hier komen promoties & acties

1974: Vrouwenhuizen in Vlaanderen

Vrouwenhuizen zijn een typisch fenomeen van de tweede feministische golf. Het feministisch engagement borrelt tijdens die periode op naast, en soms ondanks, de traditionele verzuilde vrouwenbeweging. Een alternatieve, autonome vrouwenbeweging treedt op de voorgrond. In de periode 1974 -1984 worden een twintigtal Vlaamse vrouwenhuizen opgericht.

Praatgroepen en vrouwenhulpverlening

vrouwenhuis leuvenvrouwenhuizenweekDe meeste vrouwenhuizen groeien voort uit praatgroepen. Er is op dat moment nood aan een plaats waar vrouwen elkaar kunnen ontmoeten, praten en  ervaringen uitwisselen zonder de inmenging van hun omgeving, gezin of echtgenoten. De vrouwenhuizen zijn in het begin dan ook echte getto's. Mannen zijn er onder geen beding toegelaten. Deze houding levert feministen tot op de dag van vandaag het etiket ‘mannenhaters' op. Maar in de context van de jaren 1970 is dit geen overbodige eis. Mannen en vrouwen staan in die tijd nog in heel andere verhoudingen tegenover elkaar. Vele eisen van toen lijken vandaag vanzelfsprekend, maar begin jaren '70 gelden ze nog als revolutionair en vaak ook choquerend. De ideeën over vrouwenemancipatie staan dan nog in hun kinderschoenen en enkel in afwezigheid van mannen voelen vrouwen zich vrij genoeg om hierover vrijuit na te denken en te discussiëren.

Gegroeid uit de praatgroepen, zijn de vrouwenhuizen pioniers in vrouwenhulpverlening. Ze verzetten zich tegen de traditionele hulpverlening die bevoogdend en individualiserend werkt en zetten zelfhulp centraal. Met de welgekende slogan ‘Het persoonlijke is politiek' maken deze vrouwen duidelijk dat individuele problemen van vrouwen vaak een gevolg zijn van de manier waarop onze samenleving georganiseerd is. Elementen die later door de traditionele hulpverlening worden overgenomen.

Voor en door vrouwen

dag van de vrouwenhuizenDe vrouwenhuizen vormen een uniek onderdeel van de Vlaamse vrouwenbeweging tijdens de tweede feministische golf. Ze vormden geen politieke beweging, hun ambities lagen op het microniveau. Zij wilden vrouwen samenbrengen, helpen, informeren en vormen. De vrouwenhuizen creëerden voor heel wat vrouwen nieuwe mogelijkheden en fungeerden als oefenterrein. Het werden ontmoetingsplaatsen waar vrouwen hun feministische bagage opdeden.

Hoewel de reële reikwijdte van de vrouwenhuizen vrij klein was (per huis werd op jaarbasis gemiddeld een honderdtal vrouwen bereikt), speelden de vrouwenhuizen een niet onbelangrijke rol in de emancipatie van de Vlaamse vrouwen. Vrouwenhuisbezoeksters droegen de opgedane indrukken en ideeën mee naar hun omgeving en de maatschappij en speelden zo hun bescheiden rol in het teweegbrengen van een mentaliteitswijziging.

De vrouwenhuizen hadden een zeer losse organisatiestructuur. Ze dreven op het engagement van vrijwilligers. De meesten maakten er een punt van autonoom en pluralistisch te blijven en beslissingen werden genomen via basisdemocratische principes. De  vrouwenhuizen situeerden zich in de regel in de linkse, maatschappijkritische hoek en hielden er in hun beginperiode vaak een radicaal-feministische of socialistisch-feministisch gedachtengoed op na. Al deze factoren maakten een langdurige werking niet altijd evident. Tijdens de tweede helft van de jaren 1980 raakten veel vrouwenhuizen in een crisis en verdwenen. Vandaag zijn er nog slechts vier vrouwenhuizen actief: in Roeselare, Sint-Niklaas, Genk en Hasselt.

Illustraties:

affiche Vrouwenhuizenweek 1978, RoSa-bibliotheek: OI/367
affiche Vrouwenhuis Leuven 1979, RoSa-bibliotheek: OI/216
advertentie vrouwenhuizendag uit ‘t stoet wuvetje, april 1982

Aanraders uit de RoSa-bibliotheek