RoSa vzw scant dagelijks het Belgische en internationale nieuws op relevante berichtgeving rond gender en feminisme. In deze wekelijkse nieuwsbrief gaan we dieper in op één veelbesproken thema uit de actualiteit. Deze week plaatsen we Gender in de Pers in het teken van genderbewust design en vooral het ontbreken eraan.
Gepubliceerd op 05/04/2019
Vorige week ontstond er ophef nadat het Amerikaanse ruimtevaartcentrum National Aeronautics and Space Administration (NASA) zich genoodzaakt zag de eerste volledig vrouwelijke ruimtewandeling te annuleren omdat er ‘niet genoeg geschikte ruimtepakken ter beschikking waren’ om alleen vrouwen op missie te sturen. Het nieuws ging niet alleen viraal, het bracht ook andere gelijkaardige situaties onder de aandacht die aantonen dat werkkledij, apparaten en gebruiksvoorwerpen maar al te vaak ontworpen zijn op mannenmaat. RoSa pikt er in deze nieuwsbief een aantal uit.
Even contextualiseren voor degenen die uit de lucht komen vallen: begin maart werd er met groot vertoon in diverse media verkondigd dat NASA aan het einde van de maand voor het eerst een volledig vrouwelijke ruimtewandeling zou uitvoeren vanuit het ruimtestation ISS. De Amerikaanse astronauten Anne McClain en Christina Koch waren de gelukkigen die de onderneming op zich zouden nemen op 29 maart 2019. Een paar dagen voor de geplande missie volgde echter een persbericht waarin werd meegedeeld dat Anne McClain haar plaats moest afstaan aan haar mannelijke collega Nick Hague omdat ‘er slechts één medium ruimtepak beschikbaar was en in gereedheid kon worden gebracht tegen de vertrekdatum’.
Volgens het Britse BBC News zou er wel degelijk een tweede pak beschikbaar zijn, alleen was dat op het moment van het gebeuren nog niet geschikt voor een ruimtewandeling: “To get the other ready would have taken hours and Nasa decided it would be easier and safer to change the astronauts”. Op zich geen onlogisch argument bij een dure aangelegenheid zoals de ruimtevaart, maar het is toch een beetje zuur aangezien de missie in kwestie met zoveel bombarie (“eerste vrouwelijke ruimtewandeling, mét begeleiding vanop aarde door een derde vrouw”) werd aangekondigd.
Bovendien kunnen we ons afvragen of een dergelijke gerenommeerde organisatie niet ruim op voorhand bij dit soort praktische obstakels stil moet staan. Naast gebrek aan voldoende geschikt materiaal, was er onvoldoende geanticipeerd op de nood aan geschikt materiaal voor meer dan één vrouw. Dat zou nooit het het geval geweest zijn mochten twee mannen de missie ondernemen.
De ruimtevaart kan nog steeds omschreven worden als een ‘mannenbastion’. Het gevolg is dat kledij voor astronauten tot vandaag ontwikkeld wordt voor mannen, waardoor er te weinig geschikte ruimtepakken voor handen zijn om een geheel vrouwelijk team de ruimte in te sturen. Natuurlijk was hier meer aan de hand, maar het speelde wel mee.
Initieel hadden alleen mannen toegang tot het beroep ruimtevaarder. Toen vrouwen dat glazen plafond begonnen te doorbreken, volgde al snel de alom bekende redenering: ‘een vrouw is eigenlijk gewoon een kleine man, niet?’
Verschillen in lichaamsbouw tussen mannen en vrouwen werden - en worden - op die manier niet in overweging genomen, wat ertoe leidt dat vrouwen veel vaker problemen ervaren met hun uniform en uitrusting.
Dit voorval legt een ouder, aanslepend debat opnieuw open: heel veel materiaal is ontworpen met ‘de gemiddelde man’ als maatstaf. Of zoals journalist Marjolein van Trigt het in de Nederlandse krant De Volkskrant poneert: “ontwerpers en onderzoekers gaan vaak uit van mannen als ze mensen bedoelen”. Design en productontwikkeling zijn een onmisbaar onderdeel van ons dagelijks leven en onze omgeving. Toch wordt er nog te vaak geen rekening gehouden met geslacht en de effecten ervan op de gebruikservaring tijdens het maken van een ontwerp.
In de pers werd er bijvoorbeeld gesproken over smartphones en auto’s, maar ook broekzakken van jeans en spiegels of toiletten in openbare wc’s zijn vaak niet op vrouwelijke leest geschoeid (cf. infra).
Ruimtepakken lijken een ver-van-mijn-bed-show voor de meesten van ons, maar in se gaat het om onaangepaste werkkledij die de kansen, veiligheid en het comfort van vrouwen in bepaalde (stereotiep mannelijke) sectoren ook anno 2019 nog altijd beknot.
Denk aan te grote veiligheidsuitrusting, zoals brillen en helmen voor bouwvakkers en ingenieurs, kogelvrije vesten voor politieagenten en bewakers die geen ruimte laten voor borsten (en vaak dus een stuk van de buik bloot laten), laarzen en tenues voor brandweerlui en militairen die niet helemaal juist zitten… Uniformen in deze sectoren zijn vaker niet dan wel aangepast aan de bouw van vrouwen en vormen dan ook geregeld een probleem. In die mate zelfs dat vrouwen soms precies omwille van die beperkingen hun job niet ten volle kunnen uitvoeren , extra gevaar lopen of niet geschikt geacht worden voor de job.
In een onderzoek van de International Association of Women in Fire & Emergency Services gaf 80% van de ondervraagden aan dat ze een slecht passende uitrusting als een probleem ervaren op hun afdeling. Medisch personeel getuigt dan weer over te groot schoeisel en te loszittende laboratorium- en doktersjassen. Heel wat vrouwen kaarten dergelijke problemen aan bij hun oversten, maar vaak is creatief zijn een eenvoudigere en snellere oplossing, zonder teveel ‘gedoe’. Handschoenen te groot? Niks waar een stuk duct tape niet bij kan helpen.
De ene keer ervaren vrouwen nadelen omdat ze voor mannen ontworpen werkkledij moeten dragen die niet helemaal goed zit. In andere situaties botsen vrouwen dan weer op hindernissen omdat ze specifieke kledingrichtlijnen voor vrouwen meekrijgen. Ook in de sport zien we dat debat terug.
Denk maar aan de tenniswereld, waar de kwestie rond de toegelaten outfits van vrouwen de afgelopen jaren meermaals op tafel lag. Vorig jaar pas leek de vraag waarom vrouwen nog steeds verplicht worden om in een rok te tennissen ernstig te worden genomen. Dit nadat tennisicoon Serena Williams, deels om medische redenen, in een catsuit het veld betrad op Roland Garros. De organisatie van het toernooi laste na afloop een verbod in op dergelijke kledij in aankomende edities, met als argument ‘de kledingvoorschriften te respecteren’. Reactie uit een stuk hierover in het Amerikaanse omroep CNN: “How about respecting a woman's discretion to wear what she wants for a sporting match?”.
Ook naast het sportterrein kan (te) specifieke kledij voor vrouwen problemen opleveren. Als er voor bepaalde beroepen al geïnvesteerd wordt in aangepaste kledij voor vrouwen, dan worden vrouwen zelf vaak nog te weinig bij het ontwerpproces betrokken. Dit levert niet alleen vaak duurdere (want custom made) kledingstukken op, maar ook problemen zoals te kleine zakken of zakken op een onhandige plaats.
(Onbedoeld) seksisme in ontwerp komt terug in de vreemdste aspecten van ons leven. Ooit al nagedacht over wat seksisme met je broekzakken te maken heeft? Veel kans van niet, maar het is toch iets om bij stil te staan.
Broekzakken bij broeken ontworpen voor vrouwen zijn vaak veel kleiner (tot 60% minder diep en tot 6.5% smaller volgens een recent onderzoek van het Amerikaanse visuele digitale magazine The Pudding) dan bij hun mannelijke tegenhanger. Dat heeft voornamelijk een historische reden. Sociale aanvaarding voor het dragen van broeken door vrouwen kent een vrij recent (19e-21ste eeuw) en hobbelig (nog niet overal en door iedereen evenveel aanvaard) parcours. Toen de eerste broeken voor vrouwen werden ontworpen vond men blijkbaar dat vrouwen al genoeg rondingen hadden, een ‘bobbel in de broekzak hoefde daar niet meteen bij’. Gevolg: de zakken werden klein gehouden, en dat zien we bij het merendeel van de jeans ook nu nog terug. Zelfs de gemiddelde vrouwenhand past er niet in. Laat staan dat je er een groot uitgevallen smartphone en een bos sleutels in kwijt kan.
Slechts 40% van de onderzochte vrouwelijke jeansbroeken zou een standaard smartphone volledig kunnen herbergen.
Over smartphones gesproken: ook daar klinken er steeds meer stemmen die aangeven dat de gemiddelde smartphone ontworpen is voor mannen. Meer bepaald voor mannenhanden, die over het algemeen groter zijn dan de gemiddelde vrouwenhand. Dat laatste maakt het voor vrouwen moeilijker om (met één hand) op hun scherm te typen. Maar het gaat verder dan dat.
Op een iPhone kun je via een gezondheidsapp je medische gegevens invullen en je activiteiten, voeding, mindfulness en slaap registreren. Volgens onderzoek van de Britse journalist Criado Perez is ook in (de berekeningen van) deze app de man als norm gebruikt. Zo zit er geen optie in die de menstruatiecyclus bijhoudt. Redelijk belangrijk nochtans als je als vrouw wil weten hoe het met je gezondheid gesteld is.
Ook Siri, de virtuele assisent voor mobiele besturingssystemen van iOS, is duidelijk door mannen ontworpen, én met een man als gebruiker voor ogen.
De meeste technologieën die gebruik maken van stemherkenning (denk aan die navigatietoestellen en apps zoals Siri) zouden veel beter in staat zijn om mannenstemmen te herkennen. In de testfases van dergelijke toepassingen worden namelijk veel meer mannelijke stemopnames gebruikt. Om het met de woorden van van de Nederlandse journalist Marjolein Trigt te zeggen: “Verstaat uw navigatiesysteem u niet? Probeer het eens met een lagere stem”.
Een gelijkaardig probleem zien we als het gaat over het ontwerpen, bouwen en testen van auto’s. Neem bijvoorbeeld de cartestdummy die wordt gebruikt bij het testen van de veiligheid van voertuigen in zogenaamde botsproeven. Deze cartestdummy’s hebben de lengte, het gewicht en de bouw van een gemiddelde man. In een artikel in BBC News wordt verduidelijkt wat daarvan de gevolgen zijn:
"The US government did not adequately test the impact of a crash on a belt-restrained female dummy until 2012 … According to a 2011 University of Virginia Center for Applied Biomechanics study, that meant female drivers involved in crashes had a 47% greater chance of serious injury than their male counterparts, and a 71% higher chance of a moderate injury."
Volgens de Britse journalist Criado Perez zijn de ‘vrouwelijke car crash dummies’ nog steeds vaak simpelweg een kleinere variant van het mannelijke model. Ook de regelgeving van de EU schiet op dat vlak tekort. Van de vijf testen die worden opgelegd, geeft slechts één aan dat je de ‘vrouwelijke’ dummy moet gebruiken… voor de passagiersstoel.
Doordat bij het ontwerpen van auto’s de man als norm genomen wordt, zijn auto’s een pak minder veilig en minder goed voorzien voor vrouwelijke bestuurders.
Ook bij medisch onderzoek in de geneeskunde en de farmaceutische industrie worden medicatie, behandelingsplannen, … meestal getest op mannen en daarna pas aangepast of veralgemeend naar vrouwen toe. Meer hierover kan je lezen in onze Gender in de Pers-nieuwsbrief van 14 februari 2019 waar we dieper ingaan op dit specifieke probleem.
Voor de duidelijkheid: het gaat in de meeste gevallen niet om slechte wil. Zelfs bij recentere projecten is er voornamelijk sprake van een onbedoelde blinde vlek of het niet betrekken van een divers testpubliek en team van ontwerpers (vaak wegens een gebrek aan bekendheid met een vrouwelijk testpubliek en/of ontwerpers).
Veel kan dus in de toekomst al verholpen worden door na te gaan: wie gebruiken we als testpubliek? Zijn zowel mannen als vrouwen betrokken bij het proces van ontwerp en het nadenken over eventuele impliciete vooroordelen ten opzicht van het ene geslacht? En, welke mannen en vrouwen zijn betrokken? Hebben jonge 20-ers dezelfde noden als 60-plussers? Heeft een alleenstaande ouder dezelfde wensen als een voltijdse student? Via welke kanalen bereiken we ons testpubliek? Hoe overtuigen we mensen om deel te nemen? Ligt dat anders bij vrouwen dan bij mannen?
Heel vaak trekken vrouwen wat ontwerp en testfase betreft aan het kortste eind, maar dat is niet in alle situaties het geval. Denk aan het enkel voorzien van verschoningsruimtes voor baby’s in vrouwentoiletten. Waar kan een vader met zijn baby terecht? Ook deze vragen dienen te worden gesteld in de verschillende fases van planning en ontwerp: wie trekt aan het kortste eind, op welke vlakken en wat kunnen we aan het ontwerp aanpassen om deze obstakels weg te werken?
Naast het betrekken van vrouwen als testpersonen en ontwikkelaars of in stuurgroepen en reflectiemomenten van ontwerp, is het belangrijk een screening door te voeren van bestaand beleid en meer gegevens te verzamelen over potentiële vrouwelijke gebruikers en doelpublieken. Wat betreft gegevensverzameling zien we globaal gezien dat er – zeker op stereotiep erg mannelijke domeinen – nog weinig gegevens zijn over vrouwen: in welke mate maken ze ergens gebruik van? Wat zijn hun noden? Hun praktijken? Zoek het op. Ga het na. Bevraag je potentiële gebruikers. Betrek de doelgroep.
Bron hoofdafbeelding en banner: Axel Ruffini via Unsplash