hier komen promoties & acties

22.05 | Verkiezingen - Deel II: Maatschappij (deel 1)

Met het oog op de verkiezingen van 26 mei, vroeg RoSa aan de zeven grootste Vlaamse politieke partijen (CD&V, Groen, N-VA, Open Vld, SP.A, PVDA en Vlaams Belang) naar hun plannen op het vlak van gendergelijkheid. Bij de ex-regerende partijen polsten we ook naar hun gerealiseerde doelstellingen. In deze nieuwsbrief publiceren we het tweede deel van de bevraging: over diverse sociale kwesties.

Gepubliceerd op 22/05/2019

Om gendergelijkheid te realiseren, is het nodig dat politieke partijen concrete aandacht hebben voor maatschappelijke genderkwesties, zoals het bevorderen van gelijke onderwijskansen voor meisjes en jongens, het bestrijden en voorkomen van partnergeweld, seksueel geweld & grensoverschrijdend gedrag.
 
Daarom vroeg RoSa de zeven grootste partijen (CD&V, Groen, N-VA, Open Vld, PVDA, SP.A en Vlaams Belang) of en in welke mate ze plannen hebben opgenomen in hun programma’s inzake deze thema’s. Bij de partijen die deel uitmaakten van de regering (CD&V, N-VA en Open Vld) polsten we naar een evaluatie van hun doelstellingen ter bevordering van gendergelijkheid uit hun verkiezingsprogramma’s van 2014, en in hoeverre ze deze gerealiseerd hebben. We maken daarna zelf een beknopte analyse van de conclusies.
 
De data voor dit onderzoek zijn afkomstig van vragenlijsten waarmee we bij de zeven grootste Vlaamse partijen peilden naar hun plannen en doelstellingen. Het onderzoek bestond uit open vragen. Sommige partijen reageerden niet, uitgebreider of concreter op vragen dan andere partijen. We geven hun reacties hier letterlijk weer zoals zij die zelf neergepend hebben

PROGRAMMAPUNTEN

Klik op het pijltje naast de thema's om de individuele antwoorden van de partijen te bekijken. Onder ieder thema lees je onze beknopte analyse van de gegeven antwoorden.

Gender in het onderwijs

Volgens het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen is gender het maatschappelijk mechanisme dat een onderscheid maakt tussen mensen op basis van hun geslacht en dat ongelijkheden tussen vrouwen en mannen in stand houdt. Dit mechanisme zichtbaar maken is vaak een eerste stap, waarbij het onderwijs een rol kan spelen. Statistieken en indicatoren vormen hierbij een belangrijk hulpmiddel.

"Welke standpunten en doelstellingen heeft uw partij om informatie over gender te integreren in het onderwijs? Kunt u een beschrijving geven? Indien uw partij hierover geen plannen heeft kunt u aangeven waarom niet?”
  • CD&V
    “We gaan voor een ‘genderbewuste’ schoolomgeving waar alle leerlingen zich maximaal kunnen ontplooien, los van maatschappelijke verwachtingen rond gendernormen. Om dit te bereiken zetten we in op de verankering van gender als thema binnen de lerarenopleidingen, zeker binnen die van het kleuter- en lager onderwijs.”
  • Groen
    “Omgaan met diversiteit start volgens Groen bij de kern van het onderwijs. Op school zetten kinderen de eerste stappen in de samenleving. Ze proeven, ontdekken, spelen, dromen, leren en leven samen. Een zorgeloze schoolcarrière begint bij energieke leerkrachten, brede ontwikkelingskansen en een hechte schoolgemeenschap. Hiernaast heeft elk kind heeft recht op bescherming van zijn fysieke, psychologische, seksuele en morele integriteit. De kinderrechten vormen ons kompas.

    Groen wil de scholen motiveren om te werken aan een open klasklimaat en participatie. We aanvaarden het niet dat leerlingen zich onveilig op school voelen vanwege hun genderidentiteit, seksuele oriëntatie, levensbeschouwing of om welke reden dan ook. Vervolgens werken we samen met Unia en de onderwijskoepels een faciliterend kader uit dat schoolbesturen kunnen gebruiken om een non-discriminatiebleid in hun school in te bedden. We geven de onderwijsinspectie eveneens de bevoegdheid om onderzoek te doen naar de manier waarop scholen (in het kader van eindtermen) en lerarenopleiders (met het oog op basiscompetenties) omgaan met gender en relationele seksuele vorming (RSV) op school. Ze zal dan ook op regelmatige basis rapporteren over gender, seksuele diversiteit en RSV.

    Ten tweede hebben onze doelstellingen betrekking op de leerkrachten. Zo wil Groen aandacht besteden aan de opleiding van leerkrachten zodat ze heikele discussies in goede banen kunnen leiden. Vervolgens wordt omgaan met genderdiversiteit onderdeel van hun lerarenopleiding. Daarnaast voegen we ‘oog voor gender’ en ‘relationele en seksuele vorming’ toe aan het beroepsprofiel en basisattitude van de leerkracht. Scholen moeten echter wel de kans hebben om beroep te doen op externe begeleiders voor specifieke uitdagingen op vlak van seksuele en relationele vorming. Tot slot moeten leerkrachten meer toegang krijgen tot e-learning en moeten we bestaande tools die hen versterken optimaal verspreiden. Zo streeft Groen naar een tweesporenbeleid. Enerzijds richten we ons op initiatieven voor leerkrachten (in opleiding). Anderzijds bieden we een spoor externe coaching aan om schoolteams te empoweren rond dit thema.

    Ten derde ijveren we voor inhoudelijke aanpassingen in het curriculum en de leerplannen. Zo koppelen we burgerschapseducatie aan kritisch denken en filosofie. Op die manier leren kinderen op een geïnformeerde manier nadenken over de samenleving en over de werking van de democratie. Vervolgens willen we in de schoolboeken en leerplannen meer diversiteit implementeren en de gevolgen van stereotypen zichtbaar maken. Daarom maken educatieve uitgeverijen samen met scholieren en experten bindende standaarden voor accurate beeldvorming over gender, relatievormen, gezinstypes, culturele diversiteit en koloniale geschiedenis. Bovendien willen we thema’s als seksisme, holebi- en transfobie expliciet in de eindtermen vermelden en moeten eindtermen voor relationele en seksuele vorming op een heldere manier geformuleerd worden, met bijzondere aandacht voor het basisonderwijs. Ook voor het secundair onderwijs hebben we doelstellingen. Zo willen we leerlingen kennis laten maken met de wereld buiten de schoolmuren. In de derde graad van het secundair onderwijs introduceren we voor alle scholieren de maatschappelijke stage. Voor een korte periode zetten alle jongeren zich op een onbetaalde manier in voor de samenleving. Bovendien promoten we initiatieven waarin leerlingen zelf het voortouw nemen, zoals de Gay Straight Alliances. Daarnaast gaan we acties waarbij een vormingsaanbod voor jongeren door jongeren en peer-to-peer-learning vooropstaan, meer structureel inbedden in de financiering.

    De onderwijskoepels en schoolgemeenschappen van alle netten en op alle niveaus van het onderwijs hebben de taak een cultuur van openheid en een veilige omgeving te creëren rond het holebi- of transgender-zijn van leerlingen en leerkrachten. We nemen verdere initiatieven om leerkrachten en directies op te leiden om om te gaan met homoseksualiteit en het onderwerp bespreekbaar te maken op school. Ook het hoger onderwijs dient er aandacht aan te besteden.

    Tot slot vindt Groen dat het Vlaams hoger onderwijs te veel talent onaangeroerd laat. Democratisering vergt ingrijpende veranderingen zoals een divers personeelsbestand en een curriculumherziening.”
  • N-VA
    “Wij stellen inderdaad een grote ondervertegenwoordiging vast van mannen in het leerkrachtenberoep. Omgekeerd zien we weinig meisjes en studentes die voor STEM-richtingen kieren. Indien dit het gevolg is van een bepaalde manier van opvoeden kunnen we daar als samenleving via sensibilisering op trachten in te werken, zoals Liesbeth Homans al reeds gedaan heeft (denk aan initiatieven als genderklik.be).

    Al moeten we ervoor oppassen dat de staat niet (teveel) de rol van opvoeder en ouder aanneemt. Wat het onderwijs betreft geloven we als partij uiteindelijk in individuele competenties en talenten, los van geslacht: de juiste leerkracht op de juiste plaats. Bij studieoriëntering moeten we erover waken dat dit genderneutraal gebeurt en net op basis van die competenties en talenten.  Ook inzake lesmateriaal moet er op gelet worden dat genderstereotypering er niet zomaar insluipt.”
  • Open Vld
    “Gender verdient inderdaad meer aandacht. Het huidige relationele en seksuele onderwijsbeleid bevredigt onvoldoende.

    Er is geen kwaliteitscontrole, amper aandacht voor genderdiversiteit. Scholen krijgen onvoldoende ondersteuning en oerconservatieve organisaties geraken makkelijk door de schoolpoort. Tot op vandaag is er amper zicht op de manier waarop relationele en seksuele vorming in het onderwijs wordt aangeboden. De ambities rond genderdiversiteit in schoolboeken en leerplannen blijven te vaak steken in overlegtafels. Wij zien een rol weggelegd voor educatieve uitgeverijen om samen met scholieren en experten duidelijke standaarden te maken voor een meer diverse beeldvorming over gender, relatievormen, gezinstypes en seksuele oriëntatie.”
  • PVDA
    “We zetten in op relationele en seksuele vorming op school vanaf het lager onderwijs. Relationele en seksuele vorming is opgenomen in de eindtermen. Toch is niet nader bepaald hoeveel uur eraan besteed wordt, wat de inhoud ervan is of om de hoeveel tijd het programma herhaald wordt. Wij willen seksuele preventie, maar ook lessen over de manier waarop relaties tussen vrouwen en mannen respectvol en in wederzijds vertrouwen kunnen groeien. De lessen moeten bijbrengen dat vrouwen en mannen gelijk zijn. Professionals geven deze lessen. Tegelijkertijd moet het deel uitmaken van de algemene lerarenopleiding. Inzicht in de doelstellingen en de kwaliteitscriteria van RSV helpt toekomstige leraren om te gaan met de stereotypen die in de school leven en verspreid worden.”
  • SP.A
    “Er is nood aan voorlichting en sensibilisering over het genderthema, zowel rond gender als maatschappelijke constructie als rond genderidentiteit. De onderwijskoepels en schoolgemeenschappen moeten individuele leerkrachten stimuleren om een cultuur van openheid te creëren rond het LGBT+ of gendervariant-zijn van leerlingen en leerkrachten. Het thema moet integraal deel uitmaken van de lerarenopleiding. Officiële documenten op de scholen moeten genderneutraal worden gemaakt.”
  • Vlaams Belang
    "Geen. Gender is niét het mechanisme dat een onderscheid maakt. Het enige bestaande onderscheid tussen man en vrouw is een biologisch onderscheid.”

De grote meerderheid van de ondervraagde partijen vindt dat er nood is aan sensibilisering rond gender in het onderwijs. CD&V, Groen, PVDA en SP.A willen dat er dieper wordt ingegaan op genderthema’s binnen de lerarenopleiding.  Scholen moeten ook beter begeleid worden inzake relationele en seksuele vorming vinden Groen, PVDA en Open Vld. Hiervoor moet beroep gedaan worden op externe experten vinden PVDA en Groen. Voor Open Vld en Groen is een bijzondere rol weggelegd voor educatieve uitgeverijen wat betreft diverser les- en beeldmateriaal over gender, relatievormen, gezinstypes en seksuele oriëntatie op school. N-VA erkent dat we oog moeten hebben voor het binnensluipen van genderstereotypen in schoolboeken, maar uiteindelijk draait het voor de partij over ‘de juiste persoon op de juiste plek’. Vlaams Belang mengt zich niet in het debat omdat de partij gender niet als een probleem beschouwt.

Partnergeweld

Uit een studie van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (2010) is naar voor gekomen dat één vrouw op zeven in de loop van de voorbije 12 maanden te maken kreeg met ten minste één daad van geweld door haar (ex-)partner. In de meeste gevallen blijkt dit geweld te zijn gepleegd door mannen en is het slachtoffer een vrouw. Verbaal geweld is veruit de meest voorkomende vorm (41,5%), gevolgd door intimidatie (22%) en vervolgens slagen (15%). Vooral vrouwen zijn het slachtoffer van seksueel geweld (5,6% tegen 0,8% mannen), en het zijn ook vrouwen die het vaakst worden opgesloten of uit het huis worden gezet (5,9%, tegen 2,7% voor de mannen).

“Welke doelstellingen heeft uw partij om partnergeweld integraal aan te pakken? Kunt u een beschrijving van deze plannen geven? Indien uw partij hierover geen plannen heeft kunt u aangeven waarom niet?”
  • CD&V
    Niet beantwoord
  • Groen
    "Groen pleit voor een snelle en adequate uitvoering van het nationaal actieplan ter bestrijding van intrafamiliaal geweld met maatregelen en acties op verschillende beleidsniveaus. In dat plan is er nood aan een coherente visie achter het geheel. Bovendien hebben we aandacht voor ouderenmis(be)handeling.

    De preventie van geweld in relaties verloopt volgens Groen het best via gerichte interventies van hulpverleners. Huisartsen, leerkrachten, medewerkers van Kind & Gezin en andere betrokkenen krijgen een doorgedreven opleiding om signalen van partnergeweld en andere vormen van intrafamiliaal geweld te herkennen en er opvolging aan te geven.

    We voorzien eveneens een structurele financiering van de “Meldpunten Misbruik, Geweld en Kindermishandeling”. De hulplijn 1712 wordt bovendien 24 uur op 24 bereikbaar. Ook politiediensten werken aan een meer gendervriendelijk imago en inspecteurs worden beter opgeleid om correct te handelen in situaties van familiaal geweld.

    Een derde doelstelling stelt dat België uitvoering geeft aan de conventie van de Raad van Europa over de preventie van en de strijd tegen geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld. Daarvoor is een verdubbeling van het aantal opvangplaatsen voor vrouwen en kinderen nodig. Er komt ook minstens één huis voor mannen. We maken de vluchthuizen dus toegankelijker, herzien de financiering ervan (zodat wie beroep doet op een vluchthuis enkel nog de verblijfskosten moet betalen) en er komt gratis opvang voor kwetsbare groepen.

    Tot slot pleiten we voor de oprichting van een expertise cel Zeden in alle gerechtelijke arrondissementen met vertegenwoordigers van het parket, federale en lokale politie, de ziekenhuizen en de hulpverlening.

    Met betrekking tot de daders is een structurele uitbouw van dadertherapie en een systematische opvolging van plegers van geweld noodzakelijk. Zo vermijden we dat het geweld zich herhaalt (met eventueel een nieuwe partners).

    Ten slotte richt Groen zich op genitale verminking. Dit is strafbaar in België maar blijft echter een bron van grote bezorgdheid. Zuhal Demir realiseerde in samenwerking met minister van Buitenlandse Zaken, Didier Reynders, een wetgevend kader het reisadvies voor 24 risicolanden. Reizigers werd namelijk duidelijk gemaakt dat wie genitale verminking uitvoert, vergemakkelijkt of bevordert – ook al werd het buiten de landgrenzen uitgevoerd – vervolgd kan worden. Ook werd er een wet goedgekeurd die zorgverleners de mogelijkheid gaf hun beroepsgeheim te doorbreken in geval van genitale verminking.

    Groen wil extra ondersteuning bieden aan verenigingen op gemeenschapsniveau die aan preventie en sensibilisering doen. Zij verrichten heel belangrijk werk. We pleiten voor een uitbreiding van de multidisciplinaire teams die besneden vrouwen behandelen. Er gaat ook meer ondersteuning naar gezondheidswerkers die in contact kunnen komen met besneden vrouwen en meisjes die het risico lopen besneden te worden.

    Eveneens een buitenlands beleid om de strijd tegen genitale verminking te voeren is van belang. Groen wil diplomatiek ijveren voor sterk wettelijk kader, meer informatie over de gezondheidsrisico’s, training van hulpverleners en artsen en sterke publieke verklaringen van onze regering. Bovendien vindt Groen het belangrijk om bij de aanpak van vormen van geweld waarbij de culturele context een rol speelt, migrantenorganisaties te betrekken.”
  • N-VA
    “Reeds in 2015 lanceerde N-VA een wetsvoorstel dat ervoor moet zorgen dat daders van intrafamiliaal geweld en partnergeweld vaker een huisverbod zouden krijgen. Zo’n huisverbod is bij uitstek een preventieve maatregel, die niet alleen geweld voorkomt maar is ook uitermate slachtoffervriendelijk. Zo kan een moeder met kinderen gewoon thuisblijven, terwijl de dader tijdelijk ergens anders verblijft.”
  • Open Vld
    “De 21ste eeuw moet de eeuw van de gelijkberechtigde vrouw worden. We streven naar evenredige participatie en vertegenwoordiging in alle maatschappelijke en politieke geledingen en treden streng op tegen seksueel en partnergeweld, onderdrukking, genitale verminking, gedwongen huwelijken en gedwongen kledingvoorschriften. We zorgen voor een degelijk onthaal van slachtoffers van partnergeweld door de uitbouw van een Family Justice Center in elke provincie.”
  • PVDA
    “We verzamelen statistische gegevens over verschillende vormen van geweld tegen vrouwen. We zetten in op relationele en seksuele vorming op school vanaf het lager onderwijs. We zorgen voor een gepaste basis-en voortgezette opleiding van alle professionals die in contact kunnen komen met slachtoffers van seksueel geweld. We controleren of klachten van vrouwen die slachtoffer zijn van geweld systematisch bij de politie terechtkomen. We bewaken dat het gerecht er zorgvuldig op toeziet.”
  • SP.A
    “We zorgen voor een vorming inzake partnergeweld voor alle professionelen die hiermee in contact kunnen komen (artsen, verplegers, politie...). We maken van de bestrijding van partnergeweld een prioriteit in elke politiezone.

    We organiseren een grootschalig onderzoek om gendergerelateerd geweld in kaart te brengen en zetten een brede campagne op die burgers, v/m/x, informeert over wat seksisme en seksueel grensoverschrijdend gedrag is en waar men terecht kan bij vragen of klachten. Dit doen we in nauwe samenwerking met de sociale partners. We maken de Zorgcentra na Seksueel Geweld gebiedsdekkend, versterken de Family Justice Centra en zorgen voor een strengere strafrechtelijke aanpak van seksistische hatespeech. Het aanhoudende seponeringsbeleid rond verkrachting moet onderzocht en bijgestuurd worden.

    In Vlaanderen is 1712 de telefonische hulplijn voor alle vormen van geweld. Deze telefonische hulplijn moet ook bereikbaar zijn buiten de kantooruren. Daarnaast moeten de operatoren van de telefoonlijn naast een professionele opleiding ook jaarlijks een vorming over (seksueel) grensoverschrijdend gedrag volgen.”
  • Vlaams Belang
    “Net zoals bij alle andere vormen van criminaliteit en geweld vraagt het Vlaams Belang een strenge bestraffing. Bestaande drempels om aangifte te doen moeten zoveel als mogelijk worden weggewerkt. Ook het taboe van partnergeweld tegen mannen moet worden doorbroken.”

Alle partijen gaan unaniem akkoord dat een effectief beleid tegen partnergeweld nodig is. S.PA wil een grootschalig onderzoek rond gendergerelateerd geweld om eerst de problematiek in kaart te brengen. Groen pleit voor een transversale aanpak (nationaal en internationaal beleid, dadertherapie, hulpverlening, nazorg). Open Vld wil dat slachtoffers van partnergeweld beter opgevangen en begeleid worden. Concreter willen Groen en PVDA dat de strijd tegen gendergerelateerd en huiselijk geweld wordt opgevoerd. N-VA geeft aan dat de partij daarom in 2015 een wetsvoorstel indiende om vrouwelijke slachtoffers van partnergeweld beter te beschermen. Groen en Vlaams Belang zijn de enige partijen die laten uitschijnen dat het taboe van partnergeweld tegen mannen moet doorbroken worden. Groen pleit concreet voor een vluchthuis voor mannen. CD&V liet deze vraag onbeantwoord.

Seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag

Uit een studie van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen uit 2010 komt naar voren dat 8,9% van de vrouwen voor hun 18e levensjaar ooit het slachtoffer is geweest van gedwongen seksuele contacten of relaties. In het merendeel van de gevallen is de dader een familielid of iemand uit de directe omgeving. 23% van deze minderjarige vrouwelijke slachtoffers hebben over deze feiten nooit met iemand gepraat.

“Heeft uw partij plannen om seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag tegen mannen en vrouwen te voorkomen en te bestrijden? Indien ja, kunt u een beschrijving van deze plannen geven? Indien uw partij geen plannen heeft kunt u aangeven waarom niet?”
  • CD&V
    “Na evaluatie van de door België al getroffen maatregelen, dient het beleid verder te worden versterkt. Er moet bekeken worden of er een apart actieplan voor seksisme kan worden uitgewerkt. Dit actieplan moet concrete maatregelen en meetbare slaagcriteria bevatten met een realistisch tijdpad. Het nationaal actieplan ter bestrijding van alle vormen van gendergerelateerd geweld wordt geëvalueerd en geactualiseerd. Bovendien moet er op Europees niveau afspraken worden gemaakt rond de definitie van gendergerelateerd cybergeweld en werk worden gemaakt van betere gegevensverzameling en wetgeving hieromtrent. Om polygamie en gedwongen huwelijken wereld uit te helpen, wordt de focus gelegd preventie en sensibilisering.

    België kampt met een groeiend probleem van genitale verminking bij meisjes en vrouwen. Sinds 2018 zijn artsen verplicht genitale verminking te registreren. Ook hun spreekplicht werd uitgebreid. Hierdoor kan men beter in kaart brengen welke meisjes een besnijdenis riskeren. Het gevoerde beleid ten opzichte van vrouwelijke genitale verminking moet worden versterkt. Vooral inzake detectie, ondersteuning en opvang van slachtoffers, toegang tot justitie en gerechtelijke vervolging kan het nog beter. CD&V wil nog meer bekendheid geven aan de twee referentiecentra genitale verminking waar slachtoffers terecht kunnen voor seksuologische, medische en psychologische begeleiding.

    CD&V wil een evaluatie van de pilootprojecten rond multidisciplinaire centra inzake seksueel geweld, een verderzetting van de werking en nieuwe zorgcentra in elke provincie. Voldoende woningen voor crisisopvang van slachtoffers is een belangrijk aandachtspunt.

    Er moet ook specifieke aandacht besteed worden aan mediawijsheid bij jongeren rond seksueel overschrijdend gedrag en online seksueel misbruik.

    CD&V is voorstander van een verplichte opleiding voor magistraten over seksueel geweld en hoe hier mee om te gaan. Ook met betrekking tot tienerpooiers en hun slachtoffers, moeten bijkomende inspanningen geleverd worden. Het actieplan voor een betere bescherming van slachtoffers van tienerpooiers moet in de praktijk worden omgezet. De ketengerichte aanpak van dit probleem moet als inspiratie dienen voor andere maatschappelijke problemen: preventie, bescherming, vervolging en partnerschappen met experten, welzijn, politie en justitie.

    We hebben blijvende aandacht voor de strijd tegen mensensmokkel en mensenhandel, met oog voor de opvang en begeleiding van slachtoffers. Speciale aandacht schenken we aan seksuele uitbuiting en prostitutie als vorm van mensenhandel.

    Ondanks verschillende initiatieven, blijft discriminatie en geweld tegen holebi’s, transgender en intersekse/DSD-personen een maatschappelijk probleem. CD&V ondersteunt en actualiseert het bestaande interfederaal actieplan tegen geweld en discriminatie ten aanzien van LGBTI-personen. De organisatie van de klankbordgroep intersekse wordt verdergezet. Deze klankbordgroep is samengesteld uit de belangrijkste ‘stakeholders’ op het vlak van intersekse/DSD. De groep zorgt voor actieve inbreng bij beleidsdiscussies en verstrekt informatie over vormen van intersekse/DSD.

    Om geweld en discriminatie op grond van ras en afkomst in alle domeinen van de samenleving tegen te gaan en vooroordelen en stereotypen te bestrijden, wil CD&V, samen met het middenveld, werk maken van een nationaal actieplan tegen racisme en discriminatie. Binnen dit actieplan moet de nadruk gelegd worden op een structurele aanpak van racisme, discriminatie op basis van afkomst, xenofobie en haatdiscours. We hebben speciale aandacht voor meervoudige discriminatie.

    Mensen kunnen immers op basis van meerdere kenmerken tegelijk het slachtoffer worden van discriminatie. Bovendien leidt deze meervoudige discriminatie tot een nog sterkere uitsluiting.

    De genderwet, de antidiscriminatie- en de antiracismewetten zijn pijlers om tot meer inclusiviteit te komen. Het is voor CD&V belangrijk dat de evaluatie die van deze wetten is gebeurd, leidt tot een betere toepassing. We zien ook een belangrijke rol voor het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen en voor Unia, het interfederale gelijkekansencentrum, om op een onafhankelijke manier mensen bij te staan die gediscrimineerd worden.”
  • Groen
    "De getuigenissen en alarmerende cijfers over de fysieke integriteit van sporters, van mensen in de media en de culturele sector vergen een meer alerte overheid. Sectoren zoals sport, onderwijs, cultuur, media, zorg en ondernemen sturen we aan om op een juiste manier op te treden tegen grensoverschrijdend gedrag.

    Een eerste maatregel betreft het zichtbaar maken van het ‘dark number’ van seksueel geweld in de Veiligheidsmonitor van de Federale Politie. Er wordt eveneens op regelmatige basis onderzoek uitgevoerd om (vooruitgang van) attitudes ten opzichte van geweld tegen vrouwen en mannen te meten. Campagnes richten zich op de pijnpunten die aan de oppervlakte komen.

    Vervolgens wil Groen bedrijven, instellingen en verenigingen ondersteunen om een code op te stellen tegen seksisme en intimidatie. De code behandelt mechanismes die algemeen zijn of specifiek voor de organisatie.

    Ten derde pleit Groen voor een lik-op-stuk-beleid ten aanzien van seksuele intimidatie op straat door inzet van 'lokvrouwen' (vrouwelijke politieagenten in burger) en 'lokhomo's' (agenten in burger die hand in hand met een collega van hetzelfde geslacht op straat lopen) op plekken waar het risico groot is - steeds met versterking in de nabijheid. Het gaat om regelmatige controles, omkaderd door onderzoek, in verschillende steden.

    Daarnaast zet Groen zowel in op adequate hulpverlening voor slachtoffers van seksueel geweld als op de begeleiding van daders. Daderbegeleiding is van belang om te vermijden dat geweld zich herhaalt. Dit vraagt een structurele uitbouw van dadertherapie en een systematische opvolging van plegers van geweld. Die dadertherapie willen we zowel buiten al binnen de gevangenismuren uitbouwen. Meer nog, we voorzien seksuele delinquenten in de gevangenis van verplichte therapie en ijveren voor een grondige opvolging na de vrijlating.

    We ontwikkelen bovendien een actieplan dat gericht is op bewustmaking, opleiding, training van professionals, preventieve interventies en behandelingsprogramma’s om seksisme tegen te gaan. De overheid betrekt de private sector, het onderwijs en de media. Sociale media zijn een handig middel om specifieke doelgroepen te bereiken. Ze laten toe om constructieve boodschappen en relevante ervaringen te delen.”
  • N-VA
    “De strijd tegen seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag blijft voor de N-VA een prioriteit. We ondersteunen dan ook de concrete aanbevelingen die de commissie grensoverschrijdend gedrag in 2018 deed aan de Vlaamse Regering inzake het beleid tegen grensoverschrijdend gedrag.

    We rollen de zorgcentra na seksueel geweld in elke provincie en de “family justice centers” verder uit. Voor de specifieke problematiek van stalking breiden we de stalkingsapp verder uit om zo dodelijke slachtoffers te voorkomen."
  • Open Vld
    “Vandaag worden nog te veel vrouwen geconfronteerd met grensoverschrijdend gedrag. Op het werk, in het uitgaansleven, in het onderwijs... Ons antwoord hierop is duidelijk: zonder toestemming houdt men de handen thuis. Een teken van fundamenteel respect voor mekaar, wat eigenlijk de norm hoort te zijn.”
  • PVDA
    “We zetten een collectieve arbeidsovereenkomst #Metoo op, die meer preventie op het werk waarborgt. We breiden de openingsuren van de telefoonlijnen voor slachtoffers van seksueel geweld uit zodat ze 24/7 bereikbaar zijn. We verhogen de financiering ervan. We bouwen de Zorgcentra na Seksueel Geweld uit van 3 naar 10: één in elke provincie.”
  • S.PA
    “#MeToo maakte seksisme (seksueel) grensoverschrijdend gedrag meer bespreekbaar. We organiseren een grootschalig onderzoek om gendergerelateerd geweld in kaart te brengen en een brede campagne op die burgers, v/m/x, informeert over wat seksisme en seksueel grensoverschrijdend gedrag is en waar men terecht kan bij vragen of klachten. Dit doen we in nauwe samenwerking met de sociale partners. We maken de Zorgcentra na Seksueel Geweld gebiedsdekkend, versterken de Family Justice Centra en zorgen voor een strengere strafrechtelijke aanpak van seksistische hatespeech. Het aanhoudende seponeringsbeleid rond verkrachting moet onderzocht en bijgestuurd worden.

    Vandaag ontbreekt een totaalbeeld van het aantal en de aard van de klachten over seksueel grensoverschrijdend gedrag op het werk. Daarom willen we klachten voortaan centraal registreren bij het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM). Hiervoor garanderen we de nodige middelen.

    We voorzien, net zoals in Nederland, een verstrenging van de zedenwetgeving met betrekking tot digitale vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag, in het bijzonder wanneer het minderjarigen betreft.

    De voorbije jaren kwamen schrijnende verhalen over grensoverschrijdend gedrag in diverse sectoren zoals cultuur, media en sport aan het licht. sp.a wil dat er een permanente monitoring komt van de evolutie van grensoverschrijdend gedrag en dat hier door overheid en koepelorganisaties duidelijke actieplannen worden rond gemaakt. De drempel om klacht neer te leggen wordt verlaagd.”
  • Vlaams Belang
    “Net zoals bij alle andere vormen van criminaliteit en geweld vraagt het Vlaams Belang een strenge bestraffing van daders, betere begeleiding van slachtoffers. Bestaande drempels om aangifte te doen moeten zoveel als mogelijk worden weggewerkt.”

“Heeft uw partij gerichte sectormaatregelen in verband met seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag? Indien uw partij geen plannen heeft kunt u aangeven waarom niet?”
  • CD&V
    Niet beantwoord
  • Groen
    “Allereerst acht Groen het nodig om veranderingen binnen de politiediensten door te voeren. Zo willen we de module ‘seksueel geweld’ verplicht toe voegen in het curriculum van de basisopleiding tot politie-inspecteur. Het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding voorziet eveneens trainingsprogramma’s voor de ondervraging van daders.Daarnaast is een uniform draaiboek voor het eerste onthaal en verhoor van slachtoffers van seksueel geweld van belang. Onder meer een adequate procedure om het slachtoffer naar het ziekenhuis te vervoeren is belangrijk. Hiernaast beschikken ook alle politiezones over een kwaliteitsvol slachtofferlokaal.

    Daarnaast heeft Groen maatregelen met betrekking tot justitie. Zo willen we de verjaringstermijn om een klacht in te dienen voor volwassen slachtoffers naar tien jaar brengen, diezelfde termijn geldt ook voor minderjarigen. Vervolgens willen we het register van seksuele delinquenten operationeel maken door een DNA-databank van beschuldigden en verdachten in te voeren. Ten derde wil Groen zorgen voor audiovisuele opnames van de verhoren. Dit is ook mogelijk voor minderjarigen indien zij hier daarin toestemmen. Tot slot willen we de slachtoffers van seksueel geweld op de hoogte brengen wanneer de mogelijkheid bestaat dat er strafuitvoeringsmodaliteiten of -maatregelen worden toegekend aan de dader.

    Ten derde mogen we de gezondheidsschade van uitsluiting en geweld niet onderschatten. Het stigma, de discriminatie en de minderheidsstatus maken mensen extra kwetsbaar op vlak van geestelijke gezondheid. We investeren daarom ook in de uitbouw en structurele verankering van doelgroepgerichte psychosociale zorg. We bevorderen kennis en deskundigheid over hulpverlening voor slachtoffers van verschillende types van psychisch geweld.”
  • N-VA
    “De lopende en geplande beleidsacties in het kader van de actieplannen voor de bevordering en bescherming van de fysieke, psychische en seksuele integriteit van de minderjarige in de jeugdhulp en de kinderopvang, het onderwijs, en de jeugd- en sportsector moeten voortgezet en uitgevoerd worden.”
  • Open Vld
    “We hebben dus twee grote opdrachten:
    1) Vrouwen wapenen tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag;
    2) Mannen duidelijk maken dat seksueel grensoverschrijdend gedrag ‘no pasaran’ is.

    Niet te overzien is het feit dat er ook mannen die het slachtoffer worden van grensoverschrijdend gedrag. Ook zij verdienen onze aandacht.

    Het is bovendien een wereldwijde opdracht. In ons land kennen we gelukkig een ver gevorderde gelijkheid tussen vrouwen en mannen, maar zelfs bij ons blijft het een dagelijkse opdracht om er verder aan te werken. In andere delen van de wereld zitten vrouwen nog in een ondergeschikte positie en hebben ze bovendien geen mondigheid om mistoestanden aan te klagen. Vice-premier Alexander De Croo heeft zijn bevoegdheid  Ontwikkelingssamenwerking optimaal gebruikt om te werken aan het verbeteren van de maatschappelijke positie van vrouwen wereldwijd, en in de ontwikkelingslanden in het bijzonder."
  • PVDA
    “Wij staan positief tegenover dit idee, maar we hebben dit nog niet concreet uitgewerkt.”
  • S.PA
    “sp.a legt een sterke focus op tienerpooierschap. We voorzien in specifieke opvang en begeleiding voor tienerpooierslachtoffers in een omgeving zonder invloed van daders. We richten gespecialiseerde ‘shelters’ op voor de eerste onmiddellijke opvang van deze slachtoffers als eerste stap in de hulpverleningsketen.

    We zetten een centraal aanmeldingssysteem op bij de centra voor mensenhandel om slachtoffers van tienerpooiers te registreren. Dat brengt het fenomeen in kaart, detecteert regio’s en zorgt voor een betere begeleiding van minderjarige slachtoffers. We zorgen voor gecoördineerde samenwerking en expertise-uitwisseling tussen jeugdhulpverleners onderling, de centra voor mensenhandel, justitie en politie. We organiseren vorming in de jeugdhulp om het fenomeen tienerpooierschap beter te leren kennen en ermee te leren omgaan.”
  • Vlaams Belang
    Niet beantwoord

Alle partijen zijn het erover eens dat een effectief beleid tegen seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag nodig is. CD&V, N-VA, Open VLD en Vlaams Belang halen geen concrete maatregelen aan. PVDA staat open voor een actieplan maar heeft er nog geen uitgewerkt. SP.A wil een gecoördineerde samenwerking en expertise-uitwisseling tussen jeugdhulpverleners onderling, de centra voor mensenhandel, justitie en politie, maar de partij haalt niet aan hoe ze dit exact willen verwezenlijken. Dit in tegenstelling tot CD&V en Groen, zij willen een transversale en concrete aanpak tegen seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend met specifieke richtlijnen (justitie, beleid, hulpverlening en nazorg slachtoffers). Groen is de enige partij die pleit voor dadertherapie.

REALISATIE DOELSTELLING PARTIJPROGRAMMA'S

Een belangrijk doel van deze analyse is te onderzoeken wat de regerende politieke partijen hebben gerealiseerd inzake gendergelijkheid, aan de hand van plannen en doelstellingen die zij hadden opgenomen in hun partijprogramma's van 2014 inzake gelijke onderwijskansen voor meisjes en jongens en het bestrijden en voorkomen van partnergeweld, seksueel geweld en grensoverschrijdend gedrag. Alleen CD&V beantwoordde een aantal vragen. N-VA beantwoordde slechts een vraag, over partnergeweld. Klik op het pijltje naast elk thema om de individuele antwoorden van CD&V en N-VA te bekijken.

Gender en onderwijs

"In hoeverre heeft CD&V gerealiseerd dat scholen radicaal kiezen voor gelijkheid tussen meisjes en jongens en respect voor elkaars seksuele geaardheid?"

"Een aantal initiatieven die deze legislatuur genomen werden, moeten die doelstelling alvast vooruit helpen. 

Momenteel worden nieuwe eindtermen vastgelegd voor secundair en basisonderwijs. Ze zijn geordend volgens 16 sleutelcompetenties en scholen moeten ze met de leerlingengroep bereiken. De nieuwe eindtermen worden gefaseerd ingevoerd vanaf september 2019, te beginnen met de eerste graad secundair onderwijs. Relevant is onder meer dat in de nieuwe eindtermen o.a. de volgende doelstellingen vervat zitten over nieuwe, te bereiken competenties die verband houden met relaties en seksualiteit, genderopvattingen, niet-heteronormatieve seksualiteit etc:

1. Competenties op het vlak van lichamelijk, geestelijk en emotioneel bewustzijn/gezondheid: een gezonde levensstijl opbouwen, onderhouden en versterken. 
1.7 De leerlingen verklaren mentale en lichamelijke ontwikkelingen binnen de puberteit. 
Met inbegrip van kennis: 
*Conceptuele kennis: - Morfologische ontwikkelingen binnen de puberteit - Gepercipieerd lichaamsbeeld versus ideaalbeeld - Seksuele oriëntatie, identiteit en gender; 
Met inbegrip van dimensies:
*Cognitieve dimensie: beheersingsniveau begrijpen 
*Affectieve dimensie: Voorkeur tonen voor en belang hechten aan waarden, opvattingen, gedragingen, gebeurtenissen, informatie, taken, strategieën,… 
1.8 De leerlingen beschrijven hoe om te gaan met relationele en seksuele gezondheid en integriteit.
Met inbegrip van kennis: 
*Conceptuele kennis: - Seksueel en relationeel gedrag, met aandacht voor toestemming, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, passend bij de leeftijd, passend in de context, zelfrespect - Relationele en seksuele ontwikkeling en beleving - Organisaties voor informatie en hulpverlening - Vruchtbaarheid, anticonceptie, preventie van SOA's 
Met inbegrip van dimensies: 
*Cognitieve dimensie - beheersingsniveau begrijpen 
*Affectieve dimensie: Voorkeur tonen voor en belang hechten aan waarden, opvattingen, gedragingen, gebeurtenissen, informatie, taken, strategieën,…

Ook in de nieuwe eindtermen m.b.t. burgerzin is de aandacht voor diversiteit, interculturaliteit,… wel groter. We kunnen dus stellen dat de nieuwe eindtermen alvast een vooruitgang t.o.v. de bestaande eindtermen zijn. 

De nieuwe eindtermen vragen ook een herwerking van de leerplannen, en waarschijnlijk ook het selecteren van nieuwe handboeken of ander didactisch materiaal. Het is de bedoeling dat leerkrachten bij het kiezen van een geschikt handboek/ lesmateriaal oog hebben voor de hedendaagse maatschappij, (gender)stereotypen incluis, in al haar diverse facetten. 

Het werk van actoren zoals RoSa, çavaria e.a. maar ook de genderklikwebsite van de Vlaamse overheid etc. verspreiden mee expertise en stevige content én bv. ook checklists vanuit middenveld en onderwijsactoren allerhande, die als leidraad kunnen dienen om leermiddelen goed te beoordelen. 

Voorts heeft deze legislatuur ook ingezet op de beschikbaarheid van gratis nascholingen en coaching over die thema’s door twee voltijdse vormingsmedewerkers te garanderen bij çavaria vzw (subsidie onderwijswerking van € 72.000 en 1 VTE gedetacheerde onderwijs). Scholen, lerarenopleidingen en allerlei onderwijsactoren (VSK, CLB, pedagogische begeleidingsdiensten…) kunnen op hun expertise een beroep doen voor om genderbewuste en LGBT+ inclusieve scholen – in alle facetten, van schoolbeleid tot klasvloer - verder vorm te geven.

Uiteraard is dit niet los te zien van het bredere beleid inzake fysieke integriteit, relationele en seksuele vorming, tegengaan van grensoverschrijdend gedrag vanuit onderwijsbeleid en andere bevoegdheidsdomeinen op Vlaams en federaal niveau."

"In hoeverre is CD&V haar doelstelling nagekomen om genderstereotiepe studiekeuzes terug te dringen en meisjes gesensibiliseerd door te laten stromen naar een technische en wetenschappelijke richting?"

"Onder impuls van het STEM-actieplan 2012-2020 heeft Hilde Crevits, Vlaams minister van onderwijs, deze legislatuur sterk ingezet op de instroom in STEM-opleidingen en het uitbouwen van een STEM-loopbaan. Er gaat bijzondere aandacht naar de keuzes van meisjes waarvoor specifieke indicatoren werden bepaald. Het geheel van indicatoren wordt opgevolgd in de jaarlijkse STEM-monitor waarin 2010-2011 dienst doet als referentiejaar.
 
Algemeen zien we in de STEM-monitor 2018 dat in 2016-2017 het héle secundair onderwijs ten opzichte van 2015-2016 het percentage leerlingen in een STEM-studierichting in het eerste leerjaar van de derde graad met 0,73 procentpunt gestegen is tot 45,03%.

Het percentage STEM-meisjes zit in het eerste leerjaar van de tweede graad op 25,88% (0,8 procentpunt meer dan in 2015-2016). In het eerste leerjaar van de derde graad zijn er 30,67% STEM-meisjes (+ 0,5 procentpunt t.o.v. 2015-2016). Hiermee blijven we het qua meisjes beter doen dan in 2010-2011 (27,46%) maar hebben we de vooropgestelde 33,33% voor 2020 nog niet bereikt. Er is ook weinig evolutie merkbaar, zeker als we de verschillen in de onderwijsvormen van het secundair onderwijs nader bekijken.
 
Het aandeel meisjes in STEM-studierichtingen in het secundair onderwijs neemt toe maar blijft over het algemeen lager dan het aandeel jongens. Het percentage meisjes in STEM-studierichtingen is in het eerste leerjaar van de tweede graad aso 46%. In het eerste leerjaar van de derde graad ASO loopt het aandeel STEM-meisjes op tot ruim 50%. Het aandeel meisjes in STEM binnen TSO (11,06% in tweede graad en 15,16% in derde graad) en BSO (5,81% in tweede graad en 3,77% in derde graad) is laag tot niets minder dan extreem laag. Er is binnen TSO in het eerste leerjaar van de derde graad een stijging met goed 1,35 procentpunt t.o.v. de nulmeting, maar het aandeel meisjes blijft een ernstige zorg. In het BSO en TSO zijn we dus nog steeds zeer ver verwijderd van de gevraagde 33,33% van het Platform.
 
Steeds meer leerlingen met een STEM-diploma secundair onderwijs stromen door naar een STEM-richting in het hoger onderwijs. Zeker bij de meisjes wordt grote vooruitgang geboekt. De indicator voor het vrouwenaandeel bij de academische bachelors (33,50% tegen 2020) was reeds gehaald. Daar halen we ondertussen zelfs 40,27%. De instroom in de professionele bachelor stabiliseert en het aandeel meisjes in de professionele bachelor daalt er met 0,5% tot 22,88%. Dit vormt een aandachtspunt.

In de masteropleidingen blijft het percentage STEM nog altijd 1,12% hoger dan in het referentiejaar. Het aandeel vrouwen in STEM-opleidingen in het eerste masterjaar blijft eveneens stijgen. Met 36,01 % zijn de meisjes 3,58 %-punten gestegen t.o.v. het referentiejaar."

"In hoeverre is CD&V haar doelstelling nagekomen om bijzonder aandacht te besteden aan meisjes om het ontwikkelingsbeleid centraal te laten stellen binnen het onderwijs?"

"Ontwikkelingseducatie of Noord-Zuid-educatie wordt aangepakt via een aantal organisaties zoals VVOB, Djapo en Studio Globo. Gender is één van de hoofdaccenten van hun werking omdat de situaties van meisjes en vrouwen in het Zuiden vaak erg precair is.

 
Het Vlaams parlement heeft in 2015 een resolutie aangenomen betreffende onderwijs en ontwikkelingssamenwerking. Hierin wordt opgeroepen om onderwijs te integreren in de Vlaamse ontwikkelingssamenwerkingsprogramma’s. De resolutie legt een belangrijke focus op onderwijs voor meisjes: "Meisjes die naar school gaan trouwen later, krijgen minder kinderen, hebben een beter inkomen, worden minder het slachtoffer van (seksueel) geweld, kunnen zich beschermen tegen kindhuwelijken en andere schadelijke traditionele praktijken. Via het onderwijs krijgen geboorteplanning, seksuele en reproductieve rechten een draagvlak. Onderwijs voor meisjes geeft meisjes en vrouwen met andere woorden de kans om hun eigen keuzes te maken en een vol en menswaardig leven uit te bouwen.”
 
VVOB, die onderwijsprogramma’s uitvoert in tien landen in het Zuiden, zet ook sterk in op gender. Het project eNSPIRED wil een internationale dialoog aangaan over gelijkheid in een onderwijscontext. Ook hier komt het thema gender prominent aan bod." 

CD&V nam in haar partijprogramma van 2014 op dat scholen moeten streven naar gelijke onderwijskansen voor meisjes en jongens. Uit het antwoord van CD&V bleek dat scholen minimumdoelen kregen op het vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes. Verder ging CD&V in op een aantal initiatieven die hun doelstelling vooruit moesten helpen. Een belangrijk instrument op dat vlak waren de eindtermen/ ontwikkelingsdoelen. Voorts werd CD&V de vraag gesteld in hoeverre CD&V haar doelstelling was nagekomen om genderstereotiepe studiekeuzes terug te dringen en meisjes gesensibiliseerd door te laten stromen naar STEM-richtingen. CD&V verwees hiervoor naar het STEM-actieplan 2012-2020 met aandacht naar de instroom in STEM-opleidingen en het uitbouwen van een STEM-loopbaan. Hierbij werd specifiek gekeken naar de keuzes van meisjes en vrouwen waarvoor specifieke indicatoren werden bepaald. Er is echter meer sensibilisering nodig om meisjes geïnformeerd te laten instromen in de STEM-opleidingen binnen BSO en TSO.

Partnergeweld

“In hoeverre heeft N-VA de ontwikkeling van signaaldetectoren zoals een oproepnummer, een online hulpaanbod en een informatieve website om tijdig te kunnen ingrijpen bij partnergeweld bewerkstelligd?”

“Reeds in 2015 lanceerde N-VA een wetsvoorstel dat ervoor moet zorgen dat daders van intrafamiliaal geweld en partnergeweld vaker een huisverbod zouden krijgen. Zo’n huisverbod is bij uitstek een preventieve maatregel, die niet alleen geweld voorkomt maar is ook uitermate slachtoffervriendelijk. Zo kan een moeder met kinderen gewoon thuisblijven, terwijl de dader tijdelijk ergens anders verblijft.”

In 2015 diende N-VA een wetsvoorstel in dat ervoor moet zorgen dat daders van intrafamiliaal geweld en partnergeweld vaker een huisverbod zouden krijgen.

Seksueel geweld en grensoverschrijdend gedrag

"In hoeverre is CD&V haar doelstelling nagekomen om het brede publiek te sensibiliseren om aangifte te doen van seksueel geweld?"

"Met de app 'Blijf van mijn lijf' van Bianca Debaets kunnen mensen (in Brussel) wanneer ze geïntimideerd/aangevallen worden in de publieke ruimte, een noodsignaal geven aan de directe omgeving en medegebruikers van de app. De gegevens kunnen ook gebruikt worden om politiepatrouilles in burger beter te sturen."

Op de vraag in hoeverre CD&V haar doelstelling is nagekomen om het brede publiek te sensibiliseren om aangifte te doen van seksueel geweld, haalt de partij de realisatie van de applicatie 'Blijf van mijn lijf' aan. De app geeft vrouwen (en mannen) de mogelijkheid om seksueel geweld of seksuele intimidatie te melden. De gegevens kunnen ook worden gebruikt om politiepatrouilles in burger beter te sturen.

CONCLUSIE REALISATIES

Het beeld dat uit bovenstaande analyse naar voren komt, is dat CD&V was toegewijd aan eindtermen/ontwikkelingsdoelen van de overheid om op deze manier scholen radicaal te laten kiezen voor gelijkheid tussen meisjes en jongens. Verder hechtte CD&V belang aan gendergerelateerde organisaties waar scholen een beroep konden doen om een genderbewuste en LGBT+ of inclusieve school te kunnen zijn. Met betrekking tot genderstereotiepe studiekeuzes verwees CD&V naar een actieplan dat om de zoveel tijd werd opgesteld om meisjes gesensibiliseerd door te laten stromen naar een technische en wetenschappelijke richting. 

N-VA diende in 2015 een wetsvoorstel in dat ervoor moet zorgen dat daders van intrafamiliaal geweld en partnergeweld vaker een huisverbod zouden krijgen.

ALGEMENE CONCLUSIE

Deze analyse behandelde  volgende maatschappelijke/sociale kwesties: het bevorderen van gelijke onderwijskansen voor meisjes en jongens, het bestrijden en voorkomen van partnergeweld, seksueel geweld & grensoverschrijdend gedrag.

De grote meerderheid van de ondervraagde partijen vindt dat er nood is aan sensibilisering rond gender in het onderwijs. CD&V, Groen, PVDA en SP-A  willen dat er dieper wordt ingegaan op genderthema’s binnen de lerarenopleiding. N-VA erkent dat we oog moeten hebben voor het binnensluipen van genderstereotypen in het schoolboeken, maar gaat er niet dieper op in. Open Vld ziet een bijzondere rol weggelegd voor educatieve uitgeverijen voor een diverser schoolmateriaal. Vlaams Belang mengt zich niet in het debat omdat de partij gender niet als een probleem beschouwt.

Een effectief beleid tegen partnergeweld, seksueel geweld en grensoverschrijdend gedrag is ook nodig. S.PA wil eerst een grootschalig onderzoek om de problematiek in kaart te brengen. Groen & CD&V pleiten voor een transversale aanpak (nationaal en internationaal beleid, hulpverlening en nazorg). PVDA wil dat de strijd tegen geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld opgevoerd wordt, terwijl Vlaams Belang aangeeft dat ook mannelijke slachtoffers niet mogen vergeten worden. N-VA geeft aan dat dat de partij in 2015 een wetsvoorstel indiende om vrouwelijke slachtoffers van partnergeweld beter te beschermen. Voorts geeft Groen als enige partij aan dat dadertherapie ook nodig is.

Het valt niet te analyseren welke plannen en doelstellingen de regerende partijen CD&V, N-VA en Open Vld ter bevordering van gendergelijkheid inzake de vermelde maatschappelijke kwesties hebben gerealiseerd. CD&V beantwoordde een aantal vragen, N-VA een vraag en Open Vld geen enkele vraag.

Dat leidt tot de conclusie dat tastbare resultaten op het gebied van gendergelijkheid vooralsnog beperkt zijn.


Meer weten?

Bron hoofdafbeelding: Element5 Digital via Unsplash

Bron banner: The Pencils of Eline

Op de hoogte blijven van RoSa thema's en actua?

Ontvang onze tweewekelijkse Pers:pectief waarin we een actueel of onderbelicht thema bespreken vanuit een genderperspectief, of kies voor onze driemaandelijkse Uitgelezen met tal van boekrecensies, interviews, de nieuwste aanwinsten in onze almaar groeiende collectie en nog veel meer, telkens rond één specifiek thema.

Schrijf je in