hier komen promoties & acties

Aphra Behn

Brits spion en auteur van de eerste 'emancipatieroman'

"All women together ought to let flowers fall upon the tomb of Aphra Behn, ...for it was she who earned them the right to speak their minds"​ Virginia Woolf - A Room of One’s Own (1929)

Om bovenstaande quote te kunnen plaatsen moeten we terug naar het Engeland van de 17de eeuw, de tijd waarin Aphra Behn leeft. Een periode waarin ‘eerbare’ vrouwen worden verondersteld zich te onderwerpen aan hun echtgenoot of aan God en waarin van vrouwen vooral stilzwijgen wordt verwacht. Aphra Behn slaat zowat elke regel aan diggelen.

Een ongebonden leven

Aphra Behn (1640-1689) wordt geboren in Kent, Engeland. Afhankelijk van de bron die je erop naslaat is haar meisjesnaam Johnson of Amis. Tijdens haar jeugd leeft ze een tijd in Suriname - op dat moment nog een Engelse kolonie - waar haar vader aangesteld is als militair. In Suriname zou Behn een Afrikaanse slavenleider hebben ontmoet die haar jaren later inspiratie biedt voor haar bekende slavenroman Oroonoko (1688). 

In 1664 keert Behn terug naar Engeland, waar ze zich in Londen vestigt. Volgens sommige bronnen trouwt ze datzelfde jaar met ene 'Meneer Behn' die snel daarop sterft, volgens anderen is ze nooit getrouwd en neemt ze de aanspreektitel ‘Mrs.’ (en de naam Behn) aan om eigendomsredenen te kunnen claimen, én om zonder bemoeienissen haar eigen zin te kunnen doen. Feit is dat Aphra Behn een ongebonden leven leidt, in die tijd erg uitzonderlijk voor een jonge vrouw.

Spion

De vrijheid die Behn zichzelf toekent laat haar toe om op haar zesentwintigste een jaar lang als spion te werken voor Koning Charles II. De Tweede Engels-Nederlandse oorlog (1665-1667) is net uitgebroken en Behn, royalist als ze is, trekt naar Antwerpen om er informatie te ontfutselen over de oorlogsvloot en de militaire plannen van de Nederlanden. Haar schuilnaam is Astrea, de naam waaronder ze later ook een groot deel van haar werk zal publiceren. Behn brengt haar spionageopdracht tot een goed einde, maar de koning laat na haar te belonen en haar onkosten te betalen, zodat ze hopeloos in de schulden verzeilt. Ze belandt zelfs een tijd in een schuldengevangenis. Op haar 29ste wordt ze vrijgelaten nadat een onbekende weldoener haar schulden aflost.

Schrijven voor de kost

Na deze vernederende ervaring besluit Behn te schrijven om in haar levensonderhoud te voorzien. Via connecties komt ze in de theaterwereld terecht en begint ze komedies te schrijven. Onder het puritanisme van Oliver Cromwell zijn de theaters lange tijd gesloten, maar met de Restoration (het herstel) van de Engelse monarchie in 1660 worden deze heropend. De ‘Restoration Comedy’ wordt een genre op zich, met lossere zeden. Bovendien zijn voor het eerst ook vrouwelijke acteurs toegestaan. 

Behn’s favoriete thema is het gedwongen huwelijk en vrouwen die hieraan willen ontsnappen. Daarover gaat haar eerste theaterstuk, The forced marriage, opgevoerd in 1670 door de befaamde The Duke’s Company. Het stuk wordt razend populair. Zelfs zo populair dat Behn voortaan van haar pen kan leven. Ze zal later bekend staan als de eerste vrouw in de Engelse literatuurgeschiedenis die dit kon doen. Haar populairste stuk wordt The Rover (1677), een donkere komedie over prostitutie en verkrachting. In het stuk stelt Behn de kwetsbaarheid van vrouwen in haar tijd aan de kaak. The Rover wordt vandaag nog steeds opgevoerd.

Ook vrouwen hebben recht op genot

Hoe ouder ze wordt, hoe gedurfder Behn’s toneelstukken worden. Ze vindt dat ook vrouwen recht hebben op genot. Haar moppen zijn wel vaak even schuin als die van haar mannelijke collega’s maar in tegenstelling tot hen probeert ze het morele onderscheid te vervagen tussen ‘de maagd’ en ‘de hoer’. Ze krijgt daarom heel wat kritiek van haar mannelijke tijdgenoten, hoe populair haar stukken ook zijn. Volgens hen hoort een vrouw niet losbandig te leven en er al helemaal niet over te schrijven. In 1682 wordt Behn zelfs een tijdje opgesloten wegens de ‘ontucht’ in haar stuk Like Father, Like Son. Daarop begint Behn zich steeds meer bezig te houden met andere literaire vormen.

In 1684 verschijnt Behn’s eerste poëziebundel onder de titel Poems Upon Several Occasions. Datzelfde jaar publiceert ze ook haar eerste roman, Love Letters Between a Nobleman and His Sister. Beide worden op korte tijd meermaals herdrukt.

Oroonoko, de allereerste emancipatieroman?

In 1688, een jaar voor haar dood, schrijft Behn de roman die vandaag wordt beschouwd als een essentiële tekst in de literaire geschiedenis: Oroonoko, or the Royal Slave. Hierin vertelt Behn het tragische verhaal van een Afrikaanse slaaf die een slavenopstand leidt in Suriname en gebukt gaat onder een onmogelijke liefde. Oroonoko is wellicht het eerste Engelstalige antikoloniale verhaal met de “nobele wilde” als held. Volgens sommige auteurs ziet Behn gelijkenissen tussen de onderdrukte vrouw en de onderdrukte slaven in de koloniën. Sommigen spreken zelfs van de allereerste emancipatieroman.

Emancipatie van de vrouw

Aphra Behn schept vaak sterke, onafhankelijke personages, en geeft in haar werk ook meermaals uiting aan haar woede over de positie van vrouwen, vooral over hun gebrek aan keuzevrijheid. Zo schrijft ze in het kortverhaal The History of the Nun – The Fair Vow-Breaker (1688): 

“[…] I could wish, for the prevention of abundance of mischiefs and miseries, that nunneries and marriages were not enter'd into, 'till the maid, so destin'd, were of a mature age to make her own choice.” Aphra Behn - The History of the Nun – The Fair Vow-Breaker (1688)

Behn wil dat haar tijdgenoten haar even serieus nemen als haar mannelijke collega’s. In het voorwoord van haar toneelstuk The Lucky Chance (1686) stelt ze de vraag: 

‘‘All I ask, is for the privilege […] to tread in those successful paths my predecessors have long thrived in...If I must not, because of my sex, have this freedom, but that you will usurp all to yourselves, I [will] lay down my Quill and you shall hear no more of me.” Aphra Behn - The Lucky Chance (1686)

Nalatenschap

In het preutse Engeland van koningin Victoria raakt Aphra Behn’s literaire oeuvre op de achtergrond. Dat blijft lang zo, maar dankzij de vrouwenbeweging krijgt Behn vanaf het begin van de 20ste eeuw opnieuw de aandacht die ze verdient. De voorbije decennia is haar werk opnieuw uitgegeven en intens bestudeerd.

Behn krijgt steeds meer erkenning als één van de grondleggers van de moderne roman, met elementen van psychologisch realisme en een intieme vertelstem die een losse conversatie aangaat met de lezer. Haar roman Love Letters Between a Nobleman and His Sister (1684) wordt stilaan erkend als de eerste echte Engelstalige roman in briefvorm.

In totaal laat ‘the Incomparable Astrea’, zoals ze ook genoemd werd, achttien toneelstukken, vier romans, twee kortverhalen en een berg gedichten na. 

In haar laatste levensjaren lijdt Behn veel pijn door ontstekingsreuma. Toch blijft ze schrijven tot aan haar dood in 1689. Ze wordt slechts 49 jaar. Behn ligt begraven in Westminster Abbey, een hele eer voor een vrouw eind 17de eeuw.

Meer over Aphra Behn:

Aanraders uit de RoSa-bibliotheek