hier komen promoties & acties

Alexandra David-Néel

Vrijgevochten globetrotter en auteur

De excentrieke en vrijgevochten wereldreiziger Alexandra David-Néel (1868-1969) zal haar 'carrière' als operazangeres beginnen in 1895 in Hanoi, de hoofdstad van Vietnam. Ze trouwt, maar woont niet samen, bereist daarna heel Azië, schrijft avontuurlijke non-fictie en sticht meditatiehuizen in oosterse filosofie. Ze wordt uiteindelijk 100 jaar oud.

Opgroeien in België en Frankrijk

Alexandra David-Néel wordt geboren als Louise Eugenie Alexandrine Marie David op 24 oktober 1868 te Saint Mandé, een buitenwijk van Parijs. Haar vader, een politiek geëngageerde Hugenoot, was eerder naar België uitgeweken toen Louis Bonaparte zichzelf uitriep tot Napoleon III. Daar trouwde hij met een meisje uit een katholieke koopmansfamilie. Na vijftien jaar verhuist het echtpaar naar Frankrijk waar hun dochter Alexandra geboren wordt. 

Er volgt een jongere broer, maar die sterft niet veel later. Alexandra's moeder is totaal ontredderd en wil terug in de buurt van haar familie gaan wonen. Tegelijkertijd is ook de politieke situatie opnieuw gevaarlijk geworden voor de vader des huizes. Daarop verhuist de familie in 1873 naar Brussel. Leuke anekdote: de dag voor de verhuis ontsnapt Alexandra David-Néel bij een wandeling in het Bois de Vincennes en er moet een uitgebreide zoektocht op touw gezet worden om haar terug te vinden. 

Er solo op uit als tiener

Alexandra David-Néel's jeugd is niet erg gelukkig. Op vijftienjarige leeftijd maakt ze gebruik van de afwezigheid van haar ouders om er alleen vandoor te gaan via Nederland naar Engeland. Ze komt pas terug wanneer haar geld op is. Twee jaar later gaat ze opnieuw alleen op trektocht, door de Alpen naar de Italiaanse meren. Nu is haar moeder het beu en David-Néel wordt aan het werk gezet in de familiale stoffenwinkel. Gelukkig voor haar heeft David-Néel zangtalent en kan ze les volgen op het conservatorium waar ze zelfs een eerste prijs wint voor haar sopraanstem. 

In 1888 krijgt ze de kans om te studeren in Londen. Daar komt ze in contact met het occultisme en de theosofische sociëteit. Een jaar later kan ze, dankzij haar contacten met de theosofie, een onderdak vinden in het Parijse Quartier Latin van de Belle Epoque. Ze besluit Sanskriet te leren en komt zo voor het eerst in aanraking met het Tibetaanse boeddhisme. Ze is dan reeds zeer geïnteresseerd in het spirituele en wordt ook lid van de Vrijmetselaars.

Zingende globetrotter

In 1891 scheept Alexandra David-Néel in naar Ceylon. Op haar rondreis in Indië maakt ze kennis met een aantal spirituele autoriteiten. Na een jaar is ze terug in Parijs om haar muziekstudies voort te zetten, blijkbaar met succes, want in 1895 mag ze de rol van eerste zangeres aan de opera van Hanoi op zich nemen. Ze zal ook een tournee door Griekenland, Noord-Afrika en de Franse provincies maken. Gaandeweg krijgt ze ook bekendheid als auteur en geeft lezingen. Wanneer ze beseft dat haar zangcarrière op zijn einde loopt, aanvaardt ze een post als artistiek directeur van het casino in Tunis. Daar ontmoet ze Philippe Néel, hoofdingenieur bij de spoorwegmaatschappij van Bône-Oulma. Tot grote verrassing van al wie haar feministische ideeën kent, trouwt Alexandra David met Phillipe Néel in 1904. Ze neemt ook zijn achternaam over, naast die van haar.

Trouwen betekent niet stoppen met wat je graag doet

Het huwelijk is geen klassiek huwelijk voor die tijd. Alexandra gaat gewoon door met haar bezigheden: artikels schrijven voor kranten (o.a. feministische artikelen over de positie van de vrouw), reizen, concerten bijwonen, lezingen geven, ... Zelden neemt ze rust. In 1911 vertrekt Alexandra David-Néel, die al een tijdje gezondheidsproblemen heeft en depressief is, opnieuw op reis. Haar bestemming: Indië. In plaats van het voorziene één jaar, zal ze veertien jaar wegblijven. Al die tijd houdt ze contact met haar echtgenoot. Per brief stuurt ze hem hele reisbeschrijvingen die later gepubliceerd worden in Frankrijk. Ze schrijft hem hoeveel ze hem mist en nodig heeft, maar ze vraagt hem ook geregeld geld om haar reis voort te zetten.

Azië doorkruisend, in de ban van oosterse spiritualiteit

Het eerste jaar van haar lange trek gaat Alexandra David-Néel naar Ceylon en Indië. In 1912 verblijft ze in Sikkim waar ze prins Sidkéong ontmoet die een grote betekenis in haar leven zal hebben. Ze bezoekt ook een stukje van Tibet, waar ze twee gesprekken heeft met de Dalai Lama. 

Van 1914 tot 1916 leeft ze als kluizenares in de Himalaya. Hier leert ze ook de jonge Tibetaan Yongden kennen die ze adopteert als haar zoon. Hij zal haar vergezellen op al haar volgende reizen. Door de Engelse overheid wordt ze iets later uitgewezen uit Zuidelijk Tibet. Daarop maakt ze een reis door Indië, Birma, Frans Indo-China (nu Laos, Cambodja en Vietnam), Japan, Korea en China. Van daaruit komt ze in Oostelijk Tibet terecht waar ze twee jaar woont tussen de monniken van het Kumbun-Klooster. 

David-Néel's reis naar Lhasa brengt haar langs Mongolië en westelijk China naar zuidelijk Tibet. Vermomd als bedelares bereikt ze, als eerste vreemdelinge, Lhasa in februari 1924 en blijft er twee maanden. Deze prestatie zal haar heel wat bekendheid opleveren, aangezien Lhasa op dat moment eigenlijk niet toegankelijk is voor buitenlanders.

Gedurende al die tijd houdt ze zich bezig met schrijven en het bestuderen van Oosterse godsdiensten. David-Néel leert ook Tibetaans, mediteert en leert allerlei technieken van zelfbeheersing. Haar levensmoeheid en kwalen verdwijnen en ze is in staat de meest barre omstandigheden te trotseren.

'Voyage d'une Parisienne à Lhassa' (1927)

Pas in 1925 keert ze terug naar Frankrijk, nog steeds vergezeld van Yongden, haar geadopteerde Tibetaanse zoon. Ze wordt bij haar thuiskomst overspoeld door journalisten. Opnieuw samenwonen met haar echtgenoot is voor David-Néel uitgesloten. Haar boek waarin ze haar avonturen neerpent volgt twee jaar later en krijgt de titel 'Voyage d'une Parisienne à Lhassa'. De publicatie leest als een avonturenverhaal en verkoopt erg vlot. 

In 1928 koopt David-Néel een huis vlak bij Digne en noemt het Samten Dzong (= Fort van meditatie). Ze besteedt haar tijd vervolgens aan schrijven en reizen door Europa waarbij ze talloze bekenden bezoekt.

Actief tot op hoge leeftijd

In 1937, ze is dan 72 jaar, begint ze aan een nieuwe reis naar het Verre Oosten. Via de Sovjet-Unie gaat ze naar China, de Sino-Tibetaanse grens tot in Indië. Onderweg krijgt ze  bericht dat haar echtgenoot Philippe overleden is. We zijn het jaar 1941. Vijf jaar later keert ze pas terug naar Frankrijk, naar haar huis in Digne.

Tot op hoge leeftijd trekt David-Néel nog naar de bergen om de stilte te zoeken. Ze blijft ook schrijven. In totaal zal ze een dertigtal werken publiceren die handelen over filosofie, antropologie, oriëntalistiek, filologie, geografische ontdekkingen, historische en politieke nuances en een wirwar van tantristische praktijken. Rode draad van haar publicaties: ze zitten allemaal boordevol avontuur.

In 1955 sterft ook haar geadopteerde zoon. Vier jaar later komt Marie-Madeleine Peyronnet bij haar wonen. Zij zal voor David-Néel zorgen tot het einde. Alexandra David-Néel heeft op die leeftijd erg veel last van artritis, wat haar mobiliteit belemmert, maar haar geest blijft helder. Ze blijft schrijven en ze interesseert zich voor uiteenlopende onderwerpen als ruimtevaart en politiek. Ook krijgt ze veel bezoek van mensen die geïnteresseerd zijn in de oosterse spiritualiteit. 

Haar honderdste verjaardag wordt feestelijk gevierd in Digne en hetzelfde jaar krijgt ze ook de hoogste onderscheiding van het Légion d'Honneur. Ze vernieuwt zelfs nog haar paspoort, aangezien ze van plan is een nieuwe grote reis te maken. De geplande route zou haar langs Berlijn, via Rusland naar New York moeten leiden.

Wanneer Alexandra David-Néel sterft op 9 september 1969 blijven heel wat van haar projecten onvoltooid. Daaronder ook het bouwen van een centrum voor studie en meditatie in de tuin van Samten Dzong. Alexandra David-Néel wordt gecremeerd in Marseille en haar as, vermengd met die van haar zoon Yongden,  worden uitgestrooid in de Ganges.

Erfenis

Na haar dood worden Alexandra David-Néel's bezittingen verdeeld: haar gehele bibliotheek Franse, Engelse en Tibetaanse boeken wordt aan het Musée Guimard geschonken aangezien ze daar gestudeerd heeft in haar jeugd. Haar collectie kunstvoorwerpen wordt verdeeld over verscheidene musea en is nu nagenoeg onvindbaar. Marie-Madeleine Peyronnet krijgt haar brieven en ongepubliceerde manuscripten en blijft wonen in Samten Dzong. De plaats wordt nog steeds bezocht als een bedevaartsoord voor mensen die 'op zoek zijn'. De huidige opbrengsten van haar gepubliceerde werken gaan naar de gemeente Digne, die de wettige erfgenaam is.


Aanraders uit de RoSa-bibliotheek