hier komen promoties & acties

Joke Smit

journalist en activist die in 1967 het legendarische artikel 'Het onbehagen van de vrouw' schrijft

"Mannen hebben het heerlijk, vrouwen hebben het rot." Met deze legendarische zin opent Joke Smit vijftig jaar geleden haar artikel 'Het onbehagen bij de vrouw'. Het artikel is het startsein voor de Tweede Feministische Golf in de Lage Landen. Smit pleit voor het doorbreken van genderstereotypering, gelijke verdeling van het huishouden, recht op abortus, de kortere werkweek en een gelijk loon voor man en vrouw.

Emancipatie en maatschappelijke integratie geven vrouwen dus de mogelijkheid ten langen leste de condition féminine te verlaten. Joke Smit, Het onbehagen bij de vrouw, 1967
Wiki Commons Joke Smit

Het onbehagen bij de vrouw

Het maatschappijkritische blad De Gids presenteert in november 1967 een themanummer over het onderwerp 'onbehagen'. Een van de 38 artikels is van de hand van een zekere Joke Smit en draagt de titel 'Het onbehagen bij de vrouw'. De impact van dit artikel is ongezien. Uitgaande van haar eigen gevoel, schetst Smit op een heldere manier de situatie van de vrouw op het einde van de jaren 1960. Waar andere medewerkers hun bezorgdheid uitdrukken over de evolutie van de techniek, oorlogen of politieke situaties, spreekt Joke Smit over haar eigen gevoelens van onbehagen, over haar misnoegdheid over haar persoonlijke situatie en de situatie van de vrouw.


Bron foto: Rob C. Croes / Anefo / CC BY-SA

Honderden, duizenden vrouwen lezen onmiddellijk daarna en nog vele jaren later, het artikel, velen van hen op aanraden van andere vrouwen. Allemaal herkennen ze zich in Joke Smits concrete ervaringen. Het artikel lokt dan ook erg veel reacties uit van vrouwen die voelen dat Smit schrijft over datgene wat zij al jaren ondervinden, maar niet onder woorden kunnen brengen: de last van het moederschap, de afstompende uitzichtloosheid van de situatie als gehuwde vrouw, het feit dat buitenshuis werkende vrouwen scheef worden bekeken,...

Het belang van het artikel kan moeilijk onderschat worden: achteraf bekeken vormt het de aanzet van een nieuwe emancipatiegolf in Nederland. Het vormt bovendien een breuk met het verleden: in tegenstelling tot feministen van voorgaande generaties, gaat Joke Smit uit van een concrete situatie én verwoordt ze concrete maatregelen. Smit pleit voor het doorbreken van de genderstereotypering, gelijke verdeling van het huishouden, recht op abortus, de kortere werkweek en een gelijk loon voor man en vrouw.

Ik kan alleen maar hopen dat sommige vrouwen mijn onbehagen delen en dat een grotere groep het op den duur zal gaan delen. Joke Smit, Het onbehagen bij de vrouw, 1967

Joke de huisvrouw of Joke de werkende moeder?

Johanna Elisabeth Smit (1933, Utrecht) is het oudste kind uit een gezin van zes kinderen. Zowel moeder als vader Smit zijn erg maatschappelijk betrokken en actief lid van verschillende verenigingen. Reeds op jonge leeftijd komt Joke Smit in aanraking met het feministische ideeëngoed, onder meer door haar moeder die als voorzitter van de Vrouwenunie van Nederlandse Christen Geheelonthouders Verenigingen ook deel uitmaakt van de Nederlandse Vrouwenraad. Later, als student van het Christelijk Gymnasium in Utrecht, leest ze werken van o.a. Simone de Beauvoiren Jean-Paul Sartre.

In 1951 begint Joke Smit aan een studie Franse Taal- en Letterkunde. In die tijd geen voor de hand liggende keuze voor meisjes: voor velen van hen stopt de schooltijd na het laatste examen van de huishoudschool. Ze begint in Utrecht maar verkast later naar de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam waar ze in 1955 slaagt in het kandidaatsexamen. Met haar diploma op zak gaat ze aan de slag als lerares Frans in het middelbaar onderwijs. Drie jaar later slaagt ze voor haar doctoraalexamen. In de daaropvolgende jaren werkt Joke Smit als recensent van Franse en Nederlandse literatuur, onder meer als correspondent in Parijs voor Het Parool en NRC. Later wordt ze redacteur (1961-1967) en redactiesecretaris (1963-1966) van het literaire tijdschrift Tirade. In 1967 gaat ze aan de slag als wetenschappelijk hoofdmedewerker bij het Instituut voor Vertaalkunde van de Universiteit Amsterdam, een functie die ze blijft uitoefenen tot aan haar vroege dood

Als werkende moeder van ondertussen twee kinderen ervaart Joke Smit aan den lijve de problemen waarmee duizenden vrouwen in die tijd geconfronteerd worden. Ze ondervindt hoe slecht de voorzieningen voor werkende vrouwen met kinderen zijn, hoe negatief er gereageerd wordt op werkende moeders en hoe vanzelfsprekend het hoe vanzelfsprekend het is dat mannen voor een carrière gaan en vrouwen thuis blijven voor de kinderen. In 1966 laat ze zich met een kritische lezing over de restrictieve abortuswetgeving voor het eerst openbaar uit over een feministisch thema. Een jaar later volgt "Het onbehagen van de vrouw" in het tijdschrift De Gids.

Alles is erop gericht bij vrouwen de indruk te doen postvatten dat niet hun eigen initiatief bepalend is voor hun leven. Hun eerste collectieve kennismaking met het toeval was het huwelijk, de tweede komt als zij moeder worden. Joke Smit, Het onbehagen bij de vrouw, 1967
Joke Smit Er Is Een Land Waar Vrouwen Willen Wonen

Feminisme in het beleid doorduwen

Joke Smit is overtuigd van het nut van beleidsbeïnvloeding. Vrouwen moeten zich volgens haar actief engageren in de maatschappij, alleen zo kan er wat veranderen. In 1970 voegt ze zelf de daad bij het woord door haar deelname aan de Amsterdamse gemeenteraad, als raadslid voor de sociaal-democratische PvdA. Als enige feministische raadslid is het haar bedoeling een aantal agendapunten van de organisatie Man-Vrouw-Maatschappij (MVM) te kunnen verwezenlijken. MVM (1968) is een feministische actiegroep die Smit samen met de Nederlandse socioloog, politica en activist Hedy d'Ancona heeft opgericht. Al gauw wordt duidelijk dat de tijd er nog niet rijp voor is. Bovendien kan ze haar politiek engagement niet combineren met haar feministische bezigheden en in 1971 stapt ze uit de Amsterdamse gemeenteraad. Smit blijft wel actief binnen de PvdA, onder andere als redacteur van het partijblad Socialisme en Democratie.

Ondanks haar negatieve ervaringen met de Amsterdamse gemeenteraad, blijft Joke Smit een beleidsgerichte figuur. Ze is bijzonder pragmatisch en wil dingen veranderen. Smit schuwt daarbij de samenwerking met mannen niet: van bij het prille begin zijn er mannen betrokken bij de werking van MVM, onder wie haar eigen echtgenoot Constant Kool. In een tijd dat het binnen de vrouwenbeweging bon ton is neer te kijken op traditionele vrouwenorganisaties en traditionele partijen, roept Joke Smit op tot samenwerking en overleg. 

'Den Uyl, het is tijd voor een emancipatiebeleid'

Haar feministische ideeën kan Joke Smit ook kwijt in allerlei commissies en organisaties waar ze aan meewerkt of deel van uitmaakt. Ook hier laat ze zich vooral kennen als theoreticus. Vanaf 1971 is ze lid van de Programmaraad Televisie van de NTS (NOS). Smit ontwikkelt een concept voor een feministisch programma, in 1975 uitgevoerd én uitgezonden onder de titel "Ot... en hoe zit het nu met Sien". Tussen 1974 en 1976 maakt ze deel uit van de Commissie Open School waar ze pleit voor goede scholingsmogelijkheden en vorming van vrouwen. Haar benoeming heeft ze voor een groot deel te danken aan haar nota "De moeder van Marie kan méér", gepubliceerd in 1973 voor de Commissie Vormings-en Ontwikkelingswerk voor Volwassenen. Eind jaren zeventig werkt ze rond deze onderwerpen in de Onderwijscommissie van de Sociaal Economische Raad.

Een belangrijke bijdrage levert Joke Smit aan de ontwikkeling van een eerste Nederlands emancipatiebeleid. In 1973, naar aanleiding van het vijfjarig bestaan van MVM, publiceren Joke Smit en Constant Kool een stuk met als titel "Den Uyl, het is tijd voor een emancipatiebeleid". Met de steun van MVM wordt het stuk aan het kabinet-Den Uyl bezorgd waar het gunstig wordt ontvangen. Hierop volgend wordt een Emancipatiekommissie in het leven geroepen waar ook Joke Smit deel van uitmaakt tot in 1981.

"Zusters, wees moedig, scherpzinnig, eendrachtig"

In september 1980 wordt duidelijk dat Joke Smit aan longkanker lijdt. Ze weigert zich echter zomaar over te geven aan haar ziekte. In het laatste jaar van haar leven schrijft ze nog veel, onder meer over de strategie van de vrouwenbeweging. In een interview met Hedy d'Ancona voor het maandblad Opzij, afgenomen in de zomer van 1981, blikt ze terug op 15 jaar feministische strijd. Ze houdt er een vurig pleidooi voor samenwerking van vrouwen uit verschillende politieke partijen. Het interview vormt de directe aanleiding voor het samenroepen van een kamerbreed vrouwenoverleg van vrouwen uit de Eerste en Tweede Kamer. Het regelmatige overleg tussen vrouwen over de partijgrenzen heen houdt stand tot in 1994.

Joke Smit overlijdt op 19 september 1981 op 48-jarige leeftijd. Op haar grafsteen staat "Feministe". Daaronder liet ze beitelen: "Zusters, wees moedig, scherpzinnig, eendrachtig". Na haar dood wordt ze het icoon van de vrouwenemancipatie in Nederland. Een aantal initiatieven en plaatsen zijn naar haar vernoemd. Lees meer over de Joke Smit-prijs.

Pas wanneer de overheid er systematisch naar toe werkt dat alle meisjes een goede basisvorming krijgen en een vak leren, pas wanneer het arbeidsbestel zo is omgevormd dat de grote massa van vrouwen en meisjes niet meer terechtkomt in het routinewerk, kunnen vrouwen mensen worden die meedenken over de koers die onze samenleving moet volgen." Joke Smit, Er is een land waar vrouwen willen wonen, 1984, p.198

Aanraders uit de RoSa-bibliotheek

Boeken

Artikels