In de categorie RoSa kijkt zetten we interessante TEDxTalks, educatieve video’s of documentaires in de kijker rond thema’s op het snijvlak van gender en feminisme. Ditmaal viel ons oog op de Nederlandse documentaire Sexotisch van Kelly-Qian van Binsberg over seksueel racisme.
“Laten we het hebben over porno. Hou je van blond? Oud? Gay? Of boos? Je seksuele voorkeur kan je heel makkelijk vinden aan de hand van pornocategeorieën, maar wat ik interessant vind is dat sommige categorieën ook afkomsten zijn, zoals Ebony en Arabic.” Documentairemaker Kelly-Qian van Binsbergen in de documentaire
Iedereen heeft persoonlijke seksuele voorkeuren, zo stelt Kelly-Qian van Binsbergen. Zo zegt ze dat je een voorliefde kan hebben voor bruin haar, lange benen of een Spaans uiterlijk. Die voorkeuren kunnen echter snel omslaan in racisme wanneer je afkomst aan een bepaald gedrag koppelt, aldus Van Binsbergen. Dan heb je bijvoorbeeld een voorkeur voor Aziatische vrouwen, omwille van het vooroordeel dat zij onderdanig zouden zijn. Hoewel je raciale voorkeuren kan ervaren als een persoonlijke keuze, heeft het invloed op het dagelijkse leven van mensen die binnen deze categorieën vallen. Onderzoek toont aan dat seksueel racisme zelden in vraag gesteld wordt, hoewel er een verband bestaat met bredere racistische stereotypen en attitudes. Dit kan gaan van het seksualiseren op basis van huidskleur, tot het afwijzen van mensen omwille van hun etniciteit.
In de documentaire Sexotisch gaat Kelly-Qian van Binsbergen op zoek naar de heersende raciale (en) genderstereotypen in de datingwereld. Na haar vorige documentaire De Afhaalchinees over het falen van het Nederlandse adoptiesysteem, vertrekt ze opnieuw vanuit haar eigen ervaringen als Chinese vrouw in Nederland. Als baby werd ze geadopteerd uit China en groeide ze op in West-Zeeuws Vlaanderen, waar ze boven een seksshop woonde. Ze komt dus al op jonge leeftijd in contact met raciale fetishes in de seksshop van haar ouders, en ook op dating- en pornosites merkt ze dat mensen filteren op etniciteit. Haar ervaring als sekstelefoniste in haar studententijd doet haar stilstaan bij de racistische pornocategorieën waartoe ze zelf behoort. Daarom gaat ze op zoek naar de oorsprong van (on)bewuste seksuele voorkeuren.
Met haar documentaire wil ze mensen wijzen op de wortels van schijnbaar persoonlijke keuzes in hun liefdesleven. De raciale vooroordelen rond seksualiteit belichten onderliggende machtsstructuren die al eeuwenlang gereproduceerd worden. Daarom confronteert ze mensen met veronderstellingen die ze hebben bij bepaalde afkomsten: “Wat zie je eerst bij een vrouw? D’r afkomst of de vrouw zelf?”. Ze spreekt met mensen van verschillende achtergronden over hun datingervaringen en interviewt experts op vlak van geschiedenis, psychologie en gynaecologie. In totaal onderzoekt ze drie veelvoorkomende pornocategorieën: Asian, Ebony en Arab.
Als Chinese vrouw in Nederland ervaart Van Binsbergen de seksuele stereotypen over Aziatische vrouwen. Ze speelt bijvoorbeeld bewust in op mannelijke fantasieën door als telefonische sekswerker een hoog stemmetje te gebruiken. Ze is lang niet de enige die deze stereotypen ervaart en naar haar hand zet. Zo getuigt Sayu, zelf Aziatisch, dat ze zich comfortabeler voelt bij Aziatische partners, omdat anderen misbruik maken van de veronderstelling dat ze onderdanig zou zijn.
Volgens psycholoog Steven Vreden worden Aziatische vrouwen gezien als onderdanig, maar ook manipulatief en hyperseksueel. Aziatische mannen worden daarentegen vaak gezien als niet-mannelijk, waardoor partners hen eigenschappen toekennen die patriarchaal als vrouwelijk worden gezien, zoals passiviteit en zwakte. Dit beeld beïnvloedt niet alleen de liefdeslevens van Aziatische mensen, maar wordt ook gereproduceerd en uitgebuit in pornografie. In 2024 behoorden Japanese en Asian tot de top tien populairste zoektermen op de pornowebsite Pornhub. Toegepaste psycholoog Kai Jones vertelt hierover dat “porno een weerspiegeling van de maatschappij [is]”. Adam Green, socioloog, argumenteert dat seksualiteit op collectief niveau bepaald wordt door structuren in de maatschappij, zoals de media. Het reproduceren van seksuele, raciale stereotypen versterkt dus individuele voorkeuren.
Om te begrijpen waar deze vooroordelen vandaan komen, onderzoekt Van Binsbergen het koloniale verleden. De Nederlandse kolonisatie van Zuidoost-Azië ging niet alleen gepaard met het verschepen van specerijen in de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC), maar ook met mensenhandel. Aziatische vrouwen werden als dienstmeiden naar Europa overgebracht en vaak seksueel uitgebuit. Dit versterkte bij Europeanen het idee van de “exotische”, verleidelijke Aziatische vrouw. Aziatische mannen daarentegen, zo vertelt pornohistoricus Bert Sliggers, werden door kolonisatoren afgebeeld als emotioneel, vrouwelijk en lui. Ze gebruikten de zogenaamde passiviteit van Aziatische mannen om koloniale uitbuiting te legitimeren; zogezegde achterstallige gebieden moesten naar Europese normen “beschaafd” worden en hier waren de “zwakke” Aziatische mannen niet toe in staat. Zo rechtvaardigden ze de exploitatie van het “onbeschaafde” volk dat ze koloniseerden. Het stereotype van passieve Aziatische mannen en onderdanige Aziatische vrouwen is een overblijfsel van dit koloniale discours.
“De vraag is of vrouwen in de club op jou vallen als persoon of op jou vallen als exotisch uitstapje.”, zo getuigt Quinten. Als zwarte man heeft hij succes op de datingmarkt, maar dat ligt volgens hem niet aan zijn wiskundige talent. Er ligt een grote druk op zwarte mannen om goed te presteren in bed en bovendien leeft de verwachting dat ze groot geschapen zijn. Dit maakt hen een (on)bewust doelwit voor fetisjisme. Ook zwarte vrouwen worden doorgaans beschreven als een “avontuurtje” met een “exotisch” uiterlijk. In de aflevering Ebony spreekt Van Binsbergen met BDSM-meesteressen Coco en Akimi over hoe zij deze vooroordelen benutten. Ze vertellen hoe ze hun kost verdienen met raciale fetishes van mannen, wat Coco als zwarte vrouw wel een ego boost geeft. Toch moedigt Coco haar cliënten ook aan om zich in te lezen over discriminatie van zwarte vrouwen.
“Racisme en fetisjisme zijn natuurlijk aan elkaar verbonden, want het heeft allemaal te maken met iemand niet als persoon zien maar als een object om te gebruiken.” Coco, zwarte BDSM-meesteres in de documentaire
Net zoals bij Aziatische stereotypen hangt dit beeld over zwarte vrouwen volgens Van Binsbergen samen met het koloniale verleden. Het ontmenselijken van tot slaaf gemaakte mensen legitimeerde uitbuiting tijdens de kolonisatie van Afrika. Bert Sliggers toont Vlaamse romans over Congo, waarin Afrikaanse mannen worden afgebeeld als gewelddadige beesten. Daarnaast heerste bij witte mannen een angst voor interraciale relaties. Ze lijken witte vrouwen te willen “beschermen” van de gewelddadige zwarte man, maar hierachter schuilt een wil om de patriarchale controle over ‘hun’ (lees: witte) vrouwen te behouden. Vandaag bestaat dit beeld nog steeds in onze samenleving, bijvoorbeeld in pornografie. Uit onderzoek blijkt dat zwarte mannen in pornografische scènes vaker agressief worden neergezet dan witte mannen. Ook in anti-migratiediscoursen worden racistische argumenten gebruikt, zoals dat niet-witte mannen sneller geneigd zouden zijn tot seksueel geweld en hierdoor een gevaar vormen voor de samenleving.
Naast de zogenaamd gewelddadige zwarte man, werd volgens Bert Sliggers ook het idee van “exotische” zwarte vrouwen al in de negentiende eeuw verspreid in Europa. Zwarte mensen werden tijdens Wereldtentoonstellingen op vernederende wijze tentoongesteld alsof het objecten waren om te pronken met de koloniale veroveringen van het land. Het was niet ongebruikelijk om vrouwen halfnaakt of in “primitieve” kostuums te etaleren voor een Europees publiek. Het verhaal van Saartjie Baartman getuigt over de mate waarin zwarte vrouwen geseksualiseerd en geëxploiteerd werden. Saartjie werd door een Britse arts van Zuid-Afrika overgebracht naar Europa en vanwege haar grote billen tentoongesteld voor een westers publiek. Tot na haar dood werd ze uitgebuit en vernederd in prenten en circussen als exotische attractie.
“Je wordt niet als persoon gezien, maar als een object dat gebruikt en vervolgens afgedankt wordt. Ons slavernijverleden is inderdaad verleden tijd, maar de verhalen die ik nu hoor, laten zien dat de gevolgen hiervan nog steeds aanwezig zijn.” Documentairemaker Kelly-Qian van Binsbergen in de documentaire
De laatste categorie in Van Binsbergens analyse is Arab, of MENA-mensen (Middle-Eastern, North-African). Bij mensen uit de MENA-regio wordt hun etniciteit vaker gekoppeld aan religie, wat zich ook uit in seksuele stereotypen. In de derde aflevering getuigt Adbelhak: “9/11 is voor mij wel een bewust keerpunt geweest, ik merkte dat ik persoonlijk anders werd bekeken.” Hij beschrijft een fenomeen dat veel Arabische mannen meemaken, waarbij hun afkomst en mannelijkheid gelinkt worden aan terrorisme en geweld. Ook drag queen Indie Nile merkt dat Arabische mannen worden gezien als ruige bad boys en gewelddadige, dominante figuren. Wat Van Binsbergen bovendien opvalt, is dat het een meer vrouwonvriendelijke connotatie heeft dan bij zwarte mannen. Opnieuw keert dit beeld ook terug in pornografie en politieke discoursen over het “gevaar” van migratie.
“Mannen in het algemeen worden dat soort handelingen toegeschreven, namelijk het vechten, boos zijn, agressie. Maar vooral mannen die eruitzien zoals ik, wordt dat kwalijk genomen. Als je het alleen bij die jongens kwalijk neemt dat ze zich zo opstellen en het essentialiseert en zegt: ‘jij bent zo ómdat je allochtoon bent, zwart bent of bruin bent’, dat kan niet. Dat is kwalijk. Dan ontneem je mensen een reikwijdte van emoties en uitingen die wij niet mogen voelen en voor gestraft worden, terwijl andere mannen dat veel milder mogen uiten.” Getuigenis van Abdelhak in de documentaire
De seksuele vooroordelen die mensen hebben bij Arabische vrouwen is sterk gelinkt aan dit beeld van gewelddadige mannelijkheid. De westerse verbeelding ziet Arabische vrouwen als onderdrukte figuren die bevrijd moeten worden. Pornografie versterkt dit beeld door de hijab in te zetten als machtssymbool. Khaddouj vertelt in de documentaire dat ze wordt gezien als een forbidden fruit, een mysterieuze en ontoegankelijke figuur. Deze retoriek werd al verspreid in de achttiende eeuw, toen boeken zoals Duizend-en-een-nacht verhalen van harems de wereld in stuurden. Bert Sliggers toont in de aflevering prentkaarten van Noord-Afrikaanse vrouwen die betaald werden om halfnaakt te poseren. Zo verkochten witte antropologen een onrealistisch en geseksualiseerd beeld van de MENA-vrouw aan een westers publiek.
Met de documentaire wil Kelly-Qian van Binsbergen geen schaamte koppelen aan seksuele voorkeuren, maar mensen laten nadenken over waar die voorkeuren vandaan komen. Het categoriseren op basis van gender en ras is geworteld in eeuwenlange koloniale onderdrukking en raciale hiërarchisering. Reflecteren over seksueel racisme opent de conversatie voor andere vormen van ongelijke machtsstructuren in het intieme leven. Afsluiten doet Van Binsbergen met een knipoog: “Laat je volgende aftrekbeurt een moment van bezinning zijn, want discrimineren tijdens het masturberen kun je afleren.”