Belgische wielerheld en vergeten rolmodel
Willy Maurits De Bruyn (1914-1989), geboortenaam Elvira, is een vergeten pionier van het Belgische (vrouwen)wielrennen. Het hoogtepunt uit de carrière van De Bruyn is het winnen van het officieuze Wereldkampioenschap bij de vrouwen in 1934. De intersekse topatleet die eerst als vrouw geregistreerd staat en daarna ook officieel als man door het leven gaat, raakte helaas al snel in de vergetelheid van de Belgische sportgeschiedenis.
Willy Maurits Debruyn wordt in 1914 geboren als Elvira Debruyn in het Oost-Vlaamse Erembodegem, op de dag waarop het Duitse leger België binnenvalt. Hij groeit op als een wild en robuust meisje, en in het café van de ouders Debruyn wordt er al eens gediscussieerd over het geslacht van de wildebras. Op haar veertiende wordt Elvira, roepnaam Elvire, van school gehaald, zoals in die tijd gebruikelijk was. De Bruyn gaat aan het werk in een Brusselse sigarettenfabriek, en wat later in het sportcafé van diens ouders.
Bron foto: Persoonlijk archief Gunter Segers
Wanneer de vijftienjarige Elvira voor het eerst aan een wielerwedstrijd voor meisjes deelneemt, rijdt die de tegenstand op 7 minuten. De Bruyn’s moeder ziet haar dochter liever niet koersen. Koersende vrouwen werden in die tijd sowieso niet gepast, noch fatsoenlijk gevonden. Maar De Bruyn rijdt zo snel dat het behoorlijk wat prijzengeld en publiciteit voor het ouderlijke café oplevert, dus het fietsen wordt gedoogd.
Vrouwenwielrennen wordt in die jaren door journalisten omschreven als “een onwaardig en weerzinwekkend schouwspel”, maar het publiek houdt ervan. Het zijn de vrouwen die het publiek terug naar de vergeten wielerbanen lokken, met hun snelle en explosieve wedstrijden.
In 1932 schrijft De Bruyn zich in voor het seizoen dameswielrennen. Van de zeventien keer dat hij aan de start verschijnt, arriveert hij negen keer als eerste over de finish. Wanneer De Bruyn niet wint, eindigt hij steevast in de top vijf.
In 1934 neemt hij deel aan het Europees Kampioenschap Baanwielrennen (05/09/1934) in Blankenberge en aan het Wereldkampioenschap Baanwielrennen (16/09/1934) in Schaarbeek. Debruyn wordt Europees en (officieus) Wereldkampioen in minder dan 2 weken tijd. In Schaarbeek rijdt de kersverse kampioen gemiddeld 33 kilometer per uur over 90 kilometer. Hij wint deze keer niet met ruime voorsprong, maar in een sprint met acht. Een teken van zwakte? Welnee. De Bruyn voelt zich in die periode naar eigen zeggen “een volslagen man”, en wil de tegenstand bewust niet vernederen. “Ik had in dat wereldkampioenschap kunnen weglopen waar en zoals ik gewild had”, laat hij drie jaar later optekenen in de krant De Dag.
“Ik had in dat wereldkampioenschap kunnen weglopen waar en zoals ik gewild had” Willy De Bruyn
Elvira wordt in 1935 nog Belgisch kampioen onder de vrouwen, maar wil eigenlijk niet meer meekoersen bij de vrouwen. Al sinds zijn prille tienerjaren identificeert hij zich als man, en haalt hij geen voldoening meer uit het winnen van vrouwenwedstrijden. Maar koersen brengt brood op de plank, en later in datzelfde jaar wordt hij opnieuw wereldkampioen bij de dames, voor de Nederlandse Mien Van Bree, concurrente én vriendin.
In de pers wordt Debruyn omschreven als “hermafrodiet”, een onjuiste en beledigende term die intussen gelukkig niet meer gebruikt wordt. In werkelijkheid had De Bruyn een vorm van intersekse, een verzamelnaam voor veertig variaties in seksekenmerken, die naar schatting 1 op 2000 mensen kenmerkt.
Hoe het ook zij, De Bruyn voelt zich meer man dan vrouw en wil ook officieel als man door het leven gaan. Hij gaat zich meer en meer verdiepen in wetenschappelijke literatuur over intersekse variaties, onder meer geïnspireerd door de Tsjecho-Slowaakse atleet Zdeněk Koubek die in 1936 een geslachtsaanpassende operatie ondergaat.
Debruyn verhuist naar Brussel, waar hij met een valse identiteitskaart met daarop de naam Willy Debruyn, als bordenwasser, liftjongen, houtzager en bakkersgast werkt, beroepen die enkel door mannen mogen worden uitgeoefend. Maar van zodra uitkomt dat hij officieel geregistreerd staat als vrouw, wordt hij ontslagen.
In 1937 krijgt hij eindelijk een doktersattest dat verklaart dat hij een man is. De rechtbank acht dat attest onvoldoende voor een wijziging in de Burgerlijke Stand, en Debruyn neemt een advocaat onder de arm. De juridische en medische procedure om eindelijk als man erkend te worden, kosten Debruyn een jaar en al het geld dat hij ooit met koersen heeft verdiend. Maar op 24 maart 1937 wordt de 22-jarige Willem Maurits Debruyn, roepnaam Willy, eindelijk als man ingeschreven bij de burgerlijke stand van Oudenaarde.
Willy Debruyn probeert het nog even als wielrenner bij de mannen, maar eindigt meestal ergens midden in het peloton. Winnen zit er niet meer in. Na de dood van zijn ouders opent hij Café Denderleeuw in Brussel, geen sportcafé deze keer, maar een bordeel, dat hij uitbaat samen met zijn vrouw Clementine Juchters.
Willy Debruyn groeide op en leefde in een tijd waarin de medische wereld bitter weinig wist over intersekse personen, en toen maatschappelijke gendernormen nog veel strikter waren dan vandaag. Maar dat het verhaal en het palmarès van Debruyn grotendeels vergeten zijn, zegt wellicht iets over het taboe dat ook vandaag nog rust op intersekse atleten.
Op 5 juli, een dag voor de jaarlijkse hoogmis van het wielrennen: de Tour de France, die van start gaat in onze hoofstad, krijgt Willy Debruyn een straatbordje in Brussel. De Willy Debruynstraat herinnert aan een moedig, maar vergeten rolmodel.