hier komen promoties & acties

Anna Bijns

16de-eeuws literair talent uit Antwerpen

Anna Bijns (1493-1775) is een Antwerps dichteres geboren in de 15de eeuw, maar als poëet actief in de 16de eeuw. Ze komt in haar werk over als een onafhankelijke vrouw die niet op haar mond is gevallen. Alleen daarom al verdient ze een plek in dit overzicht van pioniers. Bijns is daarnaast ook de eerste auteur in de Nederlandse literatuur die haar succes vooral dankt aan de drukpers.

Bijns zal als dichter erg productief zijn, maar veel van haar verzen zijn helaas verloren gegaan. In totaal zijn er toch zo’n 222 teksten bewaard gebleven, hoofdzakelijk refreinen. Naast drie gedrukte refreinenbundels zijn er ook twee lijvige handschriften met het lichtere werk nog in bestaan. Verder duiken er refreinen van Bijns op in verzamelhandschriften met rederijkersgedichten.

Taalvirtuose

Anna Bijns is afkomstig uit de Antwerpse middenstand. Haar ouders hebben een kleerwinkel. Na de dood van haar vader richt Bijns samen met haar broer een school op in Antwerpen. Na het huwelijk van broer Bijns, zet Anna een eigen school op poten, Het Roosterken, waar ze tot haar tachtigste les zal geven in godsdienst, lezen, schrijven en rekenen. Haar kernspreuk "Meer suers dan soets" kan verwijzen naar haar eigen moeilijke strijd om het bestaan. Anna Bijns komt in de literatuur die van haar is overgebleven over als een onafhankelijke en vrijgevochten vrouw die niet op haar mond gevallen is.

Via haar vader die wel eens een refrein neerpent, komt de jonge Anna Bijns thuis in contact met bevriende rederijkers. Ze ontdekt haar eigen literair talent door deel te nemen aan wedstrijden van de Antwerpse rederijkerskamer, waarvan ze als vrouw geen lid mag zijn. De rederijkers bewonderen haar taalvirtuositeit en vormbeheersing. Bijns' populariteit onder haar tijdgenoten is groot. Bijns correspondeert in vlotte refreinen met rederijkers in binnen- en buitenland.

Oeuvre

Het literaire werk van Anna Bijns kan inhoudelijk onderverdeelt worden volgens drie thema's:

  • int vroede: over het zuivere geloof, tegen de afvallige Lutheranen en tegen misbruiken in de Roomse moederkerk
  • int zotte: kloosteramusement, grove onderbroekenlol
  • int amoureuze: hartstochtelijke liefdeslyriek

Taalvirtuoos Bijns beschikt over een ruime woordenschat en beheerste perfect de meest ingewikkelde versvormen. Dat rijmtechnisch vernuft combineert ze met een sappige volkstaal die fel, sarcastisch en soms ronduit schunnig was. Haar toon is afwisselend stichtend, hartstochtelijk, geestig en spottend. In haar latere werk lijkt ze meer berustend.

Anna Bijns heeft haar internationale faam mee te danken aan de drukpers. Antwerpen is op het moment van haar literaire carrière het centrum van de boekdrukkunst. De Antwerpse minderbroeders die vlak in de buurt van haar school Het Roosterken hun klooster hebben, liggen mee aan de basis van haar populariteit. Zij stimuleren haar schrijverschap en helpen haar met het uitgeven in druk van drie bundels stichtende refreinen (1528, 1548 en 1567). Daardoor raakt het werk van Anna Bijns op snel tempo verspreid tot ver buiten de Nederlanden.

Hoewel de paters haar groot literair talent erkennen, gebruiken ze maar al te graag haar vlot leesbare, striemende pamfletten voor hun propagandaoorlog tegen het Lutheranisme. Theologische argumenten bevatten Anna Bijns' strijdrefreinen niet, maar haar felle aanvallen op Luther komen de minderbroeders bijzonder goed van pas in hun strijd tegen de reformatie.

"Nooit is er in de Nederlandse taal hartstochtelijker over de liefde geschreven dan door Anna Bijns. En nooit heeft iemand zwaarder gescholden op ketters of venijniger de spot gedreven met huwelijk en gezin. En dat alles in gepassioneerde verzen in de volkstaal, die een wijde verspreiding vonden in handschrift en druk.​" 'Anna Bijns, van Antwerpen' / Herman Pleij, 2011 - RoSa ex.nr.: T/1193​​

Prijzen en erkenning

Vermoedelijk wint Bijns op haar negentiende een prijs in een wedstrijd van de Brusselse rederijkerskamer in 1512, met lofdichten op de heilige Maria, maar echte bewijzen hiervan zijn niet bewaard gebleven.

Op het eind van de 19de eeuw staat onder meer Marie Elisabeth Belpaire mee aan de wieg van het Anna Bijnsgenootschap, een katholiek 'damescomité' dat zorgt voor een doorbraak in het voorzien van kwaliteitsvol onderwijs voor meisjes en jonge vrouwen (o.m. door het gelijknamige instituut en de Anna Bijnsschool).

Anna Bijns Prijs

De Anna Bijns Prijs is een prijs die tussen 1985 en 2016 wordt uitgereikt door de Anna Bijns Stichting voor de bekroning van een Nederlandstalige schrijfster. De stichting is opgericht door Renate Dorrestein, Anja Meulenbelt, Caroline van Tuyll en Elly de Waard. De prijs wordt tussen 1985 en 2005 tweejaarlijks afwisselend toegekend aan proza en poëzie, en kan beschouwd worden als een oeuvreprijs waarbij het oeuvre zowel in stijl, vorm, aanpak als in thematiek uiting moet geven aan de realiteit en de verbeeldingswereld van vrouwen. 

Van 2005 tot 2016 vormde de Anna Bijns Prijs eerder een titelprijs met als hoofddoelstelling aandacht voor Nederlandstalige literatuur van vrouwen. Sinds 2016 heeft de Anna Bijns Stichting de prijs opgeheven.

In Antwerpen beschikt de Vlaamse overheid sinds 2005 over een Anna Bijnsgebouw, waar het Vlaams Administratief Centrum (VAC) Antwerpen gevestigd is.


Aanraders uit de RoSa-bibliotheek