hier komen promoties & acties

Maria Tesselschade Visscher

Gewaardeerde 17e eeuwse dichter van gevoelige thema's

Maria Tesselschade Visscher (1594-1649) is een 17de eeuwse Nederlandse dichteres en spil van de Muiderkring, een groep intellectuelen die regelmatig zou zijn samengekomen in het slot Muiden. Ook Maria Tesselschade Visscher's oudere zus Anna Visscher (1583-1652) is een begenadigd poëete die deel zou hebben uitgemaakt van diezelfde kring. Beide zussen creëren naast gedichten ook glasgravures die mee hun bekendheid doen groeien, vooral ook na hun overlijden.

Literair fragment

"Claes seijde tegens Trijn,
wat doe je weer te Mis
Bij dat Brood-droncke volck,
die schatters van de Vis?
Trijn seij mijn lieve Claes,
Ick houw mij binnen't boord
Van Sinte Pieters Schip,
daer men naer't rechte Noordt,
En noijt zeyldt
(als men doet daer buijten) bij de giss.
Ick hoor de waerheydt Claes,
maer Gij hoordt altydts mis"

Uit: Gedichten (1642) - lees verder

Een gelijke van haar mannelijke collega-dichters

Maria Tesselschade Visscher (ook wel Maria Tesselschade Roemersdochter Visscher genoemd) wordt geboren als jongste dochter van Roemer (Pieterszoon) Visscher, een Amsterdamse graanhandelaar en  verzekeraar van scheepsladingen, maar ook dichter. Haar ongewone naam tussennaam 'Tesselschade' heeft ze te danken aan haar vader, als herinnering aan het teloorgaan van zijn schepen bij Texel. Zij en haar twee zussen kregen een veelzijdige opleiding in literatuur en talen, artistieke vaardigheden zoals zang en muziek, tekenen en graveren, die zelfs fysieke elementen zoals zwemmen bevat.

Beide zussen groeien op in een welgesteld gezin in wat ook wel Nederlands' gouden eeuw wordt genoemd. Het huis van de familie Visscher in Amsterdam vormt lange tijd het trefpunt van de toenmalige culturele elite. Literaire zwaargewichten als P. C. Hooft, Joost van den Vondel, Jacob Cats, Samuel Coster, Constantijn Huygens en Gerbrand Bredero waren vriend aan huis bij de Visschers. 

P.C. Hooft groeit uit tot Maria Tesselschade Visscher's literaire mentor aan wie ze haar gedichten voorlegt om kritisch na te lezen. Maria T. Visscher en haar al even getalenteerde zus Anna Visscher nemen zo deel aan intellectuele avonden vol uitwisseling over kunst en literatuur. Maria Tesselschade Visscher blijkt erg mooi te kunnen zingen en geestig converseren, maar vooral haar spitsvondige gedichten vallen bij haar intellectuele vrienden erg in de smaak. Mannen als P. C. Hooft, Joost van den Vondel en Jacobs Cats beschouwen haar als hun gelijke in de poëzie.

Maria T. Visscher trouwt in 1633 met een marineofficier, waarna ze naar Alkmaar verhuist. Van daaruit houdt ze per brief nauw contact met de vriendenkring rond P.C. Hooft. Maria T. Visscher's huwelijk schenkt haar drie dochters, maar zowel haar echtgenoot als dochters sterven jong. Latere avances van haar literaire vrienden wimpelt de jonge weduwe met zachte spot af.

In 1641 bekeert Maria Tesselschade Visscher zich - net als ook haar zus Anna zou doen - tot het Katholicisme, wat haar vrienden schokt. Vooral Constantijn Huygens protesteert in scherpe gedichten, waarop ze al even gevat antwoordt. Ze ondertekent met "Elc syn waerom", dit embleem ontleent ze aan haar vaders bundel Sinnepoppen.

Een oeuvre dat amper bewaard is

In tegenstelling tot een goed bewaard oeuvre van haar zus Anna, zijn van Maria T. Visscher slechts 34 gedichten en dichtfragmenten bewaard gebleven. Dat komt deels doordat Maria Tesselschade Visscher zelf niets laat drukken van haar werk. Haar manuscripten circuleren in afschrift binnen haar ruime vriendenkring. Sporadisch verschijnen er bijdragen van haar in dichtbundels van anderen, maar zelf legt ze geen nadruk op het publiceren en verspreiden van haar poëzie.

Enkele van Maria T. Visscher's beste persoonlijke gedichten worden pas een hele tijd na haar dood ontdekt. Ze zijn handgeschreven en gaan over gevoelige materie zoals haar gestorven man, haar bekering tot het katholicisme of het ontroerende troostsonnet dat ze schrijft voor Constantijn Huygens wanneer zijn vrouw sterft. In dit gedicht raadt ze hem aan zijn verdriet op papier te zetten zodat hij het niet hoeft te onthouden: "En stel sijn leed te boeck, zoo heeft hij 't niet t'onthouwen".

Erkenning en prijzen

Maria T. Visscher's prestigieuze dichtende tijdgenoten hebben veel waardering voor haar als persoon en als kunstenares, hoewel ze zelf haar hele leven erg bescheiden doet over haar talenten.

Met haar gedicht over de ruzie tussen katholieken en protestanten, De beste tong die stemmen smeede, wordt Maria T. Visscher wel tot de onofficiële winnaar van een prijsvraag uit 1630 genoemd, een nominatie die heel wat tumult veroorzaakte.

Ter nagedachtenis aan Maria Tesselschade Visscher zijn verschillende straten naar haar vernoemd, zoals de Tesselschadestraat of Tesselschadelaan in de Nederlandse steden Alkmaar, Eindhoven, Amsterdam, Zwolle, Leiden en Leeuwarden.


Aanraders uit de RoSa-bibliotheek