hier komen promoties & acties

Marie Elisabeth Belpaire

Auteur & voorvechter voor kwaliteitsvol onderwijs voor meisjes

De Vlaamsgezinde katholieke Marie Elisabeth Belpaire (1853-1948) besteedt haar hele leven alsook haar fortuin aan kwaliteitsonderwijs voor meisjes en vrouwen, de Vlaamse zaak en Nederlandstalige literatuur.

Vlaams, katholiek & feminist

Marie Elisabeth Belpaire groeit op als het jongste kind van Alphonse Belpaire en Betsy Teichmann, telg uit een Franssprekende rooms-katholieke familie van gefortuneerde Antwerpse industriëlen. Haar naam wordt ook wel eens als Marie-Elisabeth of Maria Elisabeth geschreven. 

Binnen de familie Belpaire-Teichmann nemen de vrouwen destijds een dominante positie in. Het familiefortuin is dan ook via vrouwelijke lijn opgebouwd. Dit biedt de vrouwen in de familie een zelfstandigheid die niet veel vrouwen gegund is eind 19de eeuw. Marie Elisabeth Belpaire wordt zo van kortbij door heel wat inspirerende vrouwelijke rolmodellen omringt. Vader Belpaire overlijdt enkele maanden na de geboorte van Marie Elisabeth wat nog meer bijdraagt aan het feit dat ze zich voornamelijk aan de vrouwen om zich heen zal spiegelen en hun zelfstandigheid zal overnemen.

Belpaire's scholing blijft beperkt. Ze gaat tot haar veertiende naar school. Haar moeder weigert haar echter naar een typische 'meisjesschool' te sturen wegens te weinig ruimdenkend. Deze keuze zal Marie Elisabeth Belpaire later ook mee vormen in haar zoektocht naar beter en diverser onderwijs voor andere meisjes en vrouwen. Via zelfstudie verwerft Belpaire daarnaast een ruime intellectuele bagage en talenkennis. 

Vrouwbeeld en invloed

Belpaire is een strijdbare katholiek, een sociaal geëngageerde feministe en een overtuigde Vlaamsgezinde cultuurmecenas. Hoewel ze streeft voor meer vrijheid, meer invloed en een grotere stem voor vrouwen houdt ze er verder niet meteen een erg progressief vrouwbeeld op na. Toch kan haar impact op de latere kansen voor meisjes en jonge vrouwen in het onderwijsveld in Vlaanderen niet ontkent worden. Haar hele leven alsook haar fortuin besteedt Belpaire aan het inrichten van kwaliteitsonderwijs voor meisjes en jonge vrouwen, de Vlaamse zaak en de Nederlandstalige literatuur. Het literaire tijdschrift Dietsche Warande en Belfort, (vandaag bekend als DWB) opgericht in 1887, is haar project. Het tijdschrift vormt een belangrijk medium voor de publicaties van katholieke Vlaamse auteurs op het einde van de 19de eeuw.

Kwaliteitsvol onderwijs voor meisjes

In de periode 1872-1874 staat Belpaire mee aan de wieg van het Anna Bijnsgenootschap, een katholiek 'damescomité' waarbij vanaf 1875 ook een Anna Bijnsinstituut en vanaf 1878 een Anna Bijnsschool (lager onderwijs) hoort. Het is Marie Elisabeth Belpaire die er op aan stuurt het genootschap te vernoemen naar de zestiende-eeuwse Antwerpse dichter Anna Bijns. Later wordt aan de beroepsschool een middelbare school toegevoegd. De school, gevestigd in Antwerpen, biedt uiteindelijk lager, middelbaar en beroepsonderwijs voor Katholieke meisjes uit de kleine burgerij. Na enige tijd wordt de school herdoopt tot het Belpaire-instituut (1902). Vanaf de jaren 1880 richt Marie Elisabeth Belpaire meerdere scholen voor meisjes op in Antwerpen, waaronder de eerste Nederlandstalige middelbare school in Vlaanderen. Ze zal zich tot aan het einde van haar leven inzetten voor de ontwikkeling van kwaliteitsvol onderwijs voor meisjes en jonge vrouwen in Vlaanderen.

Het Belpaire-instituut groeit uit tot een katholieke meisjesschool (voor kleuter- en lageronderwijs) waarin leken instaan voor het beheer van de school en het geven van de lessen. In eerste instantie worden de lessen er in het Frans voorzien, zoals gewoonlijk in die tijd. Vanaf 1911 krijgen Marie Elisabeth Belpaire en een aantal andere steunpilaren van de school het eindelijk voor elkaar het instituut aan te vullen met een Vlaamstalige secundaire school: de Sint-Ludgardisschool. Dat Vlaams er als voertaal dient is vrij uniek op dat moment. De school zal in 1925 de eerste Nederlandstalige diploma's secundair afleveren.

Voortgezet katholiek onderwijs voor jonge vrouwen

Vanaf 1890 zet Marie Elisabeth Belpaire zich steeds meer in voor het inrichten en organiseren van hoger onderwijs voor vrouwen. Het debat over de toegang van vrouwen tot het universitair onderwijs is op dat moment brandend actueel in België. In 1896-1897 staat Belpaire mee aan de wieg van de Extension universitaire pour les femmeswaar vrouwen uit de betere klassen diverse cursussen hogere vorming kunnen volgen, waaronder ook wetenschappen en wijsbegeerte.

'Christelijk feminisme'

Belpaire neemt ook de leiding in diverse katholieke vrouwenorganisaties. In 1907 neemt ze het ambt van voorzitter op zich van de hoofdraad van La Ligue des femmes chrétiennes de Belgique. Ze voelt zich echter te beperkt binnen deze organisatie en verlangt er naar zelf grenzen en doelstellingen te kunnen bepalen. Belpaire sticht daarop in 1910 de Vrouwenbond Constance Teichmann, met als doel hulp te verschaffen aan en samenwerking te organiseren tussen vrouwenverenigingen met een sociaal doel en 'het stoffelijke, zedelijke en geestelijke leven van de Vlaamse vrouw op een hoger peil te brengen'. 

De 'zedeloosheid' die Belpaire in haar stad Antwerpen gewaar is zou mee aan de basis liggen van de opstart van de VCB. Ze heeft het niet hoog op met de prostituees die ze in het Antwerpse straatbeeld ziet en is bereid om ver te gaan in de strijd tegen die zedeloosheid. Ook tegen geboortebeperking en 'alles wat niet strookt met de katholieke moraal' is Belpaire sterk gekant. 

Belpaire vernoemt de organisatie naar haar tante die een grote invloed op haar uitoefent. Ze beschouwt Teichmann als een soort tweede moeder. De Vrouwenbond Constance Teichmann zal na de Eerste Wereldoorlog echter sterk aan belang inboeten en in 1920 ophouden te bestaan.

Katholieke Vlaamse Hogeschool voor Vrouwen

Het feminisme dat Belpaire onderschrijft wordt over het algemeen als 'christelijk feminisme' omschreven. In 1919 richt Marie Elisabeth Belpaire de Katholieke Vlaamse Hogeschool voor Vrouwen (later Katholieke Vlaamse Hogeschool) op in Antwerpen. De hogeschool fuseert in 2000 tot de Lessius Hogeschool, die later (voor wat de professionele bachelors betreft) overgaat in de Hogeschool Thomas More. De academische opleidingen maken sinds 2013 deel uit van de KU Leuven. 

Belpaire en de andere oprichters willen door middel van de KVHV meisjes opleidingskansen geven op hogeronderwijsniveau buiten de traditionele onderwijs- en zorgberoepen. Dit doen ze in een tijdperk waarin naar de universiteit gaan voor meisjes nog taboe is. De werking van de KVHV is tegenwoordig omgevormd tot de vzw Maria-Elisabeth Belpaire. De vzw steunt nog steeds initiatieven in het Antwerpse vanuit haar missie die opgebouwd is rond vier sleutelbegrippen: educatie, emancipatie, identiteit en Nederlandse taal.

Belpaire zet zich op diverse manieren in voor het onrecht dat ze om zich heen ziet. Ze is namelijk niet enkel 'feminist', of 'Vlaamsgezind' of 'katholiek'. Ze is alles en ook meer. In 1922 zal Belpaire bijvoorbeeld ook voorzitter worden van de Abolitionistische Bond van België. 

Marie Elisabeth Belpaire, die in haar tijd ook wel 'de wijze vrouwe van Vlaanderen' of 'de Moeder van de Vlaamse Beweging' wordt genoemd, overlijdt op 9 juni 1948. Ze ligt begraven in Deurne op het Sint-Fredeganduskerkhof.

Literair oeuvre

In 1887 debuteert Belpaire als auteur met Uit het leven, een bundel kortverhalen. Vooral vanaf 1890 zal ze zich steeds meer op het schrijven toeleggen. Uiteindelijk zal ze uitgroeien tot een grote naam binnen de Vlaamse katholieke literatuur.

Belpaire publiceert samen met Hilda Ram en Louisa Duyckers In Wonderland, een verzameling sprookjes en vertellingen in zes delen (1894-1908) met zowel oorspronkelijke verhalen als vertaling van o.m. de gebroeders Grimm. Verder schrijft Belpaire essays over bekende figuren en over het katholicisme en twee autobiografieën. Ze vertaalt ook werk van de Deen Johannes Jörgensen en de Noor Bjørnstjerne Bjørnson.

Ram, Duyckers en Belpaire staan ook samen aan de wieg van de Extension universitaire pour les femmes (1896-97). Ondanks dat de organisatie in de kern Franstalig is, benadrukken de oprichtsters 'de Vlaamse sociale dimensie van het instituut'. Het 'trio' zet zich lange tijd ook in voor de Vlaamse beweging en zal naam maken als 'de vrouwelijke kern' van de beweging. Ze staan samen aan de wieg van diverse initiatieven die vrouwen het Vlaams aanleren en waarbij vrouwen kennis kunnen maken met degelijke Vlaamse literatuur.

WOI

Tijdens de eerste wereldoorlog zet Marie Elisabeth Belpaire zich in voor de frontsoldaten en de verpleegkundigen in de militaire hospitalen en bestookt koningin Elisabeth met brieven. Belpaire stelt gedurende WOI ook haar schoolgebouwen open voor gekwetsten en vluchtelingen. In 1915 richt Belpaire samen met Gustaaf Peeters (pater Ildefons) De Belgische Standaard op, een katholiek dagblad voor de Vlaamse soldaten aan het IJzerfront. Tussen januari 1915 en november 1918 verschijnen 250 artikels van haar hand. Ze publiceert over diverse onderwerpen in de Dietsche Warande en Belfort. Ook haar eigen bevindingen tijdens WOI pent ze neer. Daarnaast zet ze ook een bijzondere werking voor vrouwen op, waar onder meer het tijdschrift' Omhoog (vanuit de Vrouwenbond Constance Teichmann) een voorbeeld van is.

In 1922 wordt Marie Elisabeth Belpaire lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (sinds 1972 de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde). De Academie is de eerste officiële instelling van België waarin op een wetenschappelijke manier het Nederlands bestudeerd wordt. Bij haar oprichting krijgt de KVATL ook de opdracht de literatuur in de volkstaal te bevorderen, en initiatieven voor de ontwikkeling van de wetenschappen in het Nederlands te coördineren. De Academie reikt jaarlijks een literaire en een wetenschappelijke prijs uit.

"Marie Elisabeth Belpaire is één van de weinige vrouwen die er in slaagt het alleenrecht van mannelijke auteurs, redacteurs en critici in Vlaanderen te doorbreken." Vergeten vrouwen: een tegendraadse kroniek van België / Jan van den Berghe, 2016 p. 387 - RoSa ex.nr.: W2/136

Erkenning en prijzen

Marie Elisabeth Belpaire verwerft door de jaren heen een niet onaanzienlijke macht in de katholieke Vlaamse wereld, een gegeven vrij uniek voor een vrouw in die periode. Op 19 oktober 1937 ontvangt Belpaire de titel van doctor honoris causa van de Katholieke Universiteit Leuven voor haar literaire carrière. Tien jaar later, p 9 november 1947, wordt Marie Elisabeth Belpaire verheven tot Grootofficier in de Leopoldsorde, de belangrijkste en hoogste Belgische onderscheiding.


Aanraders uit de RoSa-bibliotheek