hier komen promoties & acties

Keiko Fukuda

Baanbrekende, Japans-Amerikaanse judoka - gekend als “de grote kleine vrouw van het judo” - die het hoogst gerangschikt staat ter wereld onder de vrouwen

Een vrouw in een mannenbastion, maar met de juiste man op de goede plek

Keiko Fukuda is een baanbrekende Japans-Amerikaanse judoka, geboren in Tokio, Japan op 12 april 1913. Het overlijden van haar vader wanneer Fukuda nog erg jong is, zal - met een vreemde twist van het lot - de deur naar een boeiend leven en indrukwekkende carrière als judoka openzetten. De enige reden waarom Fukuda namelijk aan de sport ‘mag’ deelnemen van haar familie is omdat ze hopen dat de jonge vrouw, in afwezigheid van haar vader, op de tatami een eervolle man zal leren kennen.

Bron foto: Gary StevensCC BY 2.0, via Wikimedia Commons

Fukuda begint met judo op haar 21ste. Het jaar is 1935 en The Kodokan Judo Institute (kortweg: Kodokan) heeft nog geen tien jaar daarvoor (1926) de eerste vrouwenafdeling geopend. Dat er überhaupt een eigen afdeling voor vrouwen is, wordt op dat moment als erg progressief gezien, naar Japanse normen maar zeker ook specifiek voor de sportdiscipline van de gevechtssporten wereldwijd. Judo heeft als vechtsport echter het voordeel dat het eerder techniek en balans vereist dan kracht, wat de deelname van vrouwen gemakkelijker maakt (al blijft de sociale weerstand ook in de judosport groot). Daarnaast wordt de in Tokio gevestigde Kodokan, de bakermat van de sport, gezien als het wereldwijde judo-hoofdkwartier. De beslissingen die daar genomen worden, kunnen op internationaal aanzien en gevolg rekenen. 

Oprichter van de Kodokan is niemand minder dan de grondlegger van het judo, de Japanner Jigoro Kano (1860-1938). Hij zal persoonlijk pleiten voor de toelating van vrouwen tot de sport. Voor Kano de judosport uitvindt, is hij een fervent beoefenaar van de Japanse zelfverdedigingskunst, jiujitsu. Het is Keiko Fukuda’s grootvader die als jiujitsu instructeur en mentor van Kano optreedt in die periode. Uit respect voor haar grootvader nodigt Kano haar 'als kleindochter van' uit in 1934 om deel uit te maken van de vrouwenafdeling van de Kodokan. Wanneer Keiko Fukuda een jaar later als judoka tot het instituut toetreedt, is ze één van slechts vierentwintig vrouwelijke judoka’s (ten opzichte van zo’n duizend mannen). 

Onder de vleugels van Kano, wordt Fukuda helemaal verliefd op de sport. Ze weigert deze op te geven om te settelen of te trouwen. Tot treurnis van de familie zal ze ook nooit een echtgenoot op de tatami vinden. 

Keiko Fukuda kiest er bewust voor om in alle vrijheid de sport te blijven uitoefenen en er een carrière in uit te bouwen.

Judo, die Fukuda als haar ware roeping omschrijft, zal Fukuda’s leven blijven domineren tot aan haar overlijden. Niettegenstaande haar uitzonderlijke toewijding aan de judosport, behaalt Keiko Fukuda haar diploma in Japanse Literatuur aan de private Showa Women’s University in Tokio. 

In 1937 treedt Keiko Fukuda voor het eerst op als instructeur binnen de Kodokan. Ze geeft er judoles aan andere vrouwen. In haar rol als instructeur zal Fukuda vooral gekend staan voor het gebruik van, en competentie in, Ju-no-kata, een specifieke manier om de fundamentele principes van het judo aan te leren. Ju-no-kata is één van de zeven officiële Kodokan kata, een formeel systeem van vooraf bepaalde oefeningen. 

Na het overlijden van Fukuda’s leermeester Kano (1938) verdwijnt de progressieve geest wat uit de Kodokan. De organisatiecultuur keert terug naar een meer traditionele - lees: seksistische - visie wat betreft de beoefening van de sport. De ruimte voor vrouwen om aan judo te doen, en te groeien binnen de Kodokan, wordt zo beperkt mogelijk gehouden. 

Er is sprake van wantrouwen ten aanzien van de vrouwelijke judoka’s en een soort van paternalistische tolerantie voor hun aanwezigheid. 

Moeilijke weg naar de hoogst gerangschikte vrouwelijke judoka ter wereld

Het is in die realiteit dat Fukuda zich volop op haar leven en carrière als judoka stort. Ondanks de weerstand ten aanzien van vrouwelijke beoefenaars weet ze zich op te werken in de sport tot ze in 1953 de vijfde graad in de zwarte gordel ontvangt, 5de dan. Het maakt van Keiko Fukuda de hoogst gerangschikte vrouwelijke judoka ter wereld, een eretitel die ze gedurende haar hele leven zal behouden. De weg naar de top van de judowereld blijft ook na die baanbrekende overwinning moeilijk voor vrouwen. Halverwege de jaren 1960 is Fukuda één van slechts vier vrouwen die 5de dan zijn en is ze samen met de Japanse judoka Masako Noritomi (1913–1982) de enige twee vrouwelijke instructeurs binnen het kader van de Kodokan

Begin jaren 1970 is Fukuda, ondanks vele verwezenlijkingen die een grotere graad onderschrijven, nog steeds ‘slechts’ 5de dan. Keiko Fukuda praktiseert nu eenmaal judo in een tijdperk waarin de Kodokan  - niet officieel, wel officieus  - een apart systeem voor vrouwen in stand houdt die hen ervan weerhoudt om erkenning te krijgen boven 5de dan terwijl mannen tot 9de, en zelfs - hoewel uitzonderlijk - tot 10de dan kunnen doorgroeien. 

Dit glazen plafond wordt pas doorbroken onder zware internationale druk en meer specifiek nadat er een petitie en pleidooi specifiek voor Keiko Fukuda wordt verspreidt in de internationale judowereld. Andere judoka’s vinden het niet langer kunnen dat Fukuda de eer niet krijgt die ze verdient. De acties kennen hun effect. Fukuda en haar collega-instructeur Masako Noritomi mogen zich in 1972 als eerste vrouwen ooit en met de zegen van de Kodokan 6de dan (rood-witte gordel) noemen. 

In de jaren die erop volgen klimt Fukuda op in de judowereld, zowel in haar moederland, haar adoptieland (de Verenigde Staten) alsook internationaal. In 1994 maakt de Kodokan van Fukuda de eerste vrouw die 8ste dan bereikt. 

In 2001 kent de United States Judo Federation (USJF) Fukuda, pas als derde judoka ooit en als eerste vrouw, 9de dan (rode gordel) toe, specifiek voor haar levenslange bijdrage aan de gevechtssporten.

Ook maakt de Kodokan Keiko Fukuda in 2006 een shihan (expert of meester instructeur) en kent ze haar 9de dan toe. Het is, tot op heden, de hoogste graad door de Kodokan toegekend aan een vrouw. 

In 2011 ontvangt Fukuda, op 98-jarige leeftijd en als eerste vrouw ooit, de internationaal erkende 10de dan van USA Judo. Een hele eer, want ook slechts een handvol mannen mogen zich die titel toe eigenen. Al snel volgt ook de USJF in deze erkenning. De Kodokan niet. Tot op heden is er geen enkele andere vrouwelijke judoka die de graad van 10de dan weet te bereiken[1].

[1] Het systeem van toekennen van graden binnen de judosport wordt per instituut bepaald en kan dus van instituut tot instituut wisselen. Soms volgen ze elkaar in een beslissing, andere keren niet. Waardoor Fukuda bijvoorbeeld 9e dan is voor USJF en de Kodokan, maar 10de dan voor USA Judo en USJF.

Voortrekker als het gaat om judokansen voor vrouwen 

Keiko Fukuda treedt in haar judocarrière voornamelijk naar voor als instructeur voor vrouwen. Voor hen opent ze op termijn ook een eigen dojo, een plaats om de sport te bestuderen en te beoefenen. Ze is bovendien instructeur in meerdere landen en pent ook twee autobiografische boeken neer over haar sport: het onafhankelijk gepubliceerde “Born for the Mat: A Kodokan Kata Textbook for Women” (1973) en “Ju No Kata: A Kodokan Judo Textbook” (2004).

In het jaar dat Fukuda 5de dan wordt (1953), reist ze voor het eerst naar de Verenigde Staten. De trip komt er op uitnodiging van een judoclub in Oakland, nabij San Francisco, Californië. Fukuda maakt de overzeese reis evenzeer als eerbetoon aan de laatste wens van haar leermeester, Kano. Hij roept zijn studenten eind jaren 1930 op om de waarden van de sport wereldwijd te verspreiden. Dit is Fukuda’s kans om die wens in vervulling te laten gaan. Halfweg de jaren 1950 keert Fukuda (tijdelijk) terug naar Japan. In de jaren die volgen maakt ze als judo-instructeur omzwervingen in Nieuw-Zeeland, de Filipijnen, Canada en Australië. 

In 1964 demonstreert Keiko Fukuda voor de sport (met de Ju-no-kata, uiteraard) op de Olympische Zomerspelen in Tokio. Judo staat er voor het eerst op de agenda. Helaas enkel voor de mannen. Vandaar dat Fukuda niet deelneemt, maar demonstreert. Het feit dat ze hiervoor gevraagd wordt, onderschrijft de status die Keiko Fukuda tegen dan heeft weten te verwezenlijken binnen de bredere judowereld. 

Even de context schetsen: de opname van judo voor mannen in 1964 is een toegift naar het organiserende land, Japan, omdat judo er geldt als nationale sport. Pas vanaf 1972 zal de sport onafgebroken op het programma van de Olympische Zomerspelen worden opgenomen. De vrouwen ‘mogen’ opnieuw demonstreren in 1988. Pas vier jaar later, op de Olympische Spelen in Barcelona, Spanje in 1992 (en dus bijna dertig jaar na de eerste deelname van mannen) wordt judo voor vrouwen opgenomen als vast onderdeel. 

In 1966 keert Fukuda terug naar de Verenigde Staten met een nieuwe kans om judo te onderrichten in de staat Californië. Na een aantal seminars gegeven te hebben, krijgt ze een permanente positie aangeboden als judo-instructeur op Mills College, een vrije hogeschool voor de kunsten in Oakland die enkel toegankelijk is voor vrouwen. Daar zal Keiko Fukuda lesgeven tot 1978. Ze geeft in diezelfde periode ook een tijd les bij de San Francisco Buddhist Church. Fukuda beslist daarop in San Francisco te blijven en zal er uiteindelijk haar tweede thuisbasis vestigen. In 1973 opent ze er haar eigen dojo, de Soko Joshi Judo Club, ook wel bekend als de San Francisco Women’s Judo Club. Fukuda zal daar meer dan veertig jaar als instructeur werken. In tussentijd neemt ze ook de Amerikaanse nationaliteit aan.

Fukuda groeit door de jaren in haar rol als een pleitbezorger voor vrouwelijke judoka’s.

Een jaar na het oprichten van haar eigen dojo voor vrouwen start ze met trainingskampen exclusief voor vrouwelijke judoka’s, de Keiko Fukuda Joshi Judo Camp. In 1998 komt daar een eigen kampioenschap bij, Fukuda Judo Kata Championships. Ondanks de opmars van vrouwelijke judoka’s blijft de sport tout court, en de dojo’s op zich gekend als mannenbastions, en daar wil Fukuda actief een tegengewicht voor bieden. 

Ook in de bredere judowereld wordt Fukuda’s expertise erkend. Posities die ze door de jaren heen voor diverse federaties en instanties opneemt zijn onder meer: technisch adviseur, lid van diverse besturen en comités, hoofdadviseur, hoofdinstructeur of jurylid voor organisaties zoals US Women's Judo, United States Judo Incorporated (USJI) en United States Judo Federation (USJF).

Erkenning

Vanuit diverse hoeken krijgt Fukuda appreciatie voor haar bijdrage aan de judosport, niet in het minst specifiek voor haar rol als pleitbezorger voor vrouwelijke judoka’s. 

In 1986 ontvangt Fukuda de National Women’s Martial Arts Federation Award of Excellence van de Amerikaanse National Women's Martial Arts Federation (NWMAF). 

De keizer van Japan kent Fukuda in 1990 de Order of the Sacred Treasure toe, een erkenning die initieel enkel mannen konden ontvangen, maar die later ook wordt opengesteld voor vrouwen. Keiko Fukuda krijgt deze eer voor haar toewijding aan de internationale verspreiding van Japans nationale sport. Datzelfde jaar volgt ook in de VS erkenning: de Henry Stone Lifetime Contribution to American Judo Award van de United States Judo Incorporated (USJI). 

1993 betekent Fukuda’s opname in USA Judo’s Hall of Fame. Tien jaar later, anno 2003, krijgt ze van GirlSource, een NGO uit San Fransisco die zich inzet voor kansarme jongeren, de Women of Achievement, Vision and Excellence Award. In 2009 wordt Fukuda toegevoegd aan de Black Belt Hall of Fame voor haar levenslange bijdrage aan de sport. 

Weg met die witte streep op de zwarte gordel

Fukuda overlijdt op 9 februari 2013, op 99-jarige leeftijd in de stad San Francisco, haar Amerikaanse thuis. Tot een paar weken voor haar dood doceert ze nog judo, ook wanneer Fukuda door de gevolgen van de ziekte van Parkinson een rolstoel begint te gebruiken. 

Met haar 1m50 en 45kg wordt Keiko Fukuda ook wel “de grote kleine vrouw van het judo” genoemd. 

Er is één belangrijke doorbraak in de gelijkheid tussen vrouwen en mannen in haar geliefde vechtsport die Fukuda niet meer zal meemaken. Het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke judoka’s wordt namelijk sinds de toetreding van die laatsten tot de sport in haar thuisland Japan in stand gehouden door een witte streept op de zwarte gordel van vrouwen (die distinctie wordt internationaal al eerder verbannen, maar dus niet in Japan). Pas in 2017, 91 jaar nadat de eerste vrouwen worden toegelaten op de tatami van de Kodokan en vier jaar na het overlijden van Fukuda, verdwijnt ook dit onderscheid binnen de Kodokan



Meer weten?