Franse militair en eerste vrouwelijke ridder in het Legioen van Eer
Geboren in een gezin van soldaten, trouwt Marie-Angélique Brulon met een Franse soldaat en vechten ze zij aan zij onder Napoleons bewind. Initieel vermomd als man, maar al gauw ontdekt als vrouw mocht Brulon in het leger blijven omwille van haar opmerkelijke militaire verdiensten tijdens de Franse Revolutie. In volle Tweede Republiek in 1851 ontvangt Brulon als eerste vrouw het kruis van het Legioen van Eer, de hoogste onderscheiding in Frankrijk.
Bron foto: Marion Brugeassou / CC BY-SA
Marie-Angélique Josèphe Duchemin wordt geboren in Bretagne op 20 januari 1772. Ze is de dochter en de zus van militairen in het 42ste regiment infanterie. In 1789 trouwt ze in Ajaccio op Corsica met korporaal André Brulon, waarna ze zijn achternaam overneemt. Zoals zovele vrouwen van militairen volgt ze het leger op campagne.
André Brulon verliest het leven tijdens een schermutseling tussen clans op Corsica. Marie-Angélique Brulon blijft achter met een dochtertje van twee en een boreling die kort nadien sterft. Rond die tijd overlijdt ook haar vader. Na die dramatische gebeurtenissen begint het gedrag van de weduwe haar omgeving te verontrusten. Sommigen denken dat ze haar verstand kwijt is, omdat ze zich in een legeruniform hijst.
In 1792 neemt generaal Casabianca de jonge weduwe op in het 42ste regiment infanterie. Aanvankelijk wordt haar aanwezigheid getolereerd, vervolgens aanvaard, en al snel wordt ze bevorderd dankzij haar leidinggevende kwaliteiten en haar durf. Brulon krijgt de rang van korporaal, daarna van kwartiermeester en later brengt ze het tot sergeant-majoor.
Tijdens het beleg van Calvi in augustus 1794 raakt weduwe Brulon, zoals ze haar gaan noemen, zwaar gewond. In november 1797 – ze is dan nog maar 25! – brengen haar erbarmelijk verzorgde verwondingen Brulon ertoe om een aanvraag tot opname in te dienen in het fameuze Hotel der Invaliden in Parijs. Uiteindelijk wordt ze pas toegelaten in 1802. Weduwe Brulon is de eerste vrouw met de rang van onderluitenant die er opgenomen wordt. Ze neemt in het Hotel der Invaliden verschillende taken op zich, zoals beheerder van het kledingmagazijn. Brulon zal er de rest van haar leven wonen.
Beroemd als ze is onder haar tijdgenoten ontvangt ze bezoek van belangrijke politici en militairen, maar ze weigert systematisch generaal Napoleon Bonaparte te ontmoeten, omdat ze hem verantwoordelijk acht voor de dood van haar echtgenoot en haar vader.
Hoewel Brulon's militaire loopbaan van korte duur is en deze zich uitsluitend op Corsica afspeelt, bestaan er voldoende documenten die haar waarde als strijder bevestigen, hetgeen haar internationale erkenning oplevert.
Marie-Angélique Brulon droomt luidop van de eer om geridderd te worden in het Legioen van Eer. Alle gouverneurs spannen zich in om de onderscheiding voor haar in de wacht te slepen. Tevergeefs. Lodewijk XVIII honoreert haar wel met de graad van onderluitenant-invalide en met de decoratie van de Lelie.
Het is pas op 15 augustus 1851 dat Louis-Napoléon Bonaparte, op dat moment president van de Tweede Republiek, de 79-jarige Marie-Angélique Brulon het Kruis van het Legioen van Eer toekent met de titel van ridder. Ze is de eerste vrouw die deze eer in ontvangst mag nemen. Als oorlogsveteraan in dienst bij het Franse leger tussen 1792 en 1815, ontvangt Brulon bovendien de medaille van Sint-Helena in 1857.
Brulon overlijdt, omringd door haar strijdkameraden, in Hotel der Invaliden op 13 juli 1859.