Met het oog op de verkiezingen van 26 mei, vroeg RoSa aan de zeven grootste Vlaamse politieke partijen (CD&V, Groen, N-VA, Open Vld, SP.A, PVDA en Vlaams Belang) naar hun plannen op het vlak van gendergelijkheid. Bij de ex-regerende partijen polsten we ook naar hun gerealiseerde doelstellingen. In deze nieuwsbrief publiceren we het tweede deel van de bevraging: over diverse sociale kwesties.
Gepubliceerd op 22/05/2019
Om gendergelijkheid te realiseren, is het nodig dat politieke partijen concrete aandacht hebben voor maatschappelijke genderkwesties, zoals het bevorderen van gelijke onderwijskansen voor meisjes en jongens, het bestrijden en voorkomen van partnergeweld, seksueel geweld & grensoverschrijdend gedrag.
Daarom vroeg RoSa de zeven grootste partijen (CD&V, Groen, N-VA, Open Vld, PVDA, SP.A en Vlaams Belang) of en in welke mate ze plannen hebben opgenomen in hun programma’s inzake deze thema’s. Bij de partijen die deel uitmaakten van de regering (CD&V, N-VA en Open Vld) polsten we naar een evaluatie van hun doelstellingen ter bevordering van gendergelijkheid uit hun verkiezingsprogramma’s van 2014, en in hoeverre ze deze gerealiseerd hebben. We maken daarna zelf een beknopte analyse van de conclusies.
De data voor dit onderzoek zijn afkomstig van vragenlijsten waarmee we bij de zeven grootste Vlaamse partijen peilden naar hun plannen en doelstellingen. Het onderzoek bestond uit open vragen. Sommige partijen reageerden niet, uitgebreider of concreter op vragen dan andere partijen. We geven hun reacties hier letterlijk weer zoals zij die zelf neergepend hebben
Klik op het pijltje naast de thema's om de individuele antwoorden van de partijen te bekijken. Onder ieder thema lees je onze beknopte analyse van de gegeven antwoorden.
Volgens het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen is gender het maatschappelijk mechanisme dat een onderscheid maakt tussen mensen op basis van hun geslacht en dat ongelijkheden tussen vrouwen en mannen in stand houdt. Dit mechanisme zichtbaar maken is vaak een eerste stap, waarbij het onderwijs een rol kan spelen. Statistieken en indicatoren vormen hierbij een belangrijk hulpmiddel.
"Welke standpunten en doelstellingen heeft uw partij om informatie over gender te integreren in het onderwijs? Kunt u een beschrijving geven? Indien uw partij hierover geen plannen heeft kunt u aangeven waarom niet?”
De grote meerderheid van de ondervraagde partijen vindt dat er nood is aan sensibilisering rond gender in het onderwijs. CD&V, Groen, PVDA en SP.A willen dat er dieper wordt ingegaan op genderthema’s binnen de lerarenopleiding. Scholen moeten ook beter begeleid worden inzake relationele en seksuele vorming vinden Groen, PVDA en Open Vld. Hiervoor moet beroep gedaan worden op externe experten vinden PVDA en Groen. Voor Open Vld en Groen is een bijzondere rol weggelegd voor educatieve uitgeverijen wat betreft diverser les- en beeldmateriaal over gender, relatievormen, gezinstypes en seksuele oriëntatie op school. N-VA erkent dat we oog moeten hebben voor het binnensluipen van genderstereotypen in schoolboeken, maar uiteindelijk draait het voor de partij over ‘de juiste persoon op de juiste plek’. Vlaams Belang mengt zich niet in het debat omdat de partij gender niet als een probleem beschouwt.
Uit een studie van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (2010) is naar voor gekomen dat één vrouw op zeven in de loop van de voorbije 12 maanden te maken kreeg met ten minste één daad van geweld door haar (ex-)partner. In de meeste gevallen blijkt dit geweld te zijn gepleegd door mannen en is het slachtoffer een vrouw. Verbaal geweld is veruit de meest voorkomende vorm (41,5%), gevolgd door intimidatie (22%) en vervolgens slagen (15%). Vooral vrouwen zijn het slachtoffer van seksueel geweld (5,6% tegen 0,8% mannen), en het zijn ook vrouwen die het vaakst worden opgesloten of uit het huis worden gezet (5,9%, tegen 2,7% voor de mannen).
“Welke doelstellingen heeft uw partij om partnergeweld integraal aan te pakken? Kunt u een beschrijving van deze plannen geven? Indien uw partij hierover geen plannen heeft kunt u aangeven waarom niet?”
Alle partijen gaan unaniem akkoord dat een effectief beleid tegen partnergeweld nodig is. S.PA wil een grootschalig onderzoek rond gendergerelateerd geweld om eerst de problematiek in kaart te brengen. Groen pleit voor een transversale aanpak (nationaal en internationaal beleid, dadertherapie, hulpverlening, nazorg). Open Vld wil dat slachtoffers van partnergeweld beter opgevangen en begeleid worden. Concreter willen Groen en PVDA dat de strijd tegen gendergerelateerd en huiselijk geweld wordt opgevoerd. N-VA geeft aan dat de partij daarom in 2015 een wetsvoorstel indiende om vrouwelijke slachtoffers van partnergeweld beter te beschermen. Groen en Vlaams Belang zijn de enige partijen die laten uitschijnen dat het taboe van partnergeweld tegen mannen moet doorbroken worden. Groen pleit concreet voor een vluchthuis voor mannen. CD&V liet deze vraag onbeantwoord.
Uit een studie van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen uit 2010 komt naar voren dat 8,9% van de vrouwen voor hun 18e levensjaar ooit het slachtoffer is geweest van gedwongen seksuele contacten of relaties. In het merendeel van de gevallen is de dader een familielid of iemand uit de directe omgeving. 23% van deze minderjarige vrouwelijke slachtoffers hebben over deze feiten nooit met iemand gepraat.
“Heeft uw partij plannen om seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag tegen mannen en vrouwen te voorkomen en te bestrijden? Indien ja, kunt u een beschrijving van deze plannen geven? Indien uw partij geen plannen heeft kunt u aangeven waarom niet?”
“Heeft uw partij gerichte sectormaatregelen in verband met seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag? Indien uw partij geen plannen heeft kunt u aangeven waarom niet?”
Alle partijen zijn het erover eens dat een effectief beleid tegen seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag nodig is. CD&V, N-VA, Open VLD en Vlaams Belang halen geen concrete maatregelen aan. PVDA staat open voor een actieplan maar heeft er nog geen uitgewerkt. SP.A wil een gecoördineerde samenwerking en expertise-uitwisseling tussen jeugdhulpverleners onderling, de centra voor mensenhandel, justitie en politie, maar de partij haalt niet aan hoe ze dit exact willen verwezenlijken. Dit in tegenstelling tot CD&V en Groen, zij willen een transversale en concrete aanpak tegen seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend met specifieke richtlijnen (justitie, beleid, hulpverlening en nazorg slachtoffers). Groen is de enige partij die pleit voor dadertherapie.
Een belangrijk doel van deze analyse is te onderzoeken wat de regerende politieke partijen hebben gerealiseerd inzake gendergelijkheid, aan de hand van plannen en doelstellingen die zij hadden opgenomen in hun partijprogramma's van 2014 inzake gelijke onderwijskansen voor meisjes en jongens en het bestrijden en voorkomen van partnergeweld, seksueel geweld en grensoverschrijdend gedrag. Alleen CD&V beantwoordde een aantal vragen. N-VA beantwoordde slechts een vraag, over partnergeweld. Klik op het pijltje naast elk thema om de individuele antwoorden van CD&V en N-VA te bekijken.
"In hoeverre heeft CD&V gerealiseerd dat scholen radicaal kiezen voor gelijkheid tussen meisjes en jongens en respect voor elkaars seksuele geaardheid?"
"Een aantal initiatieven die deze legislatuur genomen werden, moeten die doelstelling alvast vooruit helpen.
Momenteel worden nieuwe eindtermen vastgelegd voor secundair en basisonderwijs. Ze zijn geordend volgens 16 sleutelcompetenties en scholen moeten ze met de leerlingengroep bereiken. De nieuwe eindtermen worden gefaseerd ingevoerd vanaf september 2019, te beginnen met de eerste graad secundair onderwijs. Relevant is onder meer dat in de nieuwe eindtermen o.a. de volgende doelstellingen vervat zitten over nieuwe, te bereiken competenties die verband houden met relaties en seksualiteit, genderopvattingen, niet-heteronormatieve seksualiteit etc:
1. Competenties op het vlak van lichamelijk, geestelijk en emotioneel bewustzijn/gezondheid: een gezonde levensstijl opbouwen, onderhouden en versterken.
1.7 De leerlingen verklaren mentale en lichamelijke ontwikkelingen binnen de puberteit.
Met inbegrip van kennis:
*Conceptuele kennis: - Morfologische ontwikkelingen binnen de puberteit - Gepercipieerd lichaamsbeeld versus ideaalbeeld - Seksuele oriëntatie, identiteit en gender;
Met inbegrip van dimensies:
*Cognitieve dimensie: beheersingsniveau begrijpen
*Affectieve dimensie: Voorkeur tonen voor en belang hechten aan waarden, opvattingen, gedragingen, gebeurtenissen, informatie, taken, strategieën,…
1.8 De leerlingen beschrijven hoe om te gaan met relationele en seksuele gezondheid en integriteit.
Met inbegrip van kennis:
*Conceptuele kennis: - Seksueel en relationeel gedrag, met aandacht voor toestemming, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, passend bij de leeftijd, passend in de context, zelfrespect - Relationele en seksuele ontwikkeling en beleving - Organisaties voor informatie en hulpverlening - Vruchtbaarheid, anticonceptie, preventie van SOA's
Met inbegrip van dimensies:
*Cognitieve dimensie - beheersingsniveau begrijpen
*Affectieve dimensie: Voorkeur tonen voor en belang hechten aan waarden, opvattingen, gedragingen, gebeurtenissen, informatie, taken, strategieën,…
Ook in de nieuwe eindtermen m.b.t. burgerzin is de aandacht voor diversiteit, interculturaliteit,… wel groter. We kunnen dus stellen dat de nieuwe eindtermen alvast een vooruitgang t.o.v. de bestaande eindtermen zijn.
De nieuwe eindtermen vragen ook een herwerking van de leerplannen, en waarschijnlijk ook het selecteren van nieuwe handboeken of ander didactisch materiaal. Het is de bedoeling dat leerkrachten bij het kiezen van een geschikt handboek/ lesmateriaal oog hebben voor de hedendaagse maatschappij, (gender)stereotypen incluis, in al haar diverse facetten.
Het werk van actoren zoals RoSa, çavaria e.a. maar ook de genderklikwebsite van de Vlaamse overheid etc. verspreiden mee expertise en stevige content én bv. ook checklists vanuit middenveld en onderwijsactoren allerhande, die als leidraad kunnen dienen om leermiddelen goed te beoordelen.
Voorts heeft deze legislatuur ook ingezet op de beschikbaarheid van gratis nascholingen en coaching over die thema’s door twee voltijdse vormingsmedewerkers te garanderen bij çavaria vzw (subsidie onderwijswerking van € 72.000 en 1 VTE gedetacheerde onderwijs). Scholen, lerarenopleidingen en allerlei onderwijsactoren (VSK, CLB, pedagogische begeleidingsdiensten…) kunnen op hun expertise een beroep doen voor om genderbewuste en LGBT+ inclusieve scholen – in alle facetten, van schoolbeleid tot klasvloer - verder vorm te geven.
Uiteraard is dit niet los te zien van het bredere beleid inzake fysieke integriteit, relationele en seksuele vorming, tegengaan van grensoverschrijdend gedrag vanuit onderwijsbeleid en andere bevoegdheidsdomeinen op Vlaams en federaal niveau."
"In hoeverre is CD&V haar doelstelling nagekomen om genderstereotiepe studiekeuzes terug te dringen en meisjes gesensibiliseerd door te laten stromen naar een technische en wetenschappelijke richting?"
"Onder impuls van het STEM-actieplan 2012-2020 heeft Hilde Crevits, Vlaams minister van onderwijs, deze legislatuur sterk ingezet op de instroom in STEM-opleidingen en het uitbouwen van een STEM-loopbaan. Er gaat bijzondere aandacht naar de keuzes van meisjes waarvoor specifieke indicatoren werden bepaald. Het geheel van indicatoren wordt opgevolgd in de jaarlijkse STEM-monitor waarin 2010-2011 dienst doet als referentiejaar.
Algemeen zien we in de STEM-monitor 2018 dat in 2016-2017 het héle secundair onderwijs ten opzichte van 2015-2016 het percentage leerlingen in een STEM-studierichting in het eerste leerjaar van de derde graad met 0,73 procentpunt gestegen is tot 45,03%.
Het percentage STEM-meisjes zit in het eerste leerjaar van de tweede graad op 25,88% (0,8 procentpunt meer dan in 2015-2016). In het eerste leerjaar van de derde graad zijn er 30,67% STEM-meisjes (+ 0,5 procentpunt t.o.v. 2015-2016). Hiermee blijven we het qua meisjes beter doen dan in 2010-2011 (27,46%) maar hebben we de vooropgestelde 33,33% voor 2020 nog niet bereikt. Er is ook weinig evolutie merkbaar, zeker als we de verschillen in de onderwijsvormen van het secundair onderwijs nader bekijken.
Het aandeel meisjes in STEM-studierichtingen in het secundair onderwijs neemt toe maar blijft over het algemeen lager dan het aandeel jongens. Het percentage meisjes in STEM-studierichtingen is in het eerste leerjaar van de tweede graad aso 46%. In het eerste leerjaar van de derde graad ASO loopt het aandeel STEM-meisjes op tot ruim 50%. Het aandeel meisjes in STEM binnen TSO (11,06% in tweede graad en 15,16% in derde graad) en BSO (5,81% in tweede graad en 3,77% in derde graad) is laag tot niets minder dan extreem laag. Er is binnen TSO in het eerste leerjaar van de derde graad een stijging met goed 1,35 procentpunt t.o.v. de nulmeting, maar het aandeel meisjes blijft een ernstige zorg. In het BSO en TSO zijn we dus nog steeds zeer ver verwijderd van de gevraagde 33,33% van het Platform.
Steeds meer leerlingen met een STEM-diploma secundair onderwijs stromen door naar een STEM-richting in het hoger onderwijs. Zeker bij de meisjes wordt grote vooruitgang geboekt. De indicator voor het vrouwenaandeel bij de academische bachelors (33,50% tegen 2020) was reeds gehaald. Daar halen we ondertussen zelfs 40,27%. De instroom in de professionele bachelor stabiliseert en het aandeel meisjes in de professionele bachelor daalt er met 0,5% tot 22,88%. Dit vormt een aandachtspunt.
In de masteropleidingen blijft het percentage STEM nog altijd 1,12% hoger dan in het referentiejaar. Het aandeel vrouwen in STEM-opleidingen in het eerste masterjaar blijft eveneens stijgen. Met 36,01 % zijn de meisjes 3,58 %-punten gestegen t.o.v. het referentiejaar."
"In hoeverre is CD&V haar doelstelling nagekomen om bijzonder aandacht te besteden aan meisjes om het ontwikkelingsbeleid centraal te laten stellen binnen het onderwijs?"
"Ontwikkelingseducatie of Noord-Zuid-educatie wordt aangepakt via een aantal organisaties zoals VVOB, Djapo en Studio Globo. Gender is één van de hoofdaccenten van hun werking omdat de situaties van meisjes en vrouwen in het Zuiden vaak erg precair is.
Het Vlaams parlement heeft in 2015 een resolutie aangenomen betreffende onderwijs en ontwikkelingssamenwerking. Hierin wordt opgeroepen om onderwijs te integreren in de Vlaamse ontwikkelingssamenwerkingsprogramma’s. De resolutie legt een belangrijke focus op onderwijs voor meisjes: "Meisjes die naar school gaan trouwen later, krijgen minder kinderen, hebben een beter inkomen, worden minder het slachtoffer van (seksueel) geweld, kunnen zich beschermen tegen kindhuwelijken en andere schadelijke traditionele praktijken. Via het onderwijs krijgen geboorteplanning, seksuele en reproductieve rechten een draagvlak. Onderwijs voor meisjes geeft meisjes en vrouwen met andere woorden de kans om hun eigen keuzes te maken en een vol en menswaardig leven uit te bouwen.”
VVOB, die onderwijsprogramma’s uitvoert in tien landen in het Zuiden, zet ook sterk in op gender. Het project eNSPIRED wil een internationale dialoog aangaan over gelijkheid in een onderwijscontext. Ook hier komt het thema gender prominent aan bod."
CD&V nam in haar partijprogramma van 2014 op dat scholen moeten streven naar gelijke onderwijskansen voor meisjes en jongens. Uit het antwoord van CD&V bleek dat scholen minimumdoelen kregen op het vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes. Verder ging CD&V in op een aantal initiatieven die hun doelstelling vooruit moesten helpen. Een belangrijk instrument op dat vlak waren de eindtermen/ ontwikkelingsdoelen. Voorts werd CD&V de vraag gesteld in hoeverre CD&V haar doelstelling was nagekomen om genderstereotiepe studiekeuzes terug te dringen en meisjes gesensibiliseerd door te laten stromen naar STEM-richtingen. CD&V verwees hiervoor naar het STEM-actieplan 2012-2020 met aandacht naar de instroom in STEM-opleidingen en het uitbouwen van een STEM-loopbaan. Hierbij werd specifiek gekeken naar de keuzes van meisjes en vrouwen waarvoor specifieke indicatoren werden bepaald. Er is echter meer sensibilisering nodig om meisjes geïnformeerd te laten instromen in de STEM-opleidingen binnen BSO en TSO.
“In hoeverre heeft N-VA de ontwikkeling van signaaldetectoren zoals een oproepnummer, een online hulpaanbod en een informatieve website om tijdig te kunnen ingrijpen bij partnergeweld bewerkstelligd?”
“Reeds in 2015 lanceerde N-VA een wetsvoorstel dat ervoor moet zorgen dat daders van intrafamiliaal geweld en partnergeweld vaker een huisverbod zouden krijgen. Zo’n huisverbod is bij uitstek een preventieve maatregel, die niet alleen geweld voorkomt maar is ook uitermate slachtoffervriendelijk. Zo kan een moeder met kinderen gewoon thuisblijven, terwijl de dader tijdelijk ergens anders verblijft.”
In 2015 diende N-VA een wetsvoorstel in dat ervoor moet zorgen dat daders van intrafamiliaal geweld en partnergeweld vaker een huisverbod zouden krijgen.
"In hoeverre is CD&V haar doelstelling nagekomen om het brede publiek te sensibiliseren om aangifte te doen van seksueel geweld?"
"Met de app 'Blijf van mijn lijf' van Bianca Debaets kunnen mensen (in Brussel) wanneer ze geïntimideerd/aangevallen worden in de publieke ruimte, een noodsignaal geven aan de directe omgeving en medegebruikers van de app. De gegevens kunnen ook gebruikt worden om politiepatrouilles in burger beter te sturen."
Op de vraag in hoeverre CD&V haar doelstelling is nagekomen om het brede publiek te sensibiliseren om aangifte te doen van seksueel geweld, haalt de partij de realisatie van de applicatie 'Blijf van mijn lijf' aan. De app geeft vrouwen (en mannen) de mogelijkheid om seksueel geweld of seksuele intimidatie te melden. De gegevens kunnen ook worden gebruikt om politiepatrouilles in burger beter te sturen.
Het beeld dat uit bovenstaande analyse naar voren komt, is dat CD&V was toegewijd aan eindtermen/ontwikkelingsdoelen van de overheid om op deze manier scholen radicaal te laten kiezen voor gelijkheid tussen meisjes en jongens. Verder hechtte CD&V belang aan gendergerelateerde organisaties waar scholen een beroep konden doen om een genderbewuste en LGBT+ of inclusieve school te kunnen zijn. Met betrekking tot genderstereotiepe studiekeuzes verwees CD&V naar een actieplan dat om de zoveel tijd werd opgesteld om meisjes gesensibiliseerd door te laten stromen naar een technische en wetenschappelijke richting.
N-VA diende in 2015 een wetsvoorstel in dat ervoor moet zorgen dat daders van intrafamiliaal geweld en partnergeweld vaker een huisverbod zouden krijgen.
Deze analyse behandelde volgende maatschappelijke/sociale kwesties: het bevorderen van gelijke onderwijskansen voor meisjes en jongens, het bestrijden en voorkomen van partnergeweld, seksueel geweld & grensoverschrijdend gedrag.
De grote meerderheid van de ondervraagde partijen vindt dat er nood is aan sensibilisering rond gender in het onderwijs. CD&V, Groen, PVDA en SP-A willen dat er dieper wordt ingegaan op genderthema’s binnen de lerarenopleiding. N-VA erkent dat we oog moeten hebben voor het binnensluipen van genderstereotypen in het schoolboeken, maar gaat er niet dieper op in. Open Vld ziet een bijzondere rol weggelegd voor educatieve uitgeverijen voor een diverser schoolmateriaal. Vlaams Belang mengt zich niet in het debat omdat de partij gender niet als een probleem beschouwt.
Een effectief beleid tegen partnergeweld, seksueel geweld en grensoverschrijdend gedrag is ook nodig. S.PA wil eerst een grootschalig onderzoek om de problematiek in kaart te brengen. Groen & CD&V pleiten voor een transversale aanpak (nationaal en internationaal beleid, hulpverlening en nazorg). PVDA wil dat de strijd tegen geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld opgevoerd wordt, terwijl Vlaams Belang aangeeft dat ook mannelijke slachtoffers niet mogen vergeten worden. N-VA geeft aan dat dat de partij in 2015 een wetsvoorstel indiende om vrouwelijke slachtoffers van partnergeweld beter te beschermen. Voorts geeft Groen als enige partij aan dat dadertherapie ook nodig is.
Het valt niet te analyseren welke plannen en doelstellingen de regerende partijen CD&V, N-VA en Open Vld ter bevordering van gendergelijkheid inzake de vermelde maatschappelijke kwesties hebben gerealiseerd. CD&V beantwoordde een aantal vragen, N-VA een vraag en Open Vld geen enkele vraag.
Dat leidt tot de conclusie dat tastbare resultaten op het gebied van gendergelijkheid vooralsnog beperkt zijn.
Bron hoofdafbeelding: Element5 Digital via Unsplash
Bron banner: The Pencils of Eline