sexy" foto’s op de sociale media van Bollen. De Psychologencommissie besliste in maart 2020 dat Bollen met haar gedrag en “seksueel getinte” foto’s imagoschade had berokkend aan de beroepsgroep. De commissie bleef in december 2020 ook bij haar standpunt nadat Bollen in beroep ging tegen de waarschuwing.
Naast de protestactie op sociale media kwam er heel wat reactie op het vonnis. Zo tweette Bart Somers, Vlaams Minister van Gelijke Kansen, dat het ongehoord is dat men vrouwen in Vlaanderen anno 2021 nog zegt hoe ze zich moeten of mogen kleden. Ook erschillende collega’s van Bollen gaven hun mening over de situatie. Zo was Lotte De Schrijver, psycholoog en seksuoloog, het helemaal niet eens met de waarschuwing:
Kaat Bollen zelf besliste om haar licentie in te leveren bij de commissie. Ze liet weten dat ze “liever geen psycholoog meer is dan een gemuilkorfde psycholoog”. Net zoals De Schrijver haalde ze aan dat ze niet in een hokje gestopt wilt worden. Ze kan én psycholoog én mama én sexy én professioneel zijn, aldus Bollen.
Het was niet de eerste keer, en het zal waarschijnlijk niet de laatste keer zijn dat kledijvoorschriften op school stof deden opwaaien vanwege seksisme. Ook in 2021 waren ze onderhevig aan heel wat kritiek, voornamelijk van jongeren, maar ook de Vlaamse Scholierenkoepel (VSK) sprak zich erover uit. Het was de veertienjarige Beatrix Yavuz van het Montfortcollege in Rotselaar die in juni het debat op gang trok. Nadat de directeur van haar school een mail had verstuurd, waarin stond dat blote buiken en extreem korte rokjes/shortjes niet gepast zijn, schreef Yavuz een brief om daarin het seksisme in de mail aan te kaarten. In haar brief, waarmee ze viraal ging op Twitter, vroeg ze om een gelijke behandeling van meisjes en jongens.
Ook de leerlingen van het Gentse Sint-Pietersinstituut ondernamen actie. Zij wilden - via een petitie en open brief - een genderneutrale regelgeving bekomen. Dit initiatief kwam er nadat jongens die oorbellen of nagellak droegen op school op de vingers werden getikt. Ondanks het feit dat kledingvoorschriften vooral meisjes viseren, kunnen jongens hier duidelijk ook het slachtoffer van zijn.
Onderwijssocioloog Mieke Van Houtte wijst er wel op dat de kledij van meisjes vaker tot seksualisering leidt. Dit is het gevolg van een dominante male gaze op de lichamen van meisjes waardoor bepaalde kledij bij meisjes als problematisch wordt gezien. Dit ligt in lijn met de overdreven focus op het uiterlijk en de lichamen van vrouwen in de bredere maatschappij.
VSK ijvert dan ook al jaren voor de afschaffing van de vaak gedateerde en seksistische kledingvoorschriften. Ook Onderwijs Vlaanderen maakt duidelijk dat de regels voor iedereen hetzelfde moeten zijn en dat ze niet in strijd mogen zijn met de fundamentele rechten van leerlingen en hun ouders. Daarnaast kan de discussie over kledingvoorschriften kansen scheppen voor minderheidsgroepen zoals non-binaire personen, trans personen en moslima’s die een hoofddoek (wensen te) dragen.
Naast de ophef rond de kledijvoorschriften op school en de commotie over welke kledij Kaat Bollen al dan niet mag dragen, laaide ook het hoofddoekendebat weer eens op in 2021. De aanleiding hiervan was de veroordeling van de vervoersmaatschappij MIVB voor dubbele discriminatie. De veroordeling kwam er nadat MIVB geweigerd had een vrouw met een hoofddoek aan te nemen. Ook de Antwerpse organisatie Moeders voor Moeders werd in 2021 veroordeeld voor discriminatie vanwege haar hoofddoekenverbod. Daarnaast kwam Ihsane Haouach in een storm terecht vanwege haar hoofddoek, nadat ze benoemd werd als regeringscommissaris bij het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM). In een interview met RTBF over de situatie zei ze hierover dat vrouwen met een hoofddoek eerder het slachtoffer zijn van islamofobe discriminatie dan van mannelijke dominantie. Volgens Haouach gaan de strijd voor de hoofddoek, voor feminisme en tegen seksisme hand in hand omdat ze voortvloeien uit de verdediging van de vrije keuze van de vrouw.
Net zoals in de zaak rond Kaat Bollen en zoals bij de commotie rond de kledijvoorschriften op school, worden vrouwen met een hoofddoek het recht op zelfbeschikking en keuzevrijheid ontnomen. Collectieven zoals Baas Over Eigen Hoofd (BOEH!) en Imazi.Reine vragen aandacht voor de dubbele discriminatie die veel vrouwen dagelijks ervaren door de normalisering van een hoofddoekenverbod. Samira Azabar - socioloog en activist bij BOEH! - zegt hierover dat we onszelf geen feministische maatschappij kunnen noemen zolang er normen bestaan die vrouwen opleggen hoe ze zich horen te gedragen en hoe ze gekleed moeten gaan. Over het hoofddoekenverbod zegt Azabar het volgende:
Zoals Liesbet Stevens, adjunct-directeur van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM), in een interview met De Morgen zegt, zijn seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld thema’s van alle tijden. 2021 vormde daar geen uitzondering op. Drie dossiers die de Vlaamse media in de ban hielden, kwamen het afgelopen jaar tot een uitspraak: zowel Bart De Pauw, Jeff Hoeyberghs als Steve Bakelmans werden in 2021 veroordeeld, voor respectievelijk seksueel grensoverschrijdend gedrag, seksisme en seksueel geweld.
Na vier jaar werd de zaak-Bart De Pauw in november 2021 eindelijk afgesloten in de rechtbank van Mechelen. Daar veroordeelde men De Pauw tot een celstraf van zes maanden met uitstel en een geldboete. Hij werd schuldig bevonden aan stalking van vijf vrouwen en het cyberstalken van één andere vrouw. Deze veroordeling geeft een belangrijk maatschappelijk signaal, aldus Liesbet Stevens: het maakt duidelijk dat gedrag zoals dat van De Pauw niet kan en dus strafbaar is. Ook de veroordeling van Jeff Hoeyberghs tot tien maanden cel voor seksisme en het aanzetten tot discriminatie en haat geeft een signaal dat zo’n gedrag niet getolereerd wordt in onze maatschappij.
Liesbeth Stevens, adjunct-directeur van het IGVM, vindt de veroordeling een belangrijk maatschappelijk signaal. Het maakt duidelijk dat gedrag zoals dat van De Pauw niet kan en dan ook strafbaar is.
Hoeyberghs kwam in 2019 in opspraak nadat beelden van zijn lezing aan de UGent, georganiseerd door het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV), op sociale media werden verspreid. Tijdens deze lezing deed hij uitspraken zoals: “Je kan een vrouw niet als gelijke behandelen zonder haar slaaf te worden” en “vrouwen willen wel de privileges van de mannelijke bescherming en geld. Maar ze willen wel niet meer hun benen open doen”. Verder verkondigde hij dat kinderen van alleenstaande moeders voor problemen zorgen en dat vrouwen niet geschikt zijn als wetenschapper. Nadat er bij het IGVM 1.500 klachten binnenkwamen, beslisten zij dan ook om hiermee naar de rechtbank te stappen. Daar werd beslist dat Hoeyberghs het jonge mannelijke publiek aanspoorde tot vrouwonvriendelijk gedrag met zijn haatdragende en vernederende uitspraken tegenover vrouwen. Daarbovenop beschikt hij ook niet over enig schuldinzicht en gaat hij in beroep.
Op basis hiervan kende de rechter Hoeyberghs een celstraf toe van tien maanden, waarvan de helft met uitstel, en een boete van 8.000 euro. Hij krijgt ook een verbod van vijf jaar om openbare ambten te vervullen en moet een schadevergoeding betalen aan het IGVM. Hoeyberghs liet al weten dat hij in beroep gaat.
Beide zaken hielden, en houden, de media in de ban en werden belangrijke symboolzaken. Terwijl de veroordeling van De Pauw en Hoeyberghs een stap in de goede richting zijn voor de erkenning van de problematiek rond seksueel overschrijdend gedrag en seksisme, is het opvallend hoe het maatschappelijk debat zich daar niet op focust. Zoals hoofdredacteur van De Morgen Bart Eeckhout opmerkt, is “na de opeenvolgende veroordelingen van Bart De Pauw en Jeff Hoeyberghs het, verrassend genoeg, vooral het Instituut voor Gelijkheid van Mannen en Vrouwen dat onder kritiek bedolven wordt”. Deze aanvallen passen ook binnen een bredere trend.
In hetzelfde artikel stelt Eeckhout dat het opmerkelijk is dat men het na de veroordeling van De Pauw vooral heeft over de kosten van de advocaten en het proces. En dat na de veroordeling van Hoeyberghs de wet die zijn veroordeling mogelijk heeft gemaakt in vraag wordt gesteld.
In 2021 kwam er ook een uitspraak in de zaak-Bakelmans, een assisenzaak die uitzonderlijk achter gesloten deuren doorging. In december werd Steve Bakelmans veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf en vijftien jaar voor seksueel geweld en de moord op Julie Van Espen. De zaak-Bakelmans bracht de problematiek van seksueel geweld wederom onder de aandacht. In mei 2019, niet lang na de feiten, werd in Antwerpen een stille mars georganiseerd tegen seksueel geweld die meer dan 15.000 mensen op de been wist te brenegen. Daarnaast diende Vincent Van Quickenborne - Minister van Justitie - een wetsontwerp in om de maximumstraffen voor verkrachting op te trekken. Ook het begrip “toestemming” werd expliciet in de wet opgenomen.
Naar aanleiding van de moord op Julie Van Espen in mei 2019 gingen er heel wat stemmen op die wijzen op het feit dat er steevast meer media-aandacht is wanneer een wit meisje of jonge vrouw uit de middenklasse het slachtoffer is. Dat geldt overigens voor alle vormen van geweld. Denk ook aan de zaak-Madeleine McCann die al veertien jaar heel Europa in de ban houdt of de recente zaak rond van de Amerikaanse Gabby Petito die vermoord werd door haar partner in augustus 2021, een zaak die tot over de oceaan heisa veroorzaakte. Deze focus op individuele zaken van misbruik, en bovendien vooral wanneer het een selectieve groep vrouwen treft, maakt dat andere slachtoffers – vrouwen van kleur, mannen, non binaire en trans personen – onderbelicht blijven; zo wordt gesteld. Daarnaast individualiseert en depolitiseert deze beperkte focus een problematiek die systemisch is. Structurele oorzaken blijven zo buiten schot, wat ertoe kan leiden dat het beleid eerder reactief en bestraffend is ten opzichte van de uitzonderlijk veroordeelde daders, dan wel proactief en preventief sensibiliserend om slachtoffers te voorkomen.
In het najaar van 2021 was er zowaar sprake van een nieuwe #MeToo-golf, die seksueel grensoverschrijdend gedrag in het nachtleven aanklaagt. Heel wat slachtoffers en overlevers van aanranding, seksueel geweld en spiking kwamen toen naar buiten met getuigenissen over de verregaande normalisering van, en zwijgcultuur rond seksueel grensoverschrijdend gedrag in het uitgaansleven in onder meer Gent, Elsene en elders in het Brusselse Gewest. Zo werd een barman van café El Café beschuldigd van het drogeren en verkrachten van twee vrouwen. Dat hij vervolgens niet (minstens) ontslagen werd, maar overgeplaatst naar een ander café, Waff, zorgde voor heel wat commotie op sociale media onder de hashtag #balancetonbar. (De hashtag is een woordspeling op de Franstalige tegenhanger van #MeToo, namelijk ‘balance ton porc’ oftewel 'ontmasker je belager'.) Maar het bleef niet bij online actie. In oktober en november van 2021 leidden de getuigenissen tot meerdere protestacties met concrete eisen in verschillende steden, de lancering van petities en de oprichting van nieuwe initiatieven die seksueel grensoverschrijdend gedrag structureel willen aanpakken.
In Gent zet Meldet, een organisatie die strijdt tegen seksuele intimidatie en seksueel geweld, mee haar schouders onder de organisatie en mobilisatie voor protesten. Meldet werd opgestart door twee caféuitbaters en dient als een grassroots actie- en rapporteringsplatform, waar slachtoffers, overlevers maar ook getuigen van seksueel grensoverschrijdend gedrag (anoniem) hun verhaal kwijt kunnen. Via sociale media wordt er ook gezocht naar getuigen en meer informatie. Op die manier wil het platform helpen met het aanleveren van de nodige bewijzen voor aangiften bij de politie. Tegelijkertijd klaagt het platform victim blaming aan, net als het gebrek aan politieke aandacht en de degelijke, laagdrempelige slachtofferhulp.
Verkrachting is niet alleen een structureel probleem in België, maar een mondiaal probleem, dat op sommige plaatsen zelfs strategisch gebruikt wordt als oorlogswapen. Dat is onder meer het geval in Ethiopië. Na huiveringwekkende verhalen die als een schokgolf door de internationale media raasden, worden de vermoedens van Pramila Patten, de VN-gezant voor seksueel geweld in conflictzones, in februari 2021 bevestigd. Filsan Abdullahi Ahmed, de Ethiopische Minister van Vrouwen, Kinderen en Jeugd, erkent voor het eerst dat er “zonder twijfel” sprake is van systematisch seksueel geweld in de afvallige zone Tigray. Dat dit voornamelijk het toedoen is van het Ethiopische leger, vermeldde ze daar opvallend genoeg niet bij. Tal van getuigenissen wijzen echter uit dat het Ethiopische soldaten zijn die duizenden meisjes en vrouwen, van 8 tot 72 jaar, systematisch verkrachten, of hun mannelijke familieleden dwingen hen te verkrachten. Het hoofd van de vrouwenrechtencommissie van het Europees Parlement, Evelyn Regner, riep op tot onmiddellijke actie en verweet dat er geen lessen getrokken werden uit soortgelijke oorlogsmisdaden tijdens de genocide in Rwanda en het conflict in Bosnië en Herzegovina.
Niet alleen seksueel grensoverschrijdend gedrag, maar ook armoede is een chronisch, structureel en multidimensioneel probleem, en dit met verreikende, en vaak gegenderde, effecten. Het begrip ‘menstruatiearmoede’ belicht één van die gegenderde en onderbelichte aspecten, en verwijst naar de beperkte toegang tot middelen om op een veilige, hygiënische en comfortabele manier je menstruatie te kunnen opvangen. Menstruatiearmoede leidt bovendien tot (verdere) uitsluiting van de samenleving: het gebrek aan de nodige menstruatieproducten vormt namelijk een extra drempel in de gelijke participatie aan onderwijs, de arbeidsmarkt, tal van vrijetijdsactiviteiten en het publieke leven in de brede zin.
Wist je bijvoorbeeld dat 15% van de meisjes die leven in armoede al eens noodgedwongen thuis bleef van school omdat ze niet aan de nodige menstruatieproducten kon geraken?
Dat blijkt uit een bevraging van Caritas. Menstruatiearmoede versterkt dus de neerwaartse spiraal van materiële deprivatie en sociaal isolement waar heel wat economisch achtergestelde meisjes, vrouwen, trans en non binaire personen in de samenleving tegen opboksen, en is zo één van de factoren die ten grondslag ligt aan voortdurende genderongelijkheid. Er is echter nood aan meer en inclusiever onderzoek om de schaal en de gevolgen van menstruatiearmoede in Vlaanderen in kaart te brengen.
Momenteel is er niet alleen te weinig, en al zeker te weinig lokaal onderzoek naar het thema, ook is onderzoek vaak enkel toegespitst op vrouwen, waardoor de noden van trans en non binaire personen die menstrueren niet aan het licht komen. Een inclusieve blik op dit intersectioneel thema is dan ook essentieel om bestaande ongelijkheden niet te versterken.
Daarom moet ook het maatschappelijk debat rond menstruatie(armoede) herdacht worden. De taal die we gebruiken rond deze thema’s houdt vaak geen rekening met de geleefde ervaringen van trans en non binaire personen. Hun belangen worden bijgevolg te weinig in beschouwing genomen in academisch onderzoek, in beleid en in concrete maatregelen. Nochtans behelst menstruatie voor hen nog bijkomende moeilijkheden die ook aandacht verdienen. Nadya Okamoto, oprichter van de internationale NGO PERIOD en auteur van Period Power: A Manifesto For The Menstrual Movement (2018), schrijft hierover:
Naast meer en inclusief onderzoek, is er uiteraard ook nood aan beter beleid en concrete actie. Mede door het dubbel maatschappelijk taboe rond menstruatie én armoede was er tot voor kort maar weinig politieke aandacht voor dit thema. De laatste jaren kwam hier echter verandering in. Eind 2020 maakte Minister voor Armoedebestrijding Karine Lalieux (PS) €200.000 vrij in de strijd tegen menstruatiearmoede. "De strijd tegen menstruatiearmoede is een sociale kwestie. Dit gaat over gelijkheid. Op dit vlak kan België opnieuw een voortrekkersrol spelen", vertelt Lalieux daarover. "Deze financiële middelen vormen slechts een eerste stap naar meer structurele maatregelen tegen menstruatiearmoede, in samenwerking met mijn collega-ministers."
De vrijgekomen middelen werden gelijk verdeeld onder de Conseil francophones des Femmes de Belgique en de Nederlandstalige Vrouwenraad. Het thema was het afgelopen jaar dan ook een belangrijk speerpunt in de werking van de Vrouwenraad. Ze vragen om “meer dan een doekje voor het bloeden”, en werkten een grondig maar laagdrempelig dossier uit dat een breed publiek wil informeren en sensibiliseren. Daarbij heeft de Vrouwenraad ook oog voor duurzaamheid:
Met hun project M²: Maak een einde aan menstruatiearmoede coördineert de Vrouwenraad vijftien lokale projecten die menstruatieproducten verdelen en het taboe rond menstruatieschaamte doorbreken. Hun ultieme doel is menstruatiearmoede universeel aan te pakken om zo tot een gendergelijke samenleving te komen. Om hun project in de verf zetten en aandacht te vragen voor de thematiek ontwikkelde de Vrouwenraad met de hulp van Magellaan een poster, die in aanmerking kwam voor de Solidariteitsprijs van De Standaard met als slogan: "It's bloody time".
Een substantieel deel van de middelen die de Vrouwenraad kreeg toegekend, werd dus verdeeld over vijftien initiatieven van lidorganisaties. Zo bracht ZIJkant een TikTok challenge op gang om het maatschappelijke taboe en geïnternaliseerde menstruatieschaamte te doorbreken. Ook Femma Wereldvrouwen en YMCA Antwerpen zetten in op het doorbreken van het taboe en verdelen duurzame menstruatieproducten zoals wasbaar maandverband of een menstruatiecup aan vrouwen met een migratieachtergrond. Young Zonta Ghent sensibiliseerde en informeerde jongeren door middel van een postercampagne in secundaire scholen. BruZelle en VIVA-SVV werkten dan weer samen om gratis menstruatieproducten te verspreiden in het secundair onderwijs, en CGSO Brugge ontwikkelde een vormingspakket specifiek gericht aan leerlingen in de eerste graad.
Deze tweeledige focus op het aanbieden van gratis menstruatieproducten enerzijds, en het informeren en sensibiliseren rond menstruatie(armoede) anderzijds, haakt in op twee van de drie aspecten van menstruatiearmoede die de Verenigde Naties naar voren schuift: 1. de toegang tot menstruatieproducten, 2. de beschikbaarheid van goede sanitaire voorzieningen en 3. het bevorderen van kennis over menstruatie zodat wie menstrueert, weet welke menstruatieproducten er bestaan, hoe een cyclus werkt, wat de symptomen van menstruatie zijn, welke symptomen daarentegen kunnen wijzen op medische aandoeningen zoals endometriose, welke medicijnen er op de markt zijn om pijn en ongemak te beperken, en tot slot ook wat de voor- en nadelen zijn van al die producten.
In navolging van deze derde pijler organiseerde de Vrouwenraad op 29 oktober bovendien een studiedag rond (de bestrijding van) menstruatiearmoede, met een focus op de schoolcontext, maar waar ook jeugdwerk uitgebreid aan bod kwam. Een videoverslag van die dag vind je hier. Fatima-Zohra Ait El Maâti van collectief Imazi.Reine leidde de dag in goede banen, Artemis Kubala van de Vrouwenraad beet de spits af en stelde onderzoeksresultaten en recente cijfers voor en tal van partners stelden hun project voor. Het doel van de studiedag bestond er dan ook in om beleidsmedewerkers, professionals, directies, leerkrachten, studenten, vrijwilligers,... samen te brengen en aan te zetten tot actie. Good practices werden uitgewisseld en nieuwe contacten werden gelegd om ook in 2022 samen werk te maken van de strijd tegen menstruatiearmoede.