bell hooks
The Will to Change: Men, Masculinity, and Love
New York: Washington Square Press, 2006. 188 p.
mannelijkheid / mannen
RoSa-ex.nr.: FII a/ 1253
Het veelbesproken boek The Will to Change: Men, Masculinity, and Love van bell hooks is een radicaal pleidooi voor liefde voor mannen en tegelijkertijd een aanhoudende aanklacht tegen het patriarchaat. Feministisch auteur bell hooks, en dit boek van haar pen uit 2006 meer specifiek, inspireerde niet alleen vrouwelijke feministen, maar ook heel wat (pro)feministische mannen en bewegingen. Het boek roept dan ook op tot radicale liefde voor mannen, al wordt dat niet door elke lezer op gejuich onthaald.
bell hooks is een van de meest uitgesproken feministische stemmen die het thema mannelijkheid op de voorgrond plaatste en mannen uitnodigde om deel uit te maken van de strijd voor gendergelijkheid. Dit deed hooks al in eerdere werken, maar in The Will to Change: Men, Masculinity, and Love vormt het de centrale premisse. Haar focus op de inclusie van mannen in feministische beweging werd hooks niet altijd in dank afgenomen door andere feministen. Ze geeft in de inleiding dan ook aan dat haar positie haar veel kritiek opleverde.
De auteur verdedigt haar positie. Ze stelt niet enkel dat het belangrijk is om oog te hebben voor mannen, mannelijkheid en hun betrokkenheid voor gendergelijkheid, maar geeft ook kritiek op een feministische beweging die jarenlang mannen uit het oog verloor of hen de rug toekeerde.
Hoewel de feministische beweging volgens hooks verschillende overwinningen heeft behaald, heeft diens houding naar mannen toe ervoor gezorgd dat het patriarchaat intact is gebleven en mannen feminisme niet als mogelijke piste beschouwen voor hen.
bell hooks stelt vast dat mannen nu eenmaal deel uitmaken van ons leven, of we het nu willen of niet. De auteur is dan ook scherp: “we hebben mannen nodig om het patriarchaat uit te dagen. We hebben nood aan mannen die veranderen” (vrij vertaald, p. xiii). Het is volgens haar dus eenvoudig: de feministische beweging kan hen niet langer negeren, maar moet hen juist meenemen in de strijd.
hooks neemt ook positie in over de vermeende tegenspraak tussen feminisme en liefde voor mannen: erkenning dat ook mannen lijden onder het patriarchaat ontdoet hen niet van hun collectieve privilege of verantwoordelijkheid. Daarmee positioneert bell hooks zich duidelijk en bespreekt ze meteen ook actuele vragen over de relatie tussen mannen en feminisme.
hooks betreurt dat er historisch gezien zo weinig werd uitgereikt naar mannen om hen uit te nodigen zich aan te sluiten bij de feministische beweging. De auteur geeft tevens aan dat er weinig toegankelijke, beknopte en duidelijke (pro)feministische literatuur beschikbaar is om hen te betrekken. Sinds het boek uitkwam in 2006 zijn er meer recente en toegankelijke boeken uitgebracht en organisaties opgericht die deze leemte proberen op te vullen. Niettemin blijft - zoals hooks aangeeft - het leeuwendeel van de focus van gendergelijkheid gericht op ‘meisjes dezelfde privileges en rechten geven als jongens’. Dit blijft een aandachtspunt anno 2023.
Het tweede hoofdstuk van het boek (Understanding patriarchy) gaat meteen naar de diepte en vormt de basis van hooks’ gedachtengoed doorheen het boek: de meeste mannen denken nooit aan het patriarchaat, gebruiken het woord niet in het dagelijkse leven en linken het patriarchaat aan de vrouwenbeweging en het feminisme. Daardoor wordt het als niet relevant beschouwd voor de eigen ervaring, hoewel dit volgens de auteur juist het onderliggende probleem is die aan de huidige crisis van mannelijkheid ten grondslag ligt.
hooks erkent de crisis van mannelijkheid, maar in tegenstelling tot anti-feministische stemmen zoals rechtse politici, masculinisten en aanhangers van de manosfeer wijst ze als oorzaak naar de patriarchale invullingen van mannelijkheid in plaats van naar de feministische beweging - die volgens andere stemmen zogezegd zorgt voor een benauwde situatie voor mannen. Volgens hooks is het patriarchaat een systeem dat zowel mannen als vrouwen onderdrukt en hen beperkt tot rigide en seksistische genderrollen. Met dit standpunt eigent ze zich de zogenaamde ‘crisis van mannelijkheid’ toe waarmee een rechtse politieke agenda, masculinisten en de manosfeer zichzelf eerder populair maakten. Ze heeft hiermee oog voor uitdagingen rond mannelijkheid binnen een patriarchale samenleving zonder daarmee vrouwen en de feministische beweging aan te duiden als zondebok. hooks biedt op die manier een waardig alternatief voor mannen die zich willen verdiepen in discoursen rond mannelijkheid of op zoek zijn naar nieuwe manieren om zichzelf te definiëren als man.
Het patriarchaat en de link met ideeën rond mannelijkheid beschrijft hooks als volgt:
hooks neemt een duidelijk standpunt in: het patriarchaat is een systeem dat in stand gehouden wordt door verschillende mensen, ongeacht sekse of genderidentiteit. Ingaan tegen het patriarchaat is dus werk van ons allen. Een eerste stap in het ontmantelen van het patriarchaat is volgens hooks iedereen - ook mannen - bewustmaken van, en woordenschat geven om deze dagelijkse realiteit te benoemen, om vervolgens ook een einde te stellen aan het patriarchaat en vorm te geven aan alternatieve, niet-patriarchale invullingen van mannelijkheid.
In het debat rond ‘het zich ontdoen van mannelijkheid’ of het ‘herdefiniëren’ van mannelijkheid stelt hooks het volgende: “Our work of love should be to reclaim masculinity and not allow it to be held hostage to patriarchal domination. (...) not by demanding that they give up manhood or maleness, but by asking that they allow its meaning to be transformed, that they become disloyal to patriarchal masculinity in order to find a place for the masculine that does not make it synonymous with domination” (p. 115). Ze bepleit een feministische invulling van mannelijkheid.
Op welke manier worden mannen dan beïnvloed door het patriarchaat? Daar wijst hooks voornamelijk naar het aanleren van ‘restrictieve emotionaliteit’. Kort samengevat: mannen worden gesocialiseerd in het beperkt uitdrukken van emoties, wat zorgt voor een gevoel van emotionele verdoofdheid die zwaar op hen weegt, mannen pijn doet en resulteert in (zelf)destructief en gewelddadig gedrag.
Niet enkel leren patriarchale opvattingen over mannelijkheid mannen aan om hun emoties te onderdrukken, ze creëren ook het idee dat woede de enige aanvaardbare emotie is om te uiten. Woede en agressie worden gerechtvaardigd met de uitspraak ‘boys will be boys’ (jongens zijn nu eenmaal jongens) en zelfs aangemoedigd en doelbewust ingezet voor militaire doeleinden.
Het onderwerp van restrictieve emotionaliteit is alomtegenwoordig in het boek. De grondige en genuanceerde uitwerking van de invloed van het patriarchaat op de emotionaliteit van mannen vormt een rode draad en geeft de lezer een goed begrip over de omvang van het probleem. Het linkt veel thema’s - waaronder geweld, seksualiteitsbeleving en arbeid - systematisch aan restrictieve emotionaliteit. De focus op emotionaliteit heeft echter ook een keerzijde: het zorgt voor een eerder beperkte en eenduidige bespreking van de impact van andere ideeën rond mannelijkheid.
Het boek bevat heel wat thema’s die anno 2023 - bijna twintig jaar later - nog steeds brandend actueel zijn, zoals de ideeën rond de economische positie van mannen en vrouwen en hoe dit zorgt voor veranderende genderdynamieken in onze samenleving.
Hoofdstuk zes bespreekt de groeiende financiële onafhankelijkheid van vrouwen - die ook interpersoonlijke relaties beïnvloedt - en de dubbele dagtaak (double burden) die vrouwen ervaren, waarbij ze naast hun betaalde arbeid de grootste verantwoordelijkheid blijven dragen voor onbetaalde arbeid zoals huishoudelijk werk, zorg en emotioneel werk. Ook dit is twintig jaar later nog een strijd die gevoerd moet worden.
Brandend actueel is tevens het hoofdstuk rond seksualiteit, waarbij ingezoomd wordt op hoe een patriarchale samenleving genderstereotypen rond seksualiteit in stand houdt. Deze genderstereotiepe ideeën rond seksualiteit zorgen volgens hooks voor een grootschalige acceptatie van seksueel geweld gepleegd door mannen en voeden ook compulsieve seksualiteit en (ongezonde) relaties met pornografie.
Ook de populaire hashtag #notallmen (#nietallemannen) was hooks voor in dit boek uit 2006:
Ze maakt hiermee korte metten met het idee dat mannen die geweld plegen ‘uitzonderingen’ zijn, en benadrukt dat mannen binnen een patriarchale samenleving collectief worden aangeleerd dat man-zijn betekent dat alle emoties - behalve woede - dienen onderdrukt te worden, wat vervolgens geweld normaliseert en zelfs aanleert als een uiting van mannelijkheid. De ‘uitzondering’ visie in de schaduw van collectieve socialisatie is volgens hooks dus een individualisering van een structureel probleem.
Het boek is een radicale oproep om mannen lief te hebben. De focus op emotionele restrictiviteit vormt wellicht de grondslag van de focus op radicale liefde voor mannen. Radicale liefde gaat over mannen waarderen en liefhebben zonder (de druk om) te moeten voldoen aan patriarchale invullingen van mannelijkheid.
hooks moedigt een empathische, milde en liefdevolle houding aan ten aanzien van mannen in de strijd tegen patriarchale invullingen van mannelijkheid. Het boek sluit dan ook als volgt af:
Een oproep die zowel op bijstand als weerstand kan rekenen: een rol die velen op individueel niveau vaak reeds onderschrijven en reeds opnemen - waardoor de eigen veiligheid soms op het spel wordt gezet - maar zowel op individueel als structureel niveau ook de nodige vragen oproept rond (nog meer) emotioneel werk van vrouwen. Het valt te begrijpen dat het boek heel wat (pro)feministische mannen en bewegingen inspireerde, maar niet bij iedereen zomaareen ingang vond.