Gereputeerd Nederlands auteur
Feministen lieten Hella Haasse (1918-2011) in eerste instantie wat links liggen. Ze is braaf getrouwd, een toegewijd echtgenote en moeder. Auteur is zij pas in de avonduren. Op haar eigen manier zal ze aan de weg timmeren en stap voor stap een stevige reputatie in literaire kringen opbouwen. Na haar dood zal ze een monumentaal literair oeuvre nalaten.
“Ik vraag mij af of het voor een vrouw wel mogelijk is zich een plaats te verwerven in de annalen van de geschiedenis, anders dan door haar tijdgenoten te schokken. Opzienbarende, zelfs afwijkende gedragingen schijnen een vereiste te zijn voor een vrouw die wil dat men zich haar herinnert. Goede vrouwen uit de historie zijn naamloos, met andere woorden, die komen in de kronieken niet voor, tenzij zij heilig verklaard zijn.” Uit: Daal- en Bergse brieven (1976)
Hella S. Haasse wordt als Hélène Serafia Haasse in Batavia geboren als dochter van concertpianiste Katharina Diehm Winzenhöhler en Willem Hendrik Haasse, een ambtenaar in Nederlands-Indië. Met uitzondering van enkele korte of langere periodes in Nederland, zal Hella Haasse haar jeugdjaren in Nederlands-Indië doorbrengen.
Haasse groeit op als een eenzelvig kind in een gezin waar iedereen elkaar met respect en beleefdheid, maar ook een tikkeltje koel en afstandelijk, behandelt. Indië blijkt voor Haasse een wereld vol mysterie, los van maatschappij, rang, stand of politiek. In Zelfportret als legkaart (1954) omschrijft ze haar meisjesjaren als leven 'in een droomsfeer, die als een regenboog, een fonkelende ring van Saturnus gespannen stond buiten de werkelijkheid.'
In 1938 keert Haasse op twintigjarige leeftijd terug naar Nederland om te studeren. Door het uitbreken van WOII niet lang daarna zal het tot 1946 duren voor zij haar familie terug zal zien. De cultuurschok tussen Indië en Nederland blijkt groot, niet alleen door het contrast met Haasse’s ervaringen, maar ook - en vooral - door het uitbreken van de oorlog. Tijdens de oorlog worden Haasse's ouders geïnterneerd in een Japans strafkamp. Daarnaast wordt ze geconfronteerd met honger en armoede en moet ze voor het eerst politieke keuzes maken.
Teksten en creativiteit met taal blijken een broodnodige afleiding. Na een korte periode als actrice aan de slag te zijn gegaan, legt Haasse zich toe op haar eerste liefde: de literatuur.
Tijdens haar studentenjaren publiceert Haasse al enkele gedichten in tijdschriften. Een eerste dichtbundel, Stroomversnelling, verschijnt in 1945. In 1947 wordt haar eerste boek, De kleren maken de vrouw, gepubliceerd, een jeugdboek dat ze in opdracht schrijft. Haar officiële prozadebuut, Oeroeg verschijnt niet veel later, in 1948. Het boek wordt de winnende inzending voor het Boekenweekgeschenk van dat jaar.
Haasses' fictiewerk wordt goed onthaald en veel gelezen. De literaire kritiek merkt haar echter pas veel later op, na de publicatie van haar historische romans. Waarin zij, als enige in de Nederlandse literatuur, een nieuwe stijl hanteert. Het begint met Een gevaarlijke verhouding of Daal-en-Bergse brieven uit 1976. Hierin laat Haasse een bestaand fictief personage, Markiezin de Merteuil uit de brievenroman Les Laisions dangereuses van Laclos, brieven schrijven aan de twintigste eeuwse Hella Haasse. Deze experimentele vorm baant de weg voor haar latere historische romans.
Deze romans, waarvan Mevrouw Bentinck of Onverenigbaarheid der karakter (1978) één van de bekendste is, spelen met het grensgebied tussen literatuur en verslaggeving. In documentaire stijl worden historische bronnen naast elkaar gelegd, maar de leemtes worden opgevuld met de verbeeldingskracht van de auteur.
Naast romans en historische feitenromans, schrijft Haasse ook heel wat autobiografische essays. Zij blijft een veelgelezen auteur. Verschillende van haar romans worden vertaald. Haar werk wordt haar hele verdere leven (en ook daarna) goed onthaald.
In de loop der jaren ontvangt Haasse ook heel wat literaire prijzen, waaronder de Constantijn Huygensprijs (1981), de P.C. Hooft prijs (1984) en de Prijs de Nederlands Letteren (2004). In 1995 ontvangt Haasse, behalve de Annie Romein-prijs van het maandblad 'Opzij', de onderscheiding Officier - en later ook Commandeur - dans l'Ordre des Arts et des Lettres van het Franse Ministerie van Cultuur. Vervolgens wordt ze benoemd tot Officier dans l’Ordre de la légion d'honneur (2000).
Voor haar negentigste verjaardag wordt het Hella Haasse digitaal museum geopend. Het toont haar persoonlijk archief met jeugdfoto’s brieven, manuscripten, dagboekfragmenten, beeld- en geluidfragmenten.
Feministen lieten Haasse in eerste instantie wat links liggen. Ze is braaf getrouwd, een toegewijd echtgenote en moeder. Auteur is zij pas in de avonduren, als de kinderen in bed liggen. Het feminisme van de jaren '70 ziet eerder een rolmodel in de rebelse en experimenterende Anja Meulenbelt dan in de brave huismoeder Haasse. In tegenstelling tot wat feministen in die jaren prediken, lijkt Haasse het levend voorbeeld dat een druk gezinsleven de ontplooiing van een intelligente vrouw niet noodzakelijk in de weg hoeft te staan. "Ik denk dat feministen weerstand tegen mij voelen omdat ik mij niet expliciet uitspreek over hun kwesties", zegt Haasse in 1987 in Opzij.
Ook Haasse zelf heeft zich nooit als feministe geafficheerd en haar visie op het huwelijk en moederschap kan zeker voor haar feministische generatiegenoten niet revolutionair genoeg genoemd worden. In 1978 zegt zij hierover in Opzij:
"Je moet ook leren jezelf niet te zien als een entiteit, als iets autonooms, binnen een huwelijkssituatie is geen autonomie, je bent samen veranderd in iets anders. Je moet de situatie vanuit dit gezichtspunt zien, niet denken: ik moet dit, ik moet dat, ik kom tekort. 't Moet wederzijds gaan en dat is eindeloos passen en meten."
Over huishouden zegt ze een tijd later, in 1987, opnieuw in Opzij:
"Ik heb het nooit leuk gevonden om met stoffer en blik door het huis te scharrelen, natuurlijk zat ik liever rustig te werken, maar het is goed en heilzaam dat die klussen domweg moeten gebeuren, dat verschaft een gevoel van realiteit."
Feministen vandaag herkennen in Haasse, zowel in haar persoonlijk leven als in haar werk, wel een feministische inborst. Haasse is steeds haar eigen weg gegaan, als individu. Op haar eigen manier zal ze aan de weg timmeren en stap voor stap een stevige reputatie in literaire kringen opbouwen. Na haar dood zal ze een monumentaal literair oeuvre nalaten. Zij staat – in tegenstelling tot heel wat andere vrouwelijke auteurs – niet bekend als 'vrouwenschrijfster'. Toch speelt ook in Haases literatuuropvatting het vrouw-zijn een belangrijke rol:
"Het valt ook op dat het werk van vrouwelijke auteurs vaak blijk geeft van die gelaagdheid, plus dat er dikwijls sprake is van een zeer scherpe waarneming van details. Dat kan niet anders dan samenhangen met het feit dat in vrouwenlevens gezin, werk en persoonlijke banden gecombineerd moeten worden; iedere dag moet je al die draden weer ontwarren, de ordening daarvan is je taak." In: Opzij, januari 1987
In haar romans heeft Haasse opvallend veel sterke vrouwenportretten geschetst, o.a. van een aantal proto-feministen zoals Markiezin de Merteuil in Een gevaarlijke verhouding of mevrouw Bentinck in de Bentinck-romans. Beiden zijn opstandige vrouwen die niet binnen de grenzen blijven van hoe vrouwen in hun eeuw zich horen te gedragen. Haasse in Opzij, januari 1987:
"Ik heb niet in de eerste plaats over hen geschreven omdat ze gefrustreerd werden door hun omstandigheden, maar omdat het intelligente vrouwen waren en het mij boeide welke methodes zij ontwikkelen om zich staande te houden. En ik was er benieuwd naar hoe wij dat tweehonderd jaar later zouden vinden."
Op 29 september 2011 overlijdt Hella S. Haasse op 93-jarige leeftijd in haar woonplaats Amsterdam.