Schots wiskundige, astronoom en aardrijkskundige
Mary Somerville (1780-1872) is een Schots wiskundige, astronoom, aardrijkskundige. Ze is ook auteur van wetenschappelijke boeken. In 1835 wordt ze, samen met Caroline Herschel, als eerste vrouw lid van de Britse Royal Astronomical Society. Niet alleen als wetenschapper legt ze een opmerkelijk parcours af. Somerville plaatst ook als eerste haar handtekening onder John Stuart Mills' petitie voor vrouwenstemrecht.
In 2017 krijgt de zogenaamde 'Koningin van de 19de eeuwse wetenschap' erkenning in haar geboorteland voor haar baanbrekende traject als vrouw in de 19de eeuw. Ze wordt de eerste vrouw (los van de Koningin) die op een Schots (£10) bankbiljet geëerd wordt.
De 'Queen of 19th-century science', zo wordt Mary Somerville na haar overlijden in een krantenartikel van The Londen Post omschreven. Ze behoort op dat moment tot de meest vooraanstaande vrouwelijke wetenschappers van haar tijd. Dat ze het ondanks haar traditionele opvoeding en terughoudende omgeving zover schopt, wekt verbazing.
Mary Fairfax, zoals Somerville wordt geboren, is de dochter van een vice-admiraal, Sir William George Fairfax, die zelf telg uit een vooraanstaande familie van Fairfaxes is en zijn tweede vrouw, Margaret Charters. Via haar moeder is Somerville gerelateerd aan een aantal prominente Schotse huizen. Een beetje verwarrend, maar de naam Somerville is wel degelijk al vanaf haar geboorte aanwezig in Mary Fairfax' familie. Haar oom langs moeder's kant draagt de naam Dr. Thomas Somerville (1741-1830). Hij zal later trouwens bekendheid verwerven als auteur van My Own Life and Times (1741-1814). Zelf zal Mary Fairfax echter pas in haar tweede huwelijk, met haar neef Dr. William Somerville, de naam Somerville opnemen.
Mary Somerville is de vijfde van zeven kinderen, waarvan er echter drie op heel jonge leeftijd overlijden. Somerville groeit voornamelijk op met haar drie jaar oudere broer. Het duurt niet lang voor ze zelf verschillen waarneemt tussen de kansen die hij krijgt en de opties die aan haar aangeboden worden wat betreft onderwijs. Somerville's ouders hechtten namelijk - in lijn met de maatschappelijke overtuiging van die tijd - geen belang aan onderwijs voor meisjes. Haar moeder leert de jonge Mary Fairfax wel lezen, maar verder wordt 'meisjesonderwijs' beschouwd als niet nuttig.
Op 10-jarige leeftijd sturen Somerville's ouders hun dochter alsnog naar een kostschool. Dit gebeurt echter niet vanuit onderwijskundige overwegingen, maar eerder omdat ze als 'wild en onhandelbaar' beschouwt wordt. Mary Fairfax ervaart er geen gelukkige periode en ook daadwerkelijk leren zit er voor haar helaas niet in. Na een jaar keert ze terug naar huis, waar ze zich ‘like a wild animal escaped out of a cage’ voelt.
Ondanks haar zo goed als ontbrekende schoolcarrière kan Somerville als kind als erg leergierig worden omschreven. Ze leest naar het schijnt elk boek dat ze te pakken kan krijgen en stiekem volgt ze mee de lessen die haar drie jaar oudere broer krijgt. Op dertienjarige leeftijd sturen Mary Farifax' ouders haar alsnog, voor enkele maanden, naar een school in de Schotse grootstad Edinburg, waar ze leert schrijven en rekenen. Ze leert er ook Frans en via zelfstudie eigent ze zich de basisbeginselen van het Grieks en het Latijn toe.
Somerville's leven wordt gekenmerkt door een evenwichtsoefening tussen de haar toebedachte maatschappelijke rol en haar eigen zoektocht naar kennis. Zo maakt ze zich naast Grieks, Wiskunde en Frans dan ook een heleboel vaardigheden eigen die op dat moment wel van een dame verwacht worden, zoals musiceren, schilderen en borduren.
Vreemd genoeg is het uiteindelijk haar schildersleraar die haar interesse voor wiskunde stimuleert met de opmerking dat het bestuderen van de ‘Elementen’ van Euclides niet alleen de basis vormt voor het begrijpen van het perspectief in de schilderkunst, maar ook en vooral de basis is voor de studie van astronomie en andere wetenschappen. Via via weet Somerville vervolgens een exemplaar van Euclides’ ‘Elementen’ te bemachtigen. Ze is meteen verkocht. Ze zal het boek dagelijks urenlang bestuderen. Op een gegeven moment moet ze dit in het geheim gaan doen, nadat haar vader het boek ontdekt en haar de studie ervan expliciet verbiedt.
Mary Somerville zal in haar leven twee keer trouwen. Een eerste keer in 1804 met een verre neef, de Russische consul in Londen, Captain Samuel Greig. Het koppel krijgt twee kinderen. Creig overlijdt niet veel later, in 1807. Somerville's erfenis geeft haar een zeldzame vrijheid als vrouw om haar intellectuele belangen na te streven. John Playfair, toenmalig hoogleraar natuurkunde aan de Universiteit van Edinburgh, moedigt haar verlangen naar studie aan. Via Payfair komt ze trouwens ook in contact met William Wallace, met wie ze later de wiskundige problemen in Mathematisch Repository zal bespreken.
In haar tweede huwelijk, met Dr. William Somerville, kan Mary Somerville, die nu pas onder die naam door het leven zal gaan - in tegenstelling tot in haar eerste huwelijk - haar ambities omtrent studies ten volle waarmaken. William Somerville blijkt een voorstander van onderwijs voor vrouwen en steunt zijn vrouw dan ook sterk in haar wetenschappelijk werk. Ze gaan samen in Londen wonen waar William is aangesteld als legerarts. Somerville bloeit er helemaal open in de stimulerende intellectuele omgeving van de stad. Het duurt niet lang voor hun huis een trefpunt voor wetenschappers wordt. Wiskundige en astronoom John Herschel en wiskundige, uitvinder en filosoof Charles Babbage zijn er onder meer graag geziene gasten. De Somervilles maken niet enkel van hun huis in Londen een intellectueel gebeuren. Ook op rondreis door Europa ontmoeten ze verscheidene vooraanstaande wetenschappers. Mary Somerville maakt volop gebruik van deze ontmoetingen en zuigt als een spons alle wetenschappelijke kennis op.
In 1826 publiceert Mary Somerville haar eerste paper in de ‘Proceedings of the Royal Society’. Een jaar later vraagt Lord Brougham van de Society for the Diffusion of Useful Knowledge haar om Laplace’s werk ‘Mécanique Céleste’ te vertalen, een werk waarover op dat moment wordt gezegd dat er maar twintig mannen in Frankrijk en tien in Engeland zijn die voldoende mathematische kennis hebben om het te begrijpen.
Somerville zal echter meer doen dan alleen het werk vertalen. Ze voegt er waar nodig wiskundige uitleg en diagrammen aan toe om de lezer te helpen bij het begrijpen van de tekst. Ook de geschiedenis van de astronomie geeft ze hierbij een plaats. Somerville's voorwoord getuigt van zoveel achtergrondkennis dat het uiteindelijk zelfs als een apart boek gepubliceerd wordt onder de titel ‘The mechanism of the Heavens’ in 1831. De recensies zijn unaniem lovend en de verkoop loopt als een trein. Beide boeken worden vanaf dat moment gebruikt in de cursussen wiskunde en astronomie in scholen en universiteiten verspreid over heel het Verenigd Koninkrijk.
Somerville's tweede boek ‘On the connection of the physical sciences’ wordt gepubliceerd in 1834. Ook nu blijft erkenning niet uit. In 1935 wordt ze - gelijktijdig met Caroline Herschel - als eerste vrouw geëerd als lid van de Britse Royal Astronomical Society. Naast deze hoogste eer krijgt ze ook het erelidmaatschap van verschillende andere wetenschappelijke verenigingen: in 1934 ontvangt ze een erelidmaatschap van de Société de Physique et d'Histoire Naturelle de Genève en van de Royal Irish Academy. Ook ontvangt ze een jaarlijkse toelage van 300 pond. Sir David Brewster, de uitvinder van de caleidoscoop, schrijft in 1829 over Mary Somerville:
"... certainly the most extraordinary woman in Europe - a mathematician of the very first rank with all the gentleness of a woman."
In 1838 verhuist de hele familie Somerville omwille van William’s fragiele gezondheid naar Italië. Hier schrijft Mary Somerville onder meer ‘Physical geography’, haar meest succesvolle boek. Tot het begin van de 20ste eeuw is het in scholen en universiteiten als handboek gebruikt.
Het succes blijft duren. In 1857 wordt Somerville lid van de American Geographical and Statistical Society. In 1869 wordt ze bekroond met de Patron's Medal van de Royal Geographical Society, op dat moment bekend onder de naam 'Victoria Medal'. Ze wordt dat jaar ook lid van de American Philosophical Society. In 1870 wordt ze dan weer toegelaten tot de Italiaanse Geographical Society.
Een groot deel van de populariteit van haar publicaties is te wijten aan Somerville's heldere en scherpe schrijfstijl en het enthousiasme voor haar onderwerp waarvan al haar werken doordrongen zijn.
Somerville is één van de eersten die publiekelijk spreekt over een hypothetische planeet die Uranus zou verstoren. Ze doet dit in de zesde editie van 'On the Connexion of the Physical Sciences' (1842). Deze voorspelling wordt vervolgens vervuld in 1846, door de ontdekking van Neptunus, draaiende op een afstand van 3 miljard mijl van de zon.
Interessant weetje: Somerville zal ook als wiskundeleerkracht optreden van Ada Lovelace. Die laatste zou uitgroeien tot 's werelds eerste computerprogrammeur. Mentorschap for the win! Somerville zal ook door heel wat andere latere vrouwelijke wetenschappers uitdrukkelijk als inspiratiebron genoemd worden.
Tot op hoge leeftijd blijft Mary Somerville wetenschappelijk actief. Haar laatste boek publiceert ze op 89-jarige leeftijd. Ze overlijdt drie jaar later, op 92-jarige leeftijd in het Italiaanse Napels.
Naast een fervent wetenschapper treedt Somerville ook naar voren als een voorvechter van onderwijs voor meisjes en het vrouwenkiesrecht. Wanneer de Britse econoom en filosoof John Stuart Mill een grootscheepse petitie voor het vrouwenkiesrecht organiseert in het parlement zet Mary Somerville als eerste haar handtekening.
De universiteit van Oxford richt in 1879 een vrouwencollege op en noemt het Somerville College. De universiteit beschikt ook over Somerville's papers en correspondentie. In Burntisland (Schotland) wordt het huis waar ze lange tijd verblijft na haar overlijden omgedoopt tot Somerville House. Onder dezelfde naam vindt je ook een middelbare school voor meisjes in Brisbane (Australië). Tot slot draagt ook één van de commissiekamers van het Schotse parlement in Edinburgh haar naam. En daar blijft het niet bij:
The Royal Bank of Scotland brengt in de tweede helft van 2017 een £10 bankbiljet op de markt met de beeltenis van Mary Somerville. Ze is de eerste vrouw, na de Koningin, die deze eer te beurt valt. De keuze voor Somerville komt er na publieke stemming op basis van een shortlist met o.m. ook wetenschapper James Clerk Maxwell en ingenieur en architect Thomas Telford. Somerville is zo samen met noveliste en poëete Nan Shepherd de eerste niet koninklijke vrouw die op een Schots bankbiljet geëerd wordt. Nan Shepherd wordt geselecteerd voor het £5 bankbiljet, terwijl Somerville op het £10 bankbiljet te bewonderen zal zijn.