hier komen promoties & acties

Louise Michel

legendarische Parijse communarde

In de Commune van Parijs aan het eind van de 19de eeuw spelen heel wat Parijse vrouwen een essentiële rol. Louise Michel (1830-1905) is er legendarisch actief als communarde. Ze is een zeldzame overlever van de vaak negatieve beeldvorming en verhelende geschiedschrijving over de historische rol van de vrouw in die hectische maanden.

Buitenechtelijke dochter van een kasteelheer

Louise Michel komt ter wereld op 29  mei 1830 als de buitenechtelijke dochter van Marianne Michel, een kamermeisje op het kasteel van Vroncourt, en Laurent Demahis, de kasteelheer. De identiteit van haar vader staat niet helemaal vast maar alles wijst in de richting van Dehamis. Het zijn zijn ouders die Louise Michel opvoeden als hun kleindochter. Ze leert lezen, schrijven, rekenen en piano spelen.

Na de dood van de familie Demahis erft Marianne Michel in 1851 wat land, maar dat is onvoldoende om van te leven. Daarom vat Louise Michel studies aan voor onderwijzeres en opent in 1853 samen met haar moeder een eigen vrije school in Audeloncourt. Omdat Louise Michel weigert de eed af te leggen aan Keizer Napoleon III moet ze geregeld naar Chaumont om rekenschap te geven bij rector Fayet. Louise Michel wordt ervan beschuldigd 'rood', dus republikeinse, te zijn, wat ze trouwens nooit ontkent.

IJveren voor onderwijs en beter betaalde arbeid voor vrouwen

In 1851 ontmoet Louise Michel Victor Hugo in Lagny bij Parijs. Ze stuurt hem haar gedichten en krijgt bemoedigende brieven terug. Wanneer Victor Hugo na de staatsgreep van 2 december 1851 Frankrijk moet verlaten, zet ze de correspondentie met hem verder.

In 1856 gaat Louise Michel les geven in Parijs. Haar moeder verkoopt in 1865 de geërfde grond en verhuist ook naar Parijs om haar dochter te helpen bij het opstarten van een school op Montmartre.

Louise Michel sluit zich vervolgens ook aan bij 'Le droit des femmes', een groep die ijvert voor onderwijs en beter betaalde arbeid voor vrouwen. Ze werkt ook voor de 'Société Démocratique de Moralisation' die de belangen van de arbeiders in de opkomende industrie verdedigt en militeert tegen keizer Napoleon III.

Een actieve Parijse communarde

Tijdens de Commune van Parijs (1870-1871) is Louise Michel legendarisch actief. Ze schrijft poëzie en proza, spreekt regelmatig in de clubs en heeft het schooltje op Montmartre. Ze neemt deel aan de protestbetogingen tegen de capitulatie, neemt het geweer op wanneer er vanuit het stadhuis op hen geschoten wordt, luidt op 18 maart in alle vroegte de alarmklokken als de regeringstroepen de kanonnen van Montmartre willen recupereren, draagt regelmatig een mannenuniform en neemt als lid van het 61e bataljon deel aan de gewapende strijd. Michel zal daarnaast uitgroeien tot 'de beste schutter van de slag van Issy'.

Louise Michel verzorgt de gewonden, moedigt anderen aan, spreekt enthousiasmerend over de Commune. Aan het einde van de bloedige week geeft ze zichzelf aan, omdat de troepen van Versailles haar moeder hebben gearresteerd en ermee dreigen die te fusilleren in haar plaats. Op haar proces eist Michel voor zichzelf de doodstraf. Die krijgt ze niet. Ze wordt verbannen naar Nieuw-Caledonië, waar ze werkt als botaniste en een studie maakt van de plaatselijke bevolking. Ze leert er de taal, stelt een vocabularium op en noteert hun liederen en legendes, die ze publiceert als "Légendes et chants de geste des Canaques".

Na de algemene amnestie in 1880 blijft ze rondreizen en spreken op bijeenkomsten als vertegenwoordigster van het anarchisme. Op 9 maart 1883 gaat ze opnieuw voor drie jaar de gevangenis in. Ze schrijft haar ervaringen neer en blijft haar hele leven een vurig pleitbezorgster van de idealen van de Commune. Louise Michel verschijnt in teksten over haar, alsook in haar eigen publicaties, als een zeer gedreven vrouw, die uiterst sociaal bewogen en compromisloos is.

Mythevorming

Dat Louise Michel een formidabele vrouw is, kan moeilijk ontkend worden. In feite is ze méér dan dat en fungeert ze als een soort embleem van de Commune. Ze is immers niet zo vatbaar voor de bourgeoislaster, omdat de typische kenmerken van de volkse pétroleuse, die verwilderd, mannelijk en oversekst is, niet aan haar kunnen worden toegeschreven. De conservatieve pers benadrukt het feit dat ze, als bastaard, maar half bourgeoise zou zijn, maar dat neemt niet weg dat men haar behalve haar deelname aan de opstand geen immoreel of onfatsoenlijk gedrag in de schoenen kan schuiven. Dit leidt ertoe dat de mythe die rond haar persoon groeit ook niet zo gemakkelijk ontkracht kan worden.

Na haar deelname aan de Commune is ook Louise Michels' houding op haar proces legendarisch. Ze toont geen enkele spijt, weigert zich te verdedigen, verklaart zichzelf schuldig over de hele lijn en eist de doodstraf. Ze spreekt ook een gegenderde taal op haar eigen proces: “U bent mannen en ik ben maar een vrouw, en toch kijk ik u recht aan” en “Als u geen lafaards bent, doodt me dan”.

“U bent mannen en ik ben maar een vrouw,
en toch kijk ik u recht aan.”

Victor Hugo, die uitgroeit tot een goede vriend van Louise Michel en die ten tijden van de Commune in ballingschap in Brussel verblijft en zijn eigen asiel ziet ingetrokken worden het moment dat hij er openlijk voor pleit de gevluchte communards asiel te verlenen, schrijft als reactie op haar proces een heldendicht. Behalve een grote bewondering voor haar, redt hij ook haar beeld van mogelijk negatieve interpretaties. Het meest bekende vers is wellicht dat men uiteindelijk “de engel doorheen de medusa” ziet. De felle, gevaarlijke vrouw is slechts de uiterlijke schijn, in wezen blijkt ze een ‘engel’ te zijn. Dit vers zal een grote rol spelen in de vorming van 'de legende Louise Michel'.

Levend bewijs oprechte en gedreven vrouwen

In de jaren die op het vers volgen wordt de mythe rond Michel steeds verder versterkt en aangevuld. Louise Michel krijgt de bijnaam ‘de rode maagd’ en gaat een beetje fungeren, naast de andere vrouwelijke allegorieën die de Franse iconografie bevolken. 

In de symbolische strijd om de betekenis van de Commune, als iets uiterst slechts, of juist uiterst goeds, in de strijd ook om het morele gelijk in de schuldvraag rond het bloedbad, lijkt het zinvol om een vrouw als Louise Michel te mythologiseren; een vrouw die reëel deelneemt aan de strijd, maar die in geen enkel opzicht past in het plaatje van de pétroleuse, een vrouw die gestudeerd heeft en zich goed kan uitdrukken, maar die ook in nauw contact staat met het volk. 

Een vrouw als Louise Michel kon het levende bewijs vormen voor de oprechte en gerechtvaardigde gedrevenheid van vrouwen. Zij moet dat zelf beseft hebben en hoewel ze soms twijfelt over de aandacht rond haar als persoon, zoekt ze die publieke aandacht wel op om haar goede zaak te bepleiten. Het lijkt ook gerechtvaardigd haar te bewonderen. 

Paule Lejeune die haar appreciatie niet onder stoelen of banken steekt, looft Michel in het boek Louise Michel: l'indomptable (1978) om haar strijd voor sociale rechtvaardigheid.

Maar 'de goede mythe' heeft ook een prijs. Het beeld dat overblijft in de geschiedenis is opnieuw dat van de enkeling, als uitzondering die de regel bevestigt dat vrouwen over het algemeen niet actief deelnemen en niet autonoom handelen. Louise Michel dreigt een beetje – hoewel dat het laatste is wat ze zou willen – niet langer een vrouw te zijn naast andere vrouwen, maar juist ertegenover, in tegenstelling ermee.


Aanraders uit de RoSa-bibliotheek